Gisteren heb ik een stapje in de wereld (Guangzhou city) gewaagd en heb ik de metro genomen. Eerst met de bus naar het metrostation en dan naar 'New Town', zo genoemd omdat het nog maar een aantal jaar bestaat en omdat het het financiële hart van Guangzhou is. De bus naar het metrostation kost niet zoveel (2 Yuan, ongeveer 22 cent), maar de buschauffeur kan je geen geld terug geven. Je moet dus het exacte bedrag in zijn bakje kunnen stoppen en dat kan duur uitvallen als je enkel briefjes hebt van 20 Yuan. In de metro hanteren ze een ander systeem. Je kan je biljetten in een handige machine stoppen en je moet enkel je route aanduiden. In ruil voor je geld krijg je dan een jeton die je kan scannen wanneer je het station betreedt. Wanneer je je bestemming bereikt hebt, steek je de jeton simpelweg in een gleufje en elektronisch wordt berekend of je wel de juiste afstand afgelegd hebt.
Zowel de bus als de metro zijn altijd druk bezet, tenzij je reist na 9 uur 's avonds en voor 7 uur 's ochtends. De regels voor het betreden van metro en bus zijn heel erg simpel: drum totdat je binnen bent en probeer dan je plaats in de bus of metro te behouden terwijl je heen en weer geslingerd wordt. Het maakt niet uit of je nu een buitenlander bent of een chinees, geplet word je zeker. Ze hebben ook de vreemdste regels op de bus en metro (zie foto). Ze vertellen je expliciet dat je niet mag spuwen op de vloer, maar vertellen je ook dat je de ouderen en kinderen moet respecteren. En effectief, wanneer er een oudje of kind binnenkomt krijgt hij of zij automatisch een zitplaats vooraan in de bus. Daar kan België een punt aan zuigen.
Na een klein uurtje in de bus en metro bereikte ik New Town. Het eerste wat me opviel waren de imposante wolkenkrabbers, maar ook de lichtvervuiling en talloze straatmuzikanten. De hoogste toren in Guangzhou is de televisietoren die voortdurend verandert van kleur. Bijna alles in de binnenstad geeft licht. De Chinezen geven er niets om dat ze energie verspillen, zolang hun stad maar impressionant is. De toren geeft dan ook licht de hele nacht lang en pleinen en restaurants kopiëren dezelfde flashy verlichting (zie foto links). Dat de Chinezen niets om het milieu geven is ook te zien aan de Pearl River (link), genoemd naar de kleur die de rivier vroeger had. Vroeger, toen de rivier nog schoon was, gaven de schelpen op de bodem een parelachtige glans aan het water. Nu is het water diepbruin en je ziet er geen watervogels. Bij toeristen is de rivier vreemd genoeg wel nog populair. Je kan op boottocht gaan voor amper 90 Yuan.
In het terugkeren, besluit ik nog iets te kopen in één van de vele kraampjes langs de weg. De hygiëne is niet fantastisch, maar volgens Olga heb je er 90 procent van de keren geen last van. Ik besluit het erop te wagen, maar mijd het onhygiënische kraampje op mijn linkerkant (zie foto) en ga rechtstreeks naar het kraampje waar er een stuk of 5 mensen staan aan te schuiven. Ik koop Chinese Noedels. Ik wist niet dat er ook iets anders bestond dan Chinese Noedels, maar blijkbaar maken ze een verschil tussen de gele slierten en de witte. De gele (zo beweren ze me) zijn geen traditioneel chinees gerecht, de witte wel. Voor mij zijn ze nog altijd beide 'pasta' ook al heeft Olga me al gecorrigeerd door te zeggen 'No pasta. They're rice noodles'. Zo, alweer iets bijgeleerd.
Even mijn roommates voorstellen. De meeste excentrieke van de twee is ongetwijfeld Rikki. Hij komt uit Slovakije, houdt van Chinese meisjes en heeft een hele voorraad tatranky op zijn kamer. Die voorliefde voor het vrouwelijke schoon steekt hij niet onder stoelen of banken en af en toe komt hij naar huis met zijn nieuwste verovering. Dit tot grote ergernis van mijn tweede roommate, Olga. Zoals de naam al doet vermoeden komt ze uit Rusland en zij en Rikki zijn niet de beste maatjes. Het is niet alleen zijn voorliefde voor vrouwen waar ze een hekel aan heeft, maar ook aan zijn onwil om op te ruimen of schoon te maken. Eigenlijk moet ik haar gelijk geven, want wanneer Rikki in een kamer is geweest zie je het meteen. Ofwel staat zijn traditioneel theesetje nog op tafel, ofwel is de keuken beklad met etensresten, ofwel slaapt er één van zijn vrienden in de zetel zodat jij er niet in kan zitten. Nochtans heeft Rikki ook een punt. Hij is ervan overtuigd dat Olga het wat relaxer moet aandoen, 'because it seems like she has a stick stuck in her ass'. Van Rikki moet ze niet zo veel schoonmaken en moet ze wat meer uitgaan, genieten van het land en van de schoonheden (hier letterlijk te nemen) die het land te bieden heeft.
Hoedanook, Olga en Rikki lijken beiden al heel erg aangepast aan China. Ze kijken er niet meer van op dat er kakkerlakken (zie foto) ter grote van chocoladerepen in ons huis wonen en ze staan op met een verveelde zucht wanneer er eentje hun kamer durft in te vliegen (ja, ze vliegen!) om het beest vervolgens met een zwaar object dood te slaan. Ze kijken er ook niet van op dat de helft van de Chinezen zomaar vuilnis op straat gooit of al rochelend door het leven gaat. Het gedrum in de bus en het gestaar omdat we buitenlanders zijn doet hen ook al niets meer; ze zijn ingeburgerd. Rikki is er zelfs in geslaagd om na 3 maanden een degelijke kennis chinees op te bouwen en Olga kan perfect door de supermarkt navigeren ook al staat alles aangeduid in een taal die ze niet meester is, laat staan dat ze de karakters kan lezen.
Kortom, je lijkt aan alles gewoon te raken. Ikzelf slaak af en toe nog eens een gil wanneer ik een kakkerlak tegenkom en ik kan het ook niet echt verdragen dat de Chinezen nooit sorry zeggen (ook al hebben ze er de woorden voor 'dui bu qi'), maar ik ben er zeker van dat die verwondering zal voorbij gaan na een paar maanden in China.
China is verschrikkelijk heet. Heter dan Doha (mijn eerste stop in Qatar) waar het soms 45 graden is, hoewel het kwik hier niet boven de 35 graden Celcius stijgt. Het verschil? Hier zweet je als een otter en iedere keer dat de Moessonregen naar beneden valt stijgt de vochtigheidsgraad nog maar eens. Misschien was ik beter in Doha gebleven en dat gebeurde ook bijna aangezien ik maar 1 uur had om over te stappen van vliegtuig en ze mij geen 'rapid transfer' ticket hadden gegeven, maar een 'normal transfer' ticket. I.p.v. in de rij van amper 10 mensen, kwam ik dus terecht in een rij van minimum honderd die allemaal door de security moesten. Na een 15tal minuten aanschuiven, besloot ik dat het genoeg was en begon ik de rij te doorploegen alsof er geen rangorde bestond. Ik moest beroep doen op wat elleboogwerk, maar ten slotte kwam ik toch op tijd aan in het vliegtuig.
Helaas deed het vliegtuig mij geen wederdienst en kwam ik daardoor 1 uur te laat aan in Shanghai. Ik had al redelijk wat ongeluk te verduren gehad (het verkeerde ticket, de dame in het vliegtuig naast me die mijn deken stal, mijn gsm die niet wilde werken,...). Dus ik hoopte dat de ying en yang mij gunstig zouden zijn en dat ik nu mijn portie ying zou ontvangen. Helaas was dat niet het geval. In Shanghai nam ik wel de juiste bus naar de juiste luchthaven (nota: er zijn tweeluchthavens in Shanghai), maar ik kwam 10 minuten voor het vertrek van mijn binnenlandse vlucht aan en mocht niet meer inchecken. Geen probleem.Ik kon het ticket veranderen naar een latere vlucht (zelfs zonder extra kost) en een tijdje later zat ik te wachten op mijn vliegtuig. Met mijn GSM in de hand probeerde ik mijn binnenlandse contacten op de hoogte te brengen, maar net toen ik op de 'send'-button wilde drukken, viel het ding uit. Blijkbaar heeft mijn batterij maar een houdbaarheid van 1 dag meer, want de vorige dag had ik hem nog opgeladen. Licht in paniek, ging ik op zoek naar een stopcontact, want de nummers van mijn contactpersonen zaten nog in mijn GSM. Drieduizend stappen en tien keer vragen 'is there a plug where I can recharge my cellphone' later, vond ik dan toch een stopcontact en kon ik aan de telefoonnummers. Nog maar een paar hindernissen vooraleer ik de contactpersonen werkelijk kon bereiken. Eerst en vooral moest ik een telefoonhokje vinden, want Proximus had me niet op de hoogte gebracht dat ik mijn telefoon moest activeren. Ze hadden me verteld dat alles zou moeten werken tot en met de 5e (wanneer mijn abonnement afloopt). Vertrouw nooit een man in pak, want hij had het mis. Het telefoonhokje was niet zo moeilijk te vinden, maar het ding aan de praat krijgen was niet zo simpel. Ik schakelde de hulp in van een Chinese enthousiasteling die chinese instructies kon volgen en vijf klikken later was ik de bezitter van een telefoonkaart ter waarde van 30 yuan (+-3,2 euro). Niet dat de telefoonkaart me geholpen heeft, want het toestel zelf was kaputt. Tijd om van de chinese gastvrijheid gebruik te maken, maar vind maar eens een chinees die Engels kan. Die ene chinees heb ik dan toch gevonden en mijn contact werd op de hoogte gebracht.
Op naar de binnenlandse vlucht. Geen problemen daar, behalve dat het eten niet te vreten was (worstenbroodje met lookworst, maar ook vreemde rode schubben die - zo vertelden ze me- gedroogd varkensvlees moesten voorstellen.). Ik kwam op tijd aan, maar mijn contact stond niet op me te wachten. Ik had nog steeds de telefoonkaart uit Shanghai en ging dus naar het dichtsbijzijnde telefoonhokje, want ze kunnen niet allemaal kapot zijn. Toch? Mijn kaart werkte in ieder geval niet en toen ik het infopunt vroeg waarom mijn kaart niet werkte, legde die uit 'only for Shanghai', maar hij bood me ook zijn eigen telefoon aan. Mijn contact stond in het verkeerde departement te wachten en kwam toen naar me toe. Om 2u 's nachts betrad ik het appartement en een half uurtje later lag ik in bed. Nu enkel nog leren omgaan met de hitte en dit wordt een fantastische ervaring; ik heb in elk geval al geleerd om niet te veel op mijn geluk te vertrouwen.