In het vorige verhaal hebben we gezien hoe het gulden vlies terechtkwam in Colchis, een stad aan de Zwarte Zee. Hier volgt het verhaal van Iason en de Argonauten, die de kostbare ramsvacht terughaalden naar Griekenland...
In opdracht van Pelias, koning van Iolkos (een stad in Thessalië, in het Noorden van Griekenland) voer de held Iason, samen met vijftig andere Griekse helden naar Colchis, teneinde het gulden vlies terug te halen tot meerdere eer en glorie van het vaderland. Hun schip droeg de naam Argo en ze noemden zichzelf Argonauten. Toen ze, na een zeer tumultueuze reis vol avonturen en gevaren, Colchis bereikt hadden, begaf Iason zich onmiddellijk naar het paleis van koning Aietes en deelde hem zonder omwegen mee dat hij gekomen was om het gulden vlies mee te nemen naar Griekenland. De koning gaf geen krimp, deed alsof hij daar wel mee kon instemmen en sprak:
- Het gulden vlies bevindt zich in een bos, dat gelegen is in een heiligdom van Ares. In dit heiligdom ligt ook een veld. Ten bewijze dat ge het gulden vlies waardig zijt, vraag ik u dit veld om te ploegen. Span daartoe mijn twee ijzeren stieren, een geschenk van Hephaistos, voor de ploeg, ploeg het veld om en zaai daarna op de omgeploegde akker de drakentanden die ik u zal geven. Als gij dat alles tot een goed einde zult gebracht hebben, zult ge toegang krijgen tot het heilig bos.
Iason stemde in met de opdracht. Hera nochtans voelde dat haar beschermeling deze taak zonder hulp niet tot een goed einde zou brengen. Ze ging te rade bij Aphrodite. De liefdesgodin stuurde haar zoontje Eros naar het paleis van koning Aietes. Eros schoot een gouden pijltje in het hart van Medeia, s konings dochter. Deze werd stante pede tot over de oren verliefd op de stoere krijger Iason en ze voelde zich bereid hem te helpen bij zijn moeilijke onderneming. Van haar grootvader, de zonnegod Helios, had Medeia de kunst van het toveren geleerd en die kunst zou ze nu aanwenden ten bate van haar geliefde held. Ze bereidde een tovervloeistof waarmee hij zijn lichaam diende in te smeren. Dat zou hem onkwetsbaar maken en hem bovendien de kracht geven om de sterke vuurspuwende metalen stieren te bedwingen.
En zo slaagde Iason erin de stieren bij de horens te grijpen, hen onder het juk te krijgen en het veld om te ploegen. En net zoals Kadmos in Thebe had gedaan (zie verhaal nr. 13), zaaide Iason de drakentanden, die Aietes hem had gegeven, op de omgeploegde akker. En ook hier ontstonden uit de tanden gewapende krijgers, die elkaar te lijf gingen en elkaar doodden, nadat Iason op Medeias advies, een steen tussen hen had geworpen. Toen begaf Iason zich in het heilig bos. Medeia kreeg van haar vader de toestemming hem de weg te wijzen naar de heilige eik waaraan het gulden vlies was vastgespijkerd. Aietes wist toen nog niet van haar liefdevolle houding ten opzichte van Iason. Het vlies werd bewaakt door een vreselijke draak. Maar ook hier wist Medeia raad. Zij wierp de draak een paar koekjes toe, die ze doordrenkt had met een sterk slaapverwekkend middel. De slapende draak het hoofd afhakken was nu kinderspel. Iason maakte het gulden vlies los en omgordde er zijn lenden mee. Ondertussen was het verraad van Medeia uitgelekt. Aietes was uitzinnig van woede. Hij gaf opdracht Iason en Medeia te doden. Maar beiden konden nog tijdig het argonautenschip bereiken. In ijltempo voer de Argo af. Inderhaast had Medeia nog haar broertje Absyrtos meegenomen. Met een gewapende legermacht zette Aietes de achtervolging in over zee. Ze zouden de Argo ongetwijfeld ingehaald hebben als Medeia niet weer was opgetreden. Een ongemeen wreed optreden. Met een mes stak ze haar bloedeigen broertje dood, ze sneed het lichaam aan stukken en wierp het in de zee, vóór de ogen van zijn vader en de andere achtervolgers. Aietes gaf opdracht aan zijn mannen de lichaamsdelen van zijn zoon op te vissen. Toen dit gebeurd was, was de Argo uit het zicht verdwenen. Om de achtervolgers te misleiden namen de argonauten een andere vaarroute, naar het noorden toe. Zo kwamen ze aan de monding van de Donau. Ze voeren deze rivier op. De mannen van Colchis waren ze kwijtgespeeld, maar de terugreis zou nog lang en ingewikkeld worden. Via de Donau kwamen ze in de Adriatische Zee terecht en vandaar via de Po en Zuid-Frankrijk in de Rhône en de Middellandse Zee. Vooraleer de thuishaven Iolkos te bereiken werd ook nog Korfoe aangedaan, en de Noordkust van Egypte, en Kreta...