over running (inlopen, duurlopen, intervallopen, tempolopen, hardlopen, berglopen en... uitlopen) en andere sporten en nieuwtjes
30-07-2021
lochristi - kasseitjesjogging - september 2018 - 5 km - verslag
Je hebt zo van die dagen waarop je denkt 'waarvoor doe ik het nog, wat is het nut ervan, enzovoort'. Maar dan komt zo'n dag als vandaag. Een dag die start vol twijfels. Waarop je denkt 'waar ben ik verdorie nog mee bezig'. Maar ook een dag waarop blijkt dat alle moeite die je hebt gedaan, de moeite waard was. Wat zeg ik, het meer dan honderd keer waard was.
Eindelijk min of meer kunnen lopen zonder pijn. Kunnen eindigen zonder pijn ook. Een hemels gevoel. Wel wat voorzichtig geweest. Vooral op de wat moeilijker beloopbare stroken. Want die waren er wel deze namiddag. Ook veel draaien en keren. Ook dat deed mij wat voorzichtig zijn. Maar echt ingehouden lopen, neen dat kan ik niet zeggen. Dat zou de waarheid geweld aan doen zijn.
De start ging snel. Ik stond perplex. Ik zag nagenoeg iedereen van mij wegsnellen. Maar ik panikeerde niet. Dat begintempo kon ik nu niet aan. En om eerlijk te zijn, dat kan ik reeds heel lang niet meer aan. Ondanks de goede opwarming. Ik heb me trouwens maar zelden zo goed opgewarmd vooraf. Ook om zo weinig mogelijk risico's te nemen. Geen nieuwe kwetsuur alsjeblieft. Dat was een gedachte die constant speelde.
Na die eerste kilometer komt het er in zo'n wedstrijd op aan je wat te positioneren. Wat kan er, en wat kan er niet. De eersten zag ik dus vrij vlug niet meer. Maar daarna kwam ik. Rond kilometer twee even op mijn uurwerk gekeken. Iets wat ik eigenlijk anders zelden of nooit doe. Maar waarschijnlijk speelde toch de schrik om terug een pijnscheut te krijgen. Maar ook fysiek voelde ik toch dat ik qua snelheid op mijn limiet zat. Dus echt veel sneller kon niet. Daar moet ik eerlijk om zijn.
Op het eind liep ik bij twee jonge dames. Het bleken nummer een en twee van de wedstrijd te zijn. De juffrouw die bij mij liep nog even wat opgepept. Ze leek immers wat te verzwakken de laatste 500 meter. Het gaf haar moed en ze hield vol. Chapeau.
Conclusie: na zo'n dag kan je alleen maar intens gelukkig zijn. Dinsdag komt er nog zo'n dag. In heel andere omstandigheden. Om heel andere redenen. Maar dan denk je 'daar heb ik het voor gedaan, en dat was het nut ervan. Het gaat jullie goed jongens en meisjes.
waarschoot - lentejogging - 7,6 km - 1 juni 2018 - verslag
Wat aan de wedstrijd voorafging?
Een bezoek van een op dit moment hard trainende (naar zijn normen zeker) zoon met de melding dat hij van plan is om een wedstrijd te lopen. Het moest in ieder geval op vrijdag, want zaterdag en zondag konden voor hem om verschillende redenen niet. Natuurlijk had ik zin om mee te gaan. Om mee te doen ook. Maar ik had amper gelopen de laatste tijd. Een opspelende rechterkuit strooide roet in het eten. Die had mij de laatste tijd meer last bezorgd dan me lief is. En natuurlijk weet ik wel dat er ergere dingen zijn in het leven maar uiteindelijk zijn we toch ook 'sportman' toch een beetje) en weten we dat elk ongemak er een te veel is. Veel tijd om er over na te denken heb ik niet. Loop ik morgen of niet. Ik zeg ja. Maar waar gaan we lopen? Er zijn een aantal plaatsen waar een afstand van 5 km geprogrammeerd staat. Voor langere afstanden pas ik op dit moment zeker. Maar die vallen allemaal af om verschillende redenen. Uiteindelijk kiezen we voor Waarschoot. Niet zo heel ver weg en gemakkelijk te bereiken. Enig nadeeltje: je hebt daar geen 5 km wedstrijd. Wel afstanden van 3,8 km, 7,6 km en 11,4 km (respectievelijk een, twee of drie rondjes). We vinden allebei dat een ronde wat weinig is en kiezen dan maar voor de tussenoplossing. De middelste afstand dan maar. Op hoop van zegen denk ik. En als dat maar goed komt!
De accomodatie.
Vrijdagavond 18 uur. We zijn onderweg. Nog steeds druk op de weg. Is het soms nog anders vraag ik mij af? Maar we komen tijdig aan. Daar ben ik altijd gelukkig om. De parking is dichtbij, net voor de sporthal waar de inschrijvingen plaatsvinden. Het voetbalterrein van FC Waarschoot er net naast. Alles verloopt vlot. Ook de inschrijving. Die kost ons 5 euro. Democratisch dus. Ik twijfel nog even wat de afstand betreft maar wil toch graag eens een wedstrijd lopen samen met Jonas. Dus gaan we voor die 7,6 km. De heren moeten zich omkleden in de kleedkamers van het voetbalterrein, de dames mogen in de sporthal blijven. Douches en toiletten zijn prima. Het kan dus voorlopig allemaal niet vlotter gaan. We kleden ons om en zoeken daarna...
De startplaats.
Opmerkelijk is dat die bijna een kilometer van de sporthal is gelegen. Toevallig hoorden we dit zeggen in de kleedkamer. Anders hadden we het niet geweten. Misschien toch wel een minpuntje van de organisatie. We gaan dus even op verkenning en vinden vrij gemakkelijk de plaats waar het allemaal zal beginnen want er zijn verschillende bordjes aangebracht die dit duidelijk maken.
De start.
Het is een eerder kleine organisatie. Niet zo heel veel deelnemers. Ik schat maximaal 200. Maar alles verloopt keurig. Een fluitsignaal geeft ons het sein dat we mogen vertrekken. En alles gaat redelijk stipt. 19u30 en we zijn op weg.
De eerste ronde.
Ik had met Jonas afgesproken dat we best elk onze eigen wedstrijd zouden lopen. Hij zou niet te vlug van start gaan zei hij. Ik was zinnens om 'normaal' te doen. Ik loop op die manier in het begin zowat in 25e à 30e positie en kom aan kilometer 1 door na 4 minuten. Niet slecht. Het gaat ook goed vind ik zelf. Jonas vertelde mij achteraf dat hij op amper 50 meter volgde. De tweede kilometer voel ik dat ik gemakkelijk dat tempo kan aanhouden maar ik vergeet wel even te checken of dat inderdaad zo is. maar dan, even over halfweg de eerste ronde, je houdt het niet voor mogelijk maar daar is ze, de rechterkuit. De pijn komt op. Ik voel nu al voor het eerst, dit is geen training, je zit hier in een wedstrijd. En die loop je niet zomaar. Je wil een bepaald tempo lopen. Je moet rekening houden met tegenstanders. Het is moeilijker je paslengte in de gaten te houden. En nog tal van andere dingen. De vraag die bij mij opkomt op dat moment is: wat doe ik nu, stoppen of doorgaan. Omdat ik toch terug moet richting finish besluit ik verder te lopen. Maar op het einde van de ronde vraag ik me opnieuw af: wat nu?
De tweede ronde.
Wat doe ik? Uit de wedstrijd stappen of aankomen na een ronde in de hoop van toch opgenomen te worden in de uitslag van de 3km800. Maar in dat geval sta ik natuurlijk niet samen met Jonas in de uitslag. Die overweging doet mij dan toch maar besluiten om door te gaan. Eventueel wat trager lopen zeg ik bij mijzelf. De eerste ronde heb ik afgelegd in 15 minuten. Ik vertraag nu een klein beetje. Ik loop immers nog voor Jonas en denk zelfs dat ik nog een ruime voorsprong op hem heb. Maar dat bleek niet waar te zijn want hij hield mij in het vizier vertelde hij mij achteraf. Maar dat wist ik natuurlijk op dat moment niet. Gelukkig maar want dan had ik waarschijnlijk nog meer geforceerd. Enkele atleten halen mij bij en er vormt zich een groepje van een zestal atleten. Ik besluit toch maar te volgen. Behoudens die verdomde kuit heb ik ook geen problemen. Eigenlijk voel ik zelfs dat ik iets sneller zou kunnen. Maar mijn voornaamste optie is nu de wedstrijd uitlopen. En als het even kan toch nog voor Jonas blijven. Maar dat laatste is nu wel bijzaak. Ik tel de kilometers af. Chronometreren doe ik niet meer. Vijf kilometer... zes kilometer. Nog anderhalve, iets meer. Dat moet lukken. De pijn is gelukkig nog te harden maar aangenaam lopen is dit natuurlijk niet. Zeven kilometer... nog enkele honderden meters. Hoera. Een jongeman, Emiel De Meyere (1999) begint de eindsprint in te zetten. Ook nog een andere atleet passeert mij. Ik ben gelukkig dat het einde nabij is en reageer niet. Tot zowat 150 tot 200 meter voor de meet en ik plots zie dat ik nog kan eindigen onder het halfuur. Die inspanning wil ik nog wel leveren. En inderdaad, het lukt mij zowaar nog ook. Vlug een bekertje water genomen en... proberen te stappen. het lukt mij nauwelijks. De kuit zegt neen. het is genoeg. Oei, dat is even schrikken. Daarnet was ik nog aan het lopen aan circa 15 km/uur en nu geraak ik geen meter meer vooruit. ik strompel terug met mijn bekertje en laat het nog eens vullen. Eigenlijk zou ik nu nog wat moeten uitlopen. Maar ik vraag mij daarentegen af hoe ik in hemelsnaam die kilometer terug naar de kleedkamer moet afleggen. Ik wacht nog even en denk plots dat het nog even zal duren alvorens Jonas arriveert. Maar dat blijkt een vergissing want plots zie ik hem afkomen. Probeer hem nog wat aan te moedigen maar het vat is blijkbaar leeg. Maar toch een puike prestatie van zijnentwege. Zijn trainingen blijken dan toch vruchten af te werpen. Hij bekomt nog even van de inspanning en ik begin aan mijn lijdensweg naar de douches.
De after-party.
We krijgen een geschenkje. Een bakje aardbeien. Smaakt altijd zeker. We blijven nog wat nakeuvelen in de gezellige cafetaria van de sporthal. Om halftien begint de prijsuitreiking. De eerste van elke reeks, zowel de dames als de heren, krijgen een prijs. De rest komt in aanmerking voor de tombola. Mits je aanwezig bent stelt men nog eens nadrukkelijk. Als voorlaatste word ik dan nog uit de mand getrokken ook zodat ik nog een prijsje (een te kleine pull) moet afhalen. Opnieuw nog een paar meters strompelen en dan... is het wel genoeg geweest. het was een aangename wedstrijd. Ondanks alles tevreden dat ik meegedaan heb en dat ik samen met Jonas in de uitslag vermeld sta. Maar hoe moet het nu verder met die verdomde kuit!?
De wolvenloop. 10 mijl ver. Schitterend weertje. Acht euro inschrijfgeld maar... daarvoor kreeg je onder meer twee flesjes bier bij aankomst. Veel faciliteiten: parking, warme douches, tijdsregistratie, en nog zoveel meer. Verkeersvrij parcours. Een traject langsheen de zuidelijke bossen in het wolvenpark, langsheen de Zuidlede, naar het dierenpark en de westelijke bossen, langsheen een pittoresk meertje, zo naar het molenmuseum en het bloemenpark, langs dreven met hoge populieren en, als afsluiter, een rondje rond het golfterrein. Er waren ongeveer 700 wolven voor de drie afstanden. 5 km, 10 km en 10 mijl. 250 deelnemers waagden zich aan de langste afstand. Dit is zeker geen slechte score.
Samen met Jonas naar de wedstrijd in Wachtebeke gereden. Hij opteerde voor de vijf kilometer en had drie streefdoelen en die waren ofwel onder de 20 minuten blijven, ofwel onder de 21 minuten, en liefst zeker onder de 22 minuten eindigen. Vooraf stelde hij dat het eerste zeer goed zou zijn, het tweede meer dan goed en het derde toch ook nog goed. Het werd uiteindelijk het derde. Wat meer weerstand en interval trainen en het komt in orde.
De drie afstanden kwamen tegelijkertijd aan de start. Om 15 uur. 700 atleten, dat is veel, maar alles verliep zeer ordelijk. Laat ons zeggen dat het niet allemaal strevers waren en een pluspunt was natuurlijk ook dat er met een chip werd gelopen. Toch moet je, als je de vijf loopt, toch enigszins vooraan gepositioneerd zijn. Jonas deed dat dan ook. Hij startte snel. Alvast iets te snel voor mij. Daardoor had hij toch vrij vlug een vijftigtal meter voorsprong op mij. Tot de eerste kilometer, die ik ruim onder de 4 minuten had afgelegd bleef ik wat hangen. Maar van dan af aan begon ik stilaan te naderen en het moet zowat aan kilometer twee geweest zijn dat ik bij hem kwam. Ik schreeuwde nog wat aanmoedigingen door en daar was de splitsing reeds. De vijf kilometer rechtdoor, de andere afstanden linksaf. De eerstvolgende kilometers kon ik een tempo van 4.00/km aanhouden. Maar stilaan kwam er toch wat verval en begon het tempo naar 4.05 tot 4.10 te gaan. Rond halfweg de wedstrijd begon ik zelfs enige spijt te krijgen dat ik toch maar niet voor de tien kilometer had gekozen.
We kwamen opnieuw aan een splitsing. De 10 mijl naar de ene kant. De 'gelukkigen' van de tien kilometer naar de andere. Dit tien kilometerpunt gaf me moed. Ik liep nog steeds een degelijk tempo en kwam daar door aan 39:30. Vanaf nu konden we stilaan beginnen aftellen. En ook het feit dat je dan alleen maar tegenstanders van dezelfde afstand voor of na je hebt vind ik een voordeel.
Een wolf liep een vijftigtal meter voor mij uit. Ik streefde ernaar om in zijn zog te blijven. In eerste instantie om een deftige eindtijd te halen. In tweede instantie om niet verloren te lopen en ergens een afslag te missen in dat wolvenpark. Maar soms liep hij toch iets verder van mij weg. Groter dan 75 tot 100 meter werd het gat evenwel nooit. Ik liep dus misschien stilaan iets trager, maar hij ook. En hoe zat het achter mij? Er kwam mij een koppel wolven voorbij. Een jongedame en een heer. Ik ondernam geen poging om aan te klampen. Het ging op dat moment te snel voormij en liet hen rustig hun gangetje gaan. Ze eindigden dan ook netjes voor mij in de uitslag. Bij deze proficiat. Maar voor de rest bleef het stil. Iemand bleef wat op een afstand hangen maar naderde eigenlijk nooit echt. En de rest lag nog verder achterop.
De laatste loodjes, de laatste kilometers, zijn zoals steeds, de zwaarste. Mijzelf nog wat moed ingepompt om toch maar vol te houden. Een mooie eindtijd werd mijn deel. Mijn streven vooraf was een tijd tussen de 1:05 en 1:10. Daar zou ik tevreden mee geweest zijn. Minder zou voor wat ontgoocheling gezorgd hebben. Maar zover is het dus niet gekomen.
Na de wedstrijd was het dan natuurlijk nog wat wachten op de prijsuitreiking. Of beter gezegd de medaille-uitreiking. Er hingen geen uitslagen uit. het was dus afwachten of we op het podium zouden mogen. Maar het zonnetje scheen en het was behoorlijk warm zodat dit het wachten toch wat aangenamer maakte. Dit konden we doen aan de tafeltjes die op het ruime grasplein waren opgesteld. Alle categorieën kwamen aan bod, heren en dames, 50+, 55+, 60+, 65+, 70+, 75+ en zelfs 80+. het duurde dus wel eventjes en hier en daar was er ook nog een vergissing gebeurd. Een tachtigjarige had zo bijvoorbeeld waarschijnlijk zijn geboortedatum niet netjes ingevuld en was zo onterecht buiten de prijzen gevallen. Maar dat werd rechtgezet. Gelukkig maar. Je moet het trouwens maar doen om op die leeftijd nog een tien kilometer wedstrijd af te haspelen. Bij deze proficiat.
Maar uiteindelijk was het dus onze beurt. Derde in de leeftijdscategorie werd goede bekende Ivan De Muynck. Tweede Paul De Wael. En ik mocht op het hoogste schavotje klauteren. Blij als een kind nam ik mijn 'gouden medaille' in ontvangst en toonde ze aan eenieder die ze wou zien.
Ik liep een trailrun. Samen met Jonas. Wat is eigenlijk een trailrun? Een run die hoofdzakelijk leidt langs paden, velden, weiden en eventueel, zoals vandaag, ook een bos. Vandaar dat men in Aalter spreekt van een bostrail. Meer dan 85% van de af te leggen afstand moet uit dergelijke niet verharde wegen bestaan. Is het minder dan spreekt men van een natuurrun. Een ander kenmerk van een trail is dat het parcours niet mag bestaan uit verschillende ronden die telkens moeten afgelegd worden. Een laatste belangrijk kenmerk is de afstand. In Aalter was de kortste afstand 10 km, de langste 45 km. Daarmee onderscheidt een trail zich dus ook van een veldloop waar de afstanden korter zijn.
Op het parcours dat nu moest afgelegd worden kon dat tellen. Heel wat stukken waren immers herschapen in een ware modderpoel. Vanzelfsprekend had de vele regen van de voorbije dagen daar veel mee te maken. En we kregen ook vandaag nog voldoende verfrissend water over onze hoofden.
Mijn medeleven ging vandaag vooral naar de atleten die hadden ingeschreven voor de marathon+ afstand. Chapeau. Gelukkig had Jonas al veel eerder ingeschreven voor de 10 km en ik was maar wat blij dat ik vandaag ook voor deze afstand had gekozen. En toch, de meeste deelnemers waren present voor de 45 km afstand (misschien raar, maar waar) en de middenafstand deed het ook nog goed.
De eerste start werd gegeven om 10 uur, de tweede om 10.20 uur. Wij kwamen aan de beurt om 10.40 uur. Ik ben vooraan het pak gestart. Nu is dat, zelfs voor een relatief korte afstand, bij een trail niet zo heel belangrijk. Als je meer achteraan van start ging kon je wel even opgehouden worden in het begin van de wedstrijd op de Finse piste. Maar verder op het parcours had je genoeg mogelijkheden om je krachten te tonen. Kracht is een belangrijk aspect in een zware trail zoals deze. Uit houding vanzelfsprekend ook maar dat is bij elke run het geval.
Dus gestart rond de 20e positie denk ik. Voor Jonas die ik dan ook de rest van de run niet meer heb gezien. Hij beëindigde de wedstrijd in een tijd van 0:53:19. Achterom kijken kan ook bijna niet. Je moet voortdurend erg geconcentreerd zijn om overeind te blijven. Takken, wortels, boomstronken, paaltjes, beken en wat weet ik al niet meer waren op het parcours aanwezig. De zwaarste strook was toch een weide waar we een paar honderd meters moesten doorploeteren en waar je, en ik overdrijf niet, toch zeker een twintigtal centimeters in de bodem zakte. Vlug de voetjes omhoog en niet lang blijven kleven was de boodschap. Of het kon gebeuren dat je een schoen mocht gaan zoeken die in de modder was blijven steken. Dat overkwam trouwens een paar runners. Hilarisch als je het ziet. Minder plezant als je het zelf meemaakt. Maar mijn conditie was goed vandaag en ik kwam de moeilijke stroken goed door. Als het even wat minder zwaar was kon ik vrij vlug mijn tweede adem terugvinden en opnieuw mijn tempo zoeken.
Dus degelijk gelopen, dat zeker!
Nog een woordje over de organisatie. Wat mij betreft, nagenoeg perfect. Eigenlijk met voorsprong het beste wat ik reeds heb meegemaakt. Gefeliciteerd voor deze organisatie. Aankomst en start op dezelfde locatie, voldoende parkeergelegenheid, vlotte inschrijving, mooie kleedruimtes en douches in de sporthal annex zwembad. Ook goede bevoorrading na de run. Een vlotte podiumceremonie en dito tombola. Jonas had trouwens geluk en mocht met een fles cava huiswaarts keren. Dat zal allicht zijn pijn wat doen verzachten. Want dergelijk parcours had hij niet verwacht. En ik eerlijk gezegd ook niet. Want het was zwaar. Echt zwaar, echt waar!
Ik had de ganse week naar deze wedstrijd toe geleefd. Dit wil voornamelijk zeggen dat ik weinig gelopen heb. Rusten voor een wedstrijd is de boodschap zeggen ze. Dat hebben we dan ook maar gedaan. En dit zal in principe ook wel de beste strategie wezen... op voorwaarde dat je daarvoor de nodige kilometers doet en de nodige intensiteit in de trainingen kunt leggen. Dat was helaas niet het geval en dat deed zich vandaag goed voelen. Het gevoel van, dit tempo hou ik tot het einde vol, was er niet. Van in den beginne niet. Natuurlijk zijn er verzachtende omstandigheden. Zoals bijvoorbeeld de toch wel onverwachte warmte met een temperatuur van om en bij de 26 graden (eind augustus kan dit tellen). En vanzelfsprekend was er ook het parcours. Maar dat laatste weten we. De Vlaamse Ardennen, echt vlak is het daar nergens. En dat doet zich toch wel gevoelen. Het valse plat, een paar hellingen, ja het deed allemaal pijn. Het was ook een algemene bedenking achteraf. Lastig parcours dus, verraderlijk ook. En daar kan ik mij zeker bij aansluiten. Ben je dan niet tevreden zal je misschien terecht opmerken. Jawel hoor. Zeker wel. Alle omstandigheden in acht genomen. En voorwaar, uitvluchten zoek ik zeker niet. Vroeg of laat botst eenieder op zijn limieten. Dat moet en kan ik best aanvaarden. Want ik was best vermoeid aan het einde. Maar dat gevoel heb ik steeds na een middellange tot lange wedstrijd. Wat mij dan wel weer verheugd is de toch weer vrij vlotte recuperatie. En duidt dit dan ook niet op een nog goede conditie. Ja toch. Ach ja, mijn tijd zoals ik die ter plaatse in het mooie Erwetegem heb kunnen noteren 1:37:34. Maar het wordt dus uitkijken met welke tijd ik in de uitslag zal worden opgenomen.
Gisteren heb ik niet gelopen. Ik heb mezelf een rustdag opgelegd. Neen, gemakkelijk is dat niet. Maar nood breekt wet. De planning vermelde een wedstrijd op zondag. In Brakel. Daar stond de 'raploperkesjogging' geprogrammeerd. Het is een jogging waar ik al verscheidene keren heb aan deelgenomen. Op die dag is het daar meestal goed (eigenlijk te goed) weer. Zo ook vandaag. Warm, zeg maar heet, was het. Frank De Boosere, een van onze nationale weermannen, had het voorspeld. En zijn voorspelling klopte volledig.
Ik arriveerde redelijk vroeg aan de sporthal. Daar dan ook nog een parkeerplaats gevonden. Dat is dan een van de voordelen van een vroege aankomst. De accomodatie daar is zonder meer voortreffelijk. Kleedkamers, douches, enzovoort, alles is er dichtbij. Wat wil een mens nog meer. Wat minder zon zeg je, een beetje wind, ja misschien zelfs een spatje regen. Maar van dat alles was er niks. Helaas!
Veel opwarmen hoefde dus eigenlijk niet. Voor een wedstrijd van 12 km is een opwarming zo al niet super belangrijk. Voor kortere afstanden, zoals de 5 en de 8 km, is dat wel belangrijker.
Omwille van de hitte besluit ik niet te vlug te starten. De vlugge starters mochten zich netjes voor mij aan de startlijn posteren. En natuurlijk waren er ook de heertjes en dametjes die denken dat de eindmeet slechts een paar honderd meter verder ligt. Die vertrekken dan als een pijl (nou, ongeveer toch) en liggen enkele honderden meters verder reeds in de lappenmand. Een beetje zielig toch. Neen, dat zeker niet met mij. Geef mij maar een trage(re) start en dan zien we verder wel hoe het loopt.
De eerste ronde ging al bij al degelijk. Je had helaas geen tussentijden omdat je na elke ronde net niet terug aan de finish kwam. Even ervoor sloeg je rechtsaf om de volgende ronde aan te vatten. Maar het gevoel was goed. Maar het was droog. Daarom toch maar wat water aangenomen. Iets wat ik maar zelden doe. De tweede ronde behield ik nagenoeg hetzelfde tempo. Een iemand kwam me voorbij. Die ging te vlug. Maar nadien, niemand meer. Dat geeft altijd een fijn gevoel. Ook bij het begin van de laatste ronde heb ik nog een slok water aangenomen. En ook die ronde ging nog goed. Dus de conditie mag er best zijn. Ik ben geëindigd in 51:17 en op het uitslagenblad dat daarna in de feesttent werd uitgehangen stond ik als 14e vermeld. Geen podium natuurlijk maar wel, en dat sinds heel lang, nog eens een prijsje met de tombola.
Conclusie: de raploperkesjogging blijft een mooie en goede organisatie, al was het maar omdat je daar ook steeds vader en zoon DE CROO aantreft. Maar dat kan voor sommigen natuurlijk ook een reden zijn om net niet te komen. ALEXANDER liep zelfs mee. Niet meer dan vijf kilometer. maar toch, chapeau.
Deze jogging doet mij het rustige Brakel steeds met een goed gevoel verlaten.
Voor deze jogging kon men kiezen tussen 4,5 , 9 of 13,5 km. Alleen de langste afstand telt mee voor een nieuw georganiseerd 'criterium Vlaamse Ardennen'. Dit is een criterium waarbij je telkens punten kan sprokkelen en waarbij, als ik het goed begrepen heb tenminste, de eerste drie uiteindelijk een prijs mogen verwachten. Een prijs voor de min 35 jarigen en eentje voor de plus 35 jarigen. En dit telkens zowel bij de dames als bij de heren. Voor oude rakkers is hier dus wel niks weggelegd. Dit neemt niet weg dat de organisatie van deze runs voortreffelijk is. Vorige week kon ik reeds deelnemen aan de Lierdeloop in Hemelveerdegem (dit was meteen de eerste run van het criterium) en nu ging de tweede run dus door in Huise (Zingem). Er waren drie ronden af te leggen van telkens 4,5 km. prachtig parcours daar midden in de Vlaamse Ardennen. Maar ook zwaar. Persoonlijk vond ik het wel iets minder zwaar dan in Huise. maar gemakkelijk was het nu ook zeker niet.. Mede door de afstand. In Hemelveerdegem 10,5 km. Nu dus 3 km meer. Ik stond voorin geposteerd bij de start maar toen het sein werd gegeven dat we konden vertrekken (met enige vertraging omdat er vertragingen en opstoppingen waren aan de toiletten) heb ik de ganse meute toch maar laten begaan en heb ik direct mijn eigen tempo gezocht. Eens ik dat heb gevonden kan ik, met de huidige conditie, toch enige tijd doorgaan. Dat lukte ook nu vrij goed. Ik kon een vrij egaal tempo aanhouden. Toch kwam er de laatste ronde nog een gozer opzetten die enige tijd in mijn zog bleef lopen, maar dan toch overnam (waarvoor dank) en mij in de slothectometers zelfs even deed afhaken. Ik kon die laatste moeilijke strook naar de aankomst toe op een bepaald moment moeilijk verwerken. Maar uiteindelijk toch geëindigd in een vrij behoorlijke tijd vind ik van 58:45.