over running (inlopen, duurlopen, intervallopen, tempolopen, hardlopen, berglopen en... uitlopen) en andere sporten en nieuwtjes
26-12-2009
Run 25 december
Gelopen
8 km; chrono 36'53; km.tijd 3'44; temperatuur +5°; gestart om 15.45 u; toestand wegen was terug min of meer normaal; geen sneeuw meer te bespeuren; nog niet op de Finse piste gelopen omdat die toch nog moeilijk beloopbaar was
Gelezen
100 meter
Donovan Bailey; geboortedatum 16 december 1967; geboorteplaats Manchester (Jamaica).
In 1991 begon Donovan Bailey met het lopen van de 100 m in competitieverband. Maar het duurde toch nog drie jaar vooraleer hij deze sport ernstig zou beoefenen.
Op de Wereldkampioenschappen atletiek 1995 in Helsinki won hij de 100 m race (tijd 9,97 sec).
Op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta werd hij Olympisch kampioen op de 100 m met een verbetering van het wereldrecord (tijd 9,84 sec).
Wegens een longontsteking kon hij niet deelnemen aan de Spelen van 2000. Na die tijd had hij veel te kampen met blessures en kwam hij nooit meer op zijn oude niveau.
16 km; chrono 1u14'38: km.tijd 3'29; gestart om 15.30 u; temperatuur +4°; meeste sneeuw verdwenen; vele plassen maakten het lopen evenwel nog moeilijk en zwaar
Gelezen
100 meter
Leroy Burrell; geboortedatum: 21 februari 1967; geboorteplaats Lansdowne.
Burrell groeide op in Pennsylvania. Hij had een aangeboren gezichtsstoornis, die versterkt werd door een oogkwetsuur. Als kind presteerde hij daardoor slecht in sport, behalve op de atletiekpiste. Dit talent ontwikkelde hij dan ook verder toen hij aan de universiteit van Houston studeerde.
Zijn carrière werd gekenmerkt door pech en blessures. Desniettegenstaande brak hij toch tweemaal het wereldrecord op de 100 m. Een eerste maal liep hij in juni 1991 een tijd van 9,90 sec. Kort daarna werd deze tijd al scherper gesteld door Carl lewis.
In 1994 brak Burrell echter opnieuw het wereldrecord, ditmaal met een tijd van 9,85 sec. Deze tijd zou blijven staan tot de Olympische Spelen van 1996 toen Donovan Bailey nog een honderdste van een seconde sneller liep (9,84 sec).
Nadien zou Burrell nooit meer onder de magische 10 secondengrens duiken.
Burrell stopte in 1998 als atleet en keerde terug naar de universiteit van Houston waar hij atletiekcoach werd.
13 km; chrono 59'19; km.tijd 3'46; temperatuur +3�; gestart om 16.15 u. Op sommige plaatsen toch nog glad door bevroren sneeuw!
Gelezen
100 meter
Carl Lewis; volledige naam Frederik Carlton Lewis; geboortedatum 1 juli 1961; geboorteplaats Birmingham - Alabama.
De carri�re van Lewis duurde van 1979 tot 1996 (weliswaar af en toe onderbroken).
Van jongs af aan speelde atletiek een belangrijke rol in het leven van Lewis. Toch was hij niet meteen een veelbelovend atleet. Terwijl zijn oudere broers en zus meer progressie maakten, zag hij zichzelf als het zwakste lid van het gezin.
Lewis begon op zijn dertiende met verspringen. Maar het was pas in 1981 (op twintigjarige leeftijd) dat hij zich ontpopte als een dominant sprinter en verspringer.
In 1981 was Lewis 's werelds snelste man op de 100 m. Zijn tot dan toe bescheiden beste prestatie uit 1979 (10,37 sec) verbeterde hij een jaar later tot 10,21 sec (een prestatie van wereldklasse).
Lewis' voornaamste doel tijdens wereldkampioenschappen was het winnen van gouden medailles, niet het vestigen van wereldrecords. In de atletiekwereld kent men immers het gezegde: 'je houdt de medailles, maar leent slechts de records'.
Lewis was begin 1984 ��n van 's werelds grootste sportpersoonlijkheden. Toch was hij in eigen land minder bekend, dit als gevolg van de relatief lage waardering van atletiek in de Verenigde Staten. Hoewel de VS jaarlijks het sterkste of ��n van de sterkste atletiekteams ter wereld voortbrengt, mogen de atletieksterren zich slechts tijdens de Olympische Spelen op echt grote aandacht verheugen.
De Spelen van 1984 in Los Angeles zouden van Lewis toch een begrip maken in de VS. Hij presteerde er immers wat hij zichzelf tot doel had gesteld. Hij evenaarde Jesse Owens' legendarische prestatie door 4 gouden medailles op ��n Olympische Spelen te winnen en hij had dit bovendien met relatief gemak gedaan.
Na de Olympische Spelen van Los Angeles handhaafde Lewis zijn dominante positie in de atletiekwereld, bij het verspringen in het bijzonder. Hij zou de komende zeven jaar geen wedstrijd meer verliezen. Op de 100 meter werd zijn suprematie stilaan wel betwist.
Zijn grootste uitdager werd de Canadees Ben Johnson.
In 1987 verloor Lewis tijdens de wereldkampioenschappen in Rome tegen Johnson. Johson liep 9,83 sec (een nieuw wereldrecord). Lewis werd ondanks een schitterende tijd van 9,93 sec pas tweede.
De 100 m finale van de Olympische Zomerspelen 1988 was ��n van de meest gehypte sportgebeurtenissen van het jaar; de dramatische uitslag geldt volgens velen als ��n van d� sportgebeurtenissen van de eeuw. In de kwartfinales van de 100 m werd Johnson bijna uitgeschakeld. Hij liep te vroeg uit en werd door twee man voorbij gesneld. Via zijn tijd kwalificeerde hij zich toch voor de halve finale. Johnson won uiteindelijk de finale in 9,79 (een nieuw wereldrecord); Lewis werd tweede in 9,92 sec. Maar drie dagen later testte Johnson positief op stero�dengebruik. Zijn gouden medaille werd hem afgenomen en Lewis werd tot winnaar uitgeroepen.
Hoewel hij zijn prestaties van 1984 qua aantal gewonnen medailles niet kon evenaren bereikte hij een mijlpaal in zijn carri�re door de 100 m te winnen: zijn 9,92 op de 100 m zou zijn eerste in de buitenlucht gevestigde wereldrecord zijn geweest. 'Zou' zeggen we, omdat ondanks Johnson's diskwalificatie voor stero�dengebruik in Seoel, zijn tijdens de wereldkampioenschappen van 1987 gelopen wereldrecord bleef staan. Het was pas als Johnson tijdens een verhoor in 1989 onder ede toegaf dat hij al veel langer stero�den gebruikte, dat hij zijn in 1987 gelopen wereldrecord verloor. Lewis kreeg de titel dan toegekend op basis van zijn in 1988 gelopen tijd.
Lewis was echter niet lang recordhouder. Zijn landgenoot Leroy Burrell liep immers op 14 juni 1991 de 100 m in 9,90 sec. Hiermee verbrak hij het record van Lewis gelopen in Seoel.
De wereldkampioenschappen atletiek van 1991 werden gehouden in Tokio. In de 100 m finale liep Lewis tegen mannen die de afgelopen twee jaar nummer ��n op de wereldranglijst hadden gestaan: zijn landgenoot Leroy Burrell en de Jamaicaan Ray Stewart. In wat de snelste 100 m race aller tijden zou blijken te zijn, met niet minder dan 6 atleten onder de 10 sec, versloeg Lewis niet alleen de tegenstand, maar vestigde hij ook een nieuw wereldrecord met 9,86 sec. Hoewel hij eerder wereldrecordhouder op deze afstand was, was dit de eerste keer dat hij kon proeven van deze prestatie op het moment dat het feitelijk gebeurde.
Na zijn hoogtepunt in 1991 verloor Lewis zijn dominante positie en dit zowel op de 100 m als in het verspringen. Lewis trok zich uiteindelijk terug uit de atletiek in 1997.
In 1999 werd Lewis door het IOC verkozen tot 'Sportman van de Eeuw' en door het IAAF gekozen als 'Atleet van de Eeuw'. Het Amerikaanse blad Sports Illustrated riep Lewis uit tot 'Olympi�r van de Eeuw'.
13 km; chrono 1u3'29; km.tijd 4'47; gestart om 16 u; temperatuur +2�.
Gelezen
100 meter
Calvin Smith; geboortedatum 8 januari 1961; geboorteplaats Bolton (Mississippi).
Amerikaans atleet die van 1983 tot 1988 het wereldrecord op de 100 m bezat. Hij was ook tweevoudig wereldkampioen op de 200 m. Zonder twijfel ��n van de beste sprinters van de jaren tachtig. Toch is hij een stil en bescheiden persoon die in de schaduw van Carl Lewis liep. Hij nam tweemaal deel aan de Olympische Spelen en won hierbij ��n gouden medaille en ��n bronzen medaille.
8 km. in 38': km.tijd 4'42; gestart om 16.30; temperatuur +3�; de sneeuw is langzaam aan het smelten; toch lag het op bepaalde plaatsen (vooral in de dreef) nog glibberig.
Gelezen
100 meter
Jim Hines; volledige naam: James Ray Hines; geboortedatum 10 september 1946; geboorteplaats Dumas; Amerikaans spurter.
Hines werd in 1968 tweevoudig olympisch kampioen en had bijna 15 jaar het wereldrecord op de 100 m in zijn bezit.
In zijn jeugd speelde Hines honkbal. Tot een atletiektrainer hem ontdekte en van hem een sprinter van wereldklasse maakte. Op de Amerikaanse kampioenschappen in Sacramento finishte hij in een hand geklokte 9 sec 9/10e (elektronisch staat dit gelijk met 10 sec 3/10e) en doorbrak hiermee als eerste atleet de 10 seconden grens.
De voorbereiding voor de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-stad werd verstoord door de rassenrellen in de Verenigde Staten. Men overwoog om de zwarte atleten van de Amerikaanse ploeg uit te sluiten voor de Spelen. Maar uiteindelijk kwam het niet zo ver en Hines kwalificeerde zich voor de olympische finale. Op 14 oktober 1968 finishte hij voor de Jamaicaan Lennox Miller en zijn landgenoot Charles Greene in een elektronisch gestopte 9 sec 95 honderdsten. Hierna ontstond er onduidelijkheid of deze tijd als wereldrecord te boek mocht staan. De IAAF besliste dat deze 9,95 sec sneller was dan een hand geklokte 9,9 sec en erkende hiermee het wereldrecord.
Na de Olympische Spelen tekende hij bij het rugbyteam Miami Dolphins maar werd daar niet opgesteld. Maar zijn wereldrecord op de 100 m hield een ongebruikelijk lange tijd stand (15 jaar!). Pas op 3 juli 1983 verbeterde de Amerikaan Calvin Smith deze tijd naar 9,93 sec.
12 km (3 x 4 km); ronde 1 in 18'39; ronde 2 in 19'18; ronde 3 in 19'35; totaal tijd 57' 32; km.tijd 4'47; temperatuur -1°; gestart om 16.30 u. Er lag nog altijd sneeuw en sommige stukken waren nog steeds moeilijk beloopbaar.
Gelezen
100 meter
Armin Hary; geboortedatum 22 maart 1937; geboorteplaats Quierschied.
Armin Hary is een Duitse sprinter, gespecialiseerd op de 100 en 200 m, die tweemaal olympisch kampioen werd, tweemaal Europees kampioen, tweemaal Duits kampioen en die in 1960 het wereldrecord op de 100 m op 10 sec rond bracht.
In zijn jeugd doet Hary aan voetbal, maar op zestienjarige leeftijd stapt hij over op atletiek. Zijn ouders steunen hem in eerste instantie niet. Maar in 1957 traint hij onder Bert Sumser en wordt hij datzelfde jaar nationaal vice-kampioen achter Manfred Germar. het jaar daarop werd hij opnieuw tweede achter diezelfde Manfred Germar.
Zijn eerste internationale titel behaalt Armin Hary op het Europees kampioenschap in 1958 in Stockholm. Individueel wint hij op de 100 m een gouden medaille.
Op 6 september 1958 loopt Hary in Friedrichshafen voor de eerste maal de 100 m in precies 10 seconden. Dit record wordt echter niet erkend omdat het hoogteverschil van de baan 11 cm blijkt te zijn in plaats van de toegestane 10 cm. Tijdens een atletiekmeeting op 21 juni 1960 in Zurich lukt het hem uiteindelijk wel om officieel te finishen in precies 10 seconden, al wordt pas zijn tweede poging als zodanig erkend. Zijn eerste race wordt door de starter namelijk geannuleerd, nadat hij bekent dat hij de atleten had moeten terugschieten wegens een valse start van één van de deelnemers. De race wordt opnieuw gelopen en Hary slaagt erin om de klok opnieuw te laten stilzetten op 10 seconden.
In de loop der jaren wordt deze tijd na hem nog een aantal keer geëvenaard maar het is pas in 1968 dat Jim Hines beter doet.
Hary's overwinning op de 100 m in Rome maakt alom grote indruk. Niet alleen omdat voor het eerst sinds 1932 de Amerikaanse suprematie op dit nummer door een Europeaan wordt doorbroken, maar vooral ook door de manier waarop. IN een verslag tekent men het volgende op: 'ik zal nooit vergeten hoe ongelooflijk kalm deze blonde jongen was, met zijn 23 jaar, zijn stevige bouw en zijn fabuleus reactievermogen, de opmerkelijkste sprinter ooit. Voor de wedstrijd van zijn leven arriveerde hij gekleed als toerist met strohoed en geruit overhemd, met zijn startblok onder de arm als of het om een strandstoel ging. Terwijl de andere lopers in de minuten voor de start leken te vertragen, begaf Hary zich, na minutenlang zeer zorgvuldig de veters van zijn spikes te hebben dichtgeknoopt, in looppas naar de start. Niets, zelfs niet de valse starts, zelfs niet de tweede, die hem werd toegerekend, niets kon zijn kalmte verstoren en zijn race was vervolgens fraai en zuiver als kristal'.
Nadat hij wordt geschorst voor een jaar wegens verkeerde onkostendeclaraties en een auto-ongeluk krijgt waarbij hij een knieblessure opliep, beëindigt Armin Hary, gefrustreerd door het gedrag van de functionarissen in 1961, zijn carrière, en gaat hij werken in de onroerend goed branche. 'Schnell wie Hary' is heden ten dage nog steeds een Duitse uitdrukking.
12 km (3 x 4 km); ronde 1 in 17'30 km.tijd 4'19; ronde 2 in 18'18 km.tijd 4'35; ronde 3 in 18'13 km.tijd 4'32; gestart om 16 u; temperatuur -1�; deels gesmolten sneeuw op de weg; veel gladde stroken; dus moeilijk lopen; op sommige plaatsen ligt er nu toch zo'n 10 tot 15 cm sneeuw.
Deze training kwam in de plaats van de kerstloop in Stekene die oorspronkelijk gepland was. Door de vele sneeuwbuien vond ik het beter om toch gewoon maar een training af te werken. De wedstrijd in Stekene ging ook over 12 km. Maar het zal dus voor volgend jaar zijn (hopelijk).
Gewogen: 63,7 kg
Totaal week 51: 70 km.
Totaal week 49/51 = 176
Gelezen
100 meter
Jesse Owens; volledige naam James Cleveland Owens; geboren op 12 september 1913 in Oakville, Alabama; overleden op 31 maart 1980 in Tucson, Arizona.
Owens was de zoon van Henry en Emma Owens en was de zevende van in totaal elf kinderen. Zijn vader, de zoon van een slaaf, werkte op een katoenplantage. Op 7-jarige leeftijd moest ook Jesse gaan werken. Zijn bijnaam kreeg Jesse van een leraar op de lagere school, die hem verkeerd verstond toen hij zijn naam J.C. Owens opgaf.
Jesse werd ontdekt door zijn turnleraar Charles Riley. Riley bood de jonge Owens aan om hem te trainen, maar dat bleek eerst onmogelijk, omdat Jesse moest bijklussen bij een kruidenier voor zijn ouders. Riley bood dan aan om 's ochtends te trainen en Jesse ging akkoord.
De jongeman bleek een wonderkind te zijn en talloze universiteiten probeerden hem in te lijven. Uiteindelijk koos hij voor de Staatsuniversiteit van Ohio. Toch kreeg hij hier te maken met racisme. Hij werd gedwongen in 'zwarte' gelegenheden te eten en te slapen. Hij kreeg ook geen studiebeurs. Dus bleef hij maar bijklussen bij de kruidenier.
Volgens (Amerikaanse) atletiekkenners leverde Owens zijn meest indrukwekkende prestatie in 1935. Tijdens een wedstrijd in Ann Arbor verbeterde hij binnen een periode van 45 minuten op vier atletieknummers in totaal zes wereldrecords.
In 1936 verbeterde hij het wereldrecord op de 100 m (10 sec 2/10e). Het zou 20 jaar duren vooraleer dit record werd gebroken.
Owens mocht naar de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. Adolf Hitler greep deze spelen aan als propagandamiddel voor zijn nationaalsocialistische politiek. De nadruk werd gelegd op prestaties van de zogenaamde arische sporters, die als �bermenschen werden gezien. In deze context moet dan ook het 'sprookje' worden gezien, dat Hitler geweigerd zou hebben Owens de hand te schudden na diens overwinning op de 100 m sprint. In werkelijkheid schudde Hitler op de eerste dag van de Spelen slechts de hand van de Duitse winnaars. Toen hem vanuit de organisatie van de Spelen het verzoek bereikte om ofwel alle winnaars de hand te schudden ofwel geen enkele, koos Hitler voor de laatste mogelijkheid. Owens zelf merkte hieromtrent op: 'ik werd niet uitgenodigd om Hitler de hand te schudden, maar ik werd ook niet uitgenodigd op het Witte Huis om de President de hand te schudden'.
Jesse Owens won in Berlijn goud op de 100 m, de 200 m, het verspringen en met de 4x100 m estafetteploeg. Aanvankelijk had hij geen negatieve indruk van het regime in Duitsland. Hij mocht er immers gaan en staan waar hij wilde, terwijl hij, eens terug in de Verenigde Staten, terug achterin de bus moest zitten.
Na Berlijn verandert het leven van Jesse Owens drastisch. De Amerikaanse Atletiekfederatie eist namelijk van hem dat hij deelneemt aan meetings in Duitsland, Engeland en Zweden. Hierdoor vermagert hij zienderogen en loopt hij psychisch en emotioneel op zijn tandvlees. Toch blijven ze hem verplichten te lopen omdat Owens bijzonder veel geld waard is. Zelf ziet hij daar weinig van. Hij loopt immers volgens de Olympische eed. Als Owens tenslotte toch weigert mee te gaan naar Stockholm schorst de Amerikaanse atletiekfederatie hem. Er zit Owens niets anders op dan zijn talent te gelde te maken. Zo wordt hij een bezienswaardigheid tijdens evenementen en in de pauze van baseballwedstrijden. Hij sprint voor grof geld tegen paarden, honden, treinen, ijsschaatsers en baseballspelers.
Naast deze nogal uitzonderlijke, vernederende vorm van geld verdienen, zoekt hij ook naar een wat meer reguliere manier. E�n van zijn eerste banen is instructeur van een gokpaleis, waar hij 130 dollar per maand verdient. Daarna stapt hij in het zakenleven. Te goeder trouw leent Owens zijn naam en financi�le verantwoordelijkheid aan een keten van filialen van een kledingreinigingsbedrijf. Als dat failliet gaat, zit Owens met een forse schuld van 114.000 dollar opgescheept.
Na de oorlog gaat het in financieel opzicht beter met hem. Hij start in 1950 een public relationsbureau en trekt vele sponsors aan. Voor deze sponsors ontwikkelt hij zich tot een soort van entertainer. Later evolueert hij tot een kosmopoliet, die overal de Amerikaanse waarden van vrijheid en democratie uitdraagt. Bij de vijftiende verjaardag van de Spelen van Berlijn, op 15 augustus 1951, wordt hij in het Olympisch Stadion door 75.000 Duitsers als een held ontvangen. Burgemeester Schreiber spreekt bij die gelegenheid de historische woorden: 'In 1936 weigerde Hitler je de hand te schudden. Vandaag zal ik dat rechtzetten door ze allebei vast te nemen en in de lucht te houden'.
In 1976 wordt hij door President Ford onderscheiden met de Medal of Freedom, ��n van de hoogste Amerikaanse onderscheidingen. Vier jaar later overlijdt hij, op 66-jarige leeftijd, aan de gevolgen van kanker.
12 km; chrono 1u20''; km.tijd 4'51; gestart om 16 u; nog altijd sneeuw; temperatuur -7�.
Gelezen
100 meter
Percy Williams; volledige naam Percy Alfred Williams; geboortedatum 19 mei 1908; geboorteplaats Vancouver; overleden op 29 november 1982.In 1928 kwalificeerde Williams zich vanuit het niets voor de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Op de Spelen nam hij deel aan de 100 m, de 200 m en de 4 X 100 m estafette. Op beide individuele onderdelen won hij een gouden medaille. Op de 100 m finishte hij in 10 sec 8/10e voor de Brit Jack London (zilver) en de Duitser Georg Lammers (brons).
Williams had veel te danken aan zijn coach Bob Granger. Die had hem in de zomer van 1926 ontdekt en nauwgezet begeleid. De geestdrift bij Granger was ook altijd groter dan bij Williams. Tekenend in dit verband was wat de jonge Canadees zei direct nadat hij de finale van de 100 m winnend had afgesloten: 'Wat zal Granger nu blij zijn'.
Deze coach hield er ook heel merkwaardige idee�n op na. Zo hechtte hij zeer aan het sparen van energie vlak voor belangrijke races. Zelfs van een warming up wilde hij niets weten. Toen de finalisten voor de 200 m bezig waren met inlopen, lag Williams in de kleedkamer onder een vracht dekens. Dit was Granger's manier om zijn atleet op temperatuur te brengen.
De ceremonie van de 100 m moest trouwens een dag worden uitgesteld omdat er geen Canadese vlag aanwezig was. Sinds de Olympische Spelen van 1896 waren de Amerikaanse sprinters immers vrijwel niet te kloppen geweest en dus hadden de organisatoren niet gerekend op een Canadese overwinning.
Twee jaar later liet Percy Williams zien dat zijn olympische medailles geen toevalstreffers waren en won hij in 9 sec 9/10e een gouden medaille op de 100 yard op de Gemenebest spelen van 1930 in de Canadese stad Hamilton. In datzelfde jaar kwam hij op de Canadese kampioenschappen in Toronto tot 10 sec 3/10e, een verbetering van het negen jaar oude wereldrecord van Charles Paddock met 1/10e sec.
Na zijn sportcarri�re werd Williams verzekeringsmakelaar. Williams leefde samen met zijn moeder tot zij in 1977 overleed. Hierna was hij alleen en leed aan artritis. In 1982 pleegde hij zelfmoord.
8 km; chrono 42'54; km.tijd 5'07; gestart om 19 u; sneeuw nog altijd aanwezig en nog altijd glad; temperatuur -2�.
Gelezen
100 meter
Charlie Paddock
Volledige naam: Charles William Paddock; geboren op 8 november 1900 in Gainsville, Texas; overleden op 21 juli 1943.
Nadat hij in het leger had gediend tijdens WO 1 studeerde Paddock aan de University of Southern California. Daar werd hij lid van het atletiekteam, en hij bleek al snel een uitstekende sprinter te zijn.
Paddock vertegenwoordigde zijn land tijdens de Olympische Zomerspelen van 1920 in Antwerpen.
Paddock werd beroemd door zijn aparte stijl van finishen: aan het einde van de race sprong hij richting de eindstreep. Atleten en trainers bediscussieerden de pro's en de contra's van deze techniek. Naarmate Paddock sneller liep, groeide het aantal voorstanders.
Naarmate Charles Paddock ouder en zwaarder werd, werd zijn geheime wapen minder effici�nt. Tijdens de Spelen van 1924 haalde hij zowel op de 100 als op de 200 m nog de finale. Op de 100 m eindigde hij slechts vijfde; op de 200 m behaalde hij nog een zilveren medaille.
Hij nam nog deel aan de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam maar haalde er de finale niet meer.
Nadien stortte Paddock zich als journalist in de persbusiness en controleerde in de functie van vice-voorzitter en algemeen directeur vlug vier grote Californische bladen.
8 km; chrono 43'56; km.tijd 5'22; temperatuur -1°; gestart om 19.30 u (er lag een drietal cm sneeuw en op sommige plaatsen lag het redelijk glad).
Gelezen
voor het weekend van 18, 19 en 20 december heeft het Provinciaal Comité beslist over te gaan tot een algemene afgelasting van eerste elftallen, reserven en jeugd.
100 meter
Don Lippincott
Volledige naam: Donald Fithian Lippincott; geboren op 16 november 1893 in Philadelphia; overleden op 9 januari 1962.
Hij won twee medailles op de Olympische Spelen. Hij was tevens van 1912 tot 1921 de eerste wereldrecordhouder op de 100 m. Deze prestatie verwezenlijkte hij door op 6 juli 1912 in Stockholm 10 sec 6/10e te lopen. Indien deze lijst twee maanden eerder zou zijn ingevoerd, zou deze eer toegekomen zijn aan de Duitser Richard Rau, omdat die reeds eerder dat jaar tweemaal 10 sec 6/10e had gelopen en eerder zelfs 10 sec 5/10e.
Op de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm nam Don Lippingcott deel aan de 100 m en aan de 200 m. Op de 100 m won hij, na eerder in de series zijn wereldrecord van 10 sec 6/10e te hebben gelopen, een bronzen medaille. Met een tijd van 10 sec 9/10e eindigde hij achter zijn landgenoten Ralph Craig (goud 10 sec 8/10e) en Alvah Meyer (zilver 10 sec 9/10e). Op de 200 m verging het hem beter en veroverde hij een zilveren medaille in 21 sec 8/10e. Zijn landgenoot Ralph Craig werd opnieuw kampioen in 21 sec 7/10e terwijl het brons naar de Brit Willie Applegarth ging in 22 sec rond.
In de Eerste Wereldoorlog zat Lippingcott bij de marine. Later werkte hij voor verschillende firma's als veiligheidsconsulent.
13 km; chrono 1u3'57; km.tijd 4'49; temperatuur 1°; gestart om 15.30 u.
Gelezen
100 meter (vervolg)
Over korte afstanden (100 tot 400 meter) hechtte men ook steeds meer belang aan de manier van starten. Dat was immers van groot belang in een specialiteit waarin het op onderdelen van sekonden aankomt.
Waaruit bestaat de 'diep-start'? Eerst komt de concentratie: het lichaam in rust moet op zijn qui-vive gebracht worden voor de bliksem-inspanning die gaat volgen. Dan komt het er op aan onmiddellijk van de rusttoestand tot de topsnelheid te komen. Wanneer we naar het vertrek van een sprint kijken, komt het ons voor dat de deelnemers als pijlen uit bogen afgeschoten worden. Ja, hier geldt wel écht het bekende beeld: als een pijl uit een boog! Voet, onder- en bovenbeen en romp worden in de ideale positie gebracht. De loper buigt zich voorover, met de vingertoppen de baan rakend; de armen steunen het gebogen lichaam. Het hoofd staat in verlenging van de wervelkolom, de blik is gericht op het loopvlak. De onderste ledematen zoeken de gunstigst mogelijke hoek om bij het vertrek de 'explosie' in de hand te werken. De voetzolen drukken tegen de startblokken, opdat de voeten bij de eerste druk weerstand zouden ondervinden. In de beschreven positie moet de spurter een gevoel van kracht in de benen ondervinden.
Daar klinkt het startschot, en onmiddellijk volgen twee bewegingen: 1° afstoten met het achterste been en 2° oprichten van het lichaam om met het andere been te kunnen starten.
Toch is dat oprichten van het lichaam slechts gedeeltelijk geschied, en gebeurt het verder geleidelijk, zodat het pas na ongeveer 25 m in normale loophouding opgericht is.
De armen deden inmiddels mee hun werk. De linkerarm werd krachtig naar boven en naar voor, de andere naar boven en naar achter gebracht. Van belang is dat de armen een hoek vormen en functioneren volgens het principe der hefbomen, waarbij een korte hefboom sneller kan werken dan een lange.
De atleet stelde alles in het werk om de topsnelheid te bereiken, wat slechts mogelijk is indien hij zuiver, niet krampachtig loopt. Alleen wie ondanks de hoogste inspanning 'los' kan spurten, bereikt de grens van zijn vermogen.
Wijden we nu even onze aandacht aan het eigenlijke lopen. Typisch bij de moderne stijl is het licht naar voor hellen van het lichaam en de 'afgeronde' tred. De gewrichtsbewegingen van voet, knie en heup zijn er op afgestemd dat het zwaartepunt van het lichaam op zijn ideale plaats, het bekken, blijft.
Door het lichte voorover nijgen van het lichaam is de algemene strekking niet meer naar omhoog, maar voorwaarts. Zo wordt het 'springende' lopen vermeden, en blijft het hoofd beter in de verlengenis van het lichaam. Alles gebeurt steeds op de meest economische wijze, iedere verspilling wordt geschuwd. De armen zijn steeds hoekvormig, maar ontspannen. Het lichaam is rustiger dan vroeger, men 'wringt' niet meer om rapper vooruit te komen, alles verloopt soepel, vloeiend, zonder bruuske bewegingen. Iedere overdrijving is uit den boze, al zullen sommige atleten zekere overtollige gebaren niet kunnen vermijden: de eigen, persoonlijke stijl wordt niet verloochend bij het naleven der regels van de techniek. Over 't algemeen vermijdt men te wijde schreden, die een verplaatsing van het lichaamszwaartepunt tot gevolg hebben, wat een bijkomstige spierarbeid zou meebrengen. In de ultieme krachtinspanning werpt de atleet zich dan met de borst naar het lint.
9 km; chrono 45'36; km.tijd 4'57; temperatuur 1°; gestart om 17 u.
Gelezen
100 meter
In 1912 liep de Amerikaan Donald Lippincott de 100 m vlak in 10 sec 6/10e. Het was een ophefmakende prestatie en iedereen vroeg zich af waar de grens van de atletische prestaties lag.
Maar in 1921, negen jaar later dus, was er een grote sensatie in de sportwereld. De Amerikaan Charles Paddock stelde het record weer scherper 10 sec 4/10e.
Weer negen jaar later (1930) maakte de Canadees Percy Williams er 10 sec 3/10e van.
Zo bleef het tot in 1936. Toen liep de kleurling Jesse Owens op de Olympische Spelen in Berlijn de 100 m in 10 sec 2/10e. Owens was zo'n uitzonderlijk figuur dat niemand er aan twijfelde dat nu het hoogste was bereikt.
Maar 20 jaar later (1956) en weer in Berlijn, op de miltaire kampioenschappen noteert men 10 sec 1/10e voor Willie Williams, een 24 jarige kleurling uit Dakota. Williams was iemand die in de VS niet eens bij de topfiguren hoorde en wiens kandidatuur niet weerhouden werd voor de Olympische Spelen van Melbourne.
Lange tijd gold de loopstijl van Nurmi als model voor alle oefenmeesters die uit hun lopers het hoogste rendement wilden halen. Zij waren tot de vaststelling gekomen dat niet alleen de sobere leefwijze, de keiharde wil en de natuurlijke aanleg van belang waren, maar ook dat de manier waarop gelopen werd van grote betekenis was om steeds betere tijden te verwezenlijken.
Zo begon meteen een evolutie die niet meer tot stilstand kwam: steeds grondiger bestudeerde men de mogelijkheden van het meest efficiënte gebruik van alle spieren. 'Afzetten met de hiel en de dij van het andere been ver naar voor brengen; meewerken van armen en schouders om het lichaam een krachtige impuls te geven' zo luidden de eerste instructies, nu ruim 20 jaar geleden (1936).
Maar geleidelijk week men van deze simplistische slogan af. Men ondervond dat het beter was de dij niet te ver naar voren te brengen. Men stelde vast dat het bovenlichaam niet te veel mocht bewegen. Zo kwam men er stilaan toe een moderne loopstijl te scheppen die later misschien opnieuw ouderwets zal lijken, wanneer nog doeltreffender bewegingen zullen aangewend worden.
7 km (na een bezoek aan Leuven in kerstsfeer); chrono 32'12; km.tijd 4'35; temperatuur 9°; gestart om 19.30 u; en opnieuw droog!
Gelezen
dat de 22e Leuvense kerstmarkt doorgaat van 11 tot 12 december. Ik was dus wat te vroeg! Men was volop bezig met het opstellen van de kraampjes op het Mgr. Ladeuzeplein en het H. Hooverplein. Er zullen weer meer dan 140 kraampjes staan met kerstartikelen, decoratieartikelen, geschenken, bloemdecoraties en traditionele kerstlekkernijen. Ook zou er heel wat animatie zijn en optredens van artiesten en koren.
Onder de universtiteitsbibliotheek huist de kerstman in zijn sparrenbos.
De kerstmarkt begint dus op vrijdag 11 december en eindigt op zondag 20 december. Behalve op maandag en dinsdag begint de kerstmarkt steeds om 11 uur. 's Avonds gaan de tenten dicht tussen 22 en 23 uur. De laatste dag zelfs om 20 uur.
Tijdens de wintermaanden is het historische centrum extra mooi verlicht en voor het stadhuis staat er een levensgrote kerststal met levende dieren. Elke dag open van 12 tot 21 uur en dit van 11 december tot en met 6 januari.
Er zijn ook enkele koopzondagen: op 13, 20 en 27 december.
En tenslotte is ook de toren van de bibliotheek gratis te bezoeken tijdens de kerstmarkt. Het aantal plaatsen is wel beperkt tot 25 personen per avond. Reserveren kan op beiaard@kuleuven.be. Er wordt afgesproken op dinsdag en donderdag telkens om 18.30 u aan de onthaalbalie van de universiteitsbibliotheek.