over running (inlopen, duurlopen, intervallopen, tempolopen, hardlopen, berglopen en... uitlopen) en andere sporten en nieuwtjes
15-12-2009
Run 14 december
Gelopen
13 km; chrono 1u3'57; km.tijd 4'49; temperatuur 1°; gestart om 15.30 u.
Gelezen
100 meter (vervolg)
Over korte afstanden (100 tot 400 meter) hechtte men ook steeds meer belang aan de manier van starten. Dat was immers van groot belang in een specialiteit waarin het op onderdelen van sekonden aankomt.
Waaruit bestaat de 'diep-start'? Eerst komt de concentratie: het lichaam in rust moet op zijn qui-vive gebracht worden voor de bliksem-inspanning die gaat volgen. Dan komt het er op aan onmiddellijk van de rusttoestand tot de topsnelheid te komen. Wanneer we naar het vertrek van een sprint kijken, komt het ons voor dat de deelnemers als pijlen uit bogen afgeschoten worden. Ja, hier geldt wel écht het bekende beeld: als een pijl uit een boog! Voet, onder- en bovenbeen en romp worden in de ideale positie gebracht. De loper buigt zich voorover, met de vingertoppen de baan rakend; de armen steunen het gebogen lichaam. Het hoofd staat in verlenging van de wervelkolom, de blik is gericht op het loopvlak. De onderste ledematen zoeken de gunstigst mogelijke hoek om bij het vertrek de 'explosie' in de hand te werken. De voetzolen drukken tegen de startblokken, opdat de voeten bij de eerste druk weerstand zouden ondervinden. In de beschreven positie moet de spurter een gevoel van kracht in de benen ondervinden.
Daar klinkt het startschot, en onmiddellijk volgen twee bewegingen: 1° afstoten met het achterste been en 2° oprichten van het lichaam om met het andere been te kunnen starten.
Toch is dat oprichten van het lichaam slechts gedeeltelijk geschied, en gebeurt het verder geleidelijk, zodat het pas na ongeveer 25 m in normale loophouding opgericht is.
De armen deden inmiddels mee hun werk. De linkerarm werd krachtig naar boven en naar voor, de andere naar boven en naar achter gebracht. Van belang is dat de armen een hoek vormen en functioneren volgens het principe der hefbomen, waarbij een korte hefboom sneller kan werken dan een lange.
De atleet stelde alles in het werk om de topsnelheid te bereiken, wat slechts mogelijk is indien hij zuiver, niet krampachtig loopt. Alleen wie ondanks de hoogste inspanning 'los' kan spurten, bereikt de grens van zijn vermogen.
Wijden we nu even onze aandacht aan het eigenlijke lopen. Typisch bij de moderne stijl is het licht naar voor hellen van het lichaam en de 'afgeronde' tred. De gewrichtsbewegingen van voet, knie en heup zijn er op afgestemd dat het zwaartepunt van het lichaam op zijn ideale plaats, het bekken, blijft.
Door het lichte voorover nijgen van het lichaam is de algemene strekking niet meer naar omhoog, maar voorwaarts. Zo wordt het 'springende' lopen vermeden, en blijft het hoofd beter in de verlengenis van het lichaam. Alles gebeurt steeds op de meest economische wijze, iedere verspilling wordt geschuwd. De armen zijn steeds hoekvormig, maar ontspannen. Het lichaam is rustiger dan vroeger, men 'wringt' niet meer om rapper vooruit te komen, alles verloopt soepel, vloeiend, zonder bruuske bewegingen. Iedere overdrijving is uit den boze, al zullen sommige atleten zekere overtollige gebaren niet kunnen vermijden: de eigen, persoonlijke stijl wordt niet verloochend bij het naleven der regels van de techniek. Over 't algemeen vermijdt men te wijde schreden, die een verplaatsing van het lichaamszwaartepunt tot gevolg hebben, wat een bijkomstige spierarbeid zou meebrengen. In de ultieme krachtinspanning werpt de atleet zich dan met de borst naar het lint.
9 km; chrono 45'36; km.tijd 4'57; temperatuur 1°; gestart om 17 u.
Gelezen
100 meter
In 1912 liep de Amerikaan Donald Lippincott de 100 m vlak in 10 sec 6/10e. Het was een ophefmakende prestatie en iedereen vroeg zich af waar de grens van de atletische prestaties lag.
Maar in 1921, negen jaar later dus, was er een grote sensatie in de sportwereld. De Amerikaan Charles Paddock stelde het record weer scherper 10 sec 4/10e.
Weer negen jaar later (1930) maakte de Canadees Percy Williams er 10 sec 3/10e van.
Zo bleef het tot in 1936. Toen liep de kleurling Jesse Owens op de Olympische Spelen in Berlijn de 100 m in 10 sec 2/10e. Owens was zo'n uitzonderlijk figuur dat niemand er aan twijfelde dat nu het hoogste was bereikt.
Maar 20 jaar later (1956) en weer in Berlijn, op de miltaire kampioenschappen noteert men 10 sec 1/10e voor Willie Williams, een 24 jarige kleurling uit Dakota. Williams was iemand die in de VS niet eens bij de topfiguren hoorde en wiens kandidatuur niet weerhouden werd voor de Olympische Spelen van Melbourne.
Lange tijd gold de loopstijl van Nurmi als model voor alle oefenmeesters die uit hun lopers het hoogste rendement wilden halen. Zij waren tot de vaststelling gekomen dat niet alleen de sobere leefwijze, de keiharde wil en de natuurlijke aanleg van belang waren, maar ook dat de manier waarop gelopen werd van grote betekenis was om steeds betere tijden te verwezenlijken.
Zo begon meteen een evolutie die niet meer tot stilstand kwam: steeds grondiger bestudeerde men de mogelijkheden van het meest efficiënte gebruik van alle spieren. 'Afzetten met de hiel en de dij van het andere been ver naar voor brengen; meewerken van armen en schouders om het lichaam een krachtige impuls te geven' zo luidden de eerste instructies, nu ruim 20 jaar geleden (1936).
Maar geleidelijk week men van deze simplistische slogan af. Men ondervond dat het beter was de dij niet te ver naar voren te brengen. Men stelde vast dat het bovenlichaam niet te veel mocht bewegen. Zo kwam men er stilaan toe een moderne loopstijl te scheppen die later misschien opnieuw ouderwets zal lijken, wanneer nog doeltreffender bewegingen zullen aangewend worden.
7 km (na een bezoek aan Leuven in kerstsfeer); chrono 32'12; km.tijd 4'35; temperatuur 9°; gestart om 19.30 u; en opnieuw droog!
Gelezen
dat de 22e Leuvense kerstmarkt doorgaat van 11 tot 12 december. Ik was dus wat te vroeg! Men was volop bezig met het opstellen van de kraampjes op het Mgr. Ladeuzeplein en het H. Hooverplein. Er zullen weer meer dan 140 kraampjes staan met kerstartikelen, decoratieartikelen, geschenken, bloemdecoraties en traditionele kerstlekkernijen. Ook zou er heel wat animatie zijn en optredens van artiesten en koren.
Onder de universtiteitsbibliotheek huist de kerstman in zijn sparrenbos.
De kerstmarkt begint dus op vrijdag 11 december en eindigt op zondag 20 december. Behalve op maandag en dinsdag begint de kerstmarkt steeds om 11 uur. 's Avonds gaan de tenten dicht tussen 22 en 23 uur. De laatste dag zelfs om 20 uur.
Tijdens de wintermaanden is het historische centrum extra mooi verlicht en voor het stadhuis staat er een levensgrote kerststal met levende dieren. Elke dag open van 12 tot 21 uur en dit van 11 december tot en met 6 januari.
Er zijn ook enkele koopzondagen: op 13, 20 en 27 december.
En tenslotte is ook de toren van de bibliotheek gratis te bezoeken tijdens de kerstmarkt. Het aantal plaatsen is wel beperkt tot 25 personen per avond. Reserveren kan op beiaard@kuleuven.be. Er wordt afgesproken op dinsdag en donderdag telkens om 18.30 u aan de onthaalbalie van de universiteitsbibliotheek.
Sparta Waasmunster - Heikant Zele 3e provinciale E Oost-Vlaanderen.
De bezoekers beginnen prima 0-1 na 2'. Na die openingsgoal neemt de thuisploeg het initiatief zonder echt heel gevaarlijk te zijn. Toch kunnen ze rond het half uur gelijkstellen 1-1. Net voor het einde van de eerste helft kan Heikant Zele terug scoren na één van de zeldzame tegenaanvallen 1-2.
De tweede helft gans ander spelbeeld. Heikant is nu duidelijk de betere ploeg. Ze kunnen een paar kansen creëren en in de 60' hun voorsprong vergroten 1-3.
Waasmunster kan niet meer reageren. Het is daarentegen Heikant dat nog enkele kansen krijgt maar niet meer tot scoren komt. Eindstand 1-3.
10 km; chrono 52'31; km.tijd 5'10; temperatuur 9°; gestart om 15.30 u; samen gelopen met Jonas die 6 km gelopen heeft; het regende; de Finse piste lag zwaar maar was beloopbaar.
Gelezen
voetbalwedstrijden voor jeugd en reserven uitgesteld in de provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. De nationale jeugd en de eerste ploegen spelen wel. Reeds twee weken na elkaar dat jeugdwedstrijden worden afgelast. En dit wegens de overvloedige regen van de laatste weken. Toch vrij uitzonderlijk.
Maar:
'Plenst in de winter veel regen neer, dan krijgen we mooi zomerweer'. Laat ons hopen!