Gisteren nog voetbal. Vandaag een run. Twee totaal verschillende dingen. Verschillende werelden ook. In niets met elkaar te vergelijken. Alhoewel je zou denken, voetballers moeten toch ook lopen. Dit is inderdaad zo. Het verschil zal dan wel zitten in het feit dat runners niet hoeven te voetballen. Het was laat gisteravond. Of beter gezegd, deze nacht. Te laat. Toch als je alsnog een run wil doen op zondag. Geen gewone run dit keer. Maar een trail. Voor een keer dat er eentje geprogrammeerd stond op een halfuurtje rijden kon ik dit eigenlijk niet laten schieten. Bovendien was het weer een tweede meevallende factor. En misschien ook het feit dat ik nog steeds zonder televisie zit. Alhoewel, dit laatste begint mij hoe langer hoe minder te ergeren. Heel lang gaan ze niet meer mogen wachten om dit probleem op te lossen of ik ben er helemaal van afgekickt.
Ik heb toch nog eventjes getwijfeld. Maar dan toch kordaat beslist. Tasje klaarmaken en wegwezen. De afstand. Welke afstand zouden we lopen. Dat leek me een iets moeilijker knoop om door te hakken. Maar daar speelden onder meer de starturen van de verschillende afstanden een doorslaggevende rol. De maximale afstand ging van start om 12 uur. Dat zou nipt worden. Maar eerlijk is eerlijk. Die afstand van 32 km leek mij toch te zwaar. Zeker gezien de toch wel lamentabele voorbereiding van de laatste maanden. De 22,5 km zou starten om 13 uur. Die afstand moest ik aankunnen. Ik maakte mezelf wijs dat ik het rustig aan kon doen. Dat niks hoefde. Dit is natuurlijk ook zo. Al kan dat tijdens een run natuurlijk wel even anders uitdraaien. Tja, heel lang moest ik niet meer nadenken. Dit zou het worden. Een perfect startuur voor mij en hopelijk ook een perfecte afstand. maar dat laatste toch wel met enig voorbehoud. maar we gingen het er op wagen. Op goed geluk zeg maar.
Ik kwam mooi op tijd aan de Pereboomse steenweg. Direct de omgeving wat verkend. Mij dan ingeschreven en dan nog net de 32 km van start zien gaan. Ik had dus nog een uurtje om me voor te bereiden op wat komen zou. Nog een rijsttaartje eten (vroeger was dat voeder voor wielrenners, maar ik weet niet of ze dat nu nog naar binnen spelen). In ieder geval, het smaakte mij. Net voor de start kregen we nog enkele interessante raadgevingen mee van de organisatie. De voornaamste was misschien wel dat als je de pijlen nauwgezet volgt, je niet kan verloren lopen. En wat toch ook interessant was om te weten: na een vijftal kilometer zouden we een kreek moeten dwarsen en daarvoor hadden we een vlot ter beschikking. Een probleempje was wel dat er maximum een achttal lopers tegelijk de oversteek konden doen zei men.
OK met deze gegevens gingen we dan maar van start. Niet zo'n overweldigende opkomst voor deze afstand. We konden dus van in den beginne vrank en vrij lopen. De start van zo'n trail is toch ook wat anders dan bij een gewone run. Veel gemoedelijker. Minder gejaagd. We gaan hier wel eventjes onderweg zijn. Dus we hebben nog wel eventjes tijd om aan aankomen te denken. Natuurlijk zijn er wel altijd wel enkele dapperen die direct een redelijk tempo halen. Maar die liet ik dus maar lopen. Maar daarna kwam het goed. In die zin dat ik met een trio kon meelopen. En ik had direct het gevoel, dit tempo zit lekker. Dit moet ik kunnen aanhouden. Als er zich niks onverwachts voordoet natuurlijk.
Met ons vietal liepen we dus die eerste kilometers. Over een gevarieerd parcours. Belangrijk, er stond wel wat wind. Dus het lopen in het groepje had zijn voordelen. Temeer elkeen wel zijn deel van het werk wou doen. Leuk zoiets. Na enige tijd, en na even op mijn uurwerk te hebben gekeken, begon ik mij wel af te vragen waar dat vlot bleef. Voor zover ik het begrepen had was dat rond kilometer vijf. In werkelijkheid bleek het zich rond kilometer zeven te bevinden. We waren net op enkele lopers voor ons aan het naderen maar kwamen toch iets te laat op het cruciale punt. Het vlot was vertrokken en we moesten even wachten. Zo'n anderhalve minuut. De oversteek verliep prima en we konden weer aanzetten. Het is altijd wel even moeilijk om terug wat in het tempo te geraken. En onze voorlopers waren ondertussen vanzelfsprekend het gezicht en de pijp uit.
Maar niet getreurd. We hadden het lekker gezellig met ons kaartgroepje van vier. En een volgend referentiepunt was niet ver weg. Kilometer twaalf zou dat worden. Daar was er immers een bevoorrading. Het parcours bleef leuk en afwisselend. Eventjes een draad overhuppelen. Nu, huppelen is wat mij betreft toch wat veel gezegd. Ik moest zelfs even een gaatje laten. Ik was dus even op achtervolgen aangewezen. Maar de gelederen sloten zich opnieuw en weldra waren we over halfweg en aan de bevoorrading. Een noodzakelijk kwaad zo'n bevoorrading. Zo zie ik dat. Het is noodzakelijk maar ik hou dat rustpunt liefst zo kort mogelijk. Het is een kwestie van terug op gang te geraken. Ik had dat destijds ook al bij het lopen van een marathon. Niet te lang stilstaan voor mij is de boodschap. Dus heb ik eventjes wat cola naar binnen gewerkt en ik was terug weg. Het leek mij dat ik hiermee mijn medelopers wat had verrast want niemand volgde direct en toen ik even keek waar ze bleven zag ik toch een gat van zowat honderd meter. Maar ik wou absoluut het tempo van voorheen zo vlug mogelijk terugvinden dus ik mocht en kon helaas niet wachten. Ze zouden zo ook wel terugkomen dacht ik zo.
Maar enkele kilometers verder was er nog steeds niemand. Voor mij had ik gelukkig wel beweging. Met name de lopers van de 32 kwamen op hetzelfde traject terecht om de laatste kilometers af te leggen. Mooi voor mij natuurlijk. Minder mooi voor die atleten die toen toch al om en bij de vijfentwintig kilometer in de benen hadden. Het leven is niet altijd eerlijk. Maar dat wisten we al lang. Ik kon dus regelmatig iemand zien lopen en voorbij steken. Even gesalueerd en die mensen wat moed ingesproken en dan maar verder. Stilaan kwam ik aan kilometer twintig.
Een cruciaal punt is dit natuurlijk in een wedstrijd van 22,5 kilometer. Hier had ik de zekerheid dat ik het ging redden. Nu kon het niet meer fout gaan. Ik mocht het tempo zelfs iets strakker aanhouden. Kon dat nog dan zal u zeggen. Eigenlijk wel. De benen begonnen wel wat vermoeid aan te voelen maar niet in die mate dat ik niet vooruit kwam. En natuurlijk was het ook niet onbelangrijk dat er in die laatste kilometers geen noemenswaardige hindernissen meer lagen. En dat had ik daarnet wel nog gehad met boomstammen waar we over moesten klauteren (in mijn geval toch).
De laatste kilometer dan. Ik dacht nog even aan de atleten die voor de bevoorrading bij mij liepen. Maar daarna niemand meer terug gezien. Ik dacht dan maar, nu komen ze ook niet meer terug. Even de klok in het oog gehouden en gezien dat 1u45 niet zou lukken. Maar toch nog even doorgezet om zo'n goed mogelijke eindtijd neer te zetten. En eigenlijk nog verrassend fris geëindigd. Al is dat laatste relatief natuurlijk.
De commentaren na de wedstrijd zijn ook altijd interessant natuurlijk. iemand zat langs de kant aan de aankomst. met bebloede tenen. Zag er echt niet goed uit. Hoe die man de 22 kilometer uitgelopen heef tis mij een raadsel. Chapeau daarvoor. Hij had wel met splinternieuwe schoenen gelopen. Zoals hij zelf zei, normaal mag dat geen probleem wezen. Maar ik heb het nog nooit gedurfd. Even inlopen en uittesten lijkt mij toch aangewezen. En na hetgeen ik nu gezien heb nog meer.
Voor de rest bijna eensluidend positieve commentaren. Prachtig en pittig parcours, goed bewegwijzerd, mooie stukken natuur, goede organisatie, ruime parking die ook nog eens dichtbij si, goede douches, leuke goodiebag (zelfs met een Moerbeeks streekbiertje 't moerken). Voorwaar een event dat nog zal groeien denk ik.
Enkele specifieke reacties ook. Op een trail komt een ander publiek af dan op een gewone stratenloop. Die persoon vond met name dat het hier toch wat meer lopers waren die bewuster bezig zijn met lopen en met sport in het algemeen. Dat moet misschien ook wel want een trail is toch wat zwaarder dan een gewone run. En gelukkig lag het er nu nog kurkdroog bij. Indien het anders was geweest zou het toch nog stukken moeilijker zijn geweest vandaag. maar anderzijds dacht ik dan maar aan mijn eigenste voorbereiding van gisteravond. Zo bewust was die nu ook weer niet!
Een andere atleet zei dat zijn trails er meestal waren van 45 tot 75 km (!) en dat dit dus voor hem eerder een sprinttrail was. De organisatie zou ook overwegen om er in de toekomst een iets langere afstand aan toe te voegen. Dus voor die persoon zou dit dus wel mogen. Enkele lopers van de Zwalmstreek in Oost-Vlaanderen zouden dit ook zien zitten want zij hadden de 'trail du diable au sukre' in Ellezelles in de benen. En dat is er eentje van 60 km op een heuvelachtig parcours. En die heuvels zijn er natuurlijk in de voormalige suikergemeente en verre omstreken niet. Maar wat mij betreft, dit was zeker zwaar genoeg hoor!
De 10 mijl van Philippine. Dit is in Zeeuws-Vlaanderen. Ik hou van die omgeving. Neem nu dit plaatsje. Waar denken de meeste mensen aan als ze die naam horen. Aan een run? Scheer je weg. Wel aan mosselen. Fantastische mosselrestaurants hier zoals 'auberge des moules', 'de mosselbank', 'de oude haven mossel restaurant', 'de zwaan', 'de place du marché', enzovoort. Te veel om op te noemen.
Maar wat een prachtige streek is het daar toch. Daar ben ik toch wat jaloers op. Een parcours in elk geval om u tegen te zeggen. Volop natuur en niet gehinderd door gemotoriseerd verkeer. Wat wil je nog meer.
Maar eerst toch even uitleggen hoe ik vandaag aldaar ben terecht gekomen. Ik had met name twee opties voor dit weekend. Eigenlijk drie maar die laatste optie laat ik liever buiten beschouwing. Dat was namelijk er niet op uit trekken en maar wat werken aan huis en tuin. En laat dit nu net iets wezen waar ik vandaag geen zin in had.
Optie een was eigenlijk, tot deze morgen, de halve marathon van Buggenhout. Die ging van start op zondagvoormiddag om half elf. Samen met de marathonlopers van start gaan dus. Maar ik had toch wat twijfels. Een halve marathon, zou ik dat wel aankunnen op dit moment. Ik heb nog niet echt zoveel gelopen. Ga ik niet te hard van stapel. Dat waren de overpeinzingen.
Deze voormiddag wou ik even de televisie testen. Er was immers wielrennen geprogrammeerd deze namiddag. De dames rijden hun WK. Nu weet ik wel dat onze Belgische ladies weinig of geen kans maakten op de titel maar onze noorderburen wel. Dus toch wel interessant om even te kijken dacht ik zo. Maar helaas, driemaal helaas, mijn televisietoestel liet het afweten en kon pas dinsdag gerepareerd worden. Wat een miserie. Ik moet een nieuwe modem halen en nog enkele andere dingen doen om terug beeld te hebben. Dus de vraag was: wat nu?
Als ik morgen een halve marathon wou lopen kon ik vandaag niet te gek doen. Een ganse dag met mijn vingers zitten draaien zag ik evenwel niet zitten. En na veel getob eindelijk de knop maar omgedraaid. Ik trek vandaag naar Nederland.
Philippine is een stadje in de gemeente Terneuzen. Het heeft maar een paar duizend inwoners. Het is dus wel degelijk bekend als mosselgemeente. Een traditie die overeind blijft en mede te danken is aan haar binding met de Westerschelde.
Ik ben er natuurlijk wel eens eerder geweest. In Zeeuws-Vlaanderen. Maar het verrast mij toch steeds opnieuw. Vooral het contrast met Vlaanderen valt mij op. Om over Wallonië maar te zwijgen. Hoe kan dat toch. Amper een boogscheut hier vandaan en een toch wel volkomen andere wereld. Ik hou ervan.
Ik kom steeds graag op tijd als ik ergens een run wil lopen. Dat is nu niet anders. Alhoewel, aankomst om kwart voor twee en start van de run om drie uur. Heel vroeg aankomen kan je dat nu ook niet noemen. Toch was het nog erg rustig in de kantine van de plaatselijke voetbalclub. Wat me natuurlijk ook steeds opvalt daar is de sportaccomodatie. Drie prachtige voetbalterreinen, nette kleedkamers, enzovoort. Er stond ook een hokje bij de ingang van het terrein. Drie euro las ik op een kartonnetje.
Hoeveel ik zou moeten betalen om te mogen deelnemen aan de run. Ik had waarlijk geen idee. In Buggenhout wist ik het wel. Dertien euro, maar je kreeg dan wel een loopshirt stond er op de site. Daar, in Philippine, betaalde ik vijf euro. Voor een tien mijl! Dat vind je hier nagenoeg niet meer. Dus maar vlug ingeschreven. En nog even naar de dameskoers gekeken op de schitterende televisie in de kantine en dan op naar de kleedkamers.
Allemaal heel netjes. Ik maakte mij wel volgende bedenking. Allemaal goed en wel maar als hier straks duizend man aankomt zitten jullie in de puree. Maar deze run is zo kleinschalig dat de organisatie daar niet voor hoeft te vrezen. Ik ben er nagenoeg zeker van dat men op een paar tientallen personen exact weet hoeveel deelnemers men zal mogen verwachten.
De rust die daar over het geheel hangt zet zich gewoon verder tijdens de run. Daarom was ik eigenlijk ook blij dat ik voor de langste afstand had gekozen. Als ik wat later in gang kom, is dat hier geen probleem.
Het parcours dan. Super mooi. heel rustig, geen verkeer, bossen, rustige dijken, open velden. Wat wil je nog meer. Misschien een minpuntje, maar dat heeft dan allicht weer met de gemoedelijkheid te maken, men denkt soms dat je zelf ook de weg wel halvelings kent. En dat is natuurlijk niet zo. Een paar keer heb ik mij toch moeten inhouden omdat ik niet wist welke kant ik uit moest. En de seingever, nou die keek ernaar en was zich van geen kwaad bewust.
Met een prachtig herfstzonnetje kunnen lopen op dit parcours, kurkdroog zoals het erbij lag, en in nagenoeg windstille omstandigheden, is prachtig.
Conclusie: heel onverwachte run vandaag want in mijn planning was oorspronkelijk Buggenhout voorzien. Maar heel tevreden met de gemaakte keuze en dit vooral om twee redenene. In eerste instantie denk ik dat een tienmijl op dit moment meer dan voldoende is en in tweede instantie natuurlijk omwille van het schitterende parcours, het prachtige nazomertje en de toch wel behoorlijke organisatie. En dit laatste zeker rekening houdende met de kleinschaligheid van de run. Heb ik ook wat spijt. Natuurlijk wel. Buggenhout, de halve en hele marathon en alles wat daarbij komt kijken was natuurlijk ook heel leuk geweest. Maar je kan dus inderdaad niet alles hebben in het leven.
Ach ja, ik zou het bijna vergeten. Na afloop kregen we ook nog een appeltje en een peertje. Ja, voor die prijs kan je bezwaarlijk een heuse fruitmand als aandenken willen!
Details van deze wedstrijdrun (in afwachting van een definitieve uitslag die er allicht weldra aankomt): 16 km - 1:11:15 - 4.27/km - 1002 kcal - 139 gemiddelde hartslag - 146 maximale hartslag - 174 pasfrequentie - km 1 4.25 - km 2 4.27 - km 3 4.15 - km 4 4.25 - km 5 4.25 - km 6 4.27 - km 8 4.24 - km 9 4.37 - km 10 4.38 - km 11 4.30 - km 12 4.22 - km 13 4.18 - km 14 4.20 - km 15 4.31 - en km 16 4.29.
lochristi - kasseitjesjogging - september 2018 - 5 km - verslag
Je hebt zo van die dagen waarop je denkt 'waarvoor doe ik het nog, wat is het nut ervan, enzovoort'. Maar dan komt zo'n dag als vandaag. Een dag die start vol twijfels. Waarop je denkt 'waar ben ik verdorie nog mee bezig'. Maar ook een dag waarop blijkt dat alle moeite die je hebt gedaan, de moeite waard was. Wat zeg ik, het meer dan honderd keer waard was.
Eindelijk min of meer kunnen lopen zonder pijn. Kunnen eindigen zonder pijn ook. Een hemels gevoel. Wel wat voorzichtig geweest. Vooral op de wat moeilijker beloopbare stroken. Want die waren er wel deze namiddag. Ook veel draaien en keren. Ook dat deed mij wat voorzichtig zijn. Maar echt ingehouden lopen, neen dat kan ik niet zeggen. Dat zou de waarheid geweld aan doen zijn.
De start ging snel. Ik stond perplex. Ik zag nagenoeg iedereen van mij wegsnellen. Maar ik panikeerde niet. Dat begintempo kon ik nu niet aan. En om eerlijk te zijn, dat kan ik reeds heel lang niet meer aan. Ondanks de goede opwarming. Ik heb me trouwens maar zelden zo goed opgewarmd vooraf. Ook om zo weinig mogelijk risico's te nemen. Geen nieuwe kwetsuur alsjeblieft. Dat was een gedachte die constant speelde.
Na die eerste kilometer komt het er in zo'n wedstrijd op aan je wat te positioneren. Wat kan er, en wat kan er niet. De eersten zag ik dus vrij vlug niet meer. Maar daarna kwam ik. Rond kilometer twee even op mijn uurwerk gekeken. Iets wat ik eigenlijk anders zelden of nooit doe. Maar waarschijnlijk speelde toch de schrik om terug een pijnscheut te krijgen. Maar ook fysiek voelde ik toch dat ik qua snelheid op mijn limiet zat. Dus echt veel sneller kon niet. Daar moet ik eerlijk om zijn.
Op het eind liep ik bij twee jonge dames. Het bleken nummer een en twee van de wedstrijd te zijn. De juffrouw die bij mij liep nog even wat opgepept. Ze leek immers wat te verzwakken de laatste 500 meter. Het gaf haar moed en ze hield vol. Chapeau.
Conclusie: na zo'n dag kan je alleen maar intens gelukkig zijn. Dinsdag komt er nog zo'n dag. In heel andere omstandigheden. Om heel andere redenen. Maar dan denk je 'daar heb ik het voor gedaan, en dat was het nut ervan. Het gaat jullie goed jongens en meisjes.
waarschoot - lentejogging - 7,6 km - 1 juni 2018 - verslag
Wat aan de wedstrijd voorafging?
Een bezoek van een op dit moment hard trainende (naar zijn normen zeker) zoon met de melding dat hij van plan is om een wedstrijd te lopen. Het moest in ieder geval op vrijdag, want zaterdag en zondag konden voor hem om verschillende redenen niet. Natuurlijk had ik zin om mee te gaan. Om mee te doen ook. Maar ik had amper gelopen de laatste tijd. Een opspelende rechterkuit strooide roet in het eten. Die had mij de laatste tijd meer last bezorgd dan me lief is. En natuurlijk weet ik wel dat er ergere dingen zijn in het leven maar uiteindelijk zijn we toch ook 'sportman' toch een beetje) en weten we dat elk ongemak er een te veel is. Veel tijd om er over na te denken heb ik niet. Loop ik morgen of niet. Ik zeg ja. Maar waar gaan we lopen? Er zijn een aantal plaatsen waar een afstand van 5 km geprogrammeerd staat. Voor langere afstanden pas ik op dit moment zeker. Maar die vallen allemaal af om verschillende redenen. Uiteindelijk kiezen we voor Waarschoot. Niet zo heel ver weg en gemakkelijk te bereiken. Enig nadeeltje: je hebt daar geen 5 km wedstrijd. Wel afstanden van 3,8 km, 7,6 km en 11,4 km (respectievelijk een, twee of drie rondjes). We vinden allebei dat een ronde wat weinig is en kiezen dan maar voor de tussenoplossing. De middelste afstand dan maar. Op hoop van zegen denk ik. En als dat maar goed komt!
De accomodatie.
Vrijdagavond 18 uur. We zijn onderweg. Nog steeds druk op de weg. Is het soms nog anders vraag ik mij af? Maar we komen tijdig aan. Daar ben ik altijd gelukkig om. De parking is dichtbij, net voor de sporthal waar de inschrijvingen plaatsvinden. Het voetbalterrein van FC Waarschoot er net naast. Alles verloopt vlot. Ook de inschrijving. Die kost ons 5 euro. Democratisch dus. Ik twijfel nog even wat de afstand betreft maar wil toch graag eens een wedstrijd lopen samen met Jonas. Dus gaan we voor die 7,6 km. De heren moeten zich omkleden in de kleedkamers van het voetbalterrein, de dames mogen in de sporthal blijven. Douches en toiletten zijn prima. Het kan dus voorlopig allemaal niet vlotter gaan. We kleden ons om en zoeken daarna...
De startplaats.
Opmerkelijk is dat die bijna een kilometer van de sporthal is gelegen. Toevallig hoorden we dit zeggen in de kleedkamer. Anders hadden we het niet geweten. Misschien toch wel een minpuntje van de organisatie. We gaan dus even op verkenning en vinden vrij gemakkelijk de plaats waar het allemaal zal beginnen want er zijn verschillende bordjes aangebracht die dit duidelijk maken.
De start.
Het is een eerder kleine organisatie. Niet zo heel veel deelnemers. Ik schat maximaal 200. Maar alles verloopt keurig. Een fluitsignaal geeft ons het sein dat we mogen vertrekken. En alles gaat redelijk stipt. 19u30 en we zijn op weg.
De eerste ronde.
Ik had met Jonas afgesproken dat we best elk onze eigen wedstrijd zouden lopen. Hij zou niet te vlug van start gaan zei hij. Ik was zinnens om 'normaal' te doen. Ik loop op die manier in het begin zowat in 25e à 30e positie en kom aan kilometer 1 door na 4 minuten. Niet slecht. Het gaat ook goed vind ik zelf. Jonas vertelde mij achteraf dat hij op amper 50 meter volgde. De tweede kilometer voel ik dat ik gemakkelijk dat tempo kan aanhouden maar ik vergeet wel even te checken of dat inderdaad zo is. maar dan, even over halfweg de eerste ronde, je houdt het niet voor mogelijk maar daar is ze, de rechterkuit. De pijn komt op. Ik voel nu al voor het eerst, dit is geen training, je zit hier in een wedstrijd. En die loop je niet zomaar. Je wil een bepaald tempo lopen. Je moet rekening houden met tegenstanders. Het is moeilijker je paslengte in de gaten te houden. En nog tal van andere dingen. De vraag die bij mij opkomt op dat moment is: wat doe ik nu, stoppen of doorgaan. Omdat ik toch terug moet richting finish besluit ik verder te lopen. Maar op het einde van de ronde vraag ik me opnieuw af: wat nu?
De tweede ronde.
Wat doe ik? Uit de wedstrijd stappen of aankomen na een ronde in de hoop van toch opgenomen te worden in de uitslag van de 3km800. Maar in dat geval sta ik natuurlijk niet samen met Jonas in de uitslag. Die overweging doet mij dan toch maar besluiten om door te gaan. Eventueel wat trager lopen zeg ik bij mijzelf. De eerste ronde heb ik afgelegd in 15 minuten. Ik vertraag nu een klein beetje. Ik loop immers nog voor Jonas en denk zelfs dat ik nog een ruime voorsprong op hem heb. Maar dat bleek niet waar te zijn want hij hield mij in het vizier vertelde hij mij achteraf. Maar dat wist ik natuurlijk op dat moment niet. Gelukkig maar want dan had ik waarschijnlijk nog meer geforceerd. Enkele atleten halen mij bij en er vormt zich een groepje van een zestal atleten. Ik besluit toch maar te volgen. Behoudens die verdomde kuit heb ik ook geen problemen. Eigenlijk voel ik zelfs dat ik iets sneller zou kunnen. Maar mijn voornaamste optie is nu de wedstrijd uitlopen. En als het even kan toch nog voor Jonas blijven. Maar dat laatste is nu wel bijzaak. Ik tel de kilometers af. Chronometreren doe ik niet meer. Vijf kilometer... zes kilometer. Nog anderhalve, iets meer. Dat moet lukken. De pijn is gelukkig nog te harden maar aangenaam lopen is dit natuurlijk niet. Zeven kilometer... nog enkele honderden meters. Hoera. Een jongeman, Emiel De Meyere (1999) begint de eindsprint in te zetten. Ook nog een andere atleet passeert mij. Ik ben gelukkig dat het einde nabij is en reageer niet. Tot zowat 150 tot 200 meter voor de meet en ik plots zie dat ik nog kan eindigen onder het halfuur. Die inspanning wil ik nog wel leveren. En inderdaad, het lukt mij zowaar nog ook. Vlug een bekertje water genomen en... proberen te stappen. het lukt mij nauwelijks. De kuit zegt neen. het is genoeg. Oei, dat is even schrikken. Daarnet was ik nog aan het lopen aan circa 15 km/uur en nu geraak ik geen meter meer vooruit. ik strompel terug met mijn bekertje en laat het nog eens vullen. Eigenlijk zou ik nu nog wat moeten uitlopen. Maar ik vraag mij daarentegen af hoe ik in hemelsnaam die kilometer terug naar de kleedkamer moet afleggen. Ik wacht nog even en denk plots dat het nog even zal duren alvorens Jonas arriveert. Maar dat blijkt een vergissing want plots zie ik hem afkomen. Probeer hem nog wat aan te moedigen maar het vat is blijkbaar leeg. Maar toch een puike prestatie van zijnentwege. Zijn trainingen blijken dan toch vruchten af te werpen. Hij bekomt nog even van de inspanning en ik begin aan mijn lijdensweg naar de douches.
De after-party.
We krijgen een geschenkje. Een bakje aardbeien. Smaakt altijd zeker. We blijven nog wat nakeuvelen in de gezellige cafetaria van de sporthal. Om halftien begint de prijsuitreiking. De eerste van elke reeks, zowel de dames als de heren, krijgen een prijs. De rest komt in aanmerking voor de tombola. Mits je aanwezig bent stelt men nog eens nadrukkelijk. Als voorlaatste word ik dan nog uit de mand getrokken ook zodat ik nog een prijsje (een te kleine pull) moet afhalen. Opnieuw nog een paar meters strompelen en dan... is het wel genoeg geweest. het was een aangename wedstrijd. Ondanks alles tevreden dat ik meegedaan heb en dat ik samen met Jonas in de uitslag vermeld sta. Maar hoe moet het nu verder met die verdomde kuit!?
De wolvenloop. 10 mijl ver. Schitterend weertje. Acht euro inschrijfgeld maar... daarvoor kreeg je onder meer twee flesjes bier bij aankomst. Veel faciliteiten: parking, warme douches, tijdsregistratie, en nog zoveel meer. Verkeersvrij parcours. Een traject langsheen de zuidelijke bossen in het wolvenpark, langsheen de Zuidlede, naar het dierenpark en de westelijke bossen, langsheen een pittoresk meertje, zo naar het molenmuseum en het bloemenpark, langs dreven met hoge populieren en, als afsluiter, een rondje rond het golfterrein. Er waren ongeveer 700 wolven voor de drie afstanden. 5 km, 10 km en 10 mijl. 250 deelnemers waagden zich aan de langste afstand. Dit is zeker geen slechte score.
Samen met Jonas naar de wedstrijd in Wachtebeke gereden. Hij opteerde voor de vijf kilometer en had drie streefdoelen en die waren ofwel onder de 20 minuten blijven, ofwel onder de 21 minuten, en liefst zeker onder de 22 minuten eindigen. Vooraf stelde hij dat het eerste zeer goed zou zijn, het tweede meer dan goed en het derde toch ook nog goed. Het werd uiteindelijk het derde. Wat meer weerstand en interval trainen en het komt in orde.
De drie afstanden kwamen tegelijkertijd aan de start. Om 15 uur. 700 atleten, dat is veel, maar alles verliep zeer ordelijk. Laat ons zeggen dat het niet allemaal strevers waren en een pluspunt was natuurlijk ook dat er met een chip werd gelopen. Toch moet je, als je de vijf loopt, toch enigszins vooraan gepositioneerd zijn. Jonas deed dat dan ook. Hij startte snel. Alvast iets te snel voor mij. Daardoor had hij toch vrij vlug een vijftigtal meter voorsprong op mij. Tot de eerste kilometer, die ik ruim onder de 4 minuten had afgelegd bleef ik wat hangen. Maar van dan af aan begon ik stilaan te naderen en het moet zowat aan kilometer twee geweest zijn dat ik bij hem kwam. Ik schreeuwde nog wat aanmoedigingen door en daar was de splitsing reeds. De vijf kilometer rechtdoor, de andere afstanden linksaf. De eerstvolgende kilometers kon ik een tempo van 4.00/km aanhouden. Maar stilaan kwam er toch wat verval en begon het tempo naar 4.05 tot 4.10 te gaan. Rond halfweg de wedstrijd begon ik zelfs enige spijt te krijgen dat ik toch maar niet voor de tien kilometer had gekozen.
We kwamen opnieuw aan een splitsing. De 10 mijl naar de ene kant. De 'gelukkigen' van de tien kilometer naar de andere. Dit tien kilometerpunt gaf me moed. Ik liep nog steeds een degelijk tempo en kwam daar door aan 39:30. Vanaf nu konden we stilaan beginnen aftellen. En ook het feit dat je dan alleen maar tegenstanders van dezelfde afstand voor of na je hebt vind ik een voordeel.
Een wolf liep een vijftigtal meter voor mij uit. Ik streefde ernaar om in zijn zog te blijven. In eerste instantie om een deftige eindtijd te halen. In tweede instantie om niet verloren te lopen en ergens een afslag te missen in dat wolvenpark. Maar soms liep hij toch iets verder van mij weg. Groter dan 75 tot 100 meter werd het gat evenwel nooit. Ik liep dus misschien stilaan iets trager, maar hij ook. En hoe zat het achter mij? Er kwam mij een koppel wolven voorbij. Een jongedame en een heer. Ik ondernam geen poging om aan te klampen. Het ging op dat moment te snel voormij en liet hen rustig hun gangetje gaan. Ze eindigden dan ook netjes voor mij in de uitslag. Bij deze proficiat. Maar voor de rest bleef het stil. Iemand bleef wat op een afstand hangen maar naderde eigenlijk nooit echt. En de rest lag nog verder achterop.
De laatste loodjes, de laatste kilometers, zijn zoals steeds, de zwaarste. Mijzelf nog wat moed ingepompt om toch maar vol te houden. Een mooie eindtijd werd mijn deel. Mijn streven vooraf was een tijd tussen de 1:05 en 1:10. Daar zou ik tevreden mee geweest zijn. Minder zou voor wat ontgoocheling gezorgd hebben. Maar zover is het dus niet gekomen.
Na de wedstrijd was het dan natuurlijk nog wat wachten op de prijsuitreiking. Of beter gezegd de medaille-uitreiking. Er hingen geen uitslagen uit. het was dus afwachten of we op het podium zouden mogen. Maar het zonnetje scheen en het was behoorlijk warm zodat dit het wachten toch wat aangenamer maakte. Dit konden we doen aan de tafeltjes die op het ruime grasplein waren opgesteld. Alle categorieën kwamen aan bod, heren en dames, 50+, 55+, 60+, 65+, 70+, 75+ en zelfs 80+. het duurde dus wel eventjes en hier en daar was er ook nog een vergissing gebeurd. Een tachtigjarige had zo bijvoorbeeld waarschijnlijk zijn geboortedatum niet netjes ingevuld en was zo onterecht buiten de prijzen gevallen. Maar dat werd rechtgezet. Gelukkig maar. Je moet het trouwens maar doen om op die leeftijd nog een tien kilometer wedstrijd af te haspelen. Bij deze proficiat.
Maar uiteindelijk was het dus onze beurt. Derde in de leeftijdscategorie werd goede bekende Ivan De Muynck. Tweede Paul De Wael. En ik mocht op het hoogste schavotje klauteren. Blij als een kind nam ik mijn 'gouden medaille' in ontvangst en toonde ze aan eenieder die ze wou zien.
Ik liep een trailrun. Samen met Jonas. Wat is eigenlijk een trailrun? Een run die hoofdzakelijk leidt langs paden, velden, weiden en eventueel, zoals vandaag, ook een bos. Vandaar dat men in Aalter spreekt van een bostrail. Meer dan 85% van de af te leggen afstand moet uit dergelijke niet verharde wegen bestaan. Is het minder dan spreekt men van een natuurrun. Een ander kenmerk van een trail is dat het parcours niet mag bestaan uit verschillende ronden die telkens moeten afgelegd worden. Een laatste belangrijk kenmerk is de afstand. In Aalter was de kortste afstand 10 km, de langste 45 km. Daarmee onderscheidt een trail zich dus ook van een veldloop waar de afstanden korter zijn.
Op het parcours dat nu moest afgelegd worden kon dat tellen. Heel wat stukken waren immers herschapen in een ware modderpoel. Vanzelfsprekend had de vele regen van de voorbije dagen daar veel mee te maken. En we kregen ook vandaag nog voldoende verfrissend water over onze hoofden.
Mijn medeleven ging vandaag vooral naar de atleten die hadden ingeschreven voor de marathon+ afstand. Chapeau. Gelukkig had Jonas al veel eerder ingeschreven voor de 10 km en ik was maar wat blij dat ik vandaag ook voor deze afstand had gekozen. En toch, de meeste deelnemers waren present voor de 45 km afstand (misschien raar, maar waar) en de middenafstand deed het ook nog goed.
De eerste start werd gegeven om 10 uur, de tweede om 10.20 uur. Wij kwamen aan de beurt om 10.40 uur. Ik ben vooraan het pak gestart. Nu is dat, zelfs voor een relatief korte afstand, bij een trail niet zo heel belangrijk. Als je meer achteraan van start ging kon je wel even opgehouden worden in het begin van de wedstrijd op de Finse piste. Maar verder op het parcours had je genoeg mogelijkheden om je krachten te tonen. Kracht is een belangrijk aspect in een zware trail zoals deze. Uit houding vanzelfsprekend ook maar dat is bij elke run het geval.
Dus gestart rond de 20e positie denk ik. Voor Jonas die ik dan ook de rest van de run niet meer heb gezien. Hij beëindigde de wedstrijd in een tijd van 0:53:19. Achterom kijken kan ook bijna niet. Je moet voortdurend erg geconcentreerd zijn om overeind te blijven. Takken, wortels, boomstronken, paaltjes, beken en wat weet ik al niet meer waren op het parcours aanwezig. De zwaarste strook was toch een weide waar we een paar honderd meters moesten doorploeteren en waar je, en ik overdrijf niet, toch zeker een twintigtal centimeters in de bodem zakte. Vlug de voetjes omhoog en niet lang blijven kleven was de boodschap. Of het kon gebeuren dat je een schoen mocht gaan zoeken die in de modder was blijven steken. Dat overkwam trouwens een paar runners. Hilarisch als je het ziet. Minder plezant als je het zelf meemaakt. Maar mijn conditie was goed vandaag en ik kwam de moeilijke stroken goed door. Als het even wat minder zwaar was kon ik vrij vlug mijn tweede adem terugvinden en opnieuw mijn tempo zoeken.
Dus degelijk gelopen, dat zeker!
Nog een woordje over de organisatie. Wat mij betreft, nagenoeg perfect. Eigenlijk met voorsprong het beste wat ik reeds heb meegemaakt. Gefeliciteerd voor deze organisatie. Aankomst en start op dezelfde locatie, voldoende parkeergelegenheid, vlotte inschrijving, mooie kleedruimtes en douches in de sporthal annex zwembad. Ook goede bevoorrading na de run. Een vlotte podiumceremonie en dito tombola. Jonas had trouwens geluk en mocht met een fles cava huiswaarts keren. Dat zal allicht zijn pijn wat doen verzachten. Want dergelijk parcours had hij niet verwacht. En ik eerlijk gezegd ook niet. Want het was zwaar. Echt zwaar, echt waar!