DE WIELERTOERIST In de bar luister ik met open mond en vol ongeloof naar hun spannende verhalen over drieste ritten die ze her en der hebben gereden. Hoeveel keer zijn ze de Mont Ventoux opgereden en langs welke zijde? De steilste kant natuurlijk! Les Trois Ballons, Luik-Bastenaken-Luik en natuurlijk de grote Ronde van Vlaanderen. Mijn prestaties op de fiets verzinken in het niets en zijn peanuts in vergelijking met hun heldendaden. Cyclo hier, tourrit daar en heb je op Strava ons gemiddelde wel gelezen? Dertien gegadigden nemen de start in Nazareth. De eerste kasseistroken komen eraan. Paniek in de ogen! Waar is hier een fietspad of een gootje. We moeten toch niet over die verdomde stenen!?Liefst niet als het even kan! Ze stuiven alle kanten uit, nemen desnoods het voetpad om toch maar niet over die godverdomse kinderkoppen te moeten daveren. Duur materiaal niet bestand tegen zoveel onheil of ligt het aan de benen? Straks na de rit, opnieuw afspraak aan de bar voor nieuwe heldendaden? F.F.
Regen was er in de verste verte niet voorspeld. Mist hing er wel in de Vlaamse Ardennen. De afstand Sint-Niklaas/Destelbergen is een koud kunstje en de temperatuur is zalig om half acht in de ochtend. Rit voor het goede doel georganiseerd door de Bereden Politie van Oost-Vlaanderen, oftewel 'De Zwaantjes'. Afstand: 110 km. De mist zet zich al vrij snel om in druppelregen en aan de eerste bevoorrading horen we dat de Zwalm de nacht voordien zware onweders heeft moeten verwerken. De kronkelige wegen tussen en langs velden en akkers zijn op sommige plaatsen herschapen in een modderpoel en de brandweer heeft de handen vol om mensen her en der bij te staan. Het regent niet echt hard maar het houdt wel niet op. Frank rijdt van lekke band naar platte tube en zakt tot aan zijn enkels weg in de bruine smurrie waardoor hij niet meer in zijn klikpedalen raakt. De organisatie is voortreffelijk en de bevoorrading is navenant. Rijsttaartjes, droog gebak, bananen en energierepen. Vergeet ik nog iets? Berendries, Valkenberg en andere geniepige hellingen waar ik geen naam kan op plakken. We nemen ze allemaal. De bochten en afdalingen zijn best wel gevaarlijk en ondertussen zien we eruit als twee modderduivels na een cyclocross op de Koppenberg. Deze memorabele rit draag ik op aan iedereen die genoodzaakt is beroep te doen op een goed doel, is een gedachte die mij te binnen schiet en die ik deel met mijn gezel. De sandwiches en koude chocomelk, voorzien bij aankomst, smaken als manna in de woestijn. Tussen Destelbergen en Belsele rijdt Frank nog éénmaal lek, derde keer, goede keer. Twee uur later stuur ik een bericht naar mijn vrouw op vakantie in Lissabon. Was- en afwasmachine draaien. Modderkousen uitgespoeld in een emmer water. Fiets gekuist. Straks pizza eten. Honderdzestig kilometer fietsen in de regen. Dat is pure poëzie, maar vraag mij niet om dit uit te leggen. F.F.
Oef. Eindelijk iets wat op een fikse regenbui lijkt. Meteen alle ramen en deuren open om zuurstof binnen te laten.
Alleen de voordeur hou ik dicht. Stel je voor dat de wijkagent binnenloopt om te vragen of ik mij al dan niet veilig voel in deze stad.
Ook Filou, onze kater vindt de regen een zegen en loopt op een sukkeldrafje ons huis binnen en buiten. 'Hela, manneke, ik heb wel gedweild hé...!' Hij staart me aan met een arrogante blik die enkel katten hebben. 'Dweil dan nog maar eens opnieuw, hé...', zie ik hem denken.
Terwijl ik, ondanks de regenzegen, de bloembakken vol giet, vertrekt mijn buurvrouw met een veel te zwaar beladen fiets. Mijn andere buurvrouw moet een van de volgende dagen ook vertrekken...Hoogzwanger-beladen als ze is...Ook zonder wijkagent kunnen wij hier in vrede naast elkaar leven...Wij hebben enkel banden met elkaar.
Voor mij hoeft er niemand aan de schandpaal genageld te worden. Geen politieker, justitie niet, noch het parket of een andere beleidsverantwoordelijke.
Voor mij hoeven er geen scheld tirades op de sociale media te komen, politieke spelletjes gespeeld te worden op de rug van de slachtoffers of populistische haatgevoelens opgewekt.
En toch...
Moest de dader wel met penitentiair verlof gestuurd worden terwijl men wist dat hij zijn leven nog niet gebeterd had. Het parket had weet van zijn contacten in de gevangenis met geradicaliseerde mede-gevangenen. Penitentiair verlof wordt blijkbaar soms ook toegestaan om het hoofd te bieden aan overbevolking in de gevangenissen.
Wat doet zo'n figuur tijdens deze kortstondige periode van tijdelijke vrijheid? Men vond het niet nodig om dat op te volgen of men heeft er de manschappen niet voor om hem in de gaten te houden.
Feit is dat hij nooit in Luik vrij had mogen rondlopen. Veel vragen worden nu gesteld...maar heeft de familie nu nog een boodschap aan de laattijdige antwoorden?
Het was niet fout hem vrij te laten, zegt Geens. Het was al dertien keer goed gegaan. Bij justitie hadden ze wel opgemerkt dat hij de laatste jaren een beetje geradicaliseerd was...Met deze uitleg kan hij nu misschien naar de familie van de slachtoffers...🤔 Hoe meer ik naar de berichtgeving luister, hoe kwader ik word. Als de dader in 2020 zou vrijkomen was het ook niet zeker dat hij niets meer zou aanrichten...HALLO?! Werkt het justitieapparaat dan wel? In Lantin trok hij op met geradicaliseerde elementen maar dat was niet alarmerend...Het was eerder copy cat gedrag...Onschuldig! Sorry familie...Foute inschatting. In justitiezaken kan dat gebeuren... Na De Wever is dit weer een vorm van arrogantie zonder weerga...
Mijn vrouw en mijn kinderen zijn twee dagen geleden naar Portugal vertrokken. Stel je voor dat ze om een of andere reden niet meer terugkeren en dat ik alleen achterblijf. Een verschrikkelijke gedachte maar er zijn mensen die dat tegenkomen. De gedachte alleen al is ondraaglijk en toch komt die confronterende vraag vrij snel. Ik ga de confrontatie niet uit de weg door snel de tv op te zetten of door op de fiets te springen. Stel je voor dat hun afwezigheid niet voor even is, maar voor altijd. Hoe blijf je dan functioneren? Zelfs de kleinste, simpele dingen lijken steiler dan gewoon bergop...Je dreigt te verzinken in het absolute niets. dc
'Het is hier broeierig warm. 26° en nauwelijks wind. Iedereen smacht naar een bevrijdend onweer en een grote pint bier', schreef hij in zijn dagboek. Gelukkig denkt de buurvrouw er net zo over. Het is geen grote literatuur maar bij dit weer vind ik de gedachte alleen al ondraaglijk. In de verte hoor ik het snerpende geluid van een grasmachine met veel te botte messen. Dit kwellende burengeluid zouden ze bij wet moeten verbieden. De potten en pannen van deze middag, was ik zo wel af. De rest mag in de afwasmachine. De grasmaaier heeft het ondertussen begeven of het tuintje was te klein. Neen; het was geen goed idee om bier te drinken bij de pasta. Twee uur later word ik wakker door het pingel, tingel geluid van de radio. Een verkwikkende douche geeft mij het hoofd dat ik nodig heb om de rest van de dag door te komen. dc
Natuurlijk weet ik dat je een Cordon Blue moet 'dichtschroeien' tot hij een mooi, bruin korstje heeft. Dat weet elke man toch, niet?! Op het nieuws hebben ze het over opgravingen in het Ieperse, waarbij ze voor de eerste keer DNA hebben kunnen gebruiken om lichamen van gesneuvelde soldaten te identificeren. Omdat ik op een boogscheut van de Westhoek opgegroeid ben luister ik met aandacht. Tot er een verdachte geur uit de keuken komt. De Cordon Blue heeft iets van een verkoolde strijder uit de eerste Grote Oorlog. Had ik nog even langer geboeid zitten kijken, dan was er zelfs met DNA onderzoek hoegenaamd niets meer van mijn avondmaal op te sporen. Met de verschrikkingen van de oorlog in gedachten besluit ik toch maar dwars door de verschroeide korst heen te bijten. Het overgebleven stukje chocoladetaart na de dis van gisteren smaakt dan weer voortreffelijk. Na de Coupe Advocaat van deze middag in de schaduw heeft deze dag toch nog een culinair tintje gekregen. Morgen eten 'we'pasta. Met deegwaren kan niets fout gaan...Of toch? dc
LISBOA https://www.youtube.com/watch?gl=BE&v=I2cx_TMembU 's Morgens de bloemetjes water geven aan de voorgevel, voor de grote hitte eraan komt, heeft ze gezegd. 'Maar je moet wel eerst je vinger in de aarde steken om te voelen of het wel nodig is'! Ze is nog maar pas de deur uit of de bloemen krijgen de volle laag. Dat van die natte vinger laat ik achterwege. Nu vrouwlief, samen met de kinderen, voor een kleine week naar Lissabon vertrokken is, zit ik immers een week op droogzaad. Geen tijd om lang na te denken, want opdracht twee op het lijstje wacht op mijn grijpgrage handen. Dweilen! Zoals veel zaken is dweilen niet enkel een kunst, maar ook een discipline. Er is maar een manier om het goed te doen. Dweilen geeft structuur aan de uren en organisatie zorgt voor zekerheid en veiligheid. Dankzij mijn dweil loop ik niet verloren in de luwte van de ochtend. Filou ligt languit onder de vogelkooi en denkt er het zijne van. Deze week zijn we op elkaar aangewezen en is hij mijn aanspreekpunt. Wanneer hij aanstalten maakt om de vuilzak te lijf te gaan, scheld ik hem uit voor straatkat! Dat werkt... Penetrant geurtje op terras...Een vreemde kater heeft zijn onwelriekende sporen nagelaten in een poging om zijn territorium gevoelig uit te breiden! Een man alleen moet elk kopopstekend probleem kordaat het hoofd bieden! Een goeie scheut bleekwater is aangewezen in deze onverwachte crisissituatie! Zelfvoldaan na zoveel inventiviteit besluit ik om een half uur in de tuinstoel te gaan liggen. Vrouw is twee uur weg. Ik heb alles onder controle... Omdat ik er gisteren nogal bleekjes uitzag en slap bij liep heb ik vandaag huisarrest en mag ik niet fietsen! Fiets poetsen daarentegen mag altijd...We blijven bezig! Middag. Alleen eten is misschien wel het moeilijkste...
Mijn compagnon neemt mij nog maar eens mee in de schijnbaar eindeloze Polders die ook voor mij stilaan een gezicht krijgen. We rijgen de dorpen en gehuchten aan elkaar als twee pelgrims op weg naar Santiago di Compostella. Hier ligt ons fiets-hart. Een warm gevoel van intens geluk maakt zich van mij meester in deze groene zee van eenvoud. We eten smakelijke boterhammen onder een majestueuze eik, af en toe kruisen we een eenzame fietser die sterk de trappers maalt. Een lekke band pakken we beet met z'n tweeën. Hier kom ik sterker uit. We grappen en grollen en maken foto's in Oude Stoof. Oud, dat wel; maar we geven ons nog niet. Verscholen in de buurt van Absdale maken we twee appeltaarten met slagroom een kopje kleiner. Op mijn papiertje kruis ik de plaatsen aan waar we langskwamen. Een lang lint tussen Nieuw Namen en Stekene. Meerijden in een naamloze, volgzame groep is niets voor ons. Dwingelandij van de lokale Middenstand. Dankbaarheid is een klein gebaar. F.F.
EEN WERELD VAN VERSCHIL. Fietsen is voor vrouwen een totaal andere bezigheid dan voor mannen. Ik verklaar mij nader. Voor vrouwen is fietsen zich vaak noodgedwongen verplaatsen van punt A naar punt B. De korste weg van thuis naar het werk, de school of de créche om de kinderen te halen. Ook om boodschappen te doen nemen ze de fiets. De meeste mannen daarentegen die ik ken kiezen altijd de langste weg om van hier naar ginder te rijden. Ginder is daarbij een relatief begrip want waar ze naartoe bollen is van minder belang. Als er maar voldoende afstand tussen begin en eindpunt ligt. Voor vrouwen maakt het niets uit hoeveel km ze gereden hebben of tegen welke gemiddelde snelheid. Ze willen vooral vlug thuis zijn want er is nog zoveel te doen en ook als ze daarmee klaar zijn hebben ze nog altijd iets om handen. Vrouwen rijden gezapig, mannen koersen. Vrouwen fietsen met hun haren losjes in de wind. Mannen kruipen in de wielen of stoefen als ze op kop gereden hebben. Mannen rijden nooit zomaar van punt A naar B. Ze willen prestaties leveren, records verbeteren, prijzen pakken en als het nodig is rijden ze nog een extra lus. Vrouwen daarentegen pakken niets. Met een schouderklopje zijn ze best tevreden. Mannen niet! Die willen bevestiging; bewierookt worden. Een lauwerkrans rond hun nek. Vrouwen hebben altijd goede benen. Mannen zelden. Ze mankeren altijd iets. Vrouwen zetten hun fiets aan de kant als ze thuiskomen. Mannen zetten hun rit op Strava en op het smoelenboek, want ze willen gezien worden. Uitpakken met hun knalprestaties. Vrouwen drinken een koffie-tje met de buurvrouw. Mannen hebben grote dorst achteraf. Ze hijsen koude chocomelk en zware bieren om hun exploten extra in de verf te zetten. Vrouwen hebben niemand nodig en kennen de weg. Mannen organiseren zich in groep, raken snel het Noorden kwijt en hebben een satelliet Suzy nodig om hun bestemming te bereiken. Fietsen. Een wereld van verschil. F.F.
DRIEHONDERD EN ZES Grijs zijn de hoofdkleuren als de zon opkomt in het mooie Bellem en daarmee is de toon gezet voor een lange tocht doorheen Zeeland. Troosteloze provincie gelegen aan een koude plas water. Land dat niets van zijn schoonheid prijsgeeft als de zon niet mee wil. Randonneurs, mannen en vrouwen van de lange afstand en van diverse pluimage, maken hun opwachting aan het kleine inschrijvingstafeltje, opgesteld voor het dorpscafé, dat op dit ontiegelijk vroege uur nog slaapt. 'Randonneurs zijn mensen met een hoek af', zou iemand mij later zeggen. Hij is met de fiets uit Oost-Eeklo gekomen. Geboren en getogen in Sleidinge waar ook de wieg van ene Wilfried Martens stond. Om zes uur 's ochtends is het bibberen en aan een sluimer-tempo rijden de eerste vertrekkers richting Breskens waar we dik twee uur later de overzet naar Vlissingen moeten halen. Aan dit slakkengangetje zijn we nooit voor donker thuis, denk ik. Maar daar zal sneller dan ik dacht verandering in komen. Kwetterende stemmen en bekend volk aan de inderhaast opgestelde kleine bevoorrading. Eerste leegloper van de dag ook. 'De eerste keer dat ik zo'n bommetje in mijn handen nam bleef mijn vel eraan plakken', hoor ik een kale mens met een groot palmares zeggen. Geen nood! Mijn kompaan Frank weet altijd raad met platte banden. Een man als een rots waar je steeds op bouwen kunt. De boot vertrekt en bij mijn weten is iedereen tijdig aan boord geraakt. 'Misschien was ik toch beter nog eens naar het toilet geweest', is een gedachte die nauwelijks te onderdrukken valt terwijl ik mijn plaats inneem in de kopgroep die er stevig de beuk inzet. 'Zitten we hier wel op onze plaats?', vraagt mijn compagnon een beetje bedenkelijk. Ik wil antwoorden maar op dat moment maakt de rijder voor mij een gevaarlijke zwieper. 'We zien wel waar we uitkomen', denken we allebei. Iemand verliest een stuk van zijn fietsinfrastructuur. Meteen het sein om al het opgespaarde lichaamsvocht in een handomdraai te lozen. Christophe, een van de kopmannen brengt ons in enkele forse pedaal-stoten terug op de plaats waar we willen zitten. Vooraan! Tweede controlepunt na 105 km in Het Wapen van Stellendam. De inderhaast gemaakte boterhammen smaken als zoete koek. De kleine veertig kilometer tussen Stellendam en Ooltgensplaat rijden we in het stilzwijgende gezelschap van twee Franstalige medemensen op Nederlands grondgebied. Twee aparte werelden met een stroef verlopende communicatie die elkaar niet altijd vinden. 'Als we alleen maar meerijden in zo'n snelle groep, zien we niets van de omgeving!'Een waarheid als een koe zoals er hier veel te grazen staan. Het zal ons niet beletten om de kilometers tot Antwerpen weer met de snelle mannen mee te rijden die nu stilaan een gezicht krijgen. We scheuren over bruggen omstuwd door woelig water, langs ellenlange dijken waar duikers op zoek gaan naar oesters en komen voorbij plaatsen met vreemde namen die hun geheimen nooit volledig prijs gaven. Oude Pekela. Zou iemand in dit gezelschap van trappende benen weet hebben van het loodzware verleden van dit kleine dorpje waar eind jaren tachtig van de vorige eeuw het eerste seksschandaal losbarstte? Tientallen kinderen zouden toen meegelokt en seksueel misbruikt zijn. Alsof het nog niet snel genoeg gaat komt de Reus van Ekeren, in de persoon van Rudi Rutten zich op kop zetten. 'Als hij blijft mennen, kan ik het schudden!' Enige stress maakt zich van mij meester. Onnodig, zo blijkt, want mijn benen volgen gezwind die van de andere Randonneurs, voor wie snelheid bijkomstig is... Rudi blijkt dé gids bij uitstek om ons, als een volleerde loods, doorheen het macabere Antwerpse Havengebied te loodsen. Hallucinant om te zien, maar geen biotoop om fietsers door te sturen. En dan, plots, uit het niets. De blik op het Museum aan de Stroom en de fiere torens van de wereldhaven. Enige ontroering maakt zich van mij meester. In het café aan de voetgangerstunnel komt de dubbelganger van Tiesj Benoot vragen of hier iets te eten valt. Later zal blijken dat hij zich in de Antwerpse Binnenstad te goed deed aan garnaalkroketten met bruin brood. Hij is jong en moet nog leren dat op tijd eten en drinken noodzakelijk zijn om lang en snel te kunnen randonneren! Cola, koude chocomelk, koffie, dadels, boterhammen met lentesalade, rijsttaarten, één vloeibare gel gekregen van Etienne tijdens de rit naar Geraardsbergen, chocolade- en honingkoekjes, peperkoek, twee zwarte bananen en tenslotte een blonde Chimay aan het eindpunt. Het gaat er allemaal in maar het is nog niet genoeg om de zesduizend verbruikte calorieën terug bij te vullen. De weg tussen Antwerpen en Sas van Gent ligt bezaaid met lekke banden en komt over bekend terrein. Beveren, Vrasene, Sint-Gillis-Waas, Stekene...Even bekruipt mij de lust om de kortste weg naar huis te nemen. 'Dan kan ik morgen, zondag, met de Trappers meerijden', denk ik. Maar dan komt die drang weer boven om de volle driehonderd en zes kilometer rond te maken. Bij het zicht van de eindstreep persen de kopmannen er nog een laatste spurt uit en dan klinken enkele stoere overwinningskreten. Flandrien Freddy wou nog demarreren op brug van Aalter, maar daar moesten we gelukkig niet meer over. Op het moment dat de motor van onze wagen aanslaat komt Anja aangereden. 'We hebben er een gastronomisch ritje van gemaakt', zegt ze zonder verpinken. 'Een broodje en een kreempje in Antwerpen'...Op haar gezicht valt geen enkel spoor van enige vermoeidheid af te lezen. Ik kijk naar mijn groen rugzakje waar naast enkele reservebandjes en een doornat onderlijfje niets eetbaars is overgebleven... Er zijn randonneurs en dan zijn er gazelles. Driehonderd en zes kilometers lijkt een onoverkomelijke afstand op de fiets, maar dat is het niet. Je moet er gewoon genoeg tijd voor nemen, net als voor dit verslag. F.F.
Gepijlde rit van 145 km doorheen de Zeeuwse Polders met start en aankomst in Kieldrecht, grensgemeente tussen België en Nederland en voormalige woonplaats van Theo Middelkamp die in Nieuw-Namen geboren werd. Illustere en zo goed als vergeten Nederlandse renner die ooit een bergetappe in de Ronde van Frankrijk won, zonder dat hij ooit een col van dichtbij gezien had.
BEELDEN Daags na Gisbergen denk ik na over de gereden rit in beelden. Het stukje krantenpapier met op de voorpagina een zegevierende Tim Wellens in de Giro d'Italia. Oud nieuws maar uitstekend op mijn kiekenborst als bescherming tegen de kouwelijke ochtenddauw. Het achterzaaltje in dorpscafé Schuttershof waar de eerste deelnemers zich melden in een kakofonie van sponsorende kleuren. Mark geduldig wachtend op een bankje. De ontsteltenis op onze gezichten die ongedurig worden als blijkt dat we op Ron moeten wachten. Pieter die zich halvelings verstopt achter een broodautomaat. Hij heeft het koud. Patrick, die aan een spooroverweg Freddy bij de schouders pakt. 'Ge staat weer scherp'! Het is een compliment. De stevige tred en de eerste 'bevoorrading' na dik veertig kilometer in Massemen waar Freddy zich ontdoet van arm- en beenstukken. Hilariteit bij de anderen bij het zien van de halve kleerkast die onze Flandrien bij zich heeft. De zon die er maar niet door wil komen. De eerste helling van de dag. Pieter die zich schijnbaar zonder moeite vastbijt in het wiel van geweldenaar Ron. Paul die op alle hellingen in spaarmodus naar boven rijdt. Patrick, The Boss, zij aan zij met Flandrien Freddy die zich niet van enige trots gespeend, naar boven hijst. Iedereen werkt zich hogerop hoewel niemand de zeven sacramenten nog kan opnoemen. De Katholieke kerk kent verschillende sacramenten. Dit zijn zeven heilige handelingen die een katholiek tijdens zijn leven zou moeten uitvoeren.Het Heilig Doopsel, De Heilige Eucharistie, Het Heilig Vormsel, De Huwelijksviering, De Ziekenzalving, De Biecht en de Priesterwijding. Naar hun normen rijden hier zeven verdoemden! De eerste regendruppels boven op de Bosberg die pas in de late namiddag een bui zullen vormen. Peter en Mark die zich te goed doen aan overheerlijke krentenbollen en de verwarde haren van Frank als hij zich van zijn helm ontdoet. Zo ziet hij eruit als hij uit zijn bed komt. 'Freddy mag niet in de regen staan', zegt hij. 'Als hij gaat krimpen schiet er niets meer van hem over!... De soepele tred van Patriek, de lange mouwen van Peter en de ranke figuur van Pieter die komt vragen of hij mij uit de wind moet zetten. De duizelingwekkende vaart na de Congoberg en de halsbrekende toeren van Ron als hij overmoedig de drukke,grote weg oversteekt. 'Volgende week liever geen begrafenissen!. Morbide humor. De laatste bevoorrading waar koffie en cola gedronken wordt tegen democratische prijzen die ze alleen nog in Uitbergen kennen. De plakkerige drinkbus die straks in de afwasmachine zal verdwijnen, de met ketting-vet besmeurde handen. De dreigende druppels die elders een stevige plensbui zullen genereren. Frank zet zich op kop en brengt ons zo goed als droog naar het einde. Afscheid nemen! Hemelvaren op een heilige donderdag. In een flits is het voorbij. 'Het was weer een leuke rit, gasten', schrijft Patrick op het smoelenboek. Aan de onderste buis van mijn fietskader wrijf ik de sporen weg. Het laatste beeld. F.F.
DURE BOL In Hamme drinken we koffie. 'Mag daar een advocaatje bij?' vraagt de dienster vriendelijk. Niet dat we meteen echtscheidingsplannen hebben; maar het mag wel... We bestellen er ineens twee stukjes warme appeltaart met slagroom bij omdat mijn vrouw haar suikergehalte op peil wil houden. Op de kaart merken we dat een stukje appeltaart vijf euro kost. Voor een portie slagroom en een bolletje vanille ijs betaal je twee en een halve euro meer. Omdat het een gewone werkdag is beperken we ons tot slagroom. Als ik de rekening vraag betalen we evengoed de volle pot en dertig cent meer voor het advocaatje... Bij het buitengaan vraag ik aan de dienster toch een klein beetje uitleg... 'Och, daar heb ik niet op gelet', zegt ze met twee grote onschuldige reeën-ogen. 'Ik heb twee keer appeltaart, met alles erop en eraan ingetikt. Terwijl ze haar verontschuldigt loopt ze naar de kassa en geeft ons vier euro terug. In mijn tijd was dat honderdzestig frank maar wie spreekt daar nu nog over? 'Was het voor de rest allemaal in orde', vraagt ze nog. Het was heerlijk en over die twee advocaatjes zullen we het wel op een andere keer hebben. De horeca in Vlaanderen. Altijd een stukje spanning... dc
ZELFPORTRET 'Je kunt toch niet elke dag een foto van jezelf op het smoelenboek posten', zegt mijn vrouw. Zij heeft veel meer zin voor dosering dan ik. Aan de voormalige toegangspoort tot het stadje Aardenburg wil ik al zolang een kiekje in koerskostuum. Mijn kompaan wil liever niet in beeld. 'Ze hoeven niet te weten waar ik ben', zegt hij. 'Zorg dat het torentje er ook op staat!' is mijn enige bekommernis op dit moment. Het is er heerlijk rustig en een zomers briesje klieft door onze laatste schaarse haren terwijl we richting kust rijden. We hebben het gevoel dat we vandaag wel kunnen blijven fietsen. In de namiddag wordt de lucht zwoeler en bij elke stop stijgt de zomerse temperatuur met enkele graden. Boterhammen op de dijk in Cadzand. Cola in de schaduw op een verlaten terras en tussendoor genieten van de natuur in het Meetjesland en het vlakke land aan zee. Wielen ruisen en voor een keer laat de wind het afweten. Het zijn van die zeldzame dagen waarop alles in de beste plooi valt. Rijsttaart en broodpudding in Watervliet, koffie in Hoofdplaat en op weg naar huis het tempo opdrijven omdat we thuis willen zijn waar een verfrissende douchestraal op ons wacht. Kilometers stapelen zich moeiteloos op. 'Vanmorgen was mijn tank nog vol', denk ik...Maar dan laat ik hem langzaam leeglopen want vanavond is er niemand die van mij nog iets verwacht. Het weer kan zomaar opslaan! Hoeveel mensen zouden er vandaag niet met ons willen ruilen? We zouden beter niet teveel koffie drinken als we niet te vaak met een volle blaas aan de kant willen staan. Het zijn gedachten die opborrelen met tussenpozen en als er een zeldzame kasseistrook opduikt geef ik het volle pond... 'Parijs-Roubaix moet een verschrikkelijke koers zijn', denk ik na amper tweehonderd meter. 'Er zijn weinig gevleugelde klimmers die zich ook in de Vlaamse Ardennen thuis voelen', is alweer zo'n voltreffer van Flandrien Freddy. Het zijn van die dagen om in te kaderen. Je zou ze voor altijd willen vasthouden, maar dat kan helaas niet. 'Kabeljauwhaasje met een sausje en puree', klinkt als muziek van Mahler. Smakelijk! F.F.
MONS-CHIMAY-MONS Myriam, mijn lieve vrouw, begrijpt niet waarom ik opsta in het midden van de nacht om in Henegouwen te gaan fietsen, terwijl er hier, vlak voor onze deur, ook asfalt ligt. Buiten staan de straten blank, maar gelukkig is de grootste nattigheid opgedroogd wanneer we om kwart na zeven de start nemen voor een lange rit. Hoeveel km ga rijden, had ze gevraagd, de avond voordien...Honderdvijfentachtig, loog ik, omdat ik haar niet nodeloos ongerust wou maken. Vier graden wees de thermometer in de stad van Elio Di Rupo, die er voor deze 1 mei, picobello bij lag. In de namiddag zou het hooguit tien graden warmer worden. Omdat ik weinig ervaring heb met klimritten in de Ardennen kleed ik mij veel te warm en dat zal mij na iets meer dan halfweg zuur opbreken. De truitjes onder mijn vest zijn doornat van het zweet en omdat ik niet genoeg kan afkoelen rij ik constant met een veel te hoge hartslag. In ons groepje van vier ben ik de zwakste schakel en dat zint mij niet! Normaal moet ik op dit heuvelachtig terrein veel beter uit de verf komen en profiteren van mijn lichtgewicht. Nog voor de eerste bevoorrading rij ik lek. Normaal wordt er geroepen en gewaarschuwd in het peloton bij putten en keien, maar bij ritten van dit kaliber blijkbaar niet. Ik rij tegen hoge snelheid in een hoop stenen en zet voet aan de grond. Mijn vaste kompaan, die iets meer vooraan rijdt, hoort mijn geroep niet en daar sta ik dan te koekeloeren en wat nerveus te knoeien bij het herstellen van het euvel. Twee mannen van de lange afstand, die niet zo gehaast zijn, houden halt en ontfermen zich over Flandrien Freddy, die op dat moment niets heeft van de legendarische, uit de Vlaamse klei gehouwen Flandriens. Even later vallen we op twee West-Vlamingen. Gerry is er 62, zijn compagnon twintig jaar jonger. Laatstgenoemde rijdt puur op kracht waardoor hij bij de beklimmingen zwalpt van links naar rechts. Frank begrijpt geen jota van hun broebeltaaltje, maar gelukkig is Freddy ook van West-Vlaamse markten thuis en zorgt hij voor een simultane vertaling. 'Ik é gein coude meir wéh', is vrij te vertalen als 'Ik heb geen koud meer'. Het landschap oogt als tien geschilderde natuurtaferelen tegelijk. Dit is een paradijs voor fietsers en ook al heeft onze Franstalige medemens de persoonlijke hygiëne niet uitgevonden; ze zijn vriendelijk en behulpzaam als niet één. 'Leef je nog?', vraagt mijn niet altijd begrijpende echtgenote als ze mij ziet binnenkomen, ogen diep in hun kassen. Ze weet dat mijn lijf dergelijke fratsen nu nog aankan, maar dat er een dag komt dat ik mijn vertier hier voor mij deur zal moeten zoeken...Maar voor het zover komt maak ik afspraak met mijn fietsende broeders en zusters in de Hemelse Ardennen! F.F.
CHAOS Toen wijlen mijn moeder dweilde moesten wij in de zetel blijven zitten, de knieën hoog opgetrokken. Ze zette alle meubelen aan de kant, stoelen omgekeerd op tafel en geen enkel vuiltje was veilig voor borstel en dweil. Ze deed het grondig en wij keken toe. Mijn nicht, dochter van haar veel te vroeg gestorven zuster, dweilde ook, maar dat vond ze maar niets. Het stof veegde ze onder de mat, zei mijn moeder, al had ze dat nooit met eigen ogen gezien. De vloer lag er glimmend bij. Als je er durfde op lopen voor hij droog was schoof je gegarandeerd onderuit. Op je rug met kans op een gebroken nek. Dat kwam door de zwarte zeep die ze gebruikte. Het hele huis geurde naar dat goedje. Het duurde eindeloos lang voor alles opgedroogd was en het sein tot spelen terug op groen sprong. Ik herinner mij dat die lichte wanorde mij stoorde en dat ik mij pas terug goed in mijn vel voelde als alles terug netjes op zijn plaats stond. Het gezicht van mijn moeder na de verrichte arbeid blonk net zo fel als de fonkelende tegels. Sindsdien heb ik een hekel aan chaos en noemen ze mij een effen-legger'. Alles wat ik doe gebeurt via een steeds terugkerend ritueel. Mijn moeder en ik hebben meerdere dingen met elkaar gemeen. We dweilen op dezelfde, bijna georkestreerde manier en na het werk drinken we samen een kopje koffie. Alleen de zwarte zeep is achterwege gebleven en ook het huis ruikt nooit meer zo fris als toen. F.F.
SPANNEND Iemand zei: 'Ik zou wat meer avontuur in mijn leven willen...' Wat moeten we ons daar bij voorstellen? De platgelopen paden verlaten? Komen op plaatsen waar je nooit voordien kwam? De Kilimanjaro beklimmen? Fietsen van Brussel naar Parijs? Een avontuurlijk bestaan lijkt mij een hersenspinsel van onze fantasie voorbehouden aan de Kuifjes en de Lucky Luke's onder ons. Het leven van De Rode Ridder lijkt mij ook best wel spannend. Een prachtig nieuw lief of de heuveltjes van Vlaanderen's mooiste ronde bestijgen? Uitdagingen zijn er in alle vormen, maten en gewichten. Spring eens uit een 'vliegmasjien' of hang voor de lol ondersteboven aan een luchtballon. Schrijf je in voor 'Blind getrouwd', 'Temptation Island' of ga te voet naar Compostella. Avontuur is niets voor effenleggers of hokjesklevers als ik. Waar wacht je nog op? dc