Vanmorgen zonnig maar nog steeds vrij
winderig. De wind was wel een beetje gedraaid, zodat ik hem al eens
meer in de rug had. Het zag er allemaal zo mooi uit, overnachten
op de camping waar ik deed en vanmorgen na een paar kilometer de A1
verlaten voor de kleinere P12 die ik zou volgen tot Limbazi. En het
begon ook zo mooi zoals gepland, na een paar kilometer de P12 op ...
alleen werd die, mooie gele route, enkele kilometers verder ineens
onverhard. Een alternatieve route zoeken was niet echt een optie. Het
kon wel, een stuk verder over de A1 en dan een andere gele route naar
Limbazi maar dat zag ik niet zitten. Dus besloot ik om maar te
volharden in het onverhard, ruim 40 Km lang. Uiteindelijk werden het
er slechts 10, daarna werd hij terug geasfalteerd. Ik mag zelfs
zeggen mooi geasfalteerd. Het onverhard was overigens, zoals al eens eerder gezegd, niet overal even slecht maar nergens aangenaam. In Limbazi even rondgekeken en dan
verder over de P9 richting Riga tot Ragana. Op dit stuk zou ik 2
kastelen tegenkomen. Eerst het mij onbekende Igates Pils en daarna
Birini Pils, waar ik wel over gelezen had en de reden waarom ik voor
deze route koos. Beiden doen nu dienst als hotel en in beiden was er
een trouwfeest geweest waarvan de gasten nog aan het vertrekken
waren. Hier zegt men overigens in het engels Castle (kasteel dus)
terwijl men in Estland Manor (landhuis) gebruikte maar in wezen gaat
het gewoon over hetzelfde natuurlijk. Dan in Ragana verliet ik de
richting Riga, dat is voor over een paar dagen. Ik ging eerst
richting Sigulda, waar ik de volgende 2 nachten kampeer in het bos
langs de rivier. Morgen ga ik in de omgeving een rondje fietsen. De
afstand vandaag: 108 Km.
Vanmorgen grijs en winderig, met de
wind die weer de hele tijd op de kop zou staan. Verder was het
vandaag een echte overgangsetappe, niet echt veel aan te zien. Het
begon over de grote weg, de 4. Op kaart lijkt dit een kustweg
maar de zee krijg je van daar niet te zien. Na een goede 30 Km kon ik
verder over een kleinere parallel weg, tussen de 4 en de zee maar ook
hier krijg je hem slechts sporadisch te zien. Precies op de middag
reed ik Latvija terug binnen en even verder moest ik dan terug over
de grotere weg, die hier ondertussen de A1 is. Nog een stukje verder
hield ik dan halt aan de camping net voor Salacgriva. De afstand
was vandaag een bescheiden 75 Km.
Gisteren in totaal 8 fietsers op de
camping, 3 paren en 2 individualisten. Gisteren trouwens nog een leuk
stel tegengekomen, een koppel fietsers met de kleine in een
aanhangwagentje achter vader en met op dat wagentje een kinderfietsje
gebonden zodat de kleine als ze ergens ter plaatse zijn ook een
stukje kan fietsen. Die andere individualist op de camping, een
Duitser (veel Duitsers op de fiets ook), volgt schijnbaar het boekje
Langs het ijzeren gordijn. Een route die, in 3 delen, het
vroegere ijzeren gordijn volgt van in het noorden van Noorwegen tot
aan de Zwarte Zee in het zuiden, opgesteld door een Duitse
politieker. Ik heb dit ook bij maar terzijde geschoven wegens,
volgens mij, totaal waardeloos als gids. Vanmorgen opgestaan met
wind en een grijze hemel, en een kwartiertje later met regen. De
goesting was er daarom niet zo en alles ging wat moeizamer en trager
dan anders, wat dan weer een geluk bleek te zijn want een kleine 2
uur later stopte het en met de hulp van de toch redelijke
temperatuur, de wind en een zwak zonnetje was mijn tentje even later
zelfs praktisch droog om in te pakken. Vanmorgen nog een achttal
kilometer afgekort door een stuk onverhard te nemen richting Padaste
in plaats van de langere weg en een stuk heen en terug naar de Manor
in Padaste, waar veel over geschreven wordt. De Manor doet ook dienst
als duur hotel en restaurant en voor dat geld wordt je er zonder
twijfel goed verzorgd en is het er aangenaam verblijven maar op mij
maakte het geen super indruk. Ik moet daarbij wel toegeven dat het
park nog niet officieel open was om te bezoeken en ik dus slechts een
beperkt onofficieel bezoekje bracht, misschien is mijn indruk dus te
beperkt. Van Padaste was het nog een klein stukje tot aan de boot,
waar ze de aangekomen boot net begonnen te lossen toen ik er aan
kwam. 10 minuten later waren wij al weer op weg en nog 20 minuten
verder was ik terug op het vaste land. Ook hier kon ik nog een
achttal kilometer afsnijden richting Pärnu omdat een kleine witte
weg toch verhard bleek te zijn. Na 74 Km kwam ik terug in Liiva
maar herkende niets van het dorp dat ik vanmorgen verliet, schijnbaar
zijn er hier meerdere Liiva's. En dan kwam ik dus in Pärnu. Het
klinkt zo mooi als Tartu maar heeft lang zoveel niet te bieden. Niet
dat er niets te zien is maar toch niet voldoende om er een dag te
blijven. Dan ging het naar mijn camping, een kilometertje verder aan
de rand van het centrum en langs de rivier. Een camping die
behoorlijk overvol staat. Ze zijn hier behoorlijk aan het puzzelen om
iedereen er op te krijgen. Ondertussen is er nog een Bretoense
fietser aangekomen. Hij is vorig jaar begonnen aan zijn tocht door
Europa, is dan gefietst tot in Praag, heeft daar dan zijn fiets
achtergelaten voor de winter en is in mei terug naar Praag gereisd om
verder te fietsen. Door de 9 Km van gisteren en de zowat 16 Km die
ik afsneed vandaag ben ik uiteindelijk met een gewone 91 Km
toegekomen. Morgen gaat het terug naar Letland en zit mijn
verblijf in Estland er dus op, het enige land dat ik deze reis
slechts 1 keer zal bezoeken en ik moet zeggen dat ik zeer tevreden
ben over mijn verblijf hier. Toen ik op voorhand las dat de Esten
zich meer naar het noorden richten omdat ze vinden dat ze meer
Scandinavisch zijn dan Baltisch stond ik daar nogal sceptisch
tegenover maar nu kan ik ze daar wel in volgen. De taal is alvast
totaal anders dan in Litouwen en Letland en sluit veel meer aan met
Scandinavisch dan met het Slavisch dat men in de beide andere landen
spreekt. Wat ze natuurlijk wel gemeen hebben met hun Baltische buren
is hun recente geschiedenis. Ik heb er hier niet meer over geschreven
maar wat dat betreft zijn de 3 Baltische landen gelijk met hun
drievoudige bezetting (40-41 USSR; 41-44 Nazi Duitsland en 44-91
USSR), de actieve verzetsstrijd tegen deze bezettingen tot ver in de
jaren 50 toen de Soviet Unie de verschillende partizanenlegers
uiteindelijk klein kreeg, de deportaties richting Siberië en
uiteindelijk de nieuwe onafhankelijkheid in 91. In Estland verliep
deze nieuwe onafhankelijkheid wel vredevoller dan bij zijn buren en
dat is dan te danken aan de toenmalige bevelhebber van de Soviet
troepen in Estland die de bevelen vanuit Moskou negeerde en weigerde
zijn manschappen in te zetten tegen de Estse bevolking en er zelfs
mee dreigde zijn artillerie om te keren moesten er andere troepen
gestuurd worden vanuit Moskou. Die bevelhebber was de Tsjetsjeen
Dzhokhar Dudayev, die later de onafhankelijkheidsstrijd in
Tsjetsjenië zou leiden en er president zou worden. In 1996 werd hij
door het Russische leger gedood. De Tsjetsjenen hebben in het
algemeen geen te beste reputatie maar deze ene is in Estland een
held.
Er was gisteren op de camping ook nog
een Duits fietskoppel, vertrokken op 28 april en nog tot eind
september onderweg. Nu onderweg naar Tallinn en dan de boot naar
Helsinki. Ik schat ze een ietsje ouder dan mezelf en veronderstel dat
zij wel vroeg op pensioen zijn mogen gaan. Verder waren het weer
allemaal Finnen. Gisteren ook nog geleerd dat de bijlage aan mijn
rijstschotels eigenlijk soepen moeten zijn, of eigenlijk de avond er
voor al maar gisteren bevestigd gezien. Ik heb hier goede bokaaltjes
van een kleine 500 gram gevonden die perfect bij rijst smaken. Omdat
eergisteren, aan dat haventje, de prijzen zo goed meevielen heb ik
nog eens uit gegeten en toen bleek dat de soep die ik bestelde
precies dezelfde naam had als mijn recentste aankoop voor bij de
rijst. Gisteren heb ik dan eens goed op het etiket gekeken en blijkt
dat je ze eigenlijk inderdaad moet opwarmen met een halve liter water
voor een portie soep voor 4 personen. Ik zal ze echter blijven
gebruiken bij mijn rijst want zo zijn ze ook heel lekker. Vandaag
dan, het weer was alvast mooi zonnig en warm met af en toe wat sluier
bewolking en een fris windje. De route was vandaag voorzien om
gewoon over de 10 te gaan maar onderweg besliste ik om af te wijken
over een kleiner baantje dat volgens een lokaal toeristisch kaartje
ook verhard bleef en niet veel langer was. Niet dat de 10 super druk
was maar het alternatief was alvast nog een stuk rustiger. Onderweg
passeerde ik langs hier een grote orthodoxe kerk, ergens in een bos
langs de kant, en in Pöide bracht ik een bezoek aan de Heilige Maria
kerk., gebouwd in de 13° eeuw. Ze ziet er een beetje uit alsof ze
gebouwd is als een fort maar dat is waarschijnlijk omdat ze gebruikt
werd als hoofdkwartier van het Duitse Ridderschap van het Zwaard.
Doorheen de geschiedenis hebben schijnbaar steeds 4 grootmachten
gestreden voor de macht over Estland: de Duitsers, de Zweden, de
Denen en de Russen. Tijdens een opstand werden de Ridders gedurende 8
dagen belegerd in de kerk. Toen hun Estse belegeraars hun beloofden
geen zwaard te zullen heffen als ze zich overgaven, gaven de Ridders
zich over. Trouw aan hun woord, en met enige zin voor sarcasme,
stenigden de Esten hierop de Ridders tot de dood. Momenteel wordt de
kerk gerestaureerd maar blijft ondertussen wel dienst doen, misschien
ook best want ik denk dat de restauratie een werk van lange adem (en
budgetten waarschijnlijk) gaat worden. Mijn bestemming lag vandaag
op een derde eiland(je) Muhu. Geen boot echter deze keer, ze hebben
hier een dijk met een weg aangelegd om de verbinding te maken. De
omgeving voor die dijk was schitterend, mijn camera (of de fotograaf)
schoot tekort om het echt recht aan te doen in de foto's. Op Muhu
ging het eerst naar Koguva, een dorp waarvan men zegt dat het echt
bijzonder is. Volgens plan zou ik daar ook kamperen maar op een
plannetje aan het einde van de dijk zag ik dat er nog 2 geschikte
mogelijkheden waren om te kamperen en ik besliste om minstens tot de
eerstvolgende, verderop op de route, te gaan. Morgen belooft een
lange dag te worden en dat zijn alvast enkele kilometers minder voor
morgen. Toch wou ik eerst eens gaan kijken naar dat dorp. Ik had me
de moeite kunnen besparen, ik vond er niks aan. Alweer 12 km die ik
niet nodig had. Uiteindelijk deed ik van in het dorp nog 9 Km tot
aan de camping in Liiva. Het totaal kwam vandaag op 79 Km. Morgen
terug naar het vaste land, met de boot.
De wind was vanmorgen wat gaan liggen
maar verder was het grijs en kil. Tegen dat ik op Saaremaa aan kwam
was de wind, voor de fietser, toch al weer goed voelbaar maar net als
gisteren was het voordeel dat die verdomde wind de, soms behoorlijk
dreigende, wolken weer over blies. In de namiddag klaarde het zelfs
volledig op en werd het nog behoorlijk warm. Ik was al een paar
dagen zonder hartslag onderweg dus heb ik gister avond maar een
nieuwe batterij gestoken, in mijn hartslagmeter (borstband) dus. En
vandaag had ik mijn hartslag weer netjes terug, tenminste Bryton kon
hem weer netjes vinden. Niet dat het veel uitmaakt maar het is leuk
om te weten. Vanmorgen was het dus vroeg dag voor mij. Het nadeel
van het vaarschema, en deze vaarde maar drie maal per dag, te kennen
is dat je goed op tijd wil zijn. Dus ruim op tijd opgestaan en met
een beperkt ontbijt rustig, zonder stress, op weg naar Soru om daar
bijna drie kwartier op voorhand aan te komen. De accommodatie van
Soru heb ik niet kunnen inschatten, die ligt een beetje verder in
het centrum en ondanks de tijd die ik had ben ik ze niet gaan
opzoeken. Eens aan boord heb ik dan mijn tweede ontbijt genomen. Aan
de overkant ging het eerst naar de Angla Windmolen Heuvel,
tenminste ik passeerde er sowieso omdat hij vlak naast de weg ligt
maar het zou ook anders een bestemming geweest zijn. Er staan op die
heuvel 5 windmolens op een rij, 4 in klassieke lokale stijl en 1 in
Hollandse stijl. Je zou dan denken dat ze hier verzameld zijn als een
soort Bokrijk maar dat blijkt niet het geval. Deze heuvel heeft
schijnbaar de meest geschikte ligging voor windmolens in de buurt. In
(tax-) documenten uit de 16° eeuw wordt in verband met het dorpje
Angla gesproken over 19 boerderijen en 12 windmolens, waarvan 9 op
deze heuvel. De nieuwste is de Hollandse die in 1927
gebouwd werd door een wat rijkere boer, de oudsten van de huidige nog
resterende 5 dateren uit de 19° eeuw. Het verschil tussen de
Hollandse en de anderen is, naast uiteraard zijn grote, dat de
anderen volledig om hun as gaan om in de wind te draaien terwijl bij
de Hollandse alleen de top ronddraait. Verder is de Hollandse vanwege
zijn grootte natuurlijk ook krachtiger, waardoor hij meer werk kon
verzetten en zo de andere molenaars behoorlijk onder druk zette. De
meeste molens bleven in gebruik tot in de oorlog. Na de oorlog,
tijdens de Soviet bezetting met zijn collectieve boerderijen, werden
ze niet meer gebruikt en raakten ze in verval. Op het einde van de
vorige en het begin van deze eeuw werden deze 5 resterende dan
gerestaureerd. Na mijn bezoek aan de molens en het kleine
bijhorende museum nam ik in de cafetaria mijn derde en beste ontbijt
van de dag. Ik dacht gelezen te hebben pannekoek met kaas en jam maar
blijkbaar moest het zijn met kaas en ham. Ik heb bij mijn vertrek
vergeten te controleren of zij fout geschreven of ik fout gelezen
heb. Hoe dan ook het was een stevige pannekoek met kaas en ham en
daarlangs een behoorlijke slaatje van tomaat en komkommer. In België
denken wij in de eerste plaats aan zoete pannekoeken maar ook deze
was echt lekker. Daarna ging ik eerst even 2 Km uit de richting, naar
het 14° eeuws kerkje van Karja. Het opvallendste aan het kerkje,
naast dat er geen toren bij is en dat ze wel erg stevig gebouwd is,
is een gravure boven een zijdeur met daarop de kruisigingsscene met
Jezus en de 2 rovers. De ziel van de berouwvolle rover komt uit zijn
mond en wordt bij de hand genomen door een engel, die van de andere
rover komt eveneens uit zijn mond en wordt begeleid door de
duivel. Dan ging het verder naar Kali en zijn meteoor krater. De
meteoor zou zo'n 4.000 jaar geleden ingeslagen zijn en heeft daarbij
een serieuze deuk achter gelaten, ruim 100 meter diameter en 22 meter
diep. Er zijn in de omgeving ook nog 8 kleinere kraters van de
brokstukken maar die heb ik niet opgezocht. Daarna ben ik nog
eens afgeweken van de direkte route om een stronghold te gaan
bekijken. Strongholds zijn gewoonlijk pre-middeleeuwse versterkingen,
gemaakt van aarde en hout waardoor er gewoonlijk niet echt veel te
zien is maar aangezien het niet ver omrijden was ... De lokale
verantwoordelijken vonden er echter ook niet veel aan te zien en
hebben hem niet aangeduid vanaf de weg, ik heb dus niets gezien. Dat
waren een paar kilometer die ik me had kunnen besparen. Het
uiteindelijke doel van vandaag was Kuressaare, een stadje met onder
andere ook een Bisschoppelijk kasteel maar na dat van Haapsalu valt
dit toch een beetje tegen. Het stadje zelf leek wel behoorlijk mooi.
De afstand van vandaag was 91 Km. Na dat ik me geïnstalleerd had ben ik
nog even, zonder bagage, naar een winkel gereden voor wat inkopen,
het is toch telkens weer aanpassen om een keer zonder bagage te
fietsen.
Het is gisteren uiteindelijk toch nog
opgeklaard, zodanig dat ik er aan dacht om naar de zonsondergang te
gaan kijken. Tegen 9 uur zag ik het echter terug overtrekken en dan
ben ik maar wat vroeger nog eens naar het strandje gewandeld. En
tegen dat ik een half uur later in mijn slaapzak kroop, vielen de
eerste druppels van de zachte regen waarmee ik in slaap viel. Om dan
vanmorgen weer wakker te worden met een blauwe hemel, met een blauwe
hemel maar ook met een pittig windje die, hoe ik ook keerde of
draaide, steeds op de kop leek te staan. Een windje dat ook al snel
wat wolken meebracht, die soms behoorlijk grijs waren maar die ook
voldoende gaten lieten voor enkele zonnige foto's. En een windje dat
ook al die wolken weer over blies, ook die grotere grijze van na de
middag. Vanmorgen ging het eerst terug naar de weg, dan terug
naar de grotere weg en dan verder rond het eiland. Na 25 Km
sloeg ik wel af voor een extraatje van een 50 Km om nog twee
vuurtorens te gaan bekijken. Daarna ging het verder tot Emmaste, waar
ik voor een keuze stond. Ofwel 6 Km zuidwaarts naar Soru, waar ik
morgenvroeg moet zijn en waar in principe wel een of ander hotel of
guesthouse moet zijn, ofwel een Km of 15 terug noordwaarts, waar ik
enkele campings zou moeten vinden. Ik koos uiteindelijk voor het
tweede. De kilometers bleven echter oplopen en ik kwam maar niet dat
kruispunt tegen waar ik rechtsaf moest. Uiteindelijk kwam het
natuurlijk toch en hier nam ik de eerste de beste gelegenheid om een
plaatsje te vragen, in dit geval aan een klein jachthaventje in
Orjuka. Ze hadden er wel een bordje met een caravan staan maar er
stond geen tentje bij, het bleek echter geen probleem en zo sta ik nu
in het gras naast de cafetaria van het haventje. Bij het opstellen
van mijn tentje speelde wel die wind me wat parten. Ik maakte dan ook
twee grote fouten: 1. in geval van wind je tent altijd opstellen met
de achterkant naar de wind, ik was fout begonnen maar heb het, met een
beetje moeite, wel kunnen corrigeren; 2. in geval van wind sta je,
indien mogelijk beter achter de cafetaria dan er naast. Het werden
uiteindelijk 19 Km van Emmaste tot hier, tot de verwachtte campings
is het nog wat verder. 19 Km plus nog eens 6 Km verder tot Soru maakt
dus 25 Km, die ik moet gedaan hebben voor 8 uur morgen vroeg. Om 8u15
vertrekt de eerste boot naar het volgende eiland, Saaremaa, en die
wil ik nemen en liefst iets minder spannend dan gisteren. De
totale afstand was vandaag 115 Km. Ik had ook wat kunnen afsnijden
door over het eiland te gaan in plaats van er rond maar alles wat
in land gaat wordt op een bepaald punt onverhard en dan doe ik liever
enkele kilometers meer. De eerste 2 foto's zijn dus van gisteravond op de camping.
De camping gisteren was een beetje
minder klein dan ik dacht, er was nog een stuk achter de hoek. Daar
moeten nog minstens één Duitser en één Zwitser gestaan hebben, de
gastvrouw houd eraan om de vlaggen van de landen waarvan ze gasten
heeft uit te hangen en naast de Belgische en de Finse hing er dus ook
nog de Duitse en de Zwitserse. De lucht was vanmorgen zwaar
bewolkt. Al vlug na mijn vertrek werd ik weer verrast door een
ruïne, deze keer van een of ander landhuis. Ze worden schijnbaar
niet allemaal gerestaureerd of misschien was ze van minder belang. Er
stond een plakkaat midden op een grasveld maar ik ben niet gaan
kijken. Om 8u30 kwam ik aan bij Rohuküla en was daarmee,
letterlijk, nog net op tijd om mijn boot, naar het eiland Hiiumaa, te
halen. Ze waren klaar om de oprit te sluiten. Een foto meer of toch
even gaan kijken naar dat plakkaat en ik zou hem gemist hebben. Ik
had trouwens geen flauw idee van het vaarschema, alleen dat hij een
paar keer per dag vaarde. Ik had onderweg al wel bedacht dat 8u30
of 9 uur wel een valabel tijdstip zou zijn om een eerste keer af te
varen. Vandaar dat ik ook even wat steviger doorduwde toen ik hem een
eindje verder zag liggen, ook dat heeft dus nog even geholpen. Nu,
anders had ik een paar uur gewacht op de volgende. Alleszins had ik
een uur en een kwart om tot rust te komen, de tijd die hij nodig had
om de 22 Km te overbruggen. Op de boot zat trouwens nog een vrij
grote groep fietsers, met minstens een aantal Amerikanen erbij.
Althans, ze droegen fietskledij maar ik had op het dek geen andere
fietsen gezien. Bij het aanmeren zag ik dan een grote bus met een
bord met bike tours achter het venster. Het is dus een rondreis
waarbij gedeeltes gefietst worden, zoals ikzelf tenslotte ook doe in
ver weg bestemmingen. Alleen gebruiken wij gemiddeld wat
kleinere transportmiddelen, naast de fietsen. Ik had gelezen dat
Hiiumaa een microklimaat heeft en dat het er altijd merkbaar warmer
is dan op het vaste land. Niet zo vandaag, was het op het vaste land
nog bewolkt en, redelijk, warm dan was het hier gewoon bewolkt en
fris. En even nadat ik op het eiland beland was begon het er ook nog
te regenen. Er was regelmatig wel een sprankeltje hoop met de wat
lichtere lucht aan de horizon maar die lichtere lucht is telkens mee
blijven opschuiven. Het is eigenlijk de hele tijd wisselend blijven
regenen, wisselend en dus ook af en toe een kleine onderbreking. Mijn
goede zomer van de afgelopen weken lijkt wel degelijk even
opgeschort. Op het eiland ging het richting Malvaste maar toen ik
het pad naar de camping zag ben ik het eerst nog even voorbij
gereden, om een eind verder naar de vuurtoren te gaan kijken. Bij de
vuurtoren staat ook weer een monument ter herinnering aan de ramp met
de Estonia. Het ziet er een beetje raar uit maar zou zo gemaakt zijn
dat wanneer de wind uit dezelfde richting en met dezelfde kracht
waait als die bewuste dag de bel zou luiden. Vandaag was dat
duidelijk niet het geval maar het moet raar zijn wanneer die bel
belt. En toen ik aan de vuurtoren verder ging was de laatste
onderbreking van de regen voorbij, nog fijn dat ik tenminste nog
eerst wat foto's mocht nemen. Deze keer nam ik het pad dus wel en
kwam, behoorlijk nat, op mijn camping aan. Deze kant van Estland is
duidelijk meer toeristisch, niet alleen te zien aan het groter aantal
vreemde nummerplaten maar ook aan de prijzen. Terwijl de gangbare
prijs tot dusver 4 á 6 was, dan doet deze met 10 niet veel
onder voor deze van gisteren. Die van vandaag is echter echt wel
mooi, moest het mooi weer zijn ik zou kunnen genieten van deze
camping. Overigens kan je tegenwoordig ook het internet niet meer
geloven. Volgens mijn gastvrouw zei het internet dat het niet zou
regenen. De afstand was vandaag 65 Km.
Vandaag wat wisselend bewolkt met een
fris windje, tegen. Het vertrek was simpel vanmorgen, van aan het
hostel 2 maal rechts en volgen maar. Een 12 Km over de 8 om dan over
te gaan op de 17 en te eindigen op de 9. Het was moeilijk op gang te
komen vandaag en de tegenwind hielp natuurlijk ook al niet. Niet dat
het een sterke wind was maar toch wel voelbaar. Het leek vandaag
ook zo'n typische overgangsetappe te worden, mooi om te fietsen
maar niets extra te zien. Alleen een oversized kultuurhuis in
Keila, oversized ten opzichte van de grootte van het plaatsje. En dan
na zowat 50 Km staat er een wegwijzer naar Padise klooster op 200
meter. 200 meter is ook niets en dus ga je maar eens kijken en dan
kom je ineens terecht bij de ruïne van een klooster uit de 14°
eeuw. En vlakbij het klooster stond nog een mooi landhuis dat nu
dienst doet als hotel / restaurant. Daar kan een mens dan toch weer
50 Km verder. Na die 50 Km verder kwam ik aan in Haapsalu. Ook
hier is de grootste blikvanger een ruïne, in dit geval van een
bisschoppelijk kasteel uit de 13° eeuw. Verder ben ik ook nog even
over de promenade gelopen, alvorens nog een stukje verder te rijden
tot aan mijn camping. Een kleine en leuke maar vrij dure (10,50 )
camping, waar ik omringd ben door Finnen. De teller stopte vandaag
op 107 Km. De foto van het kultuurhuis heeft uiteindelijk de selectie niet gehaald.
Een van de weinige niet russisch
sprekers in de hostel was een Duitser die met de fiets onderweg is
naar Finland. Hij nam vanmorgen de boot naar Helsinki en zal daar
zien waar en hoever hij gaat. De bedoeling is alleszins tot Rovaniemi
te fietsen, op bezoek bij de kerstman dus. Vanmorgen wakker
geworden met het geluid van stevige regen. Het is dan wel vrij vlug
gestopt maar wel de hele dag grijs en kil gebleven. Zit mijn goede
zomer er voorlopig op? Vanmorgen dus verder rondgewandeld, met de
nadruk op verder. Eerst gepasseerd langs de opera, mooi klassiek
gebouw maar voor de fotograaf tamelijk verstoord door tram- en
trolleylijnen. Daarna ook gepasseerd langs de KGB, in hotel Viru.
Toen dit hotel in 1972 gebouwd werd was het de eerste hoogbouw in
Tallinn en de place to be voor buitenlanders, letterlijk dan
want het was de enige plaats waar buitenlanders mochten logeren. Dat
maakte het voor de KGB, die een verdieping permanent voor zichzelf
gereserveerd hielden, gemakkelijk om iedereen in het oog en het oor
te houden: gasten, personeel, bezoekers, ... Het hotel is nog steeds
operationeel en heeft nu op het KGB-verdiep een museum maar het is
vrij duur en op afspraak, en die had ik dus sowieso niet. Daarna
ging het een behoorlijk eind verder naar Kadriorg, een groot park
gebied even buiten het centrum. De grootste blikvanger in het park is
Kadriorg Paleis, door Tsaar Peter de Grote, na zijn verovering van
Estland, gebouwd (besteld) voor zijn vrouw Catherina. Er zou 18 jaar
aan gebouwd zijn, van 1718 tot 1738. Ondertussen verbleef Peter
tijdens zijn bezoeken aan Tallinn in een veel bescheidener, simpel
huisje wat verderop. Jammer genoeg is het paleis momenteel
gedeeltelijk in plastiek ingepakt wegens renovaties. In de jaren 30
deed het paleis dienst als presidentiële residentie. In 1938 werd in
de tuin van het paleis een apart paleis gebouwd voor de president.
Dat paleis wordt nu door de president, en zijn gevolg, gebruikt als
werkplaats, hij resideert er echter niet. Daarna ging het terug
naar de oude stad. Net als in Krakow moet je, als je even het
massatoerisme terzijde laat (we willen allemaal die mooie plaatsen
bezoeken maar hebben liever niet dat teveel anderen dat terzelfder
tijd doen ), toch wel toegeven dat het een indrukwekkende plaats is. Ook stil word je wel even bij een monument net buiten de wallen.
Een monument met onder andere enkele honderden namen op, slachtoffers
van de ferrie Estonia die in 1994 in de Baltische zee verging.
Vlakbij, net binnen de stadsmuur, is er ook een plaque ter ere van de
leden van de Britse Navy die het leven lieten tijdens hun steun aan
de onafhankelijkheidsoorlog van 1918 1920. Ook de Britten hadden
dus nog niet gedaan met vechten aan het einde van WO I. Als ik me
goed herinner waren de Duitsers na 1918 ook nog steeds in gevecht met
de Denen over betwiste gebieden. Eigenlijk was die WO I nog niet erg
gedaan in 1918. Op de weg terug bracht ik ook nog een bezoekje
aan Linda, de treurende weduwe van Kaliev. Volgens de plaatselijke
legende is Toompea, de heuvel waarop een gedeelte van de oude stad
ligt, de grafheuvel die Linda liet maken voor Kaliev, de
legendarische eerste leider van de Esten.
Vandaag niet echt veel te zeggen,
bezoek aan Tallinn. De stad waar misschien wel de hoogste
verwachtingen aan verbonden waren, samen met Krakow. Maar ik heb ook
een beetje dezelfde gevoelens als Krakow de eerste dag. Het is
allemaal schitterend maar hoge verwachtingen zijn moeilijk te
voldoen. Bovendien is het, ook weer net als Krakow, allemaal super
toeristisch, met hier dan nog als extraatje de aangemeerde
cruiseschepen. Het gevolg van dit alles is dat de prijzen naargelang
zijn. Ook wordt je hier veel aangesproken door personeel van
restaurants om je als klant te ronselen. Alleen mijn overnachtingen
zijn echt goedkoop, 11 per nacht in een stad als Tallinn. Veel
meer dan een bed, douche, wc en minimale kookfaciliteiten wordt er
echter niet voor geboden. Oh ja, het gebruik van de wasmachine
gisteren was gratis. Toch is de stad echt wel een bezoekje waard.
Veel van de middeleeuwse omwalling en zijn torens staan nog of terug
recht. Ook binnen de muren is de oude stad erg mooi gerestaureerd,
met veel grote handelshuizen en dergelijke. Het is wel dikwijls
moeilijk in beeld te krijgen omdat het allemaal zo dicht op elkaar
staat. Buiten het centrum zie je veel houten huizen maar dikwijls
behoorlijk groot, goed onderhouden en erg kleurrijk, ook best mooi
vind ik. Het weer was vandaag terug erg mooi, aangename
temperatuur met van omstreeks de middag wisselende
bewolking. Morgen gaan we verder rond.
Het plaatsje Kamsu, waar ik dus
overnachtte, staat bekent als het kapiteinsdorp. Van 1884 tot
1931 was hier een zeevaartschool gevestigd die zeekapiteins
uitspuwde. Op een bepaald moment zou er in elke familie in het dorp
minstens één kapitein geweest zijn. Nu is daar nog weinig van te
merken, tenzij misschien dat de houten huizen hier meestal wat groter
en mooier zijn dan gemiddeld. Hoewel ze waarschijnlijk niet meer uit
die tijd stammen. Mijn plannen toen ik gisteren Toila verliet was
dus om te fietsen tot Ama, een kleine 40 Km minder dan ik er
uiteindelijk deed. Vandaag zou ik dan een, relatief klein, toertje
rond fietsen in de streek en eindigen in ... Kamsu, precies waar ik
gisteren uiteindelijk terecht kwam dus. Morgen zou ik dan van daar
gewoon naar Tallinn fietsen. Maar plannen lopen niet altijd zoals
gepland (ik had die tweede nacht in Toila tenslotte ook al niet
gepland, dan hadden dingen dus nog anders verlopen), dus heb ik
nogmaals een en ander aangepast. Ik keek ondertussen toch wel uit
naar Tallinn en mijn kleren waren ook dringend toe aan een stevigere
wasbeurt. Ik heb enkele uitersten van het toertje geschrapt en,
naast de passage van Kamsu en Vorsu, de essentie overgehouden, met
name de bezoeken aan Sagade en Palmse Manor (Palmse waar ze me
gisteren niet moesten hebben dus. Deze landhuizen, er zijn er nog wel
meer in de streek, dateren gewoonlijk uit de 18° eeuw en werden bij
de onafhankelijkheid van 1920 genationaliseerd. Bij de vernieuwde
onafhankelijkheid werden velen gerestaureerd en zijn nu te
bezichtigen. Daarnaast hebben ze dikwijls nog andere functies. Bij de
beide ik bezocht horen een hotel en een guesthouse. In Sagade huist
ook het staats bosbeheer en hun school en een bosmuseum over het
bosbeheer en de fauna en flora in de streek. Palmse is meer klassiek
met, naast het hotel en guesthouse, het toeristisch bureau voor de
streek, een souvenirshop, een taverne, ... Beiden waren zeker hun
bezoek waard. In Palmse moet er trouwens iemand geweest zijn die al
iets langer onderweg was dan ik. En van Palmse ging het dan
richting Tallinn, de weg nr 1 vermijdend. Lange tijd is het me gelukt
maar op het einde werd het een puzzel om hem te blijven mijden dus
heb ik toch maar toegegeven. Aangenaam was het niet, het is als
fietsen op een autosnelweg, maar het kan wel. Ik was hem ook al wel
eens overgestoken en er zijn ook bushaltes op. Zo kwam ik dus in
Tallinn terecht waar ik het Noord Hostel opzocht en daar ontvangen
werd door de Russische Olga. Ook de voertaal van de gasten is
gemiddeld russisch en het supermarktje even verder ook al. Ik geloof
dat ik in de Russische wijk van Tallinn terecht gekomen ben. Mijn
kleren hebben ondertussen hun dringende beurt gehad alleen ... bleek
dat ze geen droogkast hebben. Gelukkig lig ik, voorlopig toch, alleen
in een grote kamer wat ik heb nu overal was te drogen liggen en
hangen. Met eerst mijn bezoekjes te doen en dan ineens verder te
gaan naar Tallinn werd het toch weer een vrij lange dag met 110
Km. En dan ben ik het weer nog vergeten. Vannacht heeft het wat
geregend maar bij het opstaan waas het droog, wel waren aan de
overkant van de baai de wolken donkerder en kon ik zelfs wat gerommel
horen. Voor mij bleef alles beperkt tot wat lichte regen, en pas na
mijn vertrek. Mijn tentje heb ik dus netjes droog kunnen inpakken. De
lichte regen was wel net hard genoeg om mijn regenjasje aan te
trekken, tot na mijn bezoek aan Palmse. Toen was het al even gestopt
en zag het er wat meer belovend uit. Ik had nog wel af en toe wat
gedruppel maar niets meer om mijn jasje bij aan te trekken, tot bij
het naderen van Tallinn. Toen werd het weer even wat dreigender en
iets feller regenen maar dramatisch werd het niet. In Tallinn houd
ik de volgende 2 dagen fietspauze, ze zijn welkom na 5 toch wel vrij
stevige dagen op een rij, om de stad te bezoeken.
Met dat pintje is het niets geworden
gisteren. Ik wou mijn pintje, eigenlijk in blik, niet te vroeg kopen
om het niet warm te laten worden maar had er niet op gelet dat het
winkeltje maar open was tot 8 uur en tegen dat ik met alles klaar
was, was het 8u30. Het is dus bij koffie en een koekske
gebleven. Vandaag: zonnig en warm, heel warm. Ik hoorde vanmiddag
soms het asfalt onder mijn wielen ploffen als
bolletjesplastiek. Gedurende 25 Km kon ik de weg nr 1 ontwijken
vanmorgen. Mooi langs de kust over degelijk asfalt. Op dit stuk
passeerde ik ook Estlands hoogste waterval maar de poort naar het
kijkplatform was gesloten, schijnbaar al een tijdje. Nu, in de
huidige omstandigheden was het ook met moeite een waterlek in plaats
van een waterval. Ik had de 1 ook nog verder kunnen ontwijken als ik
de fietsroute gevolgd was maar die ging verder over het grint en daar
had ik even genoeg van. Na 25 Km ging ik dus op de 1 om 6 Km verder
terug een zijweggetje te kiezen en netjes voorbij de grindweg terug
op de fietsroute uit te komen, voor nog eens 7 Km. Daarna ging het
weer even terug over de 1 om hem dan voor langere tijd te verlaten,
in eerste instantie richting Kunda. Maar niet na eerst nog een vroege
lunchstop gemaakt te hebben en mijn watervoorraad aan te vullen, het
was nodig vandaag. In Kunda zelf was er niet veel te zien, buiten de
gelegenheid om wat inkopen te doen en nogmaals water aan te vullen en
eens iets frisser te drinken. Hier ontmoette ik een Duitse fietser
die vertrokken was vanuit Sint-Petersburg. Gisteren in Narva stond ik
trouwens maar op een stevige dagrit naar Sint-Petersburg. Na mijn
inkopen had ik even wat moeite om het juiste spoor te vinden maar
uiteindelijk lukte het wel. Het doel van mijn omleiding was de
kasteelruïne van Toolse, een 13° eeuws kasteel dat destijds gebouwd
was voor de strijd tegen de piraten. Daarna ging het over kleine
baantjes terug naar de 1. Na een kleine 100 Km bereikte ik die om dan
de laatste 20 Km naar mijn camping in Ama af te leggen. De camping
die, volgens betrouwbare bron (ACSI, de internationale
campingfederatie) langs de 1 gelegen was en daar goed aangegeven
stond. Alleen hebben ze ondertussen van dit stuk nr 1 een
viervaksbaan met middenberm gemaakt en was er niets aangegeven. Toen
ik uiteindelijk, even voorbij waar Ama moest liggen, van de 1
afgeraakte stond daar wel een andere camping aangegeven daarheen dus.
Wat ik daar vond was een goed draaiende eetgelegenheid, waaraan men
nog stevig aan het verbouwen was. Ik dus aan de toog netjes op mijn
plaats afgewacht om te informeren naar de camping, hoewel ik niet
veel verwachtte op een bouwwerf. Het kon toch, voor 35 voor een
tent. Ik viel nog net niet achterover en vroeg bevestiging, die ze me
schriftelijk op een papiertje gaf: 35 . Geen foutje in de
vertaling of met een komma, de prijs was definitief. Ik dus terug
naar buiten en daar aan een paar van hun gasten gevraagd of zij de
weg naar Ama wisten. Ama moet een klein plaatsje zijn want er kwamen
telefoon-gpsen aan te pas, maar ze verwezen me verder. Even verder
aan een paar wegenwerkers maar om bevestiging gevraagd maar zij
moesten ook het antwoord schuldig blijven tot er eentje op basis van
mijn kaart, waar het plaatsje wel degelijk op vermeld staat maar waar
ook nog de oude 1 op staat, kon bevestigen: verder door gaan en
dan 2 x rechts. Bij de eerste maal rechts kwam ik terug op de 1 maar
in de andere richting. De 2° keer rechts was een klein spoortje. Ik
ben een eindje gaan kijken maar zonder wegwijzer vond ik het zinloos
om door te gaan. Ik veronderstel dat het hier vroegen wel zou kunnen
geweest zijn maar dat de kleine camping, werd ook door ACSI gezegd,
ten onder gegaan is aan de nieuwe weg. Dan maar terug de 1 in de
andere richting, de richting Tallinn dus, en naar dezelfde afrit als
de eerste keer. Ik had daar ook gezien dat Palmse maar 7 Km was.
Palmse Manor was mijn eerste doel voor morgen en van de Planet wist
ik dat daar ook een guesthouse bij was. Even voor Palmse was er een
restaurantje waar ook camping en caravaning stond afgebeeld maar het
antwoord op mijn vraag was negatief. Even verder, bij Palmse Manor:
de poort naar het guesthouse, in een van de bijhuizen, was gesloten,
even verder bij de hoofdingang gaan informeren. Zij bevestigde de
ligging van het guesthouse en ik kon over het terrein verder. Bij het
guesthouse was alles gesloten, terug naar de hoofdingang dus. Zij kon
wel even de verantwoordelijke bellen. Na enkele pogingen kreeg ze
antwoord maar er waren geen gasten en voor 1 persoon konden ze ook
niet komen open doen. Er was aan de andere zijde van de Manor ook nog
een hotel. Eerst terug naar het guesthouse om mijn fiets te halen,
het leek me eerder makkelijker om die alvast daar te laten, en naar
het hotel.. Dat was echter net even buiten mijn prijsklasse. Maar ik
wist dat er een eind verder, terug aan zee, nog wel een paar
plaatsen met een camping waren, nog maar verder dus. Gelukkig bleef
het nog wel droog want het was al een tijdje behoorlijk dreigend.
Natuurlijk kreeg ik dus toch wat gespetter maar al bij al viel het
nog mee, ten opzichte van de dreiging die er soms was. Uiteindelijk
kwam ik terecht, letterlijk aan het einde van de straat, in
Kamsu. Met al deze fantasietjes kwam mijn rit vandaag uit op 150
Km. Ook mijn plannen voor morgen zijn nu enigszins in de war. Ik
moet een en ander nog herzien, misschien kom ik wel een dag vroeger
in Tallinn. Terwijl ik aan de grote, overdekte tuintafel zat te
koken kwam er een Oostenrijks koppel toe die hier met auto en tent
staan en de andere helft van de tafel in gebruik hadden. Dit leidde
tot een mooi gesprek en tot een mooie geste van de man, die mij een
biertje aanbood. Ik had eerst beleefd willen bedanken maar de
verleiding was te groot, waardoor zij zelf, tot mijn chaamte, een
ander blikje deelden. Ze hadden net inkopen gedaan, ook geen koel
mogelijkheden en dus slechts 2 blikjes gekocht voor vanavond .
Zonnig en warm vandaag, heel warm (28,8
gemiddeld en 38 maximum, volgens Bryton). Ik heb me vandaag zelf
wat onverhard opgelegd, ik besloot de kustweg te volgen tot
Sillamäe. Ik moet wel zeggen dat hij van behoorlijke kwaliteit was,
anders was ik misschien omgekeerd. Naar het einde toe werd hij wel
stilaan slechter en onaangenaam, alleen ... het echte einde zou ik
niet bereiken. Een stuk voor Sillamäe begint de industrie en
daarvoor moest de weg een eerste keer wijken, van de goede onverharde
over op de slechte in een spoor langs de omheining van een
olie(?)opslag. En een eind verder was er ineens een draad gespannen
over dat spoor. Er was wel een optie om een bermpje op te klauteren
en door het gras verder te ploeteren maar ik besloot om te passen en
terug te keren, ook dat hele eind over dat slecht spoor dus. Na een
paar kilometers terug was er een optie om de fietsroute te volgen, in
Estland zijn er grote fietsroutes afgepijld maar ze gaan er daarbij
van uit dat iedereen met een onbepakte mountainbike rijdt. Dat spoor
zag er echter al even triest uit als dat langs de omheining, reden
waarom ik ook de eerste keer de fietsroute niet gevolgd was, en ik
besloot om nog maar een eind verder terug te keren tot waar ik een
asfalt baantje gezien had. Een asfalten zijbaantje dat uitkomt op een
onverharde hoofdweg die een eind verder dood loopt!? Uiteindelijk ben
ik zo'n 6 Km teruggekeerd. Via dat zijbaantje kwam ik terug op de
weg nummer 1. De weg van Narva, en dus Rusland, naar Tallinn, vrij
druk dus en ook niet echt aangenaam maar hij bolt wel en hij loopt
door tot in Narva. In Narva kwam ik ook de rivier Narva terug tegen
(wat een verrassing, Narva ligt aan de Narva), de rivier vormt hier
de grens tussen Estland en Rusland. Hier kan je ook zien hoe de Esten
en de Russen elkaar al eeuwen lang beloeren. Ik heb in Narva ook even
rondgefietst om te zien wat voor interessants ik nog kon vinden, veel
was het niet. Ook al omdat wat er was, het kasteel bijvoorbeeld, wel
eens afgesloten was vanwege werken in uitvoering. Wel was er een
kathedraal en een oud stadhuis. Ook was er natuurlijk gelegenheid om
wat te eten en de watervoorraad aan te vullen, het was wel nodig met
de warmte van vandaag. Bij het verlaten van de stad nogal wat
herdenkings monumenten: een Duits oorlogskerkhof waar sinds de
oprichting in 1995 de gesneuvelde Duitsers herbegraven worden; een
monument voor de gesneuvelden van WO II; eentje voor de slachtoffers
van de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Russen van 1918 tot 1920;
eentje voor de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Zweden in 1700, de
Esten hebben behoorlijk moeten vechten voor hun onafhankelijkheid.
Van Narva ging het verder langs de Narva naar Narva-Jõesuu, waar
de Narva in zee uitmondt. Het mooiste monument was volgens mij
datgene dat plots, even voor Narva-Jõesuu, onaangekondigd langs de
kant van de weg op een kerkhofje in het bos stond, voor de
slachtoffers van WO II. Narva-Jõesuu werd dan uiteindelijk mijn
keerpunt. Hier had ik de keuze tussen Rusland, illegaal want geen
overgang en geen papieren, de zee, mooi maar erg vochtig, en
terugkeren. Het werd dus het laatste. Het was eigenlijk de bedoeling
van symbolisch op dit keerpunt te overnachten en mijn keerpunt
te vieren. En bij gebrek aan een camping zou dit in een
guesthouse zijn, even voorbij het plaatsje. Het guesthouse was echter
volboekt, het kleine hotelletje vlakbij gesloten en in het mega
Meresuu Spa & Hotel ben ik het niet eens gaan vragen. Om
terug te keren en nog enkele andere plaatsjes te checken had ik geen
zin. Dus besloot ik maar om door te gaan tot de eerstvolgende
camping, ik had vanmorgen enkele aanwijzingen gezien maar zonder er
op te letten waar precies op de route. In het slechtste geval
helemaal terug tot Toila, wat volgens mijn eerste inschatting niet
verder kon zijn dan een totaal van 130 Km. Omstreeks de 100 Km zag ik
een bord voor een camping op 2 Km van de weg. Ondertussen had ik
berekend dat terug tot Toila niet verder kon zijn dan 120 Km en dus
besloot ik maar om door te gaan tot waar ik wist dat het goed en niet
duur was. Veel vieren ga ik op de camping niet doen, ik heb net mijn
bordje spaghetti in tomatensaus binnen, maar op een pint ga ik me
straks toch nog trakteren Met alle fantasietjes werd de rit
vandaag 119 Km ver. Tot slot bij het keerpunt,of nu er 40 Km
voorbij, nog wat cijfers: 48 dagen onderweg; 38 dagen gefietst voor
3.889 Km en 23 dagen gekampeerd.
23 en 24 juni zijn 2 aansluitende
feestdagen in Estland en dat betekende dus voor veel mensen een lang
weekend, en dat betekende dus ook dat het vannacht lang gezellig
luid bleef. Er was zelfs ergens in de buurt een behoorlijk vuurwerk.
Ik lag echter al in mijn tentje en ben er niet voor uitgekomen. Dat
lang weekend geldt trouwens niet voor iedereen, de meeste (voedings-)
winkels zijn 7 op 7 open en dus ook op feestdagen. En gisteren toen
ik uit Tartu vertrok reed daar de vuilkar rond, op een zon- en
feestdag dus. Het weer vandaag: aangenaam; wisselend bewolkt. Mijn
route voor vandaag was wel degelijk verhard, dat probleem stelde zich
dus niet. Ik volgde verder de boorden van het meer, maar heb het meer
niet meer gezien. De weg loopt hier enkele tientallen meters weg van
het meer en aangezien het bos praktisch tot in het meer groeit ... Ik
heb de weg dus gevolgd tot in Vasknarva, het noordoostelijkste punt
van het meer. Bij het binnenrijden van het dorp staat een grote
Orthodoxe kerk (klooster?), volgens geruchten zou dit destijds een
KGB radio-luisterpost geweest zijn. In Vasknarva begint ook de Narva,
een rivier die van het Peipsi meer naar de zee stroomt. Ik ben tot op
het eind van de weg gereden in de hoop hier een glimp van op te
vangen maar die paar kilometers had ik me kunnen besparen. Van het
meer zie je dus niets meer en de rivier zie je achter de tuintjes
lopen, met aan de overkant dus Rusland. Dan ging het over een
officieel wat grotere weg, het verschil was niet merkbaar, verder
noordwaarts. Met onderweg nog een stop in Kuremäe, een dorpje met
het nog aktieve Orthodoxe klooster Pühtitsa. Het klooster is
van 1885 tot 1895 gebouwd en is een pelgrims oord voor de Orthodoxen,
met een eindje verder ook een heilige bron. Na het klooster en de
bron ging het terug naar de weg, die een eindje verder plots stopte
met een weg te zijn. Ze zijn de weg schijnbaar aan het vernieuwen en
vanaf hier zijn ze er nog niet aan toegekomen m het nieuwe asfalt te
leggen. Zo kreeg ik, onverwacht, toch nog 15 Km onverhard onder de
wielen. Het was niet overal rampzalig maar leuk was het nergens. Op
sommige plaatsen ging het met een slakkengangetje vooruit en dan ben
je natuurlijk een gemakkelijk doel voor de vliegen om rond je kop te
komen zwermen, hatelijk. Uiteindelijk werd de weg terug weg, een
eindje verder even (echt) grote weg om dan terug van de grote weg af
te gaan voor nog een stukje tot aan de camping in Toila. Daarmee heb
ik de Baltische zee bereikt, die hier praktisch net naast de camping
ligt maar wel een twintig meter lager. De afstand was vandaag
opnieuw 101 Km.
Gisteren namiddag op een van de
stadskaarten, die her en der verspreid staan, gemerkt dat er nog een
tentje staat bij mijn adres. Ook nog wat bijgeleerd over de
buurt waarin ik logeer. De buurt waar ik logeer is Supilinn, te
vertalen als Soepstad. Dit gebied was vroeger het
overstromingsgebied van de nabijgelegen rivier. In de 19° eeuw zakte
het niveau van de rivier en wat achter bleef was goedkoop maar
vruchtbaar land, goed geschikt voor goedkope houten huizen en
groentetuinen. Vanwege deze groentetuinen kregen de straten dan ook
groentenamen. Mijn straat, Herne, blijkt bijvoorbeeld erwtenstraat te
zijn. Lange tijd was de buurt ook de buurt van het goedkope volk:
artiesten, vagebonden, dronkaards, studenten, ... kortom alles wat
geen of niet veel geld had. Ondertussen is een en ander verandert. De
prijzen schijnen nog steeds behoorlijk redelijk te zijn maar het is
ondertussen een redelijk populaire buurt geworden. Er zijn ook
maatregelen genomen om het karakter van de buurt te beschermen, met
onder andere een wijkcomité. Er zijn bouw- en verbouwingsregels
gekomen om te bepalen wat kan en niet kan; er wordt jaarlijks een
prijs voor bet gerenoveerd huis uitgereikt; er is zelfs een lokaal
krantje de Supilinn Tirin, inderdaad ... de soepterinne. En
dan vandaag: om te beginnen, zonnig en warm. De rit begon over de
3, zo'n grote weg zonder verkeer. Na zowat 12 Km ging het over op de
43 die ik zou blijven volgen om ruim 60 Km verder terug uit te komen
op de 3. De eerste stop vandaag was na 40 Km aan het kasteel van
Alatskivi, en even verder nog eens voor een koffie pauze. Vandaag op
een paar plaatsen alcohol controles zien plaats hebben (ik heb niet
mogen deelnemen) en hier, in Alatskivi, terwijl ik aan mijn koffie
zat te slurpen ook eentje positief zien blazen. Toevallig(?) die met
de dikste auto, een nieuwe, stevige Audi. Zijn passagier bleek ook
nog (of al?) positief en mocht dus ook niet overnemen, daar zaten ze
dus met een klein probleem dat nog bezig was nadat mijn koffie al op
was en ik verder ging. Mijnheer was alvast met het papierwerk voor de
boete bezig. Na 50 Km bereikte ik de oevers van het Peipsi meer,
het grootste van de Baltics, en eigenlijk meteen ook een beetje de
Russische grens, die hier in het midden van het meer ligt. In het
eerste plaatsje dat ik tegenkwam bij het meer, Kalaste, heb ik even
rond gereden maar dat waren overbodige kilometers, er was echt niet
veel te zien. Wel was er wat te zien in Mustvee. Enkele kerken van
verschillende Christelijke strekkingen maar ook de rouwende maagd,
een beeld van een rouwende vrouw dat in 1973 geplaatst werd op de
plaats een massagraf van Russische soldaten die hier sneuvelden op
het einde van WO II. Voorbij Mustvee kwam ik dan dus terug op de 3
terecht die ik nog een eindje volgde, tot aan de camping in Kauksi.
In principe verlaat ik morgenvroeg de 3 terug. Tenzij mijn voorziene
route onverhard blijkt te zijn, dat is momenteel nog niet duidelijk.
Het logische en mooiste zou zijn om de boorden van het meer te
blijven volgen maar als ik daarvoor ruim 30 Km over de ribbels van
een onverharde weg moet weet ik nog niet of ik dat zal kunnen
opbrengen. We zullen zien. De afstand vandaag was 101 Km.
Vanmorgen opgestaan met de zon door het
venster maar toen ik op weg ging was het al stevig aan het
overtrekken (Ergerlijk is dat, wakker worden in volle hoop op goed
weer en dan een ommekeer krijgen. Ik heb het natuurlijk ook al
omgekeerd gehad, wakker worden met regen en mooi droog vertrekken.
Veel minder ergerlijk natuurlijk) en was ik er van overtuigd dat ik
vandaag een paar stevige buien zou krijgen. Het tegengestelde was
echter waar, het is mooi terug opgeklaard om dan over te gaan in wat
wisselende bewolking. Ondertussen heb ik mijn wandeling door de stad
al gehad en kan het dus niet meer stuk. Tartu is weer een stad
waar ik zou van kunnen houden met zijn afwisseling van grote statige
gebouwen en houten huizen, in variërende staat van onderhoud of
renovatie. Tartu heeft ook de mix van een toeristische stad met een
universteits stad, wat een stad altijd levendig maakt. Gisteravond,
toen ik ging eten, was het graduatie avond op de universiteit, wat
nogal wat volk op de been bracht. En vandaag dus de officiële
stadswandeling. Wat me ook opviel was de wall-art in al zijn
vormen, legaal of illegaal. In het algemeen is het ook duidelijk
dat de Esten zich meer verwant voelen met en richten op Scandinavië
dan op de andere Baltische staten. Dit merk onder andere aan de
verkoop van Nordic souvenirs. Er is recent ook nog voorgesteld
om de vlag te wijzigen, met dezelfde kleuren maar in de vorm van een
Scandinavisch kruis. Ook is er voorgesteld om het internationaal
gebruikte Estonia officieel te wijzigen naar Estland
zoals het in de Germaanse landen gebruikt wordt. En ik moet verder
ook wel zeggen dat wanneer je de taal hoort dit niet echt Slavisch
klinkt zoals in Litouwen en Letland en als je het ziet heeft het ook
wel veel weg van het Fins, met veel dubbele klinkers en trema's op de
klinkers. Wel hoor je ook veel Russisch. Dit zijn dan niet
noodzakelijk toeristen, de Russen vormen nog steeds een vrij grote
minderheidsgroep in Estland. Vandaag overigens niet op straat maar in een koffieshop, na lunch hier, en met wifi van het naburig hotel.
Vanmorgen opgestaan met bewolkte lucht
en natte straten. Het moet dus vannacht geregend hebben maar daar heb
ik niets van gemerkt, zalig geslapen. De rit begonnen met een
zwak zonnetje en een paar pogingen tot opklaring maar lang duurde dat
niet, al snel was alles weer dicht getrokken. Voorlopig bleef het nog
droog maar ook dat bleef niet duren, rond half tien viel er een
eerste keer wat gedruppel en later was er ook wat gemiezer maar
vooralsnog niets om me zorgen over te maken. Tot ik om elf uur toch
moest toegeven en mijn regenjasje aantrekken voor een wat stevigere
bui. Toch was ik er van overtuigd dat het weer zou stoppen en dat
deed het ook, alleen herbegon het ook telkens. Tot het op een bepaald
moment weer stopte en vijftig meter verder de straat droog was, ik
was de regen voorbij! Uiteindelijk heb ik de rit beëindigd met een
zwak zonnetje en een paar pogingen tot opklaring. Tot zover het
weer. De rit begon over de 3. Op kaart ingekleurd als grote weg
maar vrijwel zonder verkeer en met een mooi, gescheiden fietspad,
waar een blob modder geen modder bleek te zijn. Na 12 Km verliet
ik de grote weg voor een kleiner baantje richting Sangaste, met
zijn kasteel mijn eerste doel voor vandaag. Het kasteel zou in de 18°
eeuw gebouwd zijn door een lokale graaf die zijn inspiratie onder
andere zou gehaald hebben bij Windsor Castle. De 1,45 miljoen stenen
die nodig waren voor de bouw zouden ter plaatse gefabriceerd zijn.
Het bezoek binnen was wel niet écht indrukwekkend.. Liefhebbers, die
even kasteelheer of -dame willen spelen, kunnen er wel overnachten
want een deel van het kasteel doet dienst als hotel. Ik heb niet
geïnformeerd naar de prijzen maar ik had niet de indruk dat ze heel
hoog waren. Van Sangaste ging het verder langs Otepää, het
wintersport centrum van Estland. Wintersport betekent dan wel noordse
wintersport, langlauf en biatlon dus. Winter wedstrijden win je in de
zomer, je ziet ze dus ook nu massaal bezig rond het stadion. De
loipes van de winter zijn in de zomer asfalt baantjes, waar je dus
mooi op rolski's terecht kan. Ook de jeugd traint hier het hele jaar
door. Niet alleen op rolski's maar ook lopend en op de fiets
(mountainbike zowel als koersfiets). Schutters heb ik in het stadion niet gezien. Ik had in en rond Otepää nog
wat meer willen bezichtigen, zoals bijvoorbeeld Pühajärv (heilig
meer) dat door niemand minder dan de Dalai Lama gezegend werd bij
zijn bezoek aan Estland in 1991. Ik had het herinneringsmonumentje
wel willen gaan bekijken. Ook is er een Castle Hill met
restanten van een oud kasteel en schijnbaar een schitterend panorama
over de vallei. Ik kwam net voorbij het sportcentrum in een van de
stevigere buien terecht en had er dus nog weinig zin in, van
schitterende panorama's was vandaag sowieso geen sprake. Dus ging
het maar meteen verder richting Tartu, na nog wat inkopen en een
koffiepauze. Het einde verliep terug over een grote weg, 15 Km over
de 2 die wel vrij druk was en geen fietspad had (rond Otepää was er
overigens wel een fietspad, dat men bovendien met een veegmachine aan
het proper vegen was!). Er was alleszins ruimte zat dus een probleem
was het niet. Dat werd het iets meer bij het binnen rijden van Tartu
waar vrij grote wegenwerken aan de gang waren en dus een omleiding
was. Gelukkig had ik gisteren geleerd dat kesklinn centrum
betekent want aangezien we officieel reeds in Tartu waren werd Tartu
niet meer aangegeven. Ik Tartu had ik een adres van een
guesthouse, even buiten het centrum, waar men ook kon kamperen,
alleen deden ze dit niet meer. Dus heb ik er maar een kamer genomen
voor de volgende 2 nachten, morgen fietspauze en bezoek aan Tartu. De
afstand vandaag was 96 Km. Ik werk hier al 2 dagen op straat. Nog
mijn guesthouse gisteren nog dat van hier hebben wifi maar Estland
voorziet free-wifi op straat en zodanig upload ik mijn blog op
straat, zolang het maar niet regent.
Gisteren dus lekker gegeten in het
restaurant: een soep van lamsvlees en groentjes; een lokale zalmforel
papillote met gebakken aardappelen; een halve liter lokale pils
en, tenslotte heb ik me ook nog een dessert gegund, een ijskreem met
zelfgemaakte bessenjam en pindanootjes. Dit alles voor de
schappelijke prijs van 15 . Bij de combinatie ijskreem en
pindanootjes keek ik eerst even raar op maar dat heb je bij ons
natuurlijk ook, alleen zijn ze dan gemalen erover gestrooid. De zaak
was trouwens gezellig druk en de bediening aangenaam rustig. Ik heb
dan ook een hele tijd comfortabel binnen gezeten (= muggenvrij) met
zicht op het meer. Vanmorgen wakker geworden met de zon op de
tent, het zou echter al snel duidelijk worden dat ik ze toch iets
minder zou zien dan gisteren. Bij het vertrek nog eens goed over
het meer gekeken, ik zou er vandaag geen ander meer zien. Dat er geen
meer is wil hier echter niet zeggen dat er geen water is. Tamelijk
veel van het bos en ook wel van de heide hier, en dat geldt dus ook
voor Litouwen, is zogenaamd nat land, alles groeit dan dus
gewoon vanuit het water. Daarna eerst weer even wat inkopen
gedaan en dan op weg, richting P39 en Estland. Even moest ik over de
A2 maar daar mocht ik al snel terug af. Alleen bleek mijn voorziene
route, hoewel geel op de kaart, een onverharde weg. Even heb ik
geprobeerd om te volharden maar dat is, voor mij althans, niet te
doen over een lange afstand. Dan toch maar beslist om mijn route te
herleggen en een stuk verder over de A2 te gaan. Ook niet het meest
aangename maar het bolt tenminste. Een paar kilometer verder bleek
dan dat de weg die ik ingeslagen was maar een binnenweg was en dat de
P39 dus die paar kilometer verder lag, op mijn kaart dan weer wit
gekleurd. Ik denk dat de kaartenmakers daar een klein foutje gemaakt
hebben. In Ape werd het even wat moeilijker (hoe is het mogelijk in
zo'n boerengat), ook al niet geholpen door een kleine lokale
omleiding maar met de help van enkele locals vond ik dan toch
de juiste richting. En om 20 na 10 reed ik Eesti Vabariik
binnen, Republiek Estland dus. Om daar dan net boven de grens verder
te gaan. Op sommige momenten was dat letterlijk te nemen, dan zag ik
links van de weg het gras en de bossen van Letland en rechts dat van
Estland. Verschil is er overigens niet te merken. Tenslotte kwam
ik in mijn bestemming Valga, nog steeds letterlijk op de grens. Valga
/ Valka blijkt een soort Baarle Hertog / Baarle Nassau. Op het eind
van WO I bleek er een behoorlijk conflict te zijn over de grens hier.
Uiteindelijk werd er een Engelsman bijgehaald en die heeft de grens
dan maar midden door de stad getrokken en die grens heeft men dan bij
de nieuwe onafhankelijkheid in 1991 schijnbaar gerespecteerd. Er is
wel een verschil met de Baarles, hier spreekt men aan de
verschillende kanten van de grens ook een verschillende taal. Zo kan
je hier dus 2 jonge gasten in een fastfood restaurant hun eten in het
engels bestellen omdat ze toevallig van de andere kant van de lijn
zijn. Voor Valga had ik 2 adressen, een hotel uit de Lonely
Planet en een guesthouse dat ik zelf opgespoord had. Toen ik hier aan
kwam bleek er echter een behoorlijke toeristische dienst te zijn dus
ben ik daar maar eens gaan kijken. Er bleken hier nog wel meer
budget logies te zijn en de juffrouw van de toeristische dienst
was zeer behulpzaam om een plaatsje te vinden, toch wel zwak van de
Planet om deze plaatsjes niet te vernoemen. Het guesthouse dat ik
voor ogen had was volboekt net als nog een paar plaatsen die zij
voorstelde (het zijn allemaal eerder kleine zaakjes). Uiteindelijk
kwam ik terecht bij Kahri waar ik voor 15 iets heb dat je niet
anders kunt noemen dan een appartementje. Die euro's moet ik hier
trouwens niet omrekenen, ze zijn er nog niet officieel bij maar ze
gebruiken hem al wel. Ook ik lig dus maar op een paar honderd meter
van de grens en ik ben dan ook nog even terug gewandeld naar die
kant van de stad. Op het eerste zicht vond ik Valga maar een
mistroostig plaatsje maar ik vind ondertussen dat het toch wel
karakter heeft. De teller stopte vandaag bij 89 Km.
Schitterend weer voor een mooie, lange
dag vandaag. Het zou vandaag een lange rit worden, des te beter
dat het weer zo goed was. De route begon, eens buiten Rezekne,
over de P36 voor een goede 50 Km, deze 50 Km waren wel best mooi maar
toch wat gewoner dan de afgelopen dagen. Na die 50 Km zou ik
van de 36 afsplitsen op de 47 maar van ver zag ik al een bord staan
waarop een omleiding uitgetekend stond. Gelukkig was het voor de
doorlopende 36 en dus niet voor mij. Hoewel, veel verschil zou het
eigenlijk niet uitgemaakt hebben, ik kon langs beide kanten een halve
boog maken die waarschijnlijk weinig verschilden van afstand. Na 80
Km, in Balvi, deed zich eindelijk een kans op een koffiepauze voor.
Ze zijn hier een beetje dunner gezaaid die kansen dus moet je ze
nemen wanneer ze zich voordoen en eventueel zelfs al eens een dagje
zonder doen, gisteren bijvoorbeeld. Gisteren leek zich wel een
koffiepauze aan te dienen maar de laatste koffie werd net voor mij
verkocht, ze waren net zonder koffie gevallen. Even verder in
Balvi ook nog even water en snacks (muesli repen) aangevuld, geen
overbodige luxe met een rit als vandaag. Daarna dus verder en na
precies 100 Km kon ik de aan de laatste brok beginnen, de 28 Km van
de P43 naar Aluksne. Vooral het tweede deel zou nog een stevige brok
blijken. Om te beginnen asfalt dat niet leek te bollen (of was ik het
die niet meer zo goed bolde? ) en ook nog enkele stevige
klimmetjes naar het einde toe, zo voelde het toch. En in Aluksne was
het dan nog een klein stukje naar de camping, mooi gelegen aan een
schitterend meer op het terrein van een hotel. Van uitrusting is het
wel de minste die ik al deed sinds ik Polen verliet en die met de
snelste muggen. Ik geloof dat ik in de tijd om mijn tent op te
stellen ik al zeker een 20 nieuwe beten opliep, ze vallen aan in
groep en mikten vooral op de enkels. Met 130 Km werd het vandaag
dus echt een stevige rit maar op een dag als vandaag deert dat niet
zo veel, dan ben je blij dat je fietsreiziger bent en zit je luidop
zingend (of wat daarvoor moet doorgaan) en fluitend op je fiets ...
al moet ik toch wel toegeven dat ik op het eind blij was dat ik op
bestemming was. En omdat het zo'n stevige rit was en de prijzen
hier best meevallen (bv. 3 om te kamperen), en misschien ook wel
een beetje omdat het voorlopig alweer mijn laatste nacht in Letland
is, ga ik mezelf zo dadelijk trakteren op een echte maaltijd en een
pint bier in het restaurant van het hotel.