Genua 31 oktober 2016
Genua is zon wanneer
de Frecciabianca uit de heuvels naar de zee spoort. Mist en wolken na Milaan
hadden een filter over de kleuren gelegd. Leggen een filter over wat je van
zuiders land verwacht. Het lijkt soms op onze polders, inclusief rollen stro en
mestciternen. Uit de lucht was het al matter. Eerst als nevelmeander tussen de
heuvels, daarna als smeltende-sneeuw-kleur tussen de pieken en sneeuwvakken.
Dan mist voorbij de meren aan de voet van de Alpen. In de verte dacht ik de
Dolomieten te herkennen. Alhoewel: herkennen is herinneren en er nog eens
willen zijn. Zelfde uitzicht vanaf een terras naast de Jeugdherberg op
Giudecca. Tegen de avond, lentescherp, die bergtoppen. Maar dat is zon 10 jaar
geleden.
Vorig jaar nog de
Biënnale, nu Genua. Met zn drietjes en meteen thuis. Dat wil zeggen: wij drie
zijn een eenheid die als die eenheid overal mag neerstrijken. De verhalen lopen
door, het vertrouwen in de stille moment, de smaak en het gemak van aanvaarden.
Dat lijkt broos, maar moet dat ook niet zijn. Reizen is vertellen, oplossingen
zoeken, ervaren, meenemen om in een ander verhaal te passen. Elkaar leren
kennen en toch aanvoelen dat je het al
wist, omdat dat precies past bij wie het zegt.
Ik had voordien wat
teveel getwijfeld over data, vandaar dat Andrea ons pas morgen verwacht. Oké,
zegt hij: je mails bevestigen ons verhaal. Hij is verward. Papa vorige maand
gestorven mama tegen (of zeg je: voor?) kanker behandelt en nu blijkt ze in de
nasleep dingen, veel dingen te vergeten. Eén keer al zijn naam. Hij heeft naast
stapels excuses ook tranen die nog net in zijn ooghoeken te zien zijn. Dan naar
de 6de verdieping in een hoog smal oud huis bij de haven. Gelukkig alleen maar
handbagage. En maar voor één nacht:
morgen mogen we naar ons besteld appartement. Wat de haven betreft: het
uitzicht wordt gekruist door een snelweg op pylonen. Vanaf de terrastafel kan
je het einde van de vaste wereld niet meteen fantaseren. Flitsende autos duwen
je telkens terug naar de sterke koffie, de vermoeide prikkels in onze
piepkleine oogjes.
Nog wat lokale
boodschappen, een platte pizza omdat het snel moet gaan (moe én honger) en dan
6 hoog mails bekijken, skypen met Sint-Petersburg en Saigon (lukt niet) en oma
geruststellen. Ze zegt dat ze me mist. Er is nog hoop. Nu ja: er was altijd
hoop, alleen werd dat nooit zo uitgesproken als in de stilte van haar keuken
tegen haar IPad naar mijn in Genua. Tijd voor water en bed.
|