Foto
Foto
Zoeken in blog

E-mail mij

Druk op onderstaande knop om te e-mailen.

Gastenboek
  • Knap
  • amai...
  • Hallo
  • Aan alles komt spijtig genoeg een einde
  • Stoere binken

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in het gastenboek

    Blog als favoriet !
    Barbara & Serge en Mateo & Julie

    Op deze blog vind je 1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar); 2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand); 3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge); 4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
    28-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We stegen met een zucht...
    'We stegen met een zucht naar boven in de lucht...' De kinderliedjes galmen gezellig door de luidsprekers van de cd-speler in de auto. Onze kids vinden het geweldig: net zoals thuis in de auto. Het doet Julie zo sterk denken aan thuis dat ze heel de tijd vraagt:'Wanneer gaan we nu naar Afrika?' ook al zijn we al een week onderweg. Het feit dat de omgeving van Kaapstad erg op Europa trekt helpt natuurlijk niet. En we hebben ook nog geen olifanten gezien zoals beloofd! 

    Het is dus inderdaad al meer dan een week geleden dat we met een zucht in de lucht vlogen. Het was fijn om in de luchthaven uitgebreid afscheid te kunnen nemen van de grootouders. Zonder traantjes... dat viel mee! Julie bleef nog achteruit kijken en met haar kleine handje zwaaien tot de grootouders uit het zicht waren verdwenen en riep toen nog na 'Maar wij komen wel terug hoor!' alsof ze ons vertrek wilde vergoelijken. (Maar dat hebben de boni en de mamie niet meer gehoord.) Trouwens, merci nog eens, Sabine, om taxi te spelen! 

    De eerste vlucht (van Brussel naar Londen) verliep super vlot. Mateo en Julie waren super enthousiast en zo flink dat de man naast Serge zei: 'It's been a long time since I have enjoyed my flight so much. It's been a delight. Thank you!' Hij had ervan genoten onze kinderen te zien genieten. En ja... onze 2 deugnieten waren effectief in de wolken. Ze waren op bezoek geweest in de cockpit, ze kregen een zakje vol met verrassingen, een dubbele portie chips en de vlucht zelf was puur avontuur, ... Mateo plakte de vlucht lang met zijn neus tegen het raam. 

    Deel twee van de reis verliep minder vlot (vandaar: we stegen met een zucht). We hadden de drinkbusjes van Mateo en Julie in afwachting van de vlucht naar Kaapstad gevuld met water. Toen onze handbagage opnieuw door de scanner moest vroegen ze of we 'any liquids' in de bagage hadden. Zonder nadenken zeiden we 'neen' (helemaal niet meer aan gedacht). En Lap! We mochten alles (maar dan ook echt alles) uitladen. Och ja... Eigenlijk was dit nog wel grappig. 

    De bijna 2 uur vertraging was echter minder om mee te lachen, zeker omdat het al 22 uur was toen we eindelijk opstegen. Julie was ondertussen doodmoe en toen ze dan eindelijk kon gaan slapen was ze zo overstuur dat ze niet meer kon slapen. Met het nodige gezeur tot gevolg. Mateo lag al zalig te knorren. Maar ondanks een korte nacht waren onze kindjes goed gezind toen we aankwamen. Het zijn schatten! 

    Het echte avontuur kon beginnen! Alle bagage was goed aangekomen - check. De ATM gaf ons zonder morren Zuid-Afrikaanse Rand - check. Onze Toyota Corolla stond netjes klaar - check. Maar (een heel grote maar) hoe moesten we in godsnaam alle bagage in die te kleine koffer krijgen? Dju! Na lang puzzelen zijn we dan toch vertrokken, onze kids totaal geplet tussen de tent en onze dagrugzakken. Ocharme! Maar dat zouden we later wel oplossen... 

    En dat is uiteindelijk perfect gelukt. Het bewijs is dat we ondertussen al een mooi stukje Zuid- Afrika hebben ontdekt: Kaapstad en omgeving, Cederberg Mountains en de West Coast. Op 't moment zijn we in de wijnstreek. We staan voor de eerste keer op een camping met elektriciteit en wifi, dus kunnen we wat beginnen schrijven. Maar eerst een glaasje wijn en later meer details! We kunnen wel al zeggen dat het hier prachtig is en dat we het geweldig naar onze zin hebben! 

    Adios. 

    JMBS

    28-04-2013 om 21:40 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (6)
    21-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE VERWONDERING VAN REIZEN DOOR KINDEROGEN

    Waarom, in godsnaam?

     

    De reacties op onze geplande reis zijn heel uiteenlopend. Niet iedereen begrijpt dat we met 2 jonge kinderen van 3 en 4 jaar (binnen een aantal maanden 4 en 5 jaar) meer dan vier maanden gaan reizen in Afrika. Maar blijkbaar hebben andere ouders die ons zijn voorgegaan dezelfde reacties gehad. En het heeft hen ook niet tegengehouden.

     

    In Weekend Knack lezen we een interessant en typerend artikel. Enerzijds wordt weerwerk geboden aan kritische opmerkingen: De kinderen zijn “nog te jong om het zich later te herinneren, zeggen velen vooraf. Ook jong genoeg om je van thuisonderwijs niks te moeten aantrekken, riposteren we.” <Jan Sagers – Weekend Knack van 6 tot 12 februari 2013, bladzijde 39>. Anderzijds wordt reizen met kinderen heel eerlijk beschreven: De reis is nog niet begonnen of de kinderen vragen al “Zijn we er bijna, mama? [Mechelen], jongen, we zijn op weg naar de luchthaven.” <idem, bladzijde 38> De vlucht wordt als “afmattend, horror soms.” <idem, bladzijde 39> omschreven. En er worden geen doekjes om gewonden: tijdens een lange reis “zijn er geen grootouders of school […]. Dat kan verstikkend zijn, ook voor kinderen.” <idem, bladzijde 42>

     

    Ja. We weten dat het niet altijd eenvoudig zal zijn. Mateo en Julie zullen zich inderdaad niet al te veel in detail herinneren. De kids zullen hun ‘thuis’ (grootouders, neven en nichten, vriendjes van school, …) missen. We zullen soms zot worden van het gezeur en gezaag. Maar “met of zonder kinderen: reizen betekent avontuur en dus meeval en tegenslag.” <idem, bladzijde 40> Op dat vlak zal het niet anders zijn dan anders.

     

    Bovendien beseffen we maar al te goed dat we –meer dan thuis- zullen leven op het ritme van de kinderen. “Ze dwingen tot traagheid, we go with the flow.” <idem, bladzijde 40>  Maar “in de plaats krijgen we DE VERWONDERING VAN REIZEN DOOR KINDEROGEN.” <idem, bladzijde 40>  En hier kijken we écht naar uit.

     

    Daarom, dus.

     

    En tot slot. Dit geldt ook voor ons: “De reis kost ons zoveel als een nieuwe auto. Maar wat we terugkrijgen is onbetaalbaar dichtbij.” <idem, bladzijde 44>

    21-03-2013 om 21:12 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (8)
    08-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.REISKRIEBELS

    Een jaar geleden (het weekend van 10 en 11 maart 2012) zaten we met ons tweetjes een weekendje in de Ardennen zonder kids. Dat gebeurt niet vaak. Het is altijd veel te leuk met Mateo en Julie erbij. Maar zonder kinderen heeft zeker ook zijn voordelen. Zo is er de tijd om nog eens echt te praten en plannen te smeden voor de toekomst. En waar praten Barbara en Serge over als ze in de toekomstige tijd spreken: reizen, uiteraard. Het idee werd geopperd om toch weer voor langere tijd te vertrekken. Waarom niet het westen van Australië? Evident zou het niet worden met o.a. de job (Serge was ten slotte toch coördinator van de school – zo gemakkelijk zouden ze hem niet laten vertrekken), de kinderen, het huis hier in België, de achterblijvers, … Maar dromen mag. Niet waar? Probleem is dat het bij ons nooit bij dromen alleen blijft. De vorige dromen zijn ook uitgekomen.

    Ondertussen is er weer veel gebeurd. Met misschien wel als meest gunstig element: Serge is opnieuw gewoon leerkracht, dus langere tijd op reis gaan is weer mogelijk! (Het had anders gekund. Hij had nu ook adjunct-directeur kunnen zijn. Maar niet dus.) Eerste wapenfeit van het schooljaar 2012-2103 was dan ook een aanvraag ouderschapsverlof. “Je gaat veel te snel!”, zei Barbara, maar de eerste stap was dus gezet.

    En daarna vloog de tijd voorbij zonder dat er veel gebeurde. We vertelden al wel tegen familie en vrienden dat we plannen hadden om weer op stap te gaan, deze keer mét kinderen, maar meer konden we ook niet vertellen. Nu en dan zijn er echter van die triggers: een artikel in een tijdschrift over een gezin met 2 jonge kinderen op reis in Namibië, onze kinderen die spontaan een “wij gaan met vakantie naar Afrika”-spel spelen. Zuidelijk Afrika lonkte. Austalië was een waardige concurrent. Griekenland en Turkijke waren ook een optie. Er werd gewikt en gewogen. Een gesprek met ex-Zuid-Afrika reizigers met kinderen hielp ons kiezen.

    Half januari 2013 hebben we een ticket gekocht met als reisbestemming Zuid-Afrika en Namibië. In reisverslagen die we lazen werd steevast aangeraden alles één tot anderhalf jaar op voorhand te beginnen plannen. Wij hadden nog drie maanden de tijd om alles voor te bereiden: reisroute, transport, overnachtingen, materiaal, gezondheid, werk, geldzaken, … “Moet lukken. Gewoon doen. “ zei Serge. En ja… ergens eind februari lag alles min of meer vast. Vooral min, want we houden er niet zo van om op voorhand te veel vast te leggen.

    We zaten goed op schema. Tot Serge 6 weken voor het vertrek tegen de grond kwakte met zijn fiets en zijn sleutelbeen brak. Wat een timing! We zullen de brommer die langs rechts op het fietspad kwam voorbijgevlogen eeuwig dankbaar zijn. Gelukkig zei de chirurg dat op reis vertrekken wel moest lukken. Sinds gisteren wordt er dus met kine gewerkt aan een spoedig herstel. Want… 

    op maandag 15 april 2013 start ons avontuur!

    Barbara & Serge en Mateo & Julie

     

       

    08-03-2013 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    14-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEESTENBOEL
    We wilden terugkeren na een bezoekje aan een sfeervolle, kleurrijke veemarkt in Gao, in het noorden van Mali. Er stond een (old-timer) Landcruiser klaar, een gammel bakske dat klaar was voor de schroothoop. Nu was het enkel nog wachten op volk... Ik kroop er alvast in, naast twee oude vrouwtjes. Eén ervan, diegene die vlak naast mij zat, had een kartonnen doos op de schoot met een paar kiekskes in. Langzaam aan kwam er nog wat volk bij, en vooral ook veel geiten en schapen. Uiteindelijk lagen er een stuk of dertig klaar naast de auto. Ze werden één voor één op het dak gelegd, naast en op elkaar. Ocharme die beestjes, allemaal met hun pootjes en kopjes aan elkaar vastgeknoopt. Ze maakten serieus van hunnen tak, maar ge zou voor minder! Ook de laadbak werd goed volgestouwd: toen we vertrokken, zaten we met achttien man op elkaar gepropt in een ruimte van amper anderhalve meter op twee meter. En dertig geiten en schapen op het dak. Niet normaal. We moesten in gang geduwd worden en begonnen te bollen. Na een paar minuten stopten we plots: er was blijkbaar een geit van het dak gedonderd!! Hup, iemand ging het geitje halen, en zwierde het terug op het dak. Het beest moet half dood geweest zijn, dat kan gewoon niet anders. We reden verder. De kartonnen doos met kiekskes priemde in mijn ribben, en ik kon mijn benen en voeten niet bewegen. Plots voelden/hoorden we een waterstraaltje achter ons naar beneden lopen: de geiten waren aan het pissen, en de straal viel VLAK naast ons naar beneden. Aan de overkant rolden even later een hele reeks keuteltjes over een man zijn schouders, fijn...! Na een twintigtal minuten vielen we stil. Ze probeerden de auto terug in gang te duwen, maar er was geen beweging meer in te krijgen. Terwijl de geiten en schapen één voor één van het dak werden gehaald, viel er langs de andere kant eentje naar beneden. Het arme beestje hing echter nog met zijn kopje vastgeknoopt aan het dak, en werd met andere woorden half opgehangen. We hadden echt meedelijden met die beestjes. En hier stonden we dan weer, in the middle of nowhere... Niets aan te doen, dan maar te voet verder...

    14-08-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    27-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIE PIPI

    Mijn ergste nachtmerrie is onlangs werkelijkheid geworden. We waren tegen acht uur in het busstation in Ségou (Mali), het goot keihard, en alles stond blank. De bus had de nodige vertraging. Het was dik tien uur toen we doorreden. Net voor het vertrek spurtte ik nog snel even naar het toilet: een gat (Franse WC), maar gratis, dus ik wilde er nog effe rap van profiteren. Ik hoorde de bus buiten al starten en wilde snel maar voorzichtig (want sinds de smerige WC's in China heb ik een heilige schrik om in zo'n gat uit te schuiven of te vallen) het toilet verlaten. Het was er echter goed nat en ik had mijn sandalen aan. Van het moment dat ik één voet nog op de rand van het gat had staan en de andere voet op de grond zette, schoof ik toch wel niet onderuit zeker!? KLABATS, tegen de grond, op die vieze pis-vloer, BWEIK!! Ik had me nog goed bezeerd ook, mijn knie was tijdens mijn val tegen de grond geknotst. Supervies, ik was helemaal gedegouteerd. Alles was (zeik)nat, zelfs mijn gezicht, en ik STONK VOLLEDIG naar de PIS! Ik heb me met zo'n typisch plastieken gietertje nog wat proberen te wassen, en daarna met een stukje zeep staan schrobben, maar het moest allemaal veel te snel gaan, en ik ben dan maar stinkend op de bus gestapt. Ik rook mezelf heel de tijd en werd er zowaar ongelukkig van. En Serge maar beweren dat het helemaal niet zo hard opviel, yeah right... Soit, niets aan te doen. We hebben er tot overmaat van ramp nog veel langer over gedaan dan verwacht, want de bus stopte overal, het was precies een bus van de Lijn. Toen we eindelijk op onze bestemming waren (Mopti), ben ik een half uur met kleren en al onder de douche gaan staan, tot ik er een "ouwevrouwenvelleke" van kreeg... 

    27-07-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (1)
    25-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MALI
    Ondertussen zijn we in Mali, en we zijn geweldig onder de indruk van dit mooie land!

    Verder nieuws volgt ongetwijfeld, van zodra we meer tijd hebben

    25-07-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WELKOM IN MALI
    "Monsieur", zegt de sympathieke agent, "viens ici!". Lap, 't is weer iemand die gewichtig moet doen. "Vous avez un problème". Wat zal het nu weer zijn? 

    Ons visum is één maand geldig. De datum van uitgifte is 21 juni 2007. Het is vandaag toevallig 20 juli, maw een maand later. De brave man denkt dus dat onze maand al voorbij is (we zijn echter nog maar een uur in Mali...). We wijzen hem op het feit dat de maand pas begint te lopen op de dag dat we het land binnenkomen. 

    "Oui", zegt hij, "et ça c'est le problème! Le visa est valable jusqu'au 20 septembre, aujourd'hui nous sommes le 20 juillet, alors ça fait 2 mois!" (?!)

    Maar nee! Tot 20 september mogen we het land binnen voor een maand! Hij snapt het niet. Pas wanneer we hem zullen verzekeren dat we een verlenging zullen aanvragen, laat hij ons gaan.

    "Et bienvenue au Mali!" 

    21-07-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    18-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SAVARINE SNAUW

    <Serge> "Amigo!" Een man in legeruniform spreekt me aan en doet teken om mee te komen. Barbara wil gewoon doorlopen, maar ik roep haar terug: "Het is waarschijnlijk gewoon een paspoortcontrole." De militair gebaart met een air van "ik ben heel belangrijk" dat ik mijn rugzak moet openen. "Het is niet waaaar!", reageer ik misnoegd. ""J'éspère que vous avez un peu de temps!" "Dat het even gaat duren!" voeg ik er in het Nederlands aan toe, want de man spreekt enkel Creools. Geen probleem, de soldaat heeft een zee van tijd. Al mijn spullen moeten worden uitgepakt. Hoe meer ik tegenspruttel, onder andere over het feit dat er ondertussen al tientallen mensen zijn voorbijgelopen die niet werden gecontroleerd, des te meer aandacht toont hij voor domme details.

    <Barbara> "Loop jij al verder," roept Serge vanuit de barak waar zijn rugzak binnenstenbuiten wordt gekeerd, "want anders moet jij straks hetzelfde doen". Ik loop vijftig meter verder en verstop me achter een klein winkeltje. Wanneer even later dezelfde soldaat om de hoek komt kijken en teken doet dat ook ik moet meekomen, voel ik me precies een klein kind dat betrapt wordt. Bovendien heb ik me nu wel extra verdacht gemaakt door me te verstoppen. Ik moet echt alles uitladen, elk zakje of potje openen, leegmaken en de spullen één voor één uitstallen. Het maakt me zo kwaad dat ik sta te trillen op mijn benen. Serge probeert me te kalmeren: "Maak niet dezelfde fout als ik, als je contrair doet, doet hij nog vervelender!". Hij heeft gelijk, het was niet echt verstandig om ostentatief een OB-tje in de man zijn gezicht te duwen en daarna expliciet te gebaren dat Europese vrouwen dit gebruiken als ze ongesteld zijn...

    <Barbara&Serge> Wanneer we ruime tijd later verlost zijn van al het gezever, vragen we ons af waarom we zo stom zijn geweest om zo van onze tak te maken. Het is onze eigen schuld dat ze ons zo aan het lijntje hebben gehouden. We hadden beter moeten weten. Het is bovendien helemaal onze gewoonte niet om ons geduld te verliezen. Bizar! Zou het aan de malariapillen (Savarine) liggen? Het moet haast wel. We roepen herinneringen op aan een paar andere felle reacties van de voorbije dagen (oa tegen een klein lastig jongetje dat Serge op de heupen werkte) en moeten met onszelf lachen. Sindsdien is de term "Savarinesnauw" een vast begrip geworden tijdens onze reis.

    18-07-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    15-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUINEE BISSAU: EN ATTENDANT
    Er staat een tof uitstapje op het programma: een boottochtje in een "canoa" van het eiland Boubaque naar het eiland Orango, met onderweg "dolfinos", joepie! Eerst was er nog twijfel of er nog een boot zou vertrekken, want er was er gisteren geen aangekomen, maar geen paniek, wanneer we iets voor 7 uur aan het strand aankomen, ligt de prauw braaf te wachten. We zijn niet de eersten. Het is enkel nog wachten op de kapitein. Rond 8 uur zou hij er wel zijn. Maar hij laat nog even op zich wachten. Om 9 uur wordt gemeld dat de kapitein er is. We verwachten dus dat we elk moment kunnen inschepen. Slecht nieuws: er is geen benzine meer te krijgen op gans het eiland. Maar geen probleem, men is op zoek naar petrol. Het is gewoon een kwestie van wachten. Tegen 10 uur komt er gelukkig schot in de zaak. Iedereen is klaar om te vertrekken. 1 probleempje: de canao zal slechts tot het eiland Uno varen, en niet tot Orango, waar wij naartoe willen. Ook dom, hebben we heel de tijd voor niets zitten wachten. "Is er een mogelijkheid om met een privé-pirogue te gaan?" Deze keer is het niet lang wachten op een antwoord. Voor 60.000 CFA is het in de sjakosj. "Alles inbegrepen?" Nee, uiteraard enkel voor de benzine, voor de pirogue is het nog eens 60.000 CFA. Het onderhandelspel kan beginnen. We doen een tegenvoorstel: 10.000 CFA en wachten op een reactie. Om elf uur is de deal rond: 25.000 CFA. Geduld is een schone deugd. Na vier uur wachten kunnen we eindelijk op pad. Maar wacht, onze privé-kapitein moet eerst nog benzine gaan zoeken... Dju, nog langer wachten ... Tot na twaalf uur. Er is echter nergens nog benzine te vinden. Enige oplossing: wachten tot morgen, tot er een nieuwe voorraad uit Bissau komt. OK, tijd voor plan B dan. Na vijf uur wachten willen we toch nog wat actie. We besluiten een fiets te lenen van één van de inwoners van het eiland. No problem, er wordt een jongetje weggestuurd en na een uurtje wachten zijn we trotse eigenaars van twee mountainbikes. Ze zien er echter beter uit dan in werkelijkheid het geval is, we moeten dus enkel nog wachten tot ze weer zijn opgelapt vooraleer we kunnen vertrekken. Na een bezoekje aan de plaatselijke fietsenmaker -het is echt wel lang wachten om een  band op te pompen en een zadel recht te zetten- kunnen we dan eindelijk doorrijden. Het is dik twee uur in de namiddag. We zijn nog geen tien minuten later, en Serge rijdt lek... De achterband heeft de geest gegeven! Ondertussen zwiept het zadel van Barbara ook alle kanten uit. We wandelen te voet terug. Het is al voorbij drie uur wanneer we terug op de plaats van vertrek zijn. De verhuurder van de fietsen lijkt niet echt verbaasd wanneer hij ons terugziet. "Tja, dat was te verwachten" zegt hij, "de band is echter zo geplakt, als we nog even kunnen wachten"? Pfff...

    15-07-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    29-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TSX-BLUES

    Voilà, we kuisen ons schup af. Het was een ongelooflijk leerrijke werkperiode hier in Senegal. Helaas is het TSX-gedeelte in mineur geëindigd, dankzij een niet nader te vernoemen Nederlandse oplichter eerste klas. Het in se heel mooie project werd door deze man volledig om zeep geholpen, ook al zal hij het tegendeel beweren. Lies heeft de verstandige keuze gemaakt om alleen verder te gaan, maar moet nu alles opnieuw van nul opbouwen. Dit betekent spijtig genoeg ook wel dat al het werk dat wij hadden opgebouwd, voor niets is geweest. Maar we hebben er veel uit geleerd, dat is zeker! Details volgen mondeling. Wij hebben een paar weken vakantie verdiend: Guinee Bissau en Mali, here we come!

    29-06-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    20-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WIEDEWIEDEWIET

    Een paar maanden geleden startte ik in ons project TSX de “micro-jardin” opnieuw op. Ooit stond er namelijk een klein groententuintje op het terras van het oude talibé-huis, dat jammer genoeg volledig werd kaalgevreten door de duiven van Ablaj, één van de oudere jongens. Maanden aan een stuk gebeurde er niets meer mee. De houten constructies stonden te verrotten op het dak, tot ik er genoeg van kreeg. Ik mobiliseerde Stefan om de houten bakken opnieuw in elkaar te knutselen. Na de verhuis in januari kocht ik met Ulrika, een Zweedse vrijwilligster, nieuwe grond aan, vulde samen met onze jongens de bakken en plantte samen met hen ook opnieuw een aantal zaadjes. Om te voorkomen dat de hongerige duiven zich opnieuw op de nog maagdelijke tuin zouden storten, spanden we een muskietennet over de constructie. Tot onze grote vreugde begonnen na enkele dagen de eerste groene sprietjes al te verschijnen: het lukte! Enige tijd later zagen we de eerste kleine tomaatjes en groene paprikaatjes aan de stengels groeien. Ik was zo fier als ne gieter.

    Op de nationale “Dag van de Talibé”, net voor de ouders van onze kids op bezoek zouden komen, liep ik met Lies het terras op en nam haar trots mee naar onze ondertussen weelderig geworden micro-jardin, mijn pronkstuk! “Amaaai, tof! Wat zijn dat? Aaah, paprika’s! Amaaai, en salade, peterselie, tomaatjes! En, zeg Barbara, wat is dit hier?” Wat juist? Mmmh, chôh, ik denk een soort pekes ofzo? Die hebben we onlangs ook nog gezaaid. Een bedenkelijke blik in mijn richting… “Pekes? Dat denk ik ni Barbara… dit zijn plantjes die hier ni bepaald thuishoren!” Haar woorden waren nog niet koud, of de drie tengere stengeltjes werden genadeloos uit de grond gerukt, nog eens grondig bekeken, vervolgens in stukjes gescheurd en op de grond gegooid, waar ze met een grote dikke hak de genadeslag kregen… Ik stond er met een beteuterd gezicht bij, maar toen ineens viel mijne frang: Lies had zonet drie kleine marihuanaplantjes uit de grond getrokken die tot dan toe verscholen hadden gestaan tussen de groentjes. De stiekemerds!

    Na een gesprek hierover met onze jongens bleek dat de dader zich niet onder onze kids bevond, maar een volwassene was, een vaste bezoeker en vriend aan huis. Onnodige paniek aan het Nederlandse front (Dakarkidz) dus, die de zaak hevig opbliezen, meteen een (onterechte!) beschuldigende vinger wezen naar onze vriend Amadou, en er een waar schandaal van maakten, terwijl zij als Nederlanders eigenlijk toch beter zouden moeten weten. Wij konden de zaak gelukkig relativeren (we zijn zelf toch ook jong geweest?), hebben aan de betrokken persoon duidelijk gemaakt dat zoiets echt niet door de beugel kan, en hebben er achteraf eens goe mee gelachen.

    20-06-2007 om 15:05 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (1)
    19-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORLICHTING

    Onze tijd hier zit er bijna op. Het is mooi geweest. Begin juli pakken we onze rugzak en gaan we nog even rondtoeren in Mali en Guinee Bissau.

     

    Wat Via Via betreft kunnen we met een goed gevoel vertrekken. Net datgene wat naar ons gevoel nog ontbrak, is nu ook gebeurd: een audit van de Via Via, of een “doorlichting”, zoals ze in het onderwijs zeggen (jaja… het onderwijs zit me nog steeds in het bloed). Het was even wachten op wat hulp, met name van Helga D’hanis, een expert die werd geselecteerd door de organisatie Ex-Change (http://www.ex-change.be/). De verwachtingen waren hooggespannen, maar ze werden echt wel ingelost.

     

    Barbara en ik hebben al het werk vanuit onze buik gedaan, d.w.z. instinctief beslissingen genomen, keuzes gemaakt, voorstellen gedaan en knopen doorgehakt. En het werkt blijkbaar. De reacties (op de bediening, de kwaliteit van de kamers en de maaltijden, de hygiëne, enz.) in het gastenboek van zowel “anciens” als kersverse ViaVia-klanten zijn positief. Ook het feit dat het personeel niet wil dat we vertrekken, bevestigt dat we goed werk hebben geleverd. Maar vooral de opmerking van Jan Baeten, directeur van Joker, tijdens zijn bezoek n.a.v. de verjaardag van Via Via was een hart onder de riem: “Ik val hier van de ene verbazing in de andere. Het personeel werkt écht wel hard. Ze zien zélf wat er moet gebeuren, zonder dat er veel moet worden gezegd of gevraagd!” De mensen zijn m.a.w. tevreden over ons werk. Op een 9-tal maanden tijd is er inderdaad veel veranderd.

     

    Maar toch ontbrak er nog iets. “We want more!” We wilden niet zomaar vertrekken, zonder de nodige werkinstrumenten voor de toekomst achter te laten.

     

    Gedurende 2 weken werd Via Via omgebouwd tot een crisiscentrum. Met de professionele hulp van Helga D’hanis werd de financiële situatie onder de loep genomen. Hier hadden we van gedroomd! Het was net wat we heel de tijd had willen doen. Door gebrek aan kennis, ervaring en tijd was het er niet van gekomen. En ook (en misschien vooral) omdat we de autoriteit en het vertrouwen niet hadden gekregen. Plots was er echter versterking van een ervaren persoon die duidelijk wel serieus mocht rondneuzen in de cijfers. Het leuke was dat net deze cijfers bevestigden wat we vermoedden: sinds eind vorig jaar was het aantal overnachtingen serieus gestegen en ging het weer in de juiste richting met de Via Via.

     

    Na 2 weken hard werken lag er een mooi bedrijfsplan en kasplan op tafel en een visie om Via Via opnieuw financieel gezond te maken. Barbara en ik hadden met wat gezond boerenverstand de situatie al wat kunnen rechttrekken, maar dankzij de analyse met en door Helga is er nu bovendien ook een draaiboek voor de toekomst.

     

    We kunnen met een gerust hart vertrekken. De bal ligt nu in het kamp van Lies en Daddy. Het is aan hen om het werk verder te zetten. Er moet nog veel gebeuren, maar er is hoop.

    19-06-2007 om 19:44 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    03-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UN(E) JOUR(NÉE)

    Het is een beetje een race tegen de klok in slow motion. We hobbelen vrolijk tegen een slakkentempo over een soort van karrenspoor door het nationale park Niokolokoba richting “uitgang”. De parkwachter was heel duidelijk geweest op het moment dat we ons toegangsticket kochten: “Si vous êtes encore dans le parc après 9 heures le matin, vous payez pour une autre journée.” Omdat we niet willen betalen voor slechts een paar uur extra in het natuurreservaat, rijden we zo snel als ons gammele autootje ons toelaat. Echt snel is dat dus niet. Rond half 10 rijden we door de poort van de controlepost. We zijn m.a.w. te laat, maar de slagboom staat omhoog. Er is niemand om ons te controleren. Geen probleem.

     

    Wanneer Serge de gids bedankt voor bewezen diensten en het afgesproken bedrag overhandigt, valt er echter een stilte. Hij wil meer geld. We zijn nu dag 2, dus moeten we voor 2 dagen betalen. We staan perplex. Doe niet idioot! De sympathieke man heeft ons een dagje gegidst en is vandaag enkel en alleen een eindje met ons meegereden. We gaan écht niet nog eens betalen voor iemand die niets -maar dan ook niets- meer heeft gedaan. “Vous avez même dormi dans la voiture!” merkt Barbara op.

     

    We willen de man het geld in de hand duwen en gewoon doorgaan, maar hij houdt de armen gekruist en geeft niet toe. Patrick is het beu. Hij beent een beetje overenthousiast richting kantoor om een “klapke” te gaan doen met de andere “parc rangers”. Serge roept hem nog toe kalm te blijven, maar veel helpt het niet – dat zal later blijken. Omdat Serge de gemoederen wat wil bedaren en er verder niet te veel woorden aan wil vuilmaken, legt hij het geld op de bank naast de gids en zegt dat het zo wel ok is en “à la prochaine!”. Geen goede zaak – dat zal ook later blijken. Al een chance dat Barbara en Ingrid er zich (voorlopig) buiten houden.

     

    Tien minuten later staan we er nog. De gids is voor geen rede vatbaar. We stappen dus in de auto met de bedoeling gewoon door te rijden. De man dreigt echter ons aan te geven bij de “gendarmerie” en noteert de nummerplaat van onze auto. Onze Senegalese chauffeur N’Deui trekt wit weg van de schrik (allez ja… bij wijze van spreken dan) wanneer hij dit hoort en durft niet te vertrekken.

     

    Ondertussen staat het halve dorp rond onze auto. Alle buitenstaanders mengen zich in het gesprek. We krijgen te horen dat ze de politie zullen vertellen dat we hen hebben beledigd (“Vous n’êtes pas compétents!” had Patrick hen toegeroepen.) en het geld gewoon op de grond hebben gegooid (Foei, Serge!), enz. Daar staan we dan.

     

    Maar god schiet ons ter hulp. Tussen de omstanders staat een ventje dat gekwetst is aan zijn vinger. Serge spreekt het jongetje aan: “Doet het zeer? Wat is er gebeurd?” De aandacht wordt afgeleid van de discussie. Ingrid en Patrick doen er nog een schepje bovenop door hun verbandkist boven te halen en médecins sans frontières te spelen.

     

    Barbara is ondertussen opnieuw aan het babbelen met de gids. De discussie is herleid tot een grammaticaal misverstand: de gidsen tellen “par jour”, wij tellen “par journée (zoals op de officiële tekst staat). We geraken er echter nog steeds niet uit en zijn allemaal een beetje te koppig om toe te geven. Uiteindelijk heeft Patrick een lumineus idee: laat N’Deui betalen voor de extra dag! Of tenminste… laat de gids geloven dat onze chauffeur betaalt. Op die manier kunnen wij (zogezegd) voet bij stuk houden en kunnen we toch vertrekken omdat de gids wordt betaald. Het lukt prima! N’Deui slaagt er zelfs in nog wat af te bieden. Het zal dan toch wel weer niet helemaal officieel geweest…

     

    03-06-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (1)
    09-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CONTENT

    Content dat ik was om terug te zijn van onze reis! (En dat is echt wel de allereerste keer!) Gewoon om eindelijk nog eens wat nieuws te kunnen lezen over mijn petekindje! We waren een beetje afgesneden van de moderne wereld in de brousse van de Cassamance en hadden via sms al wat nieuwtjes doorgestuurd gekregen van Lieve & Yves via mijn ouders en terug, maar het was pas toen ik de foto's op de weblog zag, dat ik echt gerust was! JOEPIE! Catoo is gezond en wel! Merci uit naam van mijn broer en schoonzus (en uiteraard petekind) voor de reacties via e-mail, op Catoo's weblog en onze weblog.

    09-05-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    06-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN TRANSIT DOOR GAMBIA

    Ons snoepreisje met Mick (de mama van Barbara) en Gonda zit er bijna op. We zijn onderweg van “Zigi George” (de Gonda-variant op Ziguinchor) naar Dakar. Het is de minst comfortabele (om niet te zeggen “luxueuze”) dag tot hiertoe. Barbara en ik zijn er niet in geslaagd onze dagelijkse belofte “maar morgen wordt het primitiever” na te komen. We hebben namelijk telkens wreed goed geslapen en lekker gegeten en het transport viel altijd heel goed mee. Vandaag is het dus (eindelijk) wat primitiever, maar dat kan de pret duidelijk niet bederven. We zitten opeengestapeld in een sept places voor een rit van een 8-tal uur. Het is ideaal om onze bezoekers nog wat te laten proeven van het “échte” Senegal.

     

    **drie verhaaltjes vanuit het perspectief van het (enige) mannelijke gezelschap**

     

    1. Wanneer we nog in het schemerdonker aankomen in de gare routière worden we onmiddellijk omsingeld door de typische “arrangeurs” die “Vous allez où?” vragen. Naar goede gewoonte proberen we eerst zelf een 7 places te vinden, maar even later staan we met hangende pootjes bij dezelfde gasten. Ze reageren verontwaardigd dat we ze eerst hebben genegeerd en lijken niet echt geneigd ons nog te helpen. “Ik hoop dat we hier vandaag nog weg geraken!” zegt Mick enigszins verontrust, maar Barbara is de boel al aan het sussen: “Nous sommes encore fatigués. Il faut faire doucement – dankandanka!” Er wordt al terug wat gelachen. “Ici on dit domadoma!” Het komt wel weer goed. Het is gewoon onderdeel van het mysterieuze “gare routière”-schouwspel: veel gepalaver, drukke gebaren en hevige discussies. We zien een paar auto’s voor onze neus vertrekken. Ze laten ons precies met opzet wat wachten. Maar plots moet het snel gaan. Even later hebben de drie vrouwen zich gezellig op de achterbank geïnstalleerd: een andere passagier -een stevig gebouwde Senegalees– die eerst mee achteraan zat, werd vriendelijk maar kordaat weggebonjourd. Terwijl de dames zich organiseren, voer ik een geanimeerd gesprek met een man die ons te veel wil laten betalen voor de bagage. Het spel wordt hard gespeeld: “Si vous ne voulez pas payer, vous ne partez pas.” en om zijn woorden kracht bij te zetten wordt onze bagage terug uit de koffer gehaald. Het probleem is de kleine handbagage die Mick en Gonda ostentatief mee in de koffer hebben gezet. Barbara en ik houden onze kleine rugzak meestal bij ons. Nu wordt alles meegeteld als bagage. Wanneer ik zeg dat we de kleine rommel gewoon bij ons zullen houden, wordt er geschermd met het argument dat dit niet mag van de politie: “C’est une infraction!” blablabla… Even later zijn we vertrokken en onze handbagage staat vrolijk aan onze voeten – net zoals de zak van de “agent de police” die met ons meereist trouwens. Ze kunnen nogal komedie spelen die gasten!

     

    2. Eindelijk is het zover. Mick en Gonda zijn al een week aan het aftellen naar dit moment. Neen… geen warme douche of een typische Belgische maaltijd of zo… maar de grensovergang Gambia-Senegal.

     

    De lange rit werd vrolijk weggekeuveld met gesprekken over de prachtige kleren van de Senegalese vrouwen. Elke vrouw die op straat de revue passeert, werd uitgebreid besproken: “Ze zijn toch echt wel mooi gekleed hé?” en “Dat is een schoon stofke, Mick!” of “Die heeft schoon kleedje aan, Gonda!”

     

    En eindelijk is het zover. We stappen uit aan de ferry en worden onmiddellijk aangeklampt door tientallen verkopers van kleurrijke stoffen. Ik kijk van op een afstand geamuseerd toe. Barbara geeft zich ook over aan de koopwoede, maar ze blijft alert en waarschuwt alle spullen goed in het oog te houden. Gonda en Mick zijn namelijk in extase. Een tijdje later zitten we op de ferry. Mick en Gonda lopen er een beetje beteuterd bij. Ze hebben een paar doeken gekocht, maar “Het moest allemaal zo snel gaan!” Ze weten nog niet dat aan de overkant van de rivier hetzelfde tafereel wacht. Jammer genoeg moet het daar nog sneller gaan. De chauffeur toetert ongeduldig en gebaart dat we moeten instappen. In alle drukte en commotie stapt Mick bijna in de verkeerde 7 places. De man met de stof die ze zo mooi vindt, blijft haar volgen en kruipt uiteindelijk bijna mee in de auto. Het geduld van onze chauffeur is echter op en we vliegen er vandoor.

     

    3. We wringen ons voor de derde keer op een half uurtje tijd met onze reispas in de aanslag uit de 7 places. Het is druk aan het loket van de douane. Er staan verschillende mensen aan te schuiven. Wanneer we iedereen zonder uitzondering 1000 CFA zien geven voor de exit stempel, beseffen we dat het deze keer moeilijker zal zijn om er zonder te betalen onderuit te komen. Maar ja… we kunnen het maar proberen, hé?! Het blijft een leuk spelletje. Eerst reageer je gewoon niet. Daarna doe je alsof je niet weet waarover het gaat. Tenslotte begint de discussie: “Jaja… andere nationaliteiten moeten misschien betalen, maar Belgen niet.” wellens - nietes Er wordt zogezegd even getelefoneerd met  een overste. We wachten af. Het is puur tijdsverlies, maar het hoort er nu eenmaal bij. 1000 CFA is niet veel geld, maar ja… het is het principe: we betalen (liefst) niet als het officieel niet moet en zeker niet aan corrupte mensen. Het duurt allemaal een beetje lang. Mick speelt –in overleg met Barbara– een laatste troef uit: “Ok, we betalen 1000 CFA, maar we willen een reçu!” De tot dan toe redelijk gemoedelijk sfeer slaat onmiddellijk om.  De douanebeambte is duidelijk in zijn corrupte gat gebeten –door een vrouw dan nog wel– en reageert verontwaardigd: “No problem, maar dan betaal je 15.000 CFA per stuk.” Jammer, het zag er namelijk naar uit dat we bijna vertrokken waren zonder te betalen. Het is nu een kwestie van de man geen gezichtsverlies te laten lijden. “C’est un malentendu,” zeg ik dus maar. Al een chance dat Mick niet hoort wat ik zeg: “Elle n’a pas vraiment compris. Elle ne parle pas beaucoup de français.” Ik gebruik mijn schoonmoeder als bliksemafleider en slaag erin de gemoederen te bedaren. Wanneer we even later een bord passeren met de tekst “Say no to bribery!” slaan we onszelf trots op de borst. Nog 1 controlepost te gaan!

    06-05-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (1)
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.APETROTS
    Na een lange radiostilte (eerst bezoekje aan België, daarna DRUK-DRUK-DRUK hier in de Via Via en TSX en tenslotte een keitoffe reis in het zuiden van Senegal) is het HOOG tijd om nog eens iets van ons te laten horen. En ja... als we dat doen, dan liefst met spectaculair nieuws:

    Serge's petekindje CATOO is geboren! JOEPIE! Check it out: www.bloggen.be/catoogazin

    21-04-2007 om 20:08 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (2)
    29-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VACATURE ARTIKEL door Marian Kin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Omdat we het op 't moment een beetje te druk hebben om zelf tekstjes te schrijven voor onze weblog, "publiceren" we trots een artikel uit VACATURE van Marian Kin met een foto van Patrick de Spiegelaere. Hopelijk vindt de auteur van het artikel het niet erg dat we haar tekst over Senegal met een stukje tekst over ons gebruiken...

    ÉÉN SALARIS ONDERHOUDT 4 VROUWEN EN 20 KINDEREN

     

    Senegal scoort goed in strandvakanties. Vele Belgen haalden al een bruin kleurtje in dit West-Afrikaanse land. Vacature reed de laatste etappe van Parijs-Dakar, wandelde langs de stranden van de westese luxehotels en eindigde in een backpackerherberg. Een vakantiefoto van de toeristische sector in Senegal.

     

    Mamour staat achter de toog in de strandbar van Club Aldiana, een luxeresort waar heel wat Belgen al genoten hebben van een Senegalese strandvakantie. “Les singes sont là”, verwittigt hij. Hij weet dat de toeristen de apen graag een banaan toestoppen. Eigenlijk moet hij de dieren van het hotelmanagement verjagen, maar Mamour weet wat zijn Europese klanten graag hebben. Hoe ze hun pina colada of hun 4x4 cocktail willen. Voor zijn werk in de Club Aldiana verdient hij nog geen vijftig euro per maand.. Niet dat hij droomde van een job als barman. Mamour heeft een industriële opleiding, maar zoals zovele Senegalese jongeren met een goede opleiding, vindt hij geen werk op zijn maat. Hij is dan maar op het aanbod ingegaan om stage te lopen bij de Club Aldiana. Die stage duurt drie jaar, maar met het geld dat hij krijgt voor zijn zes dagen werk per week, kan hij niet anders dan bij zijn ouders blijven wonen. Echt graag doet hij zijn werk niet, maar het is beter dan niets.

     

    Eén loon voor vijftien man

     

    Toch is er goed nieuws. Volgens Amadou Wade, een onafhankelijke Senegalese gids, heeft de aanwezigheid van het luxehotel een positieve impact op de lokale bevolking. “In de meeste dorpen trekken de mannen naar Dakar om werk te zoeken. Hier in Mbour blijven de mensen in hun dorp, omdat er werk is in de hotelindustrie.” Sinds Aldiana in 1973 de deuren in Mbour opende, leven heel wat dorpelingen van het toerisme. Een kleine driehonderd Senegalese werknemers verdienen hun dagelijks brood in de Club. Daarnaast zijn er nog een soort interims, die per werkweek ingehuurd worden.

     

    Ook barman Ndao komt uit Mbour. Volgens hem is het personeel niet tevreden. “De toeristen betalen hun reis in Europa aan de touroperator en komen met lege handen naar Senegal.” Zijn collega Traore Diao nuanceert. Hij is nog vakbondsafgevaardigde geweest en werkt al 24 jaar in het clubhotel als barman. “Natuurlijk zijn er mensen die niet tevreden zijn, maar dat komt in alle gezinnen voor. En natuurlijk liggen de lonen hier lager, maar het leven is hier ook veel goedkoper vergeleken met Europa.” Toch moet ook hij toegeven dat niet alles loopt zoals het zou moeten. “We werken hier met loonbarema's die dateren van 1958, maar die nu terug op tafel liggen bij de regering. Je mag ook niet vergeten dat een huisvader hier met zijn loon zo'n tien à vijftien mensen te eten moet geven. En dat terwijl de lonen eigenlijk maar toelaten om een of twee mensen te onderhouden.” Toch is hij best optimistisch, hoewel hij vindt dat Senegal absoluut nood heeft aan meer expertise op vlak van toerisme. Daarom heeft de overheid de werkgevers in de toeristische sector gevraagd om jonge mensen op te leiden, zodat ze weten hoe ze zich moeten gedragen tegenover de toeristen. “Dat ze de goeie vragen kunnen stellen en dat ze beleefd zijn.” Want die ene Senegalees vertegenwoordigt voor een toerist heel Senegal, vindt Traore Diao. Nochtans zijn er in Mbour, net zoals overal heel veel werklozen, beaamt hij. “Dat is normaal, in een land waar de industrie op een laag pitje staat”, vertelt hij. “De hotels kunnen natuurlijk niet het hele dorp tewerk stellen.”

     

    Faites la publicité!

     

    Tijd voor een wandeling langs het strand. Het zand ligt er smetteloos bij. Achter de muur die het hotel van de buitenwereld scheidt, zie je meteen het verschil. Aangespoelde rommel blijft er liggen tussen de kapotgetrapte schelpen. Bouwvallige hutjes staan langs het strand. Breed lachend en wuivend komt Ibrahim ons tegemoet. Hij is kreupel en nodigt ons meteen uit in zijn hut. Die is helemaal gevuld met snuisterijen voor de toeristen. We maken kennis met Jacqueline, de zus van Ibrahim. Hetzelfde tafereel. Een hutje waar het licht enkel binnenvalt langs de deur en dat volgepropt is met souvenirs. Ergens in een hoek ligt een deken en een beetje huisraad. De winkels zijn hun huizen. Deze dorpelingen zijn ongeveer met negentig. Toen de Club Aldiana zich in 1973 installeerde in Mbour, zijn de dorpelingen ernaast komen wonen. Ze leven van die paar toeristen die voorbij de muur van het hotel wandelen. “N'oubliez pas de faire un peu de publicité pour nous!” Ibrahim kan het niet genoeg herhalen. Zelf kunnen ze niks doen, alleen afwachten of die toeristen hun luie zetel even willen verlaten. Zodra Ibrahim en Jacqueline begrepen hebben dat we écht niks meer kopen, beginnen ze ons de kleren van het lijf te vragen. “Heb je geen medicamenten of kleren voor de vrouwen van het dorp? En mag ik je handtas en je zonnebril niet hebben?” Het is duidelijk dat toeristen hier bekeken worden als wandelende portefeuilles. Wanneer onze tas leeg is, verliezen Jacqueline en haar broer alle interesse in ons. Nog een snelle bonjour en Ibrahim mankt snel in de richting van de hotelmuur, wuivend en gebarend naar een nieuwe roodgeblakerde toerist.

     

    Op de terugweg stoten we op enkele Senegalese mannen die op het strand sit-ups doen, gewichtheffen en rondjes lopen. Twee afgetrainde mannen stellen onze enkele 'typische' vragen. De Lonely Planet, de compagnon van elke toerist, waarschuwt ons voor dit soort sekstoerisme. Een heleboel werkloze Senegalese mannen klampen elke toerist aan die ze tegenkomen, in de hoop hen wat souvenirs te verpatsen, of - als het om alleenstaande vrouwen gaat - hun lichaam. Europese vrouwen van middelbare leeftijd zouden naar West-Afrika reizen met dezelfde bedoelingen waarmee heel wat mannen richting Thailand trekken. En ook Europese vrouwen houden wel van een fris groen blaadje en dus trainen de Senegalese jongelingen alsof hun leven ervan afhangt. Als een echte gentleman wil de jongen op het strand van Mbour ons een juweeltje om de hals hangen, omdat we “zo vriendelijk zijn voor de Afrikanen”.

     

    Belgische in de brousse

     

    Tot zover ons avontuur in de Senegalese strandclub. Ik ga op bezoek bij Karien, een Belgische die een groot hotel runt in de mangroves van de Sine Saloum delta. Hotel Les Palétuviers ligt een dikke vijf uren rijden van Dakar. Af en toe moeten we stoppen voor een controle door de politie. Een behoorlijk stuk van de weg is in zodanig slechte staat, dat de chauffeur liever naast de weg rijdt. Toch wagen heel wat Belgen het erop, want Les Palétuviers zit vol landgenoten. Karien Van Steenberge (37) kreeg drie jaar geleden de vraag van de Belgische eigenaar of ze geen manager wou worden van zijn hotel in Toubakouta. “Waarom niet, dacht ik,” vertelt ze en dus woont ze sindsdien in de brousse met haar twee kinderen van vijf en acht. “Op vijf weken tijd heb ik alles geregeld om naar hier te komen. Ik was zelfs nog nooit in Afrika geweest.” Maar ze doet het graag. “Vanuit mijn bureau zie ik de eekhoorntjes brood stelen. In Europa zie je dat niet als je de deur van je bureau opendoet. Bovendien zijn mijn kinderen en ik altijd bij elkaar. Of ik iets mis? Voor yoghurtjes met aardbeiensmaak moet je naar Dakar. Maar België mis ik echt niet. Werken doen we hier wel zeven op zeven, maar daar zijn we echt vrij in.”

     

    Is een hotel runnen anders dan in Europa? “Het is een andere mentaliteit. Het is hier warm, dus kan je niet verwachten dat de mensen aan hetzelfde tempo werken als wij dat gewoon zijn. Maar ik mag eigenlijk niet klagen. Soms zijn er kleine dingetjes maar daar mag je niet over piekeren. De mensen doen hun werk met hart en ziel.” De rekrutering bij Les Palétuviers loopt via een gesprek en dan volgt er een stage van drie maanden. Als die goed afloopt, mogen ze blijven. “Elke dag krijg ik sollicitatiebrieven,” vertelt de Belgische. “Dus als ik iemand nodig heb, neem ik mijn map en kijk ik welke ervaring iemand heeft en contacteer ik ze. Op die drie jaar zijn er drie vertrokken omdat ze een betere aanbieding kregen. In totaal werken hier tachtig mensen. Dat zijn tachtig gezinnen in het dorp die ervan leven. Dat dorp telt zo'n 2.000 mensen, maar een gezin kan al snel uit twintig man bestaan, met oma en opa erbij.”

     

    Met het hotel is ook Toubakouta gegroeid en is het dorp welvarender geworden. De straat voor het hotel telt maar liefst zestig souvenirwinkeltjes, allemaal mensen die ook aan het hotel verdienen. En dan zijn er nog de scholen en de projecten die ondersteund worden door het hotel en haar gasten. “Sommige toeristen bouwen hier zelfs een huisje voor iemand van ons personeel,” getuigt Karien. “De mensen zijn daarop niet jaloers. 'Iedereen zijn geluk', zeggen ze dan. Vandaag is het voor u, misschien is het morgen voor mij.”

    80 kamers, 80 werknemers

     

    In totaal hebben Karien en haar Senegalese collega-manager Pap Fall tachtig werknemers in dienst. Het meeste werk gebeurt met de hand. “Het geld dat we zouden moeten uitgeven voor een wasmachine, kunnen we evengoed gebruiken om iemand uit het dorp alles met de hand te laten wassen.” Het minimumloon in Senegal is honderd euro, vertelt Pap Fall. Wij betalen hier minimum 130 euro. Daarnaast moet je nog zeker een twintig euro rekenen die wij betalen aan sociale kas en pensioensparen.” Zieke werknemers en hun familie krijgen zestig procent van hun medicamenten betaald door Les Palétuviers. “Pas op, soms hebben ze vier vrouwen en twintig kinderen,” lacht hij. Pap toont me de loonfiche van een van de werknemers. “Natuurlijk is 130 euro naar onze normen niet veel, maar de levensstandaard is natuurlijk lager,” verwittigt Karien. “Je moet rekenen dat een zak rijst van 25 kg ongeveer achttien euro kost. Daarmee kan een gewone familie van één vrouw met zes of zeven kinderen toch wel even van eten. Of neem een stokbrood, dat kost elf cent. Dat is minstens tien keer goedkoper dan in Europa. Ze hebben ook geen verwarming of jassen nodig.”

     

    Bouwgronden in de dorpen zijn gratis. De burgemeester en een commissie bepalen wie welke grond krijgt. Een huis in baksteen bouwen met elektriciteit kost ongeveer 3500 euro, rekent Pap Fall me voor. Daarvoor heb je vier kamers, met een cementen vloer. “Dat is natuurlijk wel anders in België,” lacht hij. Pap is al verschillende keren in ons land geweest. “ Als ik de lotto win, koop ik een huis in Knokke en dan schilder ik de gevel zwart. Daar gaat de burgemeester van Knokke niet van houden.”

    Ik praat even met Mbaye Thiam, die in Les Palétuviers verantwoordelijk is voor het onderhoud van de plomberie. Hij woont met zijn familie in het dorpje naast het hotel. Zijn vrouw werkt niet, maar hij zou voor haar een klein hutje willen bouwen dat ze kan inrichten als kapsalon. Dan kan ze de typisch Afrikaanse vlechtjes maken bij haar dorpsgenoten. Zelf is hij een echte televisiefan. Hij heeft een paraboolantenne en kijkt naar alle grote televisiestations. Zo volgt hij alles wat er gebeurt in de wereld. Komen de dorpsgenoten dan ook kijken, vraag ik hem. “Neen, want 's avonds moet ik rusten. Als ik niet uitkijk, zit er de hele tijd twintig man bij mij tv te kijken.” Mbaye denkt er ook niet aan om naar Europa te vertrekken. “Wat zou ik daar doen? Ik heb hier werk en ik ken mijn vak zeer goed.” Hij is duidelijk zeer trots op wat hij heeft geleerd en hij vindt dat hij voldoende geld verdient om van te kunnen leven, en zelfs een beetje te sparen.

     

    Belgische backpackers


    Belgen die naar Senegal komen, doen dat niet altijd met Neckermann of Thomas Cook. Er bestaan ook kleinschalige hotels, zoals de ViaVia herberg in Dakar. Serge Gazin (34) en Barbara Bex (33) zijn een Belgisch koppel die het backpackershotel sinds een half jaar openhouden. Serge neemt de rol van gerant op zich, terwijl Barbara zich vooral ontfermt over het project met straatkinderen dat de eigenares van het hotel heeft opgezet. Barbara en Serge hebben vijftien personeelsleden in dienst voor een herberg van vijftien kamers. Hoe zit het met het arbeidsethos van hun personeel? Serge wil zeker niet meegaan in de mythe van de luie Afrikaan. “Je moet de mensen motiveren en ook inspraak geven, en vooral: je mag je niet boven hen zetten.” Maar ze hebben ook geleerd dat in Afrika de sociale dimensie nog altijd belangrijker is dan het werk. Dat hebben ze met scha en schande moeten ondervinden toen ze met de collega's naar een doopfeest gingen en er niet wegraakten terwijl ze dringend voor de gasten van het hotel moesten zorgen. Allerlei sociale conventies gingen op dat ogenblik duidelijk voor op het werk. Zo moesten de geschenken volgens een bepaald stramien afgegeven worden. “Ze noteren heel nauwkeurig in een register wie wat geeft. En de volgende keer moet je dan weer iets meer geven.” Het duurde uiteindelijk vijf uur langer dan gepland vooraleer ze wegraakten op het feest.

    Het personeel in de Via Via wordt volgens de barema's betaald, zo'n 100 à 120 euro netto. “Toch zien we dat velen moeite hebben om de eindjes aan mekaar te knopen.” Rekrutering is geen eenvoudige zaak voor de Belgische herbergiers. “Geschoold personeel is moeilijk te vinden in Dakar,” vertellen Serge en Barbara. En soms hebben ze ook last met personeel dat iets begint met de Belgische gasten en dan mee naar België vertrekt. Zo heeft de herberg toch al tien personeelsleden zien vertrekken. “De Senegalezen zien Belgen natuurlijk als een ticketje naar Europa. Zo'n relatie duurt dan meestal ook maar een paar jaar.” De twee hebben de finesses van het Senegalese personeelsmanagement stilaan ontdekt. Zo werd er een keer iemand ontslagen en was het hele personeel echt in de rouw. Of nog: “'s middags krijgt het personeel eten in de herberg. Het leek wel de zoete inval. Iedereen die passeerde werd mee aan tafel genodigd, ook die werkman die even een kraan kwam repareren.” Vooral veranderingen vragen heel veel moeite. Zo wilde Serge zijn klanten cornflakes als ontbijt aanbieden. Het was geen sinecure om het personeel zover te krijgen dat ze dat ook deden. “Bovendien waren na één week alle cornflakes in de buurt van het hotel uitverkocht,” lacht Barbara. En het is blijkbaar geen evidentie om aan het personeel iets te vragen dat normaal niet hun verantwoordelijkheid is. En als ze het dan doen, verwachten ze daar iets extra voor. Zo was er een boekenkast verhuisd in het hotel. In de werkbeschrijving van de poetskracht stond niet dat die boekenkast ook moest afgestoft worden. Het bleek geen sinecure om ervoor te zorgen dat dat uiteindelijk toch gebeurde. Change management op zijn Afrikaans...

     

    “Afrika vertegenwoordigt twee procent van onze buitenlandse handel”

     

    Peter Huyghebaert is eerste secretaris op de Belgische ambassade in Dakar. De ideale persoon om een uitleg te geven over de economische relaties tussen België en Senegal. Hij relativeert meteen: “Heel Afrika vertegenwoordigt maar twee procent van onze buitenlandse handel. Toch leven er zo'n 500 Belgen in Senegal. Dat komt onder meer doordat Senegal een concentratieland is voor onze ontwikkelingssamenwerking.” De Belgische investeringen situeren zich vooral in de toeristische sector. Er zijn een paar hotels met een vijftigtal kamers in de betere categorie. Ook in Saly is er een golfterrein dat eigendom is van landgenoten. Huyghebaert: “Natuurlijk heeft Senegal enkele troeven: het warme weer, het is niet te ver van Europa en ligt binnen dezelfde tijdzone.” Toch is de diplomaat niet echt enthousiast: “In januari 2005 werd hier 'La stratégie de croissance accélérée' voorgesteld om Senegal op het pad van de versnelde economische groei te brengen. Uiteindelijk is dat document twee jaar later ook effectief voorgesteld en goedgekeurd door het parlement. Daarin worden vijf potentiële groeisectoren voorgesteld. Die moeten ervoor zorgen dat de economische groei zal boosten van de huidige vijf procent tot zo'n zeven à acht procent. Toerisme is één van die vijf groeisectoren, naast de visvangst, de textielindustrie, de agro-voedingsindustrie en de ict-sector. Er is ongetwijfeld potentieel voor de toeristische sector, maar die zit momenteel in slechte papieren. Senegal is allereerst duur en de accomodatie is vrij teleurstellend in verhouding tot de prijs. Ondanks de relatief korte afstand, is naar hier vliegen vrij duur. Je ontdekt natuurlijk een vleugje Afrika, maar het is op zich geen echt mooi land,” vindt Peter Huyghebaert.

     

    “Ze zien het ook allemaal heel groots. Grote vijfsterrenhotels terwijl het klassieke kusttoerisme in een crisis zit. Ook andere negatieve factoren spelen mee. De taxen op het vliegtuigticket naar Senegal zijn enorm. Een kwart van je ticket bestaat zeker uit tax. Die moet dan dienen om de nieuwe luchthaven te financieren, maar uiteindelijk komen de inkomsten elders terecht. Verder denkt men er sinds kort aan om de visumplicht in te voeren. Stel je voor dat de toeristen daarvoor ook nog eens vijftig euro moeten betalen. Grote contestatie van de toeristische industrie natuurlijk.” Toch zijn er ook positieve punten. “Het land is erin geslaagd om altijd vreedzaam te leven. Misschien is het een voordeel dat ze arm zijn, er zit niet veel in de ondergrond. Op korte termijn zal het wel rustig blijven, maar Dakar wordt wel een echte sociale tijdbom met een massa jongeren die niet aan de bak komen. Met de criminaliteit in Dakar valt het ook vrij goed mee. Het is vrij veilig ten opzichte van andere Amerikaanse steden. Verder is het land vrij matuur op vlak van democratie.”

     

    VACATURE – Marian Kin


    informatie over Barbara Bex en Serge Gazin 

     

    29-03-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (1)
    23-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BLACK-OUT

    Het was onlangs even serieus verschieten, amai!

     

    Barbara & ik waren op pad in Dakar. We hadden allebei een rendez-vous. Barbara was niet 100% in vorm, omdat ze de avond ervoor een paar keer naar de wc was moeten spurten. Ze was zonder iets te eten of te drinken mee in een taxi gestapt en liep nu in de drukte van Dakar onder de brandende zon de vettige uitlaatgassen in te ademen. Slechte combinatie! Zeker als je dan ook nog eens voortdurend moet opletten waar je stapt, omdat er een hoop rommel op straat ligt en de weg vol gaten zit.

     

    Op zich is dit allemaal niet zo erg. Maar als je op een bepaald moment een gat mist en tegen de vlakte gaat is het al iets minder leuk. Voor ik het wist stond Barbara weer recht, maar toen bleek dat ze zich toch niet zo goed voelde (“Serge, ik ga flauwvallen!”), heb ik snel een plekje gezocht in de schaduw van een winkeltje en haar op de grond gezet. De mensen kwamen al onmiddellijk aanzetten met een stoel en een cola (ter compensatie van waarschijnlijk suikertekort), maar voor ik het wist zag ik Barbara vanuit mijn ooghoek wegdraaien en met een knal met het haar hoofd tegen de vloer vlammen. Ik was nét te laat om haar op te vangen.

     

    Even later zaten we opnieuw in een taxi, maar deze keer terug naar huis. De twee afspraken die we hadden waren voor een andere keer. Barbara heeft heel de rit geslapen. Ze was duidelijk knock-out, van de spetterende nacht op de wc, het gebrek aan voedsel en vocht in haar lichaam en het “close contact” met de Senegalese bodem. Op het moment dat we de straat van de Via Via inreden, werd ze wakker en vroeg verward waar we juist waren. Op mijn antwoord dat we vlakbij de Via Via waren, kwam opnieuw dezelfde vraag. Toen we wankel de Via binnenstapten en ze voor de vierde keer vroeg waar we juist waren, kreeg ik door dat er iets niet klopte.

     

    Een keer in onze kamer, drong het tot me door dat ze zich totaal niets meer kon herinneren. “Waar zijn we eigenlijk? Wat doen wij hier juist? Kan je nog eens vertellen wat er juist is gebeurd?” vroeg Barbara telkens opnieuw. Ik probeerde heel de tijd rustig de vragen te beantwoorden en opnieuw te beantwoorden, maar ik weet niet of ik er goed in ben geslaagd mijn ongerustheid te verbergen. Ik kon de paniek in haar ogen lezen, toen ze voor de 20ste keer vroeg te vertellen wat er juist was gebeurd. Gelukkig stond de dokter van SOS Médecin er vrij snel. Ik had die man al een paar keer bezig gezien met klanten en had er dus wel vertouwen in dat het weer goed zou komen. Hij heeft vrolijk een bakster gestoken en Barbara o.a. een overdosis suiker gegeven en even later kon ze probleemloos alle vragen beantwoorden en herkende ze ook weer al het personeel dat ongerust kwam polsen of alles ok was.

     

    Oef! Als ze een mens nog eens wil laten verschieten!

    23-03-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (2)
    18-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LOST LUGGAGE

    Het gemiddelde is ongeveer 1 keer per week. We komen ’s morgens de trap af en  zien een toerist met een beteuterd gezicht aan de ontbijttafel zitten, gekleed in een warme broek, stevige schoenen en een T-shirt met lange mouwen. Ze zijn versch aangekomen uit Europa en de bagage is ergens onderweg blijven hangen. Daar zitten ze nu… zonder tandenborstel&tandpasta, zonder handdoek&douchegel en zonder propere onderbroek. Ze zweten zich te pletter in de warme kleren die ze bij het vertrek hadden aangetrokken. Het is eigenlijk best een grappig zicht. Als we hen een stuk zeep en een handdoek geven, fleuren ze weer helemaal op. In het geval dat ze staan te popelen om hun reis te beginnen en niet willen wachten op de bagage die god-weet-wanneer zal aankomen, diepen we een broek en T-shirt op uit onze koffer en sturen we ze op pad.

     

    Deze keer waren wij het echter die na ons blitzbezoek aan België met lege handen toekwamen. De vlucht naar London had bijna 2 uur vertraging. Wij zijn in zeven haasten door Heathrow airport gecrost voor onze aansluiting (een stuk op kousenvoeten, want we moesten onze schoenen uitdoen voor een controle) en stegen voor we het wisten met een zucht naar boven in de lucht. Geen wonder dat onze bagage er niet bij was.

     

    Vier dagen later kwamen onze rugzak en de “turkenzak” (zo wordt dat toch in de volksmond genoemd, niet?) die de mama van Lies had meegegeven van de band gerold. De kleurrijke zak van Lies hing in frennen vaneen. De rugzak zag er ok uit. Content dat we waren dat alles goed was aangekomen! En het personeel was ook in zijn nopjes, want we hadden voor elk een paasei en een foto-album mee.

     

    18-03-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)
    17-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOLEUR SANS FRONTIERES

    Onderweg naar het project kwam ik onlangs een Senegalese man tegen die zich voorstelde als “Monsieur le docteur Assane de Médecins sans Frontières”. Hij bood me spontaan zijn (weliswaar medische) diensten aan. Hij woonde vlakbij zei hij, kende ons project goed en stelde me voor om een paar dagen per week bij ons langs te komen. Volledig gratis. Chic! Ik was onder de indruk, niet alleen van zijn geplastificeerd visitekaartje, maar vooral omdat hier in Senegal NIKS gratis is, en Senegalese vrijwilligers als hij op uitsterven na dood zijn.

     

    De volgende dag zag ik onzen “doc” al ijverig aan het werk. Gelijk nen echte, in een witte schort, te midden van een hoop medicijndoosjes en papieren. Onze talibés waren al allemaal bij hem langs geweest, en nu was het personeel aan de beurt. Ik begon ondertussen met Dominique het magazijn op te ruimen, een ware varkensstal op dat moment, maar we deden wat onnozel ondertussen en zo ging het goed vooruit. Dominique kroop in de kasten en stuurde af en toe een verdwaalde kakkerlak mijn richting uit. Gieren en brullen! Plots kwam Dani de kamer binnen, het was Dominique zijnen toer. In het naar buiten gaan, zag ik dat Dani een hele batterij tabletten bij zich had. “Ik heb een verkoudheid. Ik moet die allemaal nemen.” Toen ook Diouma zei dat ze twee volle doosjes had meegekregen voor een bescheiden puist op haar arm, en Dominique even later binnenkwam met een handsvol medicamenten voor zijn verstopte neus, vond ik toch dat ik even moest ingrijpen. Ik vloog naar beneden en vroeg Assane wat de bedoeling was. ‘Mais c’est pour leur traitement!”. Yeah right, maar als we dat hier elke week zo doen, zitten we binnen de kortste keren wel door onze voorraad hé man! “Ouioui, ok ok”, zei hij duidelijk gepikeerd, en liet me verder niet veel kans meer nog iets te zeggen. Hij keerde me ostentatief de rug toe, en begon druk te schrijven.

     

    De dag daarop zag ik een volstrekt onbekende vrouw bij hem zitten. “Salaam Maleikum, et vous êtes madame…?” “Ik heb gehoord dat er hier gratis consultaties zijn…”. Lap, daar moest ik weer de harde tante spelen: “Nee madam, da’s hier enkel voor talibés, het spijt me.” Ook doccie kreeg een veeg uit de pan. “Als ge een plaats zoekt waar ge gratis consultaties wilt geven, dan vrees ik dat ge ergens anders zult moeten gaan zoeken, want hier kunnen we enkel talibés opvangen!” “’t Is al goe, ’t is al goe, j’ai compris”.

     

    Die avond vertrok ik naar België, met de duidelijke boodschap aan mijn team om onze médecin een beetje in ’t oog te houden.

     

    Toen na mijn terugkeer op de wekelijkse vergadering toevallig “la santé des talibés” aan bod kwam, vroeg ik direct “Ah oui! Et notre docteur?”. Gegniffel, veelbetekenende blikken… “Et bien?” Bleek dat hij na vier dagen vertrokken was, met de noorderzon. En met een GSM van één van onze oudste jongens, een hoop medicamenten, en onzen thermometer… Zijn wit schortje had hij als souvenir op zijn bureau achtergelaten.

    t’ Zijn sjarels!

    17-03-2007 om 00:00 geschreven door Barbara&Serge  


    >> Reageer (0)


    Inhoud blog
  • HET NOORDEN KWIJT

    Archief per jaar
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2007
  • 2006
  • 2005

  • oude reisverslagen Barbara&Serge
  • fotoalbum Zuid-Afrika
  • fotoalbum Namibië
  • fotoalbum Maleisië
  • fotoalbum Sri Lanka
  • fotoalbum Malediven
  • fotoalbum Costa Rica
  • fotoalbum Senegal
  • fotoalbum Senegal en Gambia
  • fotoalbum Guinee Bissau en Mali


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs