18 september 2019, vrijbosroute (Pasar fietsfiche)
Vandaag een fietsrit in een ruime lus rond het vrijbos van Houthulst, een route verschenen in het Pasar tijdschrift van december 2017.
Startpunt is bij het voormalige station van Staden.
Staden lag op het tracé van de spoorlijn L63 Torhout-Ieper, tussen Kortemark en Boezinge werd dit tracé omgevormd tot fietspad. (Dit fietspad kreeg de naam 'vrijbosroute').
Het fietspad word gevolgd tot in de buurt van Langemark, daar gaat het richting Madonna, een gehucht noordelijk van de dorpskern van Langemark. Van Madonna leid de route via landbouwwegen naar Merkem, een deelgemeente van Houthulst. Enkele kilometer verder ter hoogte van het gehucht Luigem is er mogelijkheid tot een kleine verlenging van de route, een extra lusje van 7km.
Deze verlenging volgt de weg naar Noordschoote tot het gehucht Drie Grachten (bij de brug over het Ieperleekanaal), daar gaat het rechtsaf langs het jaagpad van het Ieperleekanaal tot aan de samenvloeïng met de Ijzer. Ooit was hier een fort (Knokke fort, eind 16de eeuw). De naam Knokkebrug over de Ijzer herinnerd hier nog aan. In het landschap zijn nog enkele sporen van dit fort zichtbaar (grachten die niet volledig gedempt werden).
De verlenging van de fietsroute loopt nu verder over een onverharde weg met deels grove kiezel, wat verder word het een antieke steenweg.. Wie niet met een mountainbike op pad is vermijd deze verlenging beter. De Blankaart (waar drinkwater gewonnen word) ligt in vogelvlucht slechts een paar honderd meter van de route. In Luigem kom ik terug op de hoofdroute, wat verder fiets ik voorbij de Beukelaremolen.
De weg Ieper Diksmuide moet gekruist worden, richting Jonkershove (gehucht van Houthulst) Voor Jonkershove bereikt word zwenkt de route richting Zarren. Op het grondgebied van Klerken kan mits een kleine omweg en wat klimmen de vredesmolen bezocht worden.
Deze molen was na WO I herleid tot een ruïne en werd niet heropgebouwd. Pas in de aanloop naar de herdenkingen 2014-2018 werd beslist om de ruine te stabiliseren en toegankelijk te maken (metalen constructie met wenteltrap in de kuip van de molen). Helemaal bovenaan is een uitzichtsplatform, van hieruit krijg je een panoramisch zicht op de westhoek.
Klerken bevind zich op een uitloper van het West-Vlaams heuvelland, een heuvelrug die zicht uitstrekt van Heuvelland rond Ieper tot Esen bij Diksmuide. (bekend als de Ieperboog tijdens WO I) Deze heuvelrug vormt ook de waterscheiding tussen Ijzer- en Leiebekken.
Een bezoek aan deze molen is een aanrader ook al moet er wat geklommen worden.
De route gaat verder richting Zarren slaat echter af richting Staden om voorbij de Couchezmolen te leiden. (Hier zijn we reeds voorbij gefietst in september 2012, Krekedalroute, met start in Diksmuide).
Voor Staden gaat het nog even richting Kortemark om dan noordelijk van Staden terug op de Vrijbosroute te komen. Na 2km word het vertrekpunt in Staden bereikt.
Een mooie fietsroute in een dunbevolkt deel van West-Vlaanderen.
zondag 15september, het weer is te mooi om binnen te blijven..
We nemen s'namiddags onze fietsen voor een uitstapje naar de 'kleiputten' in Rumbeke, een site waar sinds eind jaren 1940 klei uitgegraven werd voor een steenfabriek (Olivier denk ik).
Deze putten werden later opgevuld met huis- en wellicht ook ander afval, een laag aarde erover, beplant en zijn nu groenzone die probeert om aan te sluiten bij het Sterrebos (waarbij de rijksweg N36 een serieus obstakel vormt... )
Het is een kort uitstapje, na ons fietstochtje door de kleiputten houden we halt bij het Sterrebos voor een eveneens korte wandeling, en doen ons nadien tegoed op het terras van het bijhorende restaurant.
Vandaag trekken we naar Esquelbecq (Ekelsbeke) in Frans-Vlaanderen. Dit dorp ligt goed 20 km westelijk van Poperinge. Er is een camperparking met plaats voor een tiental campers en met servicestation (water tappen, afvoer vuil water, electriciteit..)
De Ijzer (die hier slechts een beek is) loopt door het dorp, naast het kasteel met bijhorende tuinen. We starten met een wandeling door het dorp (veel boekenwinkels) en een bezoek aan het kantoor van toerisme dat tevens de bibliotheek is (Maison du Westhoek). De mevrouw van dienst raad ons aan de kerk vandaag te bezoeken, morgen is er een rommelmarkt ('brocante') en word de kerk gesloten.
Na het middageten wandelen we het circuit 'des chênes au chateau', een bewegwijzerde route met naar keuze 6 of 11 km. We opteren voor de lange route. Spijtig genoeg verloopt deze wandeling grotendeels over geasfalteerde wegen, voor wie liever wandelt op onverharde paden geen aanrader...
We sluiten de zaterdag af in 'la table des Géants', op het marktplein.
Voor vandaag (zondag) staat een fietstocht op ons programma; les rives de l'Yser 3, de derde van in totaal 4 bewegwijzerde fietsroutes in de Ijzervallei in Frans-Vlaanderen. (routes 1 & 2 in mei 2014 gefietst).
Omdat we starten vanop de camperparking in Esquelbecq beginnen we niet aan officiele het startpunt in Bollezeele, maar pikken de route op in Zegerscappel. Via het gehucht Erkelsbrugge gaat het naar Bollezeele, dan verder naar Rubrouck.
Hier is een museum gewijd aan Willem van Rubrouck (Ruysbroek?), een vlaamse missionaris die erop uit was gestuurd om de Mongolen te bekeren (eind 13de eeuw). In het museum bevinden zich een aantal Mongoolse gebruiksvoorwerpen en kunstwerken.
Verder door Broxeele (met voor het stadhuis een beeldje van manneken pis) en Volkerinkhove naar Merkegem.
Hier bereiken we het hoogste punt van de route (er staat een watertoren..). Wat verder in Merkegem is er een uitzichtspunt met een orientatietafel. Hoewel wellicht zo'n 20 km verder kunnen we de kerncentrales van Gravelines onderscheiden (aan de kust).
Merkegem ligt op een heuvelrug die de waterscheiding vormt tussen het ijzerbekken en de rest van Frans-Vlaanderen waar het water naar zee afvloeit (Flandre intérieure & Flandre maritime).
De route brengt ons via Eringhem terug naar Zegerscappel en vandaar fietsen we terug naar Esquelbecq met bij aankomst 46 km op de teller. (de route zelf is 40 km lang).
in bijlage pdf & gpx files met info over de gevolgde wandel- en fietsroute en een link naar fotos van dit weekend.
Deze fotos kunnen ook bekeken worden door op de kleine foto te klikken.
Op zaterdag 31 augustus heb ik de laatste route uit de fietsbox West-Vlaanderen gefietst, de Schreveroute.
Zoals de naam laat vermoeden is dit een route door het grensgebied met Noord-Frankrijk.
Startpunt in Reningelst, vandaar gaat het via Westouter de grens en de Kokereelberg over, Berthen en Boeschepe voorbij. Na het dwarsen van de N38 (Poperinge-Steenvoorde) gaat het naar het centrum van Watou. Van Watou gaat het binnendoor richting Poperinge, maar kort voor Poperinge leid de route terug naar het startpunt in Reningelst.
Volgens de brochure is het 46km, ik heb slechts iets meer dan 44 km op de GPS.
Het is wel een pittig circuit met veel hellingen maar ook met mooie zichten op de Vidaigneberg, Rodeberg, Zwarte Berg, Catsberg....
In Boeschepe passeer je ook de 'Ondankmolen' die recent gerestaureerd werd.
Een optionele omweg van een vijftal km brengt je boven op de Catsberg, dit heb ik niet gedaan.
De fietsbox West-Vlaanderen bevat een beschrijving + kaart van 40 bewegwijzerde fietsroutes.
voor enkele fotos, klik op de kleine foto of op onderstaande link.
Voor wie de route wil fietsen: gpx file hieronder.
Vlaamse actieve senioren Izegem, dagtocht 27 augustus 2019
dinsdag 27 augustus, de maandelijkse daguitstap van Vlas. Afspraak aan de Leest om 8 uur.
Verplaatsing naar Avelgem (Waarmaarde, bij de kerk).
Daar start de fietstocht, in de voormiddag richting Oudenaarde (centrum van de ronde van Vlaanderen), s'middags terug naar Waarmaarde voor het middageten. We hebben dan 32 km gefietst.
We volgen deels de Scheldevalleiroute, deel 3.
na het middageten volgt de zuidelijke lus, ook hier is de Schelde nooit veraf. We passeren de taalgrens en hebben nog een stop in Pottes. Vandaar terug naar onze vertrekplaats in Waarmaarde, met 75 km op de teller.
Op de kaart (png file hieronder) kun je de route zien.
De gpx file in bijlage voor wie de route wil nafietsen...
Onze zomeruitstap loopt stilaan op zijn einde, deze morgen (14de) vertrokken uit Oostenrijk. Het weer is wisselvallig, veel regen. Onze bestemming vandaag is Aschaffenburg, het stadje dat we gepland hadden te bezoeken op de heenreis. De camperplaats was toen gesloten wegens een 'Volksfest', vandaag opnieuw pech, de camperparking is voorbehouden voor deelnemers aan een festival..
Niet ver van deze camperplaats is er echter een grote parking, we zien dat er reeds enkele campers 'uitgeweken' zijn naar daar en besluiten om hier te overnachten, een geval van overmacht zeg maar.
We melden ons vooraf nog aan bij een 'Entsorgingstation', een afgesloten gebouwtje (met videobewaking) waar je je kunt aanmelden door een druk op een parlofoon. Tot mijn verbazing (het was toch reeds 'Feierabend') kreeg ik onmiddelijk iemand te horen die ook prompt vanop afstand de deur van het gebouwtje opende.
We wandelen nog wat rond in de buurt, het bezoek aan het stadje zelf is voor morgen.
Op 15 Augustus bezoeken we in de voormiddag Aschaffenburg.
Het weer is wat opgeklaard vandaag maar toch nemen we veiligheidshalve onze paraplu maar mee... We steken de brug over de Main over en wandelen naar het oude stadscentrum.
We bezoeken er de basiliek st.Peter en Alexander (met enkele mooie middeleeuwse kunstwerken), het renaissance kasteel Johannisburg en zijn bijhorende tuinen. Na het middageten besluiten we richting Essen te rijden, om het verlof af te sluiten met een etentje in een van Jessica's favoriete "Duitse" restaurants, het 'Shabu Shabu' op de Kopstadtplatz in Essen. Het eten is er authentiek Chinees en dit voor een zacht prijsje.
We parkeren onze camper op de Stellplatz in Nienhausen en fietsen van daar naar het restaurant.
Onderweg rijden we voorbij de site van de 'Zeche Zollverein', een grote voormalige koolmijn die stilgelegd werd in 1986 (intussen erkend als Unesco werelderfgoed). Deze hebben we in december 2013 bezocht.
Op 16 augustus brengen we de voormiddag door in het wellness complex in Nienhausen. Er is een buitenzwembad met zout water (verwarmd), een olympisch buitenzwembad (onverwarmd), een verwarmd binnenzwembad, meerdere sauna's, een zaal met een zoute atmosfeer, een stiltezaal, massagesalon enz...
Als we na de middag willen vertrekken zie ik een grote bult op het rechterachterwiel. We nemen geen risico en vervangen het wiel vooraleer de rit naar huis aan te vatten.
Op 12 augustus doen we onze laatste Hongaarse forinten op in Budapest en vertrekken bij stralend weer richting Oostenrijk. Ter hoogte van Wenen is het gedaan met het mooie weer en komen we in regen terecht. Onze bestemming voor vandaag is Hallstatt, een dorpje dat in zijn geheel als Unesco-werelderfgoed geklasseerd werd. Het is een rit van ruim 500 km, maar hoofdzakelijk op snelwegen (en dan ook nog in uitstekende staat..).
Omdat er in Hallstatt zelf geen geschikte parkeerplaats is overnachten we op een parking in Obertraun, enkele km van Hallstatt maar aan hetzelfde meer gelegen. (er is trouwens een bootverbinding tussen beide dorpen). Voor een camper moet je 2 parking tickets kopen (!), 24 Euro om er 24 uur te mogen parkeren.. met geen enkele service. We riskeren het met 1 ticket (parking is bijna leeg, op enkele campers na).
Op 13 augustus nemen we de fiets naar Hallstatt, we volgen hiervoor de Salzkammergutweg (aangeduid als R2). Bij aankomst in Hallstatt 'parkeren' we onze fietsen en wandelen we door het dorpje. (Met ongeveer 900 inwoners is dit niet echt een groot dorp...) We hebben geluk dat we iets voor 12 nog een plaatsje vinden in een restaurant, stipt om 12 uur stromen de toeristengroepen toe in de -vooraf gereserveerde- restaurants, vooral Aziaten.
In de namiddag wandelen we naar de zoutmijn op de Salzberg. (we zitten niet voor niets in het Salzkammergut, een beetje oostelijk van Salzburg (die stad hebben we bezocht tijdens het zomerverlof van 2012).
Er is een kabeltreintje dat je naar boven kan brengen, maar we houden het sportief en wandelen bergop. We komen boven bij de 'Rudolfsturm', oorspronkelijk een verdedigingstoren uit de dertiende eeuw (de zoutmijn was een bron van rijkdom en bijhorende afgunst..) Later werd deze toren uitgebreid tot woning en diende als stulpje voor de opeenvolgende mijndirecteurs. Na het stopzetten van de mijnactiviteiten (jaren 1950) werd het gebouw in de 60-er jaren nogmaals uitgebreid en uitgebaat als restaurant, dit met de opkomst van het massatoerisme in die periode.
Naast dit gebouw is er ook een 'skywalk', een uitzichtsplatform zo'n 350 meter boven het meer.
Het uitzicht op Halstatt en het meer is spectaculair, de skywalk is niet aan te bevelen voor wie hoogtevrees heeft. Ook de aanwezigheid van meerdere bliksemafleiders en dikke aardingskabels op het metalen platform boezemt niet direct vertrouwen in bij dit wisselvallige weer... Een plotse regenbui is het perfecte excuus om de skywalk te verlaten voor een warme koffie.
De zoutmijn van Hallstatt is de oudste ter wereld, er werd zo'n 7000 jaar lang zout opgegraven uit die berg. We hebben in Roemenië ook een zoutmijn bezocht, we laten deze van Hallstatt voor een volgende gelegenheid..
Bij het verlaten van het restaurant miezert het, maar we besluiten toch de terugweg naar het dorp te wandelen. Terug bij onze fietsen is het gelukkige gestopt met regenen, we rijden vlot terug naar Obertraun waar we nogmaals een ticket kopen aan de parkeerautomaat. (ééntje maar, de parking is net als gisteren bijna verlaten...)
Enkele fotos door te klikken op de kleine foto of op de link in bijlage.
bij de bijlage ook gpx file (van de camperparking naar het dorpje Hallstatt.)
op zondag 11 augustus verlaten we Roemenië, op onze laatste camping in Roemenië is het pas s'avonds laat rustig geworden.
We hebben goede herinneringen aan onze citytrip naar Budapest van november 2013 en gezien we er op de terugweg voorbij komen besluiten we om daar een tussenstop te voorzien.
Er is een camping dicht bij het centrum (Haller camping) waar we ons voor één nacht aanmelden. Ter info, deze camping is het hele jaar rond open.
Na de lunch nemen we onze fietsen voor een toertje door de stad.
Het weer is stralend, ruim 30 graden. Eerste stop is de overdekte markt, helaas is deze op zondag dicht.. We parkeren onze fietsen en wandelen door de voetgangerszone.
Na dit wandelingetje fietsen we langs de Donau tot een stuk voorbij het parlementsgebouw en steken de Donau over via de Margareta brug, de tweede oudste brug van Budapest. De kettingbrug is de oudste, via deze brug steken we nogmaals de Donau over, daar verlaten we de oever om het centrum door te rijden.
Van het wandelen en fietsen krijgen we honger, we passen onze route enigzins aan zodat we een Chinees restaurant kunnen aandoen dat een goede vermelding heeft.
Na het eten is het tijd om terug naar de camping te fietsen voor het donker word.
Gisterennamiddag zijn we toegekomen in Cluj-Napoca. We hebben tevergeefs een parking gezocht in het stadscentrum en zijn dan maar doorgereden tot de camping. We hebben een wandeling in de buurt van de camping gemaakt maar in dit deel van de stad is er niet veel te bezichtigen..
Vandaag hebben we de gehele dag voorzien voor het stadsbezoek.
Omdat het vrij ver is tot het centrum nemen we een bus. We stappen uit aan de halte bij het etnografisch museum van Transsylvanië. Van hier is het slechts honderd meter tot de sint-Michielskerk. (die gedeeltelijk in de steigers staat en wegens restauratie spijtig genoeg niet te bezoeken is.. )
Op het plein bij deze kerk staat een beeldengroep van Matthias Corvinus omringd door 4 van zijn legeraanvoerders. Ook aan dit plein gelegen is het kunstmuseum dat zowel middeleeuwse als hedendaagse kunstvoorwerpen herbergt. Het mooie barokke gebouw heeft wel een stevige opknapbeurt nodig...
We wandelen verder tot aan het nationaal theater- & operagebouw en slaan links het park in voor een bezoek aan de orthodoxe kathedraal. Na dit bezoek komen we terecht in het zakencentrum van Cluj maar we waren eigenlijk op zoek naar de kerk van de unitaire christenen... kleine correctie nodig..
Verder naar het pleintje Mihai Viteazu, dicht bij de rivier (Somesul Mic). Op de brug over deze rivier bemerken we een terras hangend over het water, blijkt het terras van een restaurant te zijn en gezien het intussen reeds middag is besluiten we om daar te lunchen.
Aangesterkt na de lunch vatten we de klim aan naar de site van de voormalige citadel. De heuvel waarop deze citadel gebouwd was word vandaag gedomineerd door een lelijk betonnen hotel uit de communistische tijd. Vanaf deze hoogte is er een mooi zicht op de stad.
We dalen af naar de rivier en steken die over via een voetgangersbrug die ons rechtstreeks in het centraal park brengt. Vandaar gaat het naar de oudste kern van de stad -deels autovrij- met veel terrasjes en café-restaurants. We pikken er op goed geluk eentje uit en kunnen plaatsnemen in de (kleine) binnentuin voor een welverdiende rustpauze. Nadien komen we nog voorbij aan het huis waar de latere koning van Hongarije geboren werd (in 1443, Matthias Corvin, dezelfde die vereeuwigd werd in een standbeeld voor de Sint-Michielskerk). Dit huis is volgens het bijhorende infobord het oudste gebouw van de stad.
We wandelen terug naar een van de hoofdstraten en nemen daar de bus terug tot bij de camping.
We zijn van plan om nog tot in de buurt van Oradea te rijden en kiezen voor een overnachting op een camperplaats bij Suncuilius (Crisul repede).
Deze krijgt veel lovende commentaren in onze app wegens de rust en de mooie omgeving... Blijkbaar vinden de Roemenen dit ook, het is er heel druk op deze zaterdag en pas s'avonds laat vertrekt mondjesmaat een deel van de dagjestoeristen zodat we eindelijk een geschikt plaatsje vinden voor de camper. Er lijkt een mist op te komen in de vallei, maar dit is de rook van de talrijke houtvuurtjes waarop de Roemenen vlees bereiden. Of dit vlees roken is of vlees braden is onduidelijk, de geur is vooral die van brandend hout..
Vandaag staan opnieuw kloosters op ons programma, beginnen doen we met het klooster Slatina, dicht bij het gelijknamige dorp.
Ondanks het feit dat het hier ook een orthodox klooster in west-Moldavië betreft ontbreken hier de typische buitenfresco's. Het kloostercomplex is volledig ommuurd.
Het volgend klooster is wellicht het bekendste van Moldavië; Voronet, in de buurt van Gura Humorului.
Parkeren is niet evident, we moeten even zoeken voor we de camper kwijt kunnen. Het is intussen middag, we gaan eerst eten vooraleer het klooster te bezoeken.
De mooie fresco's op de buitenmuren van de kerk gaven het de bijnaam "Sixtijnse kapel van het oosten".
De ganse westmuur van de kerk stelt het laatste oordeel voor, de oostkant is beschilderd met apostelen, heiligen en martelaren, maar ook met afbeeldingen van Plato, Sokrates en Aristoteles, alle figuren zijn getekend met het gezicht richting Maria met kind.
Het is een toeristische trekpleister, met navenante toegangsprijs (er is zelfs een extra ticket nodig om te mogen fotograferen..). Ook het aantal souvenirwinkels/ -kraampjes duid erop dat dit een drukbezochte plek is.
Na afloop rijden we richting zuid-oost, overnachten doen we op een rustige camping in de buurt van Vatra Dornei.
Morgen word een kalme dag, het plan is om naar Cluj-Napoca te rijden, er is een camping aan de rand van de stad.
Cluj-Napoca is de laatste van de 'zevenburgen' steden die we zullen bezoeken, vroegere naam was Klausenburg, maar nog veel vroeger was het een Romeinse nederzetting, Napoca genoemd..
Onze eerste bestemming voor vandaag is het klooster Agapia, op 50 km van de mini-camping bij Piatra Neamt waar we overnacht hebben. Van daar is het slechts 15 km naar de gerestaureerde burcht van Targu Neamt. Na het bezoek aan de burcht rijden we naar het klooster Neamt.
Na het bezoek aan het klooster raken we in gesprek met de monnik die het souvenirwinkeltje openhoud.
We zijn welkom om te overnachten op de parking bij het klooster (waar tevens een openbaar toilet bij hoort, net zoals bij onze eerste overnachting in Roemenië in Bodrog).
Er is mogelijkheid om een kamer te huren in het klooster, 2 deense rugzaktoeristen doen dit ook.
Later spreken we met een alleenreizende Duitse dame die ook besluit om hier te overnachten in haar camper.
We vertrekken uit Praid richting Moldavië, eerste stop is in Gheorgheni.
Daar krijgen we heel wat info in het lokale toerist-info centrum, over de historiek van het stadje zelf maar ook ook over de toeristische attracties in de regio. Daaronder ook een uitstap 'beren spotten', onder leiding van een lokale gids, maar dat ziet Jessica niet zitten...
Na een wandeling door het stadje rijden we de bergen in over de weg 12c (deze word beschouwd als een van de mooiste wegen van Roemenië). Onze volgende stop is aan het 'Lacu Rosu' (rode meer), waar veel Roemenen naartoe gaan. Vandaar gaat het verder door de Karpaten via de Bicaz canyon, hier loopt de weg naast de Bicaz rivier die gedurende meerdere kilometers door een eng kloofdal stroomt.
Enkele kilometer voor onze eindbestemming van vandaag (Piatra Neamt) rijden we een klein stukje om voor een bezoek aan het orthodoxe klooster van Bistrita. Hier zijn ze heel streng op de kledij, we dienen beiden een schort aan te trekken dat ons bedekt van hals tot de voeten...
We bezoeken nog het oude centrum van Piatra Neamt vooraleer op zoek te gaan naar een mini-camping in de buurt. (adres gevonden via de app)
enkele foto's via klikken op de kleine foto of link hieronder.
Deze morgen wandelen we nogmaals door Sighisoara, er is veel te zien en te ontdekken..
Daarna rijden we verder naar Szovata, sinds 1884 een kuuroord aangeprezen voor zijn zout- en modderbaden en gezonde lucht. (de regio staat bekend als 'Sovidek' hetgeen 'land van het zout' betekent).
We parkeren in het centrum en wandelen van daar naar het berenmeer (Lacul Ursu). Dit zoutmeer heeft een concentratie van 250 gram zout per liter water. (de Dode zee is nog zouter, met 330 gram/liter).
We bereiken het meer langs een bospad, wandelend langs het stroompje dat uit het meer sijpelt zien we mensen die zich in de modder hebben gewenteld en nu in de zon liggen.. dit ritueel zou goed zijn om allerhande huidaandoeningen te behandelen..
Aan het berenmeer ligt een spa-resort dat druk bezocht word, in de buurt zijn er nog andere spa complexen. We keren terug naar het centrum via een andere weg. Voor een stadje van zo'n 12.000 inwoners is er een grote keuze aan restaurants. Na het middageten rijden we nog een klein stukje verder, naar Praid.
In Praid is het bijzonder druk, de toerist-attractie is een zoutmijn. Er is een grote parking dicht bij deze zoutmijn, maar daar laat men ons niet toe, er word gewezen naar een straatje dat we moeten inslaan.
We doen dit, passeren enkele hotels en pensions maar zien geen geschikte camperparking.. Als we enkele honderd meter ver zijn komt iemand uit een huisje gelopen die ons teken doet te stoppen. Hij opent een weideafsluiting en laat ons daar parkeren..
Nadat we ons geinstalleerd hebben wandelen we terug naar het kantoor waar de tickets voor een bezoek aan de zoutmijn verkocht worden.
Het systeem is heel simpel; er staat een bus voor het kantoor en zodra men een ticket gekocht heeft stapt men op de bus. (De meeste van deze shuttlebussen hebben in een vorig leven in Duitsland rondgereden). Eenmaal de bus vol vertrekt hij en schuift een volgende bus aan...
De bus rijd na zowat 100 meter een fabrieksterrein op. Voor we ons kunnen afvragen wat hiervan de bedoeling is verdwijnen we in een tunnel. Na een rit van enkele kilometer stopt de bus en het gaat te voet verder, langs een reeks trappen dalen we verder af in de 'zoutberg'.
In deze zoutberg zijn grote grotten ontstaan als gevolg van de zoutontginning, een bezoek aan deze grotten zou wegens de aanwezigheid van zoutkristallen in de lucht heilzaam zijn voor de luchtwegen..
Er is een ondergrondse speeltuin met avonturenparcours, een kerk, een café /snackbar en uiteraard de nodige souvernirwinkeltjes.. Het ondergronds bezoek duurt zo lang als men zelf wil. Na afloop is het opnieuw trappen klimmen tot aan de 'busstop'. Zelfde scenario, de schuttle bus wacht tot er voldoende volk opgestapt is en rijd dan de mijn uit voor zijn volgende ronde.
Wat verder is er nog een zwembadcomplex (met zout water..), maar het is intussen bijna sluitingstijd. We wandelen terug naar de 'camperplaats' (met 2 campers..)
We bezoeken eerst het nabije stadje Targu Seculesc. Dit stadje heeft een bevolking met overwegend Hongaarse roots, ooit was dit een Hongaarse grensstad..
Na het bezoek rijden we door tot Sighisoara.
In Sighisoara is er bij het openbare zwembad een (kleine) camperparking, volzet met een tiental campers die zij aan zij geparkeerd staan.
Gelukkig geeft de concierge blijk van commercieel inzicht en opent voor ons de poort van het aanpalende voetbalveld.
Intussen zijn we met twee campers die elk een half voetbalveld ter beschikking krijgen.
Nadat we ons geïnstalleerd en gegeten hebben wandelen naar het centrum. Wellicht ook omdat het vandaag zondag is zijn er veel toeristen op stap, het stadje is een van de toeristische trekpleisters in Roemenïe.
Het is opnieuw zomers warm intussen, gelukkig zijn er horecazaken in overvloed...
Als we s'avonds terugwandelen naar het voetbalveld/camperparking staan er reeds 7 campers.
Op 2 augustus zwemmen we voor de laatste keer in de zwarte zee, daarna verplaatsen we ons een 70-tal km naar het noorden, naar de ruïnes van Histria. Er word blijkbaar gerekend op een toevloed van toeristen, er is een groot restaurant waar -wij inbegrepen- 4 mensen deze middag tafelen. Er is nog wat werk aan, de bediening bestaat uit lokale mensen waarvan niemand een vreemde taal machtig is.
Histria was een van de grootste Griekse havens aan de zwarte zee (gesticht rond 700 BC), later verder ontwikkeld door de Romeinen met tevens Byzantijnse invloeden en in de 7de eeuw vernietigd door de Avaren, een Slavische stam die na de Hunnen vanuit Azïe richting Donau emigreerden.
Bij de ruïnes is onder leiding van enkele archeologen een groep lokale arbeiders bezig met opgravingen.
We bezoeken ook het museum dat bij de site hoort. (door het vele glas in het gebouw is het er extreem warm, wat er ons toe noopt om dit museumbezoek vrij snel af te leggen).
We rijden verder naar het noorden, richting Donaudelta en houden onderweg halt in Babadag voor een korte wandeling.
In Murighiol melden we ons bij een (kleine) camping waar we zullen overnachten. Er is nog tijd voor een fietstochtje langs een van de vele zijarmen van de Donaudelta, maar bij elk erf waar we voorbij fietsen worden we achterna gezeten door 2 of 3 grote honden, zo is de pret er snel af...
De eigenaar van de camping probeert ons te overhalen om morgen bij zonsopgang aan te sluiten bij een groep toeristen voor een boottocht door de delta, maar de prijs die gevraagd word lijkt ons exurberant naar Roemeense normen en omdat we niet echt veel interesse hebben in vogelobservatie (en er ook wat tegenop zien om tegen 5hr s'morgens reeds paraat te staan..) laten we deze kans schieten, tot opluchting van Jessica..
Gelukkig maar, de volgende morgen worden we wakker met gietende regen.. we nemen de tijd voor ons ontbijt vandaag. Na inzage van het weerbericht dat niet veel goeds voorspeld besluiten we om de Donaudelta voor gezien te houden en verder te rijden richting Sighisoara dat wel 500 km oostelijk ligt.
s'middags steken we de Donau over bij Galati (met ferryboot). Kort daarna hervatten de regenbuien. We rijden verder tot in de buurt van Targu Seculesc waar we stoppen bij een domein met hotel, restaurant en chalets die gehuurd kunnen worden. We vragen in het restaurant of we na het eten op de parking mogen overnachten, dat mag.. Op het domein is er ook een sanitair blok met douches en toilet, alles is aanwezig om hier een camperparking uit te baten..
foto's via klikken op de kleine foto of op de link hieronder.
Vandaag bezoeken we Constanta, daartoe nemen we de fiets en volgen zo goed mogelijk de promenade langs de kust. We fietsen tot bij het beginpunt van een kabellift die evenwijdig met de kust loopt. Deze brengt ons dichter bij het centrum van Constanta, vanaf het eindpunt wandelen we richting stadscentrum.
We maken kennis met een voor ons onbekend fenomeen, vrouwen komen naar ons toe en bieden ons een sleutel aan.. Snel krijgen we de verklaring, er worden kamers verhuurd aan toeristen.. een vorm van 'zimmer frei', maar deze vrouwen gaan actief op zoek naar potentiële huurders.. Op weg naar het centrum begint het plots te regenen, we stappen een restaurant binnen en ondanks het vrij vroege uur worden we er snel (en goed) bediend.
In het centrum bezoeken we eerst de moskee. Vanaf de toren is er een mooi uitzicht over de stad en de haven. Tweede bezoek is aan het nationaal museum van geschiedenis & archeologie, hier word heel wat van de geschiedenis van de stad tentoongesteld en uitgelegd.
Constanta heeft een lange geschiedenis, als één van de Griekse havens aan de zwarte zee, daarna Romeins, tijdelijk deel van het Ottomaanse rijk om uiteindelijk deel van Roemenië te worden. Het is trouwens de oudste continu bewoonde stad van Roemenië.
Intussen hebben we zoveel gewandeld dat we opteren voor een taxirit terug naar de plaats waar we onze fietsen hebben gestald en volgen we de promenade terug naar de camping.
We genieten nog wat van de avondlijke zeebries en gezien we op het verste punt van dit zomerverlof gekomen zijn doen we een kleine controle; volgens de GPS is het 2540km om op de kortste weg terug naar huis te rijden..
Vandaag bezoeken we eerst de 'villa' waar Ceausescu gewoond heeft voor zijn paleis afgewerkt was. Omdat we van plan zijn om na het bezoek direct verder te rijden gaan we er naartoe met de camper. Het valt echter niet mee om een passende parkeerplek te vinden in de buurt.
De villa is weliswaar klein in vergelijking met het paleis/parlementsgebouw dat we gisteren bezocht hebben maar een stulpje is het nu ook niet.. Ook hier is bezoek enkel mogelijk in groep met gids, gelukkig hoeven we niet lang te wachten.
Na dit bezoek wandelen we rond in het nabijgelegen park Herastrau. In dit park ligt het Pescarus restaurant waar we s'middags eten. Nadien wandelen we terug naar de camper en zoeken onze weg uit het drukke Boekarest, richting Constanta aan de zwarte zee. Eenmaal buiten Boekarest gaat het vlot, dank zij een van de weinige snelwegen van het land.
We bereiken Constanta en zoeken een plaatsje op een van de vele campings aan zee. Het gaat er losjes aan toe, kies maar een plekje... Het is hoogseizoen, en veel Roemenen brengen hun verlof door aan zee.
Nadat we ons geïnstalleerd hebben doen we nog een wandeling langs het strand en nemen als afsluiter een duik in de zwarte zee.