Tijd om wat te fietsen na de uitstap van verleden week.
Zondag stond het achterwiel plat en omdat de binnenband reeds enkele keren hersteld werd heb ik een nieuwe gemonteerd en ook de buitenband vervangen door een breder exemplaar. (45 ipv 35mm, hopelijk voelbaar beter in modder of zand)
De nieuwe buitenband is niet enkel wat breder maar ook wat hoger dan de vorige zodat ook de positie van het spatbord wat gecorrigeerd moet worden. (wanneer het voorwiel aan de beurt komt zal ik de km teller opnieuw moeten 'ijken' want die zal niet meer correct meten).
Ik was van plan om het fietspad langs het kanaal te volgen tot Roeselare, maar dit is momenteel niet doorgaand berijdbaar wegens werken op de industriezone van Rumbeke, alternatief door de industriezone gereden om zo de Mandellaan te bereiken. Bij het station van Roeselare de fietssnelweg F32 (Roeselare-Brugge) genomen en deze gevolgd tot Torhout.
Deze brengt de fietser comfortabel en autovrij tot bijna aan de ringweg R32 ten noorden van Roeselare, maar vanaf daar word vooral via kleinere wegen gefietst, het tracé ligt vast maar er is nog veel werk aan om van deze F32 een 'volwaardige' fietssnelweg te maken..
Iets ten noorden van Torhout sla ik rechtsaf richting E403, maar dan wel op de parallelweg (ventweg Zuid). Bij het kruispunt met de Ruitjesbosstraat sla ik rechtsaf. Ik ben nu op het tracé van de 'Via Brugensis', een van de vele aanlooproutes naar Compostella. Het begin is mooi, met een fiets/voetpad door het Groenhovebos. Iets over dit bos volgt nog een onverharde veldweg maar dan komt het volgende stukje onverhard pas in Gits (op het domein van het Dominiek Savio instituut).
Als voetweg lijkt dit traject dus niet zo geslaagd, kan ook moeilijk anders in deze dichtbevolkte streek.
De enige aanduiding dat het hier over een route naar Compostella gaat vond ik in de Compernollestraat in Lichtervelde; een wegwijzer naar Compostella (1719km).
noot: deze aanlooproute begint in de buurt van Amsterdam en loopt westelijk door Nederland. In Breskens splits de route zich; westelijk via Sluis en Damme naar Brugge waar de aansluiting gebeurt met de via Brugensis, of iets meer oostelijk richting Gent waar de via Scaldea begint. ('knooppunt' is zowel in Brugge als in Gent de lokale st-Jakobskerk).
PS: toevallig verliep de wekelijkse fietsrit met VLAS op 23 november grotendeels langs hetzelfde traject, maar dan wel een stuk ingekort (38 ipv 52km).
Op 10 november zijn we vertrokken naar Gran Canaria.
We verblijven in Las Palmas in het hostelgrancanaria.com (vlaamse uitbater), met uitstekende prijs/kwaliteitverhouding. De gevel is geklasseerd en werd mooi gerestaureerd, binnen werd het gebouw -smaakvol- volledig nieuw ingericht.
Op 11 november bezoeken we Las Palmas, de stad telt 500.000 inwoners (de helft van het totaal aantal bewoners van Gran Canaria). Beginnen doen we bij het Castillo de San Fransico, we hadden ons echter de moeite kunnen besparen, het kan enkel vanaf de buitenkant bezichtigd worden en is eerder een ruine.. Daarna begeven we ons naar het oude centrum van de stad (wijk Vegueta), op het plein van de kathedraal van Sint-Ana waar zich ook het voormalige stadhuis bevind en het gebouw waar de provinciale archieven bewaard worden.
We bezoeken het dak van de kathedraal, daarna de kathedraal zelf en het bijhorende museum (met religieuze kunstvoorwerpen en schilderijen). Er zijn nog andere kerkjes in deze buurt, o.a. dat van San Fransico de Borja en dat van San Augustin naast het voormalige paleis van justitie, beide zijn echter gesloten.
We wandelen naar de Plaza de Cairasco voor het middageten (in hotel Madrid, bij het Gabinete Literario). In een aanpalend parkje staat een monument ter ere van Colombus.
Na het middageten is de "woning van Colombus" ons volgende doel. Colombus heeft hier tijdens zijn eerste Amerika reis verbleven n.a.v. noodzakelijke herstellingswerken aan een van de schepen. (Gran Canaria was een tussenstop voor het inslaan van vers water en levensmiddelen). Het gebouw is nu een museum gewijd aan de diverse Amerika reizen van Colombus en is een bezoek waard. Achteraf wandelen we naar de lokale (overdekte) markt, maar deze is reeds gesloten wanneer we er aankomen.
We gaan naar de wijk Triana, door de winkelstraat Calle Mayor de Triana. De kerstversiering is reeds uitbundig aanwezig, hoewel dit redelijk vreemd aandoet bij dit mooie en zonnige weer... Aan het einde van de straat ligt het parkje van San Telmo, maar we wandelen nog een stukje richting jachthaven van Las Palmas. (er loopt een fiets/voetpad naast de drukke kustweg)
s'avonds nemen we de bus naar het shopping center 'La Ballena', daar zijn tevens diverse restaurants. Na het avondeten wandelen we terug naar ons verblijf waar we nog getrakteerd worden op een natje en een droogje.
De 12de november beginnen we met een bezoek aan het kerkje van San Telmo, gevolgd door een bezoek aan de overdekte markt van Las Palmas. Het aanbod aan exotisch fruit is opvallend groot.
Nadien nemen we de bus naar het dorpje Teror. Na een wandeling door het dorpje (bedevaartsoord met een basiliek gebouwd n.a.v. een verschijning, 'Virgen del Pino', de naaldboom staat er nog steeds). Het interieur van de kerk word gerestaureerd, we kunnen wel naar binnen maar bijna alles zit ingepakt onder plastic.. Er zijn veel woningen met prachtige houten balkons, typisch voor het eiland. In Teror bevind zich ook de bottelarij Aguas de Teror waarvan de vrachtwagens over het hele eiland te zien zijn.
Na Teror nemen we de bus naar Acuras, deze stad is beduidend groter dan Teror, maar ook hier is de kerk (San Juan Bautista) het belangrijkste gebouw. We bezoeken ook het gemeentepark (met veel exotische bomen) en willen ook de traditionele rumstokerij (Destilerias Arehucas) bezoeken, echter om 14hr zijn de bezoekuren reeds voorbij..
Op zaterdag nemen we de bus naar Tejeda, een centraal op het eiland gelegen bergdorpje. Het dorpje ligt op zo'n 1400 meter hoogte (hoogste bergtop op Grand Canaria de Pico de las Nieves haalt bijna 2000 meter). Hier in Tejeda kruisen zich diverse wegen in alle richtingen naar de kust.. Dit is te zien aan de hoeveelheid motorrijders die in Tejeda een stop houden. De temperatuur is ook een stuk lager dan aan de kust. Geologisch gezien ligt Tejeda in de krater van de vulkaan (die aan de oorsprong ligt van Gran Canaria).
s'Middags nuttigen we een typische maaltijd in een lokaal restaurant vooraleer het dorpje verder te verkennen.
We komen voorbij aan de bushalte waar we het uurrooster controleren, het is even schrikken als we tot de vaststelling komen dat het aantal bussen op zaterdag eerder karig is en dat er nog slechts één bus gepland is naar Vega de Mateo, het tweede dorp dat we vandaag hadden willen bezoeken. We controleren ook de mogelijkheden om vanuit dit dorp met het openbaar vervoer terug te keren naar Las Palmas, maar ook dit aanbod is heel beperkt op zaterdag. (slechts een goed halfuur tijd vooraleer de laatste bus naar Las Palmas vertrekt vanuit Vega de Mateo).
Op 14 november nemen we de bus naar Maspalomas de oudste toeristische badplaats gelegen aan de zuidpunt van het eiland. Dit gebied is ook bekend onder de naam 'Costa Canaria'. Typisch zijn de grote en uitgestrekte zandduinen die woestijnallures aannemen. Er zijn veel zonnebaders op het strand, moeilijk voor te stellen hoe druk het hier dan wel niet moet zijn tijdens een vakantieperiode.... Het aantal hotels en vakantieverblijven is groot, ook restaurants en bars zijn er in overvloed.
Omdat we niet zo'n zonnekloppers zijn trekken we in de namiddag verder naar Puerto de Mogan, ooit een klein visserdorpje maar nu ook een toeristisch centrum. Als de avond valt -wat hier heel snel gaat- nemen we de expressbus terug naar Las Palmas.
s'anderendaags gaan we naar de noordkant van het eiland, voor een bezoek aan Galdar. Na de markt bezoeken we de kerk die gewijd is aan Jakobus. In dit heilig jaar (25 juli, naamdag van de heilige Jakobus, viel op een zondag..) is de 'puerto santa' van de kerk geopend, we maken van de gelegenheid gebruik om een volle aflaat te bekomen...
Jacobus is ook de patroonheilige van Spanje en tot onze verbazing loopt er over het eiland van zuid naar noord een pelgrimsweg naar deze kerk. Na een wandeling door het dorpje nemen we de bus naar Agaeta om er de puerto de las Nieves te bezoeken. Vanaf de kade zien we in de verte het eiland Tenerife, van hier vertrekt ook de veerboot naar Tenerife.
16 november is onze laatste dag op Gran Canaria, morgenvroeg vertrekken we.
We bezoeken een dorpje aan de kust bij Telde (Telde is een grote stad, een van de oudste van het eiland die reeds bestond voor de Spanjaarden het eiland in bezit namen) Dit keer geen uitgesproken toeristisch oord maar o.a. de plaats waar een beroemde Taïwanese schrijfster gewoond heeft (San Mao, Jessica heeft al haar boeken). Enkel wat bescheiden gedenkplaten herinneren aan de aanwezigheid van deze schrijfster.. Zelfs haar woning werd verkocht en is niet open voor bezoek.
We wandelen naar de kust (playa del hombre, playa de la Garita) en passeren hierbij toevallig een mooi natuurfenomeen; een put in het lavagesteente van de kustlijn die ondergronds in verbinding staat met de oceaan en nagenoeg in tegenfase met de golfslag vol- en leegloopt. Na het middageten wandelen we nog naar de stad Telde zelf, maar de kerken die ons aanbevolen werden te bezoeken door de vlaamse uitbater van ons vakantieverblijf hebben we jammer genoeg verward met een klein parochiekerkje.. En gezien ons 'wandelquota' voor deze dag reeds ruim overschreden was hebben we de dichtstbijzijnde busstop opgezocht om naar Las Palmas terug te keren..
Conclusie van deze korte vakantie; mooi weer, aangenaam en comfortabel verblijf, voldoende bezienswaardigheden om het verblijf interessant te maken (voor niet-zonnekloppers), stipt en goedkoop openbaar vervoer.
Over de derde oktober kunnen we kort zijn.. het had quasi de ganse nacht geregend, en s'morgens regende het nog steeds..
We besluiten om Stadtkyll te bezoeken. Spijtig genoeg word ook dit bezoek onaangenaam verstoord door de regen. We houden het dan ook kort en telefoneren met een restaurant in Hillesheim om er te reserveren voor het middageten.
We rekken de tijd in het restaurant met de bedoeling om nog een wandeling te maken in Hillesheim, helaas tevergeefs, het bljft regenen en onze zin om nog rond te wandelen in Hillesheim verdwijnt stilaan.. Uiteindelijk beslissen we om de camperplaats van Junkerath op te zoeken, in de hoop dat we morgen meer geluk hebben met het weer.
Op maandag 4 oktober is het weer beter, de zon laat zich terug zien.
We trekken onze wandelschoenen aan voor een wandeling rond Junkerath met de veelzeggende naam "J3".. We pikken in op het traject zo dicht mogelijk bij de camperplaats. De wandeling brengt ons voorbij een stuwmeer op de Birbach die wat verder uitmond in de Kyll. We komen ook voorbij een complex van historische arbeiderswoningen, gebouwd in 1920 voor personeel van de spoorwegen. Via een poorthuis komen we op de centrale binnenplaats van het complex dat in zijn geheel vrij modern oogt. Ook de ruine van het kasteel Junkerath ligt op het traject van de wandeling.
In de namiddag nemen we de fietsen voor een rit langs de Quervennbahn richting Kronenburg. (Junkerath is het eindpunt van dit fietspad dat in Belgie aansluit op de Vennbahn bij Weywertz) Zoals verwacht is dit een zeer gemakkelijk traject, licht stijgend richting Kronenburg met op diverse plaatsen picknickbanken, tot zelfs een heus toilet..
Terug in Junkerath willen we nog het 'Eisenmuseum' bezoeken, spijtig genoeg is dit wegens verbouwingswerken gesloten. Wat verderop zijn er wat archeologische resten te zien van de romeinse versterking die dit dorpje ooit was. (het lag op de weg tussen Keulen en Trier, twee belangrijke steden in het toenmalige Romeinse rijk).
op dinsdag is het weer opnieuw wisselvallig, voor de namiddag word veel regen en wind voorspeld en dit klopt ook.. na de middag beslissen we dan ook om naar huis te rijden, einde van dit korte herfstverlof..
Vandaag zoeken we de natuur op, in deze streek zijn heel wat bepijlde wandelingen te vinden, veel ervan op initiatief van het 'Eifelverein', een van de oudste en grootste wandelclubs van Duitsland.
Ook rond Kronenburg zijn er luswandelingen, door de lokale afdeling uitgestippeld en bepijld. We kiezen voor een bescheiden wandeling van een 6 tal km (de Kylltal Eifelschleife). Deze wandeling brengt ons tevens in de buurt van een historische dubbele kalkoven die we ook bezoeken (kalksteen komt veel voor in deze regio). In deze installatie werd de kalksteen gebroken en in een oven verhit om er ongebluste kalk van te maken. Na toevoeging van water bekomt men zgn. 'gebluste kalk' (bindmiddel voor mortelspecie). Gezien het discontinue karakter werden kalkovens meestal per twee (of meer) gebouwd zodat één oven gevuld kon worden (kalksteen & houtskool in dit geval) terwijl de tweede oven aan het branden was. Vandaag behoort deze installatie tot het industrieel erfgoed van de streek. Onderweg worden we geregeld getrakteerd op een bui, bij terugkeer wandelen we direkt door tot de 'Seeterrasse', een horecazaak bij het meer waar we het middagmaal nemen.
Na de middag klaart het wat op, ik neem de fiets voor een rondrit in de buurt. Jessica vertrouwt het niet en zo trek ik er alleen op uit.
Kronenburg is het startpunt van de 'Kyllradweg', een fietspad dat de rivier volgt tot zijn monding in de Moezel bij Trier.
Er was ook een extra traject grotendeels door de bossen naar de bron van de Kyll. (MTB aanbevolen voor dit stuk..)
Sinds de 'Quervennbahn' omgevormd werd tot fietspad werd deze opgenomen als onderdeel van de Kyllradweg (tussen de Belgische-Duitse grens en Kronenburg). Ook het traject tussen Kronenburg en het einde van de Quervennbahn in Junkerath is nu onderdeel van deze fietsroute. (voor meer info over deze tot fietspad omgevormde spoorlijn: zie blog november 2019)
Ik kies als start voor het tracé van de spoorweg dat geleidelijk klimt richting hoge venen. Onderweg passeer ik de waterscheiding tussen het Maas- en het Rijnbekken, wat verder ook de grens Duitsland-België. In de buurt van het gehucht Buchholz verlaat ik het fietspad en rij het bos in, richting Losheimergraben waar ik op een tweevaksweg kom. De bron ligt volgens mijn kaartje in de buurt, maar ik vind geen aanduiding.. (mogelijk ligt deze op privé terrein?)
Na een km ongeveer verlaat ik de rijweg en duik opnieuw het bos in, dit keer aan Duitse zijde. Gelukkig heb ik de te volgen weg op de gps ingeladen, want het aantal wegen door het bos is vrij groot en oriëntatie is niet evident. Af en toe word een beekje gekruist waarvan ik veronderstel dat het de Kyll is of een zijloopje ervan. Het gaat ook stevig op en neer en slechts zelden kom ik een pijltje tegen van een of andere wandelroute die hier voorbij loopt. Pas na een zevental km kom ik op een verharde (landbouw)weg die het dal van de Kyll volgt, constant bergaf nu... In het gehucht Frauenkorn zou ik op een tweevaksweg komen, van daar nog enkele gemakkelijke kilometer bergaf langs de Kyll tot de camper. Echter als gevolg van de schade door de overstromingen van de voorbije zomer word de weg opnieuw aangelegd, er is geen doorkomen aan.. Er volgt dus nog een omweg van enkele km om via Berk naar Kronenburg te geraken.. met bijna 40km op de teller en het besluit om voor de volgende set banden te opteren voor 45mm breedte ipv 35mm..
Op vrijdag 1 oktober vertrekken we voor een lang weekend naar de Hoch Eifel, net over de grens met België.
Onze eerste bestemming is Kronenburg, een middeleeuws dorp gelegen aan de rivier de Kyll.
Op deze rivier werd een stuwdam gebouwd om het debiet van de rivier te regelen (Kronenburger See). Er word geen drinkwater gewonnen uit dit stuwmeer zodat allerhande watersportactiviteiten er toegelaten zijn.
Er is een camperparking met alle voorzieningen bij dit stuwmeer, daar installeren we ons.
Om 'technische redenen' werd het waterpeil in dit stuwmeer sterk verlaagd hetgeen een vrij eigenaardig zicht oplevert.
We starten ons verblijf in Kronenburg met een bezoek aan hotel-restaurant 'Alte Scheune' om er de inwendige mens te versterken. Daarna wandelen we naar de rivier (hier nog zeer bescheiden riviertje) voor een bezoek aan de Brigidkapelle en de historische brug over de Kyll.
Daarna gaat het verder langs een voormalige schilderakademie (met een bedenkelijke faam als 'Meisterschule fur Malerei' tijdens het nazi regime) tot de ruine van de burcht hoog boven het dorpje. In november 2019 zijn we hier ook gestopt, door het gure weer en de mist die het uitzicht belemmerde zijn we echter niet lang gebleven. Vandaag is het weer beter en is kunnen we vanaf de ruine wel het Kylldal met het stuwmeer overzien. We bezoeken nog het kerkje met de bouwkundige eigenaardigheid dat er slechts één zuil in het midden van de kerk de gewelven steunt.
We wandelen nog rond het meer om ons bezoek aan Kronenburg af te ronden voor vandaag.
20 augustus 2021, fietsen lourdesgrot Poelberg (Tielt)
Na een bewogen week knijpen we er deze namiddag even tussenuit op de fiets.
We fietsen naar de Poelbergsite in Tielt (mariagrot + brasserie + windmolen).
Het weer is niet schitterend, maar het blijft droog en er is weinig wind zodat het goed meevalt met het ritje van 31km.
Ik heb de route niet echt voorbereid en daardoor rijden we voor de helft over drukke wegen, gelukkig voorzien van afgescheiden fietspaden. Mits wat meer voorbereiding is hier wellicht een mooier traject uit te stippelen (wel iets langer dan..)
Vandaag bezoeken we Fecamp, starten doen we om 9hr bij het kantoor van de toeristische dienst waar we een plannetje ophalen en uitleg krijgen over de bezienswaardigheden van deze stad.
Eerste stop is de vismarkt, bij het haventje. Aanpalend is er een visserijmuseum dat echter pas om 10hr de deuren opent, iets te laat om daarop te wachten. We wandelen de dijk af heen en terug maar slaan dan af het stadje in om het 'Palais Bénédictine' te bewonderen. Verder naar het centrum, dit stukje hebben we gisteren reeds gewandeld, maar toen was alles reeds dicht, nu kunnen we zowel de kerk Saint-Etienne als de kerk van de voormalige abdij van Fecamp bezoeken.
Na de middag wandelen we naar cap Fagnet, hier staan nog heel wat bunkers van de Atlantik Wall. Er is ook een kapel, net zoals in Etretat (Chapelle Notre-Dame-du-salut de Fecamp)
In de loop van de namiddag worden we echter opgebeld en besluiten we om -wat vroeger dan voorzien- onze vakantie stop te zetten.
Gisteren bij het rijden door Etretat hebben we een parking gespot waar campers toegelaten zijn. (de meeste parkings hebben een 'poort' die enkel voertuigen toelaat tot max. 2m hoog). Deze voormiddag rijden we dus rechtstreeks naar daar, we kunnen er maximaal 5 uur parkeren voor 5 Euro en er is nog ruim plaats beschikbaar.
Niet ver van deze parking begint de 'route des falaises' (valt deels samen met de GR21), we besluiten om deze (bewegwijzerde) route te volgen die ons in eerste instantie verder weg brengt van Etretat. Pas bij de pointe de la courtine bereiken we de beroemde kliffen, van hier gaat het boven op de kliffen richting Etretat, met la Manneporte en la Porte d'Aval met de Aiguille als (fotogenieke) hoogtepunten. We nemen het middagmaal op een terras in het drukke centrum van Etretat en wandelen het stadje uit naar 'les jardins d'Etretat' en de kapel Notre-Dame-de-la-Garde.
Vanaf deze hoogte krijgen we opnieuw een mooi uitzicht over Etretat en de krijtkliffen.
Om 14h30 zijn we terug bij de camper, onze 5 uur parkeertijd zit er op.. Intussen staat de parking barstenvol en slechts met moeite kunnen we van de parking af manoeuvreren.. We rijden naar Fécamp, een boogscheut verder langs de kust. Daar is een grote camperparking met nog ruim plaats wanneer we er toekomen.
Er is nog tijd voor een wandeling door het centrum van Fecamp en een etentje voor we de dag afsluiten.
Bij onze terugkeer is de camperparking bijna volzet..
Vandaag staat een wandeling door Rouen op ons menu. De camperparking ligt op een eilandje in de Seine, op een kwartiertje wandelen van het historische centrum van deze stad. Met dank aan onze Michelin gids waarin een wandeling beschreven staat. We volgen dit parcours waarbij de meeste bezienswaardigheden van oud-Rouen aangedaan worden.
Ons bezoek aan Rouen sluiten we af rond 15hr, met de bedoeling om de verkeersdrukte vandaag iets voor te zijn.. We hebben dan bijna 11 km in de benen. Het is nog een 90-tal km te rijden naar onze volgende stop, het kuststadje Etretat. De camperparking die we gepland hadden voor vanavond is echter volledig volzet, ook de camping van het stadje is 'complet'.. Nu augustus begonnen is zijn er blijkbaar heel wat meer Fransen met verlof in vergelijking met de voorbije 2 weken.
We moeten noodgewongen uitwijken naar een camperplaats in de buurt, het word Saint-Jouin-Bruneval, op een tiental km van Etretat. Een zeer goed alternatief, in plaats van op een parking te staan met nauwelijks 1 meter ruimte tussen de campers komen we hier terecht op een ruime parking, met mogelijkheid om water te tanken/lozen en op wandelafstand van de falaise die uitzicht geeft op de zee. We maken er een mooie (bewegwijzerde) avondwandeling, voorbij het restaurant 'Belvedere' dat zijn naam niet gestolen heeft... Een afdaling langs een steil paadje naar het strand zien we niet zitten, deze variant op het wandelpad laten we wijselijk aan ons voorbij gaan..
In de loop van de avond loopt de parking toch stilaan vol, blijkbaar wijken vele campers uit naar hier als Etretat volzet is..
Op maandag 2 augustus volgen we de Seine verder stroomafwaarts. We stoppen voor een bezoek aan kasteel Gaillard in Les Andelys. Opnieuw pech, op maandag is er geen bezoek mogelijk... De omgeving is wel vrij te bezoeken en compenseert met een mooi uitzicht over de Seine.
Na Les Andelys verlaten we even de Seine voor een bezoek aan het nabij gelegen Ecouis. De kerk is buiten proportie tov de grootte van het dorpje, maar wel mooi, met veel houtsnijwerk. Onze volgende stop is in Lyons-la-Foret, een middeleeuws aandoend dorpje dat vooral bekend werd door de opnames van de film 'madame Bovary' die er plaats vonden (in regie van Jean Renoir, 1934). (de film kreeg nog enkele remakes, de meest recente in 2015).
We stappen even binnen in het kantoor van toerisme, daar word ons gesuggereerd om na het bezoek aan het dorp ook een bezoek te brengen aan de abdij van Mortemer, hetgeen we na de middag dan ook doen. Echter we hebben opnieuw pech, we hebben nog maar net onze tickets gekocht of het begint hevig te regenen.. Schuilen dan maar, tot de regen wat minder word.. We hebben onze regenjasjes bij en vatten onze wandeling over het domein aan zodra de plensbui afneemt tot een gestage regen. We wandelen nog rond de eerste kunstmatig aangelegde visvijver (met veel forel) maar houden het dan voor bekeken wegens het slechte weer. We rijden veder naar Rouen waar we terchtkomen in volle avondspits. Door wegenwerken is het daarenboven wat zoeken om de camperparking te bereiken. Eenmaal daar aangekomen hebben we niet veel zin meer om nog op stap te gaan, we houden het de rest van de avond kalm en lezen wat in onze Michelin gidsen over de vele bezienswaardigheden in Rouen.
Op maandag 2 augustus volgen we de Seine verder stroomafwaarts. We stoppen voor een bezoek aan kasteel Gaillard in Les Andelys. Opnieuw pech, op maandag is er geen bezoek mogelijk... De omgeving is wel vrij te bezoeken en compenseert met een mooi uitzicht over de Seine.
Na Les Andelys verlaten we even de Seine voor een bezoek aan het nabij gelegen Ecouis. De kerk is buiten proportie tov de grootte van het dorpje, maar wel mooi, met veel houtsnijwerk. Onze volgende stop is in Lyons-la-Foret, een middeleeuws aandoend dorpje dat vooral bekend werd door de opnames van de film 'madame Bovary' die er plaats vonden (in regie van Jean Renoir, 1934). (de film kreeg nog enkele remakes, de meest recente in 2015).
We stappen even binnen in het kantoor van toerisme, daar word ons gesuggereerd om na het bezoek aan het dorp ook een bezoek te brengen aan de abdij van Mortemer, hetgeen we na de middag dan ook doen. Echter we hebben opnieuw pech, we hebben nog maar net onze tickets gekocht of het begint hevig te regenen.. Schuilen dan maar, tot de regen wat minder word.. We hebben onze regenjasjes bij en vatten onze wandeling over het domein aan zodra de plensbui afneemt tot een gestage regen. We wandelen nog rond de eerste kunstmatig aangelegde visvijver (met veel forel) maar houden het dan voor bekeken wegens het slechte weer. We rijden veder naar Rouen waar we terchtkomen in volle avondspits. Door wegenwerken is het daarenboven wat zoeken om de camperparking te bereiken. Eenmaal daar aangekomen hebben we niet veel zin meer om nog op stap te gaan, we houden het de rest van de avond kalm en lezen wat in onze Michelin gidsen over de vele bezienswaardigheden in Rouen.
op deze laatste julidag houden we het rustig, de voorbije dagen waren druk met het bezoek aan Fontainbleau en Versailles.
Wellicht omwille van het weekend(?) zijn we verrast door de drukte in Giverny, we kunnen weliswaar probleemloos tickets aanschaffen maar het is toch even aanschuiven vooraleer we de tuinen van Monet binnen mogen. Er geld een maximum aantal bezoekers, er word continu gemeld hoeveel mensen het domein verlaten en hoeveel er bijgevolg binnen mogen.
Na afloop van het bezoek wandelen we nog rond in het dorpje, mijn aandacht word getrokken door een privé museum dat gerund word door een groep vrijwilligers, hoofdzakelijk oude mannen; het "museum de mécanique naturelle", met antieke machines, motoren en generatoren die hier gerestaureerd en tentoongesteld worden.. Er is nauwelijks bewegingsruimte tussen alles wat hier tentoongesteld staat, ik krijg een volledige rondleiding van een enthousiaste vrijwilliger. Het museum beschikt over een eigen, uitgebreide werkplaats waar onderdelen hersteld of nieuw gemaakt worden. Zelfs dit atelier oogt antiek, met werktuigmachines uit vervlogen tijden..
Nadien wandelen we nog tot het kerkje en bijhorend kerkhof om het graf van Monet te bezoeken.
In de voormiddag zijn we langs geweest bij het kantoor van de toeristische dienst, om wat documentatie op te halen ivm Vernon, het stadje dat we morgen willen bezoeken. De mevrouw van dienst verzekerd mij dat we een vrijliggend fietspad kunnen nemen tot het centrum van Vernon, een fietspad dat grotendeels de Seine volgt. Na het avondeten nemen we de fietsen en rijden nog even tot de brug over de Seine die naar het centrum van Vernon leid. (Er word hard gewerkt aan een fietsroute langs de Seine: La Seine à vélo). Het fietspad Giverny-Vernon maakt deel uit hiervan.
De volgende morgen fietsen we opnieuw hetzelfde traject, en met behulp van een stadsplannetje met een suggestie voor een rondrit per fiets door Vernon bezoeken we het stadje. We wensen ook het kasteel van Bizy te bezoeken, maar wanneer we na een lange klim bij dit kasteel komen blijkt dat het enkel in de namiddag vanaf 14hr open is... We hebben geen zin om ruim tweenhalf uur te wachten en maken rechtsomkeer, terug naar het centrum. Het fietsen maakt hongerig, dus we zoeken een restaurant waar we buiten onder de bomen kunnen eten. Terwijl we aan het eten zijn neemt de bewolking meer en meer toe, na de koffie besluiten we om terug te fietsen naar Giverny. Gelukkig blijft het droog gedurende de rest van de dag. We blijven een tweede keer overnachten op de rustige camperparking van Giverny en besluiten de avond met een wandeling.
Vandaag staat een bezoek aan Versailles op ons programma.
Opnieuw zijn we wat te vroeg, pas vanaf 10hr worden de eerste bezoekers toegelaten.
Het is beduidend drukker dan Fontainebleau, ondanks het feit dat het aantal bezoekers per 'tijdsslot' beperkt is. Net als in Fontainebleau is de controle op de 'sanitaire pas' de eerste stap. Zonder deze pas kom je het kasteel niet in. Maar hier is een tent opgesteld zodat eventueel nog ter plaatse een sneltest kan uitgevoerd worden om alsnog groen licht te krijgen voor een bezoek...
Versailles is zo mogelijk nog imposanter en luxueuzer dan Fontainebleau.. Na het bezoek aan het paleis spenderen we heel wat tijd in de immense tuinen van het domein. We hebben geluk met onze timing en kunnen op 3 plaatsen de fonteinen in werking zien. (sommige worden maar om het uur even opgestart). De wandeling door de tuinen van Versailles is bijna 7 km lang..
Na het bezoek aan Versailles trekken we de stad in om er iets te eten, daarna vertrekken we naar La Roche-Guyon.
Een bezoek aan het kasteel in La Roche-Guyon is niet meer mogelijk op dit late uur, we beperken ons tot een wandeling door het dorp (met mooie uitzichtpunten over de bochtige Seine). Na een (zonnig) terrasje rijden we verder naar Giverny, een dorpje dat zijn bekendheid dankt aan Monet. Ook hier is enkel nog een wandeling mogelijk, zowel het huis van Monet als de tuinen van Monet zijn reeds gesloten.
Vandaag gaat het naar de Parijse regio, vanavond plannen we Fontainebleau te bereiken.
Onderweg stoppen we voor een bezoek aan La Ferté-Milon, een mooi dorpje met ook hier de ruines van een ooit groot kasteel.
Onze volgende stop is in Saint-Loup-de-Naud, daar is de kerk een bezoek waard. De laatste tussenstop is in Barbizon, een dorpje ten zuiden van Parijs dat geliefd was bij schilders.
Van Barbizon naar Fontainebleau is het niet ver, we overnachten er in de buurt van de Ecole Militaire Equestre, aan de rand van het domein van Fontainebleau. De tuinen zijn nog niet gesloten, we kunnen er nog wat rondwandelen. Na het avondeten wandelen we nog wat in de bossen buiten het domein.
De volgende dag kunnen we lang slapen, het kasteel opent de deuren voor bezoekers pas om 10hr... we zijn wat te vroeg en moeten wachten bij de toegang tot het bezoekersgedeelte vooraleer we binnen kunnen.
De drukte valt goed mee, er is vrij weinig volk op dit uur. Na het bezoek aan het kasteel wandelen we naar het stadje voor het middageten. Daarna keren we terug voor een bezoek aan de tuinen van het kasteel. In de late namiddag vertrekken we naar Versailles waar we parkeren op een boogscheut van het centrum (parking de l'Europe). Een parking waar overnachten in de camper toegestaan is.
We wandelen nog wat rond in de buurt, we bevinden ons dicht bij de ingang van het kasteel van Versailles, een bezoek aan dit kasteel staat op het programma voor morgen!
26-27 juli 2021, Auchy-le-Chateau naar Coucy-le-Chateau-Affrique
Vandaag verlaten we de kust en rijden het binnenland in.
Auchy-le-Château is vandaag onze bestemming. Er is een camperparking in het centrum van het dorp, aan de oever van de Authie. We zijn er bij aankomst de enige camper.
Er zijn diverse uitgestippelde wandelingen en fietstochtjes rond het dorpje, we opteren voor de 'Sentier du Lannoy', een luswandeling van 9km. Een mooie afwisselende wandeling.
Bij terugkeer in het dorpje bezoeken we de kerk Saint-Martin en het nabijgelegen museum met voorwerpen uit het dagelijks leven van toen.. Als we terugkeren van het avondeten blijken we nog steeds de enigen te zijn die deze plek gekozen hebben om te overnachten.. Het regent s'nachts opnieuw heel veel, maar gelukkig blijft het riviertje binnen zijn bedding..
De volgende dag rijden we naar Coucy-le-Chateau-Auffrique met een tussenstop om de abdij van Ricquier te bezoeken en een korte wandeling te maken door het centrum van Ricquier.
Op de camperplaats in Coucy-le-Chateau-Auffrique staan enkele campers, maar er blijven veel plaatsen beschikbaar.
We wandelen naar de ruines van het kasteel, die zijn nog behoorlijk indrukwekkend. Gezien de ligging op een hoogte was dit tijdens WW1 een fel bevochten plaats. Blijkt dat veel vernielingen aan het kasteel werden aangebracht toen de Duitsers zich terugtrokken tot achter de Hindenburglinie. (er werd hiervoor 28 ton dynamiet ingezet lezen we op de infoborden)
Bij terugkeer op de camperparking is het wat drukker, maar nog steeds geen overrompeling...
Onze volgende overnachtingsplaats na Boulogne word Montreuil-sur-mer, opnieuw een plaats waar we reeds zijn geweest (in juni 2014). Toen hadden we geopteerd voor de camping, nu kiezen we voor de camperparking die een stuk dichter bij het centrum ligt.
Maar vooraleer naar Montreuil te rijden houden we s'voormiddags halt in Condette, om er het kasteel van Hardelot te bezoeken. In de buurt word volop gewerkt aan de EV4 (traversée de Condette...), er worden momenteel veel inspanningen geleverd om het fietstoerisme in Frankrijk naar een hoger niveau te tillen.
Aangekomen in Montreuil wandelen we eerst wat rond in het stadje (dat behoord tot de mooiste van Frankrijk). We bezoeken de kerk Saint-Saulve en het museum van het godshuis. We wandelen verder naar de Citadel, die we bij ons vorig verblijf bezocht hebben. Vanaf de citadel nemen we de 'promenade des remparts' voor een volledige toer op de omwallingen.
Op zondag is het weer opnieuw wisselvallig, we besluiten om in de namiddag naar Neuville-sous-Montreuil te wandelen voor een bezoek aan de 'Chartreuse notre-dame des prés', een voormalige abdij. Er zijn volop restauratiewerken bezig in en rond de abdij, en gezien we deze in 2014 reeds bezocht hebben beperken we ons vandaag tot een entreekaartje voor de tuinen en een tijdelijke expositie. Bij de receptie ligt een fotoboek van alle Belgen die hier tijdens WW1 overleden zijn (veel gevluchte burgers uit België werden hier opgevangen).
Het word een stevige wandeling, bij terugkomst in Montreuil wandelen we nog door de Rue du Clape en Bas, destijds een wijk voor minder gegoede burgers, nu een pittoresk straatje.
op 21 juli verplaatsen we ons naar Marck, daar is een mooie en rustige camperplaats met alle voorzieningen en een restaurantje vlakbij.
Na het middageten nemen we de fietsen om naar het centrum van Calais te fietsen, op een 6 tal km van de camperplaats. Ook deze stad bezoeken we niet voor het eerst... We parkeren onze fietsen bij het stadhuis en maken een wandeling doorheen Calais tot aan het strand en de pier. Wegens het warme weer hebben we hiervoor 2 tussenstops nodig.. op een terrasje.. Het word uiteindelijk een wandeling van 7km.
terug op de camperplaats brengen we opnieuw een bezoek aan 'Le BroodOven'. Nadien proberen we nog te fietsen naar het vliegveldje van Calais, maar langs de (binnen)weg die we gekozen hebben is het verboden toegang tot het vliegveld..
Na een rustige nacht (slechts 1 andere camper -uit Engeland- aanwezig, laatste overnachting vooraleer de ferry te nemen naar Dover) tanken we vers water (en lozen vuil water) vooraleer naar Wissant te rijden. De camperplaats daar is heel populair, het is er druk. We wandelen door het dorpje, brengen een bezoek aan de toerist-info en krijgen er een plannetje met de fiets- en wandelroutes in de buurt.
We opteren voor een korte wandeling in de buurt: le sentier du Fartz. Met vertrek aan de camperplaats tot we er terug zijn komen we toch aan 6,5 km.
Op 23 juli opnieuw fietsen, dit keer langs het traject van de GR128. We hebben hier in november 2018 een stukje gewandeld via het nieuwe tracé van deze GR, dit keer opteer ik voor het oude traject omdat de Mont de Couple op dit oude traject ligt.
Het mooie uitzicht dat men krijgt vanop deze site was ook de Duitsers niet ontgaan tijdens WW2, kort na de verovering van Frankrijk werden hier bunkers gebouwd (voor observatiedoeleinden en om er luchtafweergeschut te plaatsen om het vliegveld dat bij Wissant werd aangelegd te verdedigen).
Bij helder weer is de kust van Engeland goed zichtbaar vanaf hier. Er zijn nog bomkraters en geulen van verbindingsloopgraven zichtbaar op deze site. Ik volg het (oude) traject van de GR128 verder tot Haute-Escalles en neem daar de verharde weg via Escalles terug naar Wissant.
Dit GR traject is uiteraard veeleer geschikt om te wandelen, toch word er veel met MTB's gereden over de onverharde wegjes die hier talrijk zijn. (MTB's zijn daar ook beter voor geschikt dan mijn stadsfiets..)
Na de middag rijden we verder naar Boulogne, er is een camperparking in het centrum die vrij druk bezocht word. Heel de site waar de parking ligt is momenteel een bouwwerf, het uitzicht is er niet mooi maar we kunnen wel onmiddelijk te voet het centrum van Boulogne bezoeken. (in 2011 waren we hier ook reeds op bezoek..)
De oude stad (ville-haute) gaat terug tot een Romeins kamp, van hieruit werd Engeland (deels) veroverd. Het is er gezellig druk, met veel restaurants en cafés. Het kasteel bezoeken is niet meer mogelijk, we zijn te laat daarvoor..
Als we s'avonds terugkeren bij de camper verandert het weer, s'nachts regent het hevig.
Op de 19de verplaatsen we ons naar Gravelines (27km..), daar is een servicepunt waar we vers water tappen en het vuil water lozen. (werkt enkel met munten!)
Daarna parkeren we op de rue des Islandais, het is ook niet de eerste keer dat we hier komen, we kennen het stadje reeds. Vandaag opteren we voor een wandeling rond Gravelines: circuit nr 3: 'Gravelines d'hier à aujourd'hui'. Een wandeling van bijna 11km met een tussenstop aan de gemeentelijke manege voor een verfrissing en bij terugkeer in het centrum een tweede stop om de inwendige mens te versterken. De kerncentrales en vooral de talrijke hoogspanningslijnen die er vertrekken zijn nooit ver weg..
s'avonds wil Jessica nog even van de camperparking tot het eind van de pier wandelen, maar we nemen hiervoor toch de fiets, nogmaals 9km wandelen is wat te veel van het goede...
De 20ste fietsen we van Gravelines naar het natuurreservaat 'le platier d'Oye' (met een tussenstop aan de vismarkt). Er is een klein infopunt bij de ingang van dit park, en we besluiten om hier in de namiddag een (bepijlde) wandeling te maken. We rijden erheen met de camper (parkeer- en overnachtingsmogelijkheid met camper bij de ingang van het reservaat) en wandelen het traject van ongeveer 4 km. Omdat deze camperplaats blijkbaar weinig bekend is en gelegen is langs de straat besluiten we om terug te keren naar Grand-Fort-Philippe waar we een camperplaats gespot hebben die wat meer bezocht word. s'avonds doen we nog een kleine wandeling (Oye-plage).
Vandaag de eerste dag van het zomerverlof, we starten onze vakantie in Bergues, Noord-frankrijk, op zo'n 85km van thuis.
Het is niet ons eerste bezoek aan dit stadje, in mei 2017 zijn we er ook op bezoek geweest. Er is een grote camperplaats op een boogscheut van het centrum, net buiten de omwalling van dit versterkte stadje.
Beginnen doen we met een korte wandeling door het centrum, na het middageten is het tijd voor een fietstochtje.
Ik heb in voorbereiding van ons verlof enkele lussen uitgestippeld die 2 fietsroutes combineren; de 'Tour de Manche', een route die een grote lus beschrijft door Frankrijk en Engeland, en de Europese fietsroute EuroVelo 4 (centraal Europa route). Deze laatste komt Frankrijk 'binnen' bij De Panne. Beide routes volgen in Frankrijk een traject dat gedeeltelijk samenvalt, soms parallel verloopt.
De lus die ik voor vandaag heb voorbereid start in Bergues en pikt daar in op de Tour de Manche, via Coudekerque-Village en Teteghem gaat het naar Leffrinckoucke Village, Ghyvelde en verder door de Cabourduinen richting Adinkerke. Op de grens word het traject van Tour de Manche verlaten en via de Maerestraat gaat het richting kust. Na het dwarsen van de Duinkerkseweg en de Veurnse vaart (fiets- en voetgangersbrug) komen we op de weg tussen Bray-Dunes en de Panne. Net over het kruispunt (ingang camping Perroquet) werd aan Franse zijde de oude spoorweg tussen Duinkerke en Adinkerke omgevormd tot fietspad. Het is er heel mooi fietsen door het duingebied. Een kleine zijsprong brengt ons aan het 'Fort des Dunes', een oude versterking die tijdens de evacuatie van Duinkerke (operatie Dynamo eind mei 1940) een rol speelde en daarna door de Duitsers werd gebruikt tijdens WW2. Spijtig genoeg is het bijna sluitingsuur, een bezoek aan het museum in het fort zal voor een andere keer zijn...
Het fietspad loopt verder door Duinkerke, maar voor het kanaal Duinkerke-Bergues bereikt word verlaten we de EV4 om door het 'Bois des Forts' terug te fietsen naar het startpunt met bijna 50km op de teller bij aankomst.
Onze eerste vakantiedag eindigt met een wandeling rond het stadje waarbij we zoveel mogelijk de omwalling volgen.
op 18 juli fietsen we een tweede lus vanuit Bergues, we volgen het kanaal Bergues-Duinkerke tot we de EV4 oppikken ongeveer op het punt waar we die gisteren verlaten hebben. De route door Duinkerke valt mee, maar dan komt het verbindingsstuk dat ik gekozen heb om van de EV4 over te gaan op de Tour de Manche, dit valt tegen, een drukke weg zonder afgescheiden fietspad.. gelukkig is het zondag zodat het nog meevalt met het verkeer. Maar het is pas na de kruising met de A16 en aansluitend de tunnel onder de spoorweg dat we deze weg kunnen verlaten. We rijden verder door een verlaten industrieterrein tot we bij het kanaal Duinkerke-Boubourg komen en dit volgen via het jaagpad. Wellicht omdat het zondag is zijn er veel vissers actief langs dit kanaal..
Bij het gehucht Coppenaxfort wisselen we van kanaal (de streek is er doorspekt mee..) om zo op het traject van de Tour de Manche aan te sluiten. Helaas, het brugje over het kanaal van Lyck-Coppenaxfort is afgesloten voor alle verkeer wegens instortingsgevaar. We zoeken een alternatieve weg, terug naar Coppenaxfort en van daar naar Broekkerke. Zo komen we terug op het uitgestippeld traject, bij het Canal de la Haute Colme (tussen Watten en Bergues), echter aan de verkeerde kant van het kanaal (Het jaagpad dat we wilden volgen loopt aan de overkant...) Ook in Grand Millebrugghe verkijken we de kans om het kanaal over te steken. Dit gehucht van Steene ontstond aan de kruising van de heirbaan tussen Cassel en de Romeinse haven van Mardijk (later opgeslorpt door Duinkerke) en de Colme.
Het is pas bij de volgende brug (Petit Millebrugghe) dat we het jaagpad bereiken en zo terug rijden naar het startpunt. We hebben dan goed 46km gefietst.
s'avonds doen we nog een wandeling -met een terrasje- in Bergues om ons verblijf in Bergues af te sluiten.
april en mei zijn voorbijgegaan zonder meerdaagse uitstappen.
De nieuwe camper werd in mei geleverd, ik heb er wat zaken aan toegevoegd om het verblijf comfortabeler te maken.
Gezien het verlof er stilaan aan komt is het tijd voor een 'testweekend'. We blijven dicht bij huis en kiezen de camperparking van sint-Maria-Aalter als onze uitvalsbasis.
Het weer valt wat tegen, het regent pijpenstelen op zaterdag... We hebben echter een afspraak met vrienden in Brugge zodat we -met enige tegenzin- onze regenkledij aantrekken om met de fiets naar Brugge te rijden. Na dit bezoek fietsen we nog door het centrum van Brugge, daarna rijden we via dezelfde weg terug naar de camper.
Op zondag is het weer beter, we fietsen de 'Aalterse acht' fietsroute waarbij we s'middags een plaatsje vinden op het terras van een restaurant in Ursel... (ja, de horeca is eindelijk opnieuw open !!) In deze streek zijn er nog vrij veel bosbestanden, de route leid ons door meerdere ervan. Na de middagstop in Ursel houden we nog een koffiestop in Aalter, daarna gaat het terug naar sint-Maria-Aalter.
Een dichtbij-weekend maar toch leuk! Ook de camper heeft de 'test' goed doorstaan... en we weten wat we op onze volgende trip niet mogen vergeten mee te nemen....
Enkele fotos: klikken op de kleine foto of de link onderaan volgen...