'k verlustig mij in de koralen van de biddende Bach. Er staan geen woorden bij - gebeden zonder woorden - muziek - ´k Had nood aan woorden - woorden welden op.
december 1983
Geest van God, geef gul uw gaven; vreugde, wijsheid, licht en moed, liefde kracht om mild te zijn.
Geest van God, mijn koelte haven, maak mijn leven gul en goed, geef het smaak van vreugdewijn.
Geest van God, laat mij me laven in de bron die leven doet. Gij zijt bron, zijt eeuwig leven; zijt mijn bron, mijn eeuwig streven.
Verlof 1980 ? Zus Elisabet vroeg me hun boot te zegenen
heer Jezus, gij die mens geworden zijt om ons de weg te leren bewandelen die naar het hart van uw vader leidt kom en zegen deze boot en zijn bewoners
dat op al onze reizen de zon van uw liefde mag schijnen kom hier uw intrek nemen, Heer, Stap gij zelf in onze boot Wees onze reisgezel.
Op het Meer van Genesaret in de boten van uw apostelen voeldet gij u tuis Voel u tuis bij ons, Heer!
vanuit hun boten hebt gij het volk onderwezen leer ons uw wil volbrengen leer ons in u geloven
vanuit hun boot hebt gij de storm gestild stil de stormen in ons hart en stil de stormen rondom ons
dan zal onze boot altijd veilig varen naar uw welbehagen dan zullen wij na elke tocht met u een veilige haven vinden waar alleen uw liefde ons kan brengen. ----------
een foto in de zon die zeer snel ondergaat maar binnenin een licht dat gloeit en blijft verwarmen ik mag niet wenen nu in heimwee mij verliezen maar dicht bij jou je weemoed helpen dragen de voren verder ploegen waar vader niet meer kon
vadertje is overgegaan op 28/09/1976 zijn laatste woorden tot mij als ik hem omhelsde ten afscheid juist voor ik op het vliegtuig stapte: "TOT ZIENS IN DE HEMEL"
The joys of life are simple things which dust and dirty hide away you truly have to look for them they are on the surface of the day Desires of life, my Freddy Friend, Difficulties and greater joys If you go on detecting them Become The entity of life and anyone that meeting you will feel The joy you found will come to you with heart and soul to drink with you The wine of life
blootsvoets en rechtop gaat een kleine jongen in beide handen de stuurstang van een zelfontworpen model: Verroeste draden vaardig verweven tot een rijdend geheel. de zon op zijn kroezelhaar licht in zijn ogen zo loopt hij al fluitend de wereld der groten voorbij. --------------------
Is niet elke dag grijs, 'Is niet elk leven koud Waar de zon niet verlicht Elk land en elk huis? Elke nacht wordt dag En elk leven bloeit Als boven die nacht In elk land en elk huis De zon rood en groot Zijn opgang begint. Één zon zal branden In elk land en elk huis, Het eeuwige licht Uit wiens volheid wij allen ontvingen.
Sta op in deze stille nacht En voed met psalmen uw gedacht: Zingt allen samen voor de Heer, Zingt liefdevol zijn lof en eer ! Dat zingend voor de goede Heer Wij, samen me zijn heilig heir Verblijven mogen in zijn tent In liefde die geen tijd meer kent. Drieëne God, ach gun ons dat, Die Vader, Zoon en Geest omvat, Van tijd tot eeuwigheid weerklinkt Uw glorie die elk volk bezingt.
Goede Vader, in de hemel, Schepper van alle leven, Behoeder van al wat zich beweegt, Zie liefde vol neder Op het kind dat groeit Onder mijn jagende hart. Zegen het geluk dat mij vervult. Vermeerder mijn liefde Voor u en uw schepping, En laat mij en mijn kind Altijd in u geborgen blijven. Zegen ook mijn bekommernis Om de ziel die gij weeft in mijn schoot: Dat ik, als mijn kind het licht zal zien, Het de veerkracht en geestdrift mag leren Om zijn wezen altijd meer naar u te richten. Ik loof u, algoede vader, Omdat gij alles zo wonderschoon hebt gemaakt. ----------
Laat me mijn spiegel aan de muur Dat ik mezelf kan zien. Wie weet of ´k wel verdien Te staan bij d'andren op dit uur. Mijn huid is glad, mijn haar sekuur. Mijn zwarte das zit goed. En daar nu op mijn hoed. ´t Is zo dat ´t moet al op dit uur. Laat me mijn spiegel aan de muur. Hoe wilt ge dat ik ´t doe. ´k Ben immers nog niet moe Van te poseren op dit uur.
Dit is mijn leven: een steeds dieper sterven, Vanaf de schoot die mij ter wereld baarde Tot op de rand van eens gehuurde aarde, Die 't lijf met duisterheid en dood zal verven.
Dit geeft mijn daar-zijn onvoorziene waarde, Dit streven om een sterven te verwerven, Dit smadelijk in lijf en ziele kerven Tot dood van wat het leven wild bewaarde.
Is leven sterven ? Sterven doet me leven ! Gij, Jezus daalde af naar verre doden, Met u wil ik mij op dees tocht begeven.
Een kruis, een stiller graf zijn levensbroden. Zij zullen beiden Pasen doen beleven, Van mijn verrijzenis de stille boden.
Gij hebt de drang naar wijde hoogten in uw bloed, Een vreemd begeren en een ongekende moed. Er is een drijfkracht die ge stuwend werken weet; Die u doet stijgen boven al wat wereld heet.
Het is de taak van al wie mens heet in dit land De tocht te wagen naar een overheerlijk strand. Wij zijn door God ontstoken vurige raketten De zijn baan volgen of in 't ijle niet verpletten.
Onthoud dat elke vlucht weer op dees aarde eindt, En dat de hoogste tocht de hoogste zorg bereidt. Gij weet nochtans dat voor de man die lijdt en vecht Geen ondergaan, een heerlijk loon is weggelegd.
Blijf d'edel goede mens die bloeiend rijk bemint, Wees zorgzaam dat de dag steeds heerlijker begint, Want op uw laatste vlucht wordt de raket gebroken, Door Hem die u omhelst, en die ze had ontstoken.