Paul heeft voor de Korintiërs het hooglied van de liefde gedicht.
Jij zingt dit lied, je straalt het uit in alle regenboogkleuren.
Zo warm dat elk die het kan beleven zich weet in het licht van duizend zonnen,
in het volle daglicht, op het gloeiend middaguur. Alle nachtmerries zijn vergeten.
Wij ontwaken: je milde blik over ons.
Jij hebt alles en nog veel meer aan anderen gegeven. Dit alles krijg je nu terug.
Een hulde werd jou aangeboden; een hulde waar de hele wereld bij was;
een hulde die jij met hemelse glimlach aanvaardde. Ik was bij dat gezellig samenzijn daar in Notre Dame van Parijs,
met Sarkozy en alle groten van de wereld..
Een magnificat uit één mond die onze tranen in jubelen verandert,
En die jou glimlach op ons wezen legt.
Dank, o wonderbare vrouw !
EN IK MURMEL JOU GEBED/ "Heer... help mij om vooral de zonnige kan te zien van hen met wie ik leef. Ik wil mij verheugen in alles wat in hen goed is. Help me om jou gelaat te zien in alle gebeurtenissen Dank voor het sprankeltje licht in iedere mens help mij om ieder ogenblik van de dag een blij gezicht, een glimlach te schenken aan ieder mens, jou kind, jou zus en broer... "