1 Sta op en schitter, je licht is gekomen de glorie van Jahwe gaat over je op 2 over jou gaat Jahwe lichtend op zijn glorie verschijnt over jou 3 de volkeren komen naar jou licht koningen naar de glans van je dageraad 4 allen verzamelen zich en komen naar dat licht goud en wierook zijn hun geschenken 5 je zult het zien en stralen van vreugde je zult blinken als een ster straal van vreugde 19 Jahwe zal je licht zijn voor eeuwig
In de BG ben ik gekomen aan 9,16 tot 9,20. Wonderbare bladzijden! K zegt dat hij alles in allen is. Wie dat begrijpt is "mahatma = grote ziel".
9,16 "Ik ben het ritueel " het offer " de offergave " het geneeskruid " de transcendente mantra " de boter " het vuur " de offerande 9,17 "Ik ben de vader van dit universum " de moeder " de instandhouder " de grootvader "Ik ben het doel der kennis " de allesreinigende " en de lettergreep 'OM' "En ik ben ook de RikVeda " de SamaVeda " de YayurVeda 9,18 "Ik ben het doel " de instandhouder " de meester " de getuige " de woning " de toevlucht " en de hartsvriend "Ik ben de schepping ende vernietiging " de grond van alles " de rustplaats " en het eeuwige zaad 9,19 " O Arjuna, ik bestuur hitte, regen en droogte, " ik ben de onsterfelijkheid " en ik ben ook de dood "zowel zijn als niet-zijn zijn in mij
En ik eindig met het kommentaar op 9,19 waar ik K, de tweehandige Shyama-sudara met de fluit onmoet. (Ikzelf ben fluitspeler...) "In gevorderderd K-bewustzijn maakt men dan ook geen onderscheid meer. Dan ziet men K in alles, aangezien K zowel stof als geest is, is de reusachtige universele gedaante die alle stoffelijke openbaringen omvat eveneens K. En zijn spel in VrindaVana als de twedehandige SHYAMA-SUNDARA met de fluit is het spel van K, de allerhoogste persoonlijkheid Gods."
Dit zijn, voor mij, een paar bladzijden transcendente muziek.
Al lezend in dat wondermooie en tevens zo misterieuze boek ('k zou graag schrijven 'boekje' omdat het mij zo nauw aan 't hart ligt, maar 't is een knaap van 350 blz.) "DE KINDERJAREN VAN JEZUS" (Jacob Lorber) dat als ondertitel heeft: "HET EVANGELIE VAN JAAK", voel ik mij opgezogen door en blijf ik hangen bij hoofdstuk 219. Het werpt een helder licht op de diepten van het kind Jezus. Ik vertaal niet het ganse hoofdstuk om beknopt te blijven. - Hfdst 219, vers 4 : Het kind antwoordt : "Eén hand wast de andere. Wie water geeft moet er ook krijgen. 12 Wie liefde geeft moet ook liefde krijgen. 15 Ik zeg je, Jozef, ik verkies de pure liefde... 17 Jonathan bemint me met een grote liefde 18 want hij alleen bemint me om mezelf, en dat is pure liefde. 22 In mijn huis zullen slechts degenen wonen die mij echt beminnen. Hfdst 220, 1 Jonathan weende tranen van vreugde en dankbaarheid. 8 Het Kind zei : "Hoe is het mogelijk voor een kleine mens mij zo fel te beminnen; weet je waarom? 9 De liefde tot mij is heilig in zichzelf. 11 Elke mens is 'geheeld', wordt opnieuw geboren als hij mij graag ziet. 12 Als je vol bent van die liefde ben je gesterkt tegen alle kwaad. 16 Jou waarde ligt enkel in je liefde. 17 Eensdaags zal men je niet vragen hoe je lichaam was, maar : "Hoe sterk was je liefde?
"Heer, blijf bij ons, de zon gaat onder." Wij boden dan het avondbrood den vreemden man, die langs de baan met ons was meegegaan. En wijl hij, 't zegenend, de ogen sloot, gebeurde het: Zijn aangezicht verklaarde in een hemels licht, waarin hij plotseling verdween... Dit was het wonder. Wij stonden weer alleen, doch vouwden blij onz' handen. Het was alsof Hij door ons heen verdween En 't licht in ons is blijven branden. Blijf zo in ons, o Heer, de zon gaar onder. Felix Timmermans - uit Adagio, Amsterdam, Van Kampen en Zoon.
De 10 verdiepen van de tocht vertegenwoordigen de 10 nivos van spirituele ontwikkeling om het nirwana te bereiken : de volledige onthechting van de dingen van deze wereld.
De pelgrim draait in de richting van de wijzers van een uurwerk.De bas-reliëfs koncenreren de pelgrims, ze zonderen ze af, de buitenwereld bestaat niet meer.Het fabelverhaal van het leven van Buda speelt zich af voorzijn ogen.Om de massas te verbazen.
In de hemel meldt de toekomstige Buda aan de goden dat hij wil gereïncarneerd worden om de mensen te onderrichten.Dit is een belangrijkeles : zich inlaten met de menselijke bestemming is van hoger waarde dan te genieten van zijn goddelijk leven .
Op aarde beslist een koningin zich terug te trekken van de wereld.Zij wordt gekozen om moeder te zijn van de toekomstige Buda die uit de hemel in haar schoot neerdaalt in de vorm van een olifant.Hij installeert zich in een wondermooi paleis omgeven door duizenden goden.Een geïnspireerde aap brengt de koningin op de hoogte van haar toestand,dat zij een uitzonderlijke zoon zal ter wereld brengen.
Dit spreekt tot onze kultuur. De god die de vrouw informeert dat zij een zoon zal baren zonder kontakt met een man. De toekomstige Buda leeft omgeven enkel van heilige en heerlijke wezens.
Op zekere dag ziet hij door een spleet in de muur :
Een oude man: de aftakeling
Een zieke: het lijden
Een lijkstoet: de smart
Een monnik in meditatie, sereen.
Di zijn de vier beslissende ontmoetingen.Zijn besluit is genomen :hij zal aan de wereld leren hoe meester te worden over de aftakeling, het lijden en de smart; hoe door meditatie de staat van bevrijding te bereiken.
Het budisme is geboren.
Buda preekt nog voor degenen die de kwellingen van het leven kennen.
Bach Cantata 38 - 'aus tiefer not schrei ich zu dir'
Je kunt van alle kantates, en van nog zoveel meer, de noten 'downloaden'... Waarom? Om beter van de compositie te genieten... ook de MP3 is daar te vinden...
Kantate 38, 1 Koor - door Marin Luther gedicht
Ik weet: elke vertaling pleegt verraad ! Toch vertaald. Waarom? om beter de lezingen waarop de kantate is gebouwd te verstaan. Ik poog zo dicht moegelijk bij Luthers taal te blijven.
Uit diepe nood roep ik naar u, heer god, aanhoor mijn roepen; je luistrend oor neig het naar mij en voor mijn roep zij open. want zo je wil de waarheid zien dat zond'en onrecht is gedaan wie kan voor jou onschuldig zijn?
Kantate 38, 4 recitatief
speelt met gedachtgen uit 3 en 4 geeft het klaarst de band met het evangelie Jo, 4, 47-54 weer
Kantate 38, 4 recitatief
Da'k mijn geloof, zo zwak het zij... en dat ik mijn vertrouwen op zachtge molle grond moet bouwen. Hoe dikwijls moeten nieuwe tekens mijn hart vermurwen? Och wat? Ken jij je helper niet? Die slechts een enig troostwoord spreekt en plots verschijnt, nog voor je zwakheid het vermoedt, het uur der redding. Vertrouw alleen de sterke hand, de taal van zijn oprechtheid.
Ja! Daar zijn blijde dagen nog in 't leven hoe weinig ook, daar zijnder nog voorwaar, en geerne zou ik alles, alles geven om één van die, mijn God, om éénen maar, wanneer ik u gevoel, u heb, u drage, mij onbewust, u zelf ben, mij niet meer, u noemen kan, mijn God, en zonder klagen, herhalen: God! mijn God en lieve heer! o blijf bij mij, gij zon van alle klaarheid, o blijf bij mij, blaakt deur en deur mij nu, o blijft bij mij, één dingen, één is waarheid, al 't ander al is leugen buiten u! ... gij, god van al dat is of ooit zal wezen, ... wat gaat mij om in 't wondre van die stonden, als 't hert mij gloeit, en de oog mij berst, en ik, van tranen dronk, onmachtig ril ten gronde en in een storm van liefde en vreugde stik. ... ben ik het nog die in de stem der winden uw spreken hoor, mijn Jesu, uwe taal in alle taal, hoe kleen ook, wedervinde, en uw gedaante in iederen blommenstaal? stengel ... O blijde stonden zijnder nog in 't leven, en, ware, o God, uw hemel anders niet als één van die, nog zou ik alles geven vooréén van die, gelijk ik nu... ik nu geniet. 1859 (?)
Gezelle is uiterst gevoelig. - Roeselaarse periode (1854-60): volbloed romanticus, bij vlagen "hiummelhoch jauchzend" en dan weer "zum Tode betrübt". - Ik kopiëer hier alleen het "Himmelhoch jauchzend". Voel de vaart doorheen de verzen. Ze pakken je op de adem. - 1-4 uitbarsting van vreugde. Het is God die blijdschap verschaft. Gezelle kent een innige relatie met Hem, en de roes van het meer dan nabij zijn. De roes van de liefde. - 't Slot klinkt rustig. Hij is zeker dat het hemelse geluk dit 'nu-moment- is. O mocht het eeuwig duren.
Al hebreeuws doende viel ik onlangs op Psalm 16.Een pareltje! En ik riep : Tof!En k heb mij aan t vertalen gezet, en van mijn spontane 'te vrije' vertaling, heb ik mijn credo gemaakt:
Omhels me stevig, Krishna, vriendin
Ik kruip knusjes tegen je aan
Mijn diepste genot
Stuk van mezelf
Wortel van mijn dagen
Mijn beker wijn
Steeds bij mij
Ik, veilig
Mijn geest is in feest
In jou armen, diepe vreugde voor immer!
Dat noem ik de kondensatie van het hele boek, de eeuwige weg, mijn TAO, mijn TORA, het mooiste gebed.Amen!
Vandaag heb ikop www.ebookmall.com.I HAVE A DREAM gekocht als eBook voor niets een van die teksten (1963) (devastatingly beautiful and emotionally cathartic) waar bij elke lezing een krop mij in de keel komt vanaf 1966 tot 2001 heb ik die droom elke jaar aan mijn zwarte leerlingen ter vertaling aangeboden.Hier een stukje eruit: (wetend dat elke vertaling verraad pleegt aan de schoonheid van de oorspronkeleijke tekst.)
Die droom droom ik voort het is een droom diep geworteld in de amerikanse droom. Ik droom dat eensdaags deze natie haar credo zal beleven : alle mensen zijn gelijk geschapen Ik droom dat eensdaags op de rode heuvels van Georgie de zonen van vroegere slaven en de zonen van vroegere slavenhouders zullen kunnen samen zitten aan een tafel van broederschap. Ik droom dat zelfs de staat Mississipi een oase wordt van vrijheid en recht. Ik droom dat mijn vier kinderen eensdaags zullen leven in een natie waar ze niet geoordeeld zullen worden naar de kleur van hun huid maar naar de inhoud van hun karakter. Vandaag heb ik een droom. Ik droom dat het eensdaags in Alabama werkelijkheid wordt dat kleine zwarte jongens en zwarte meisjes de hand kunnen drukken van kleine blanke jongens en blanke meisjes en samen wandelen als zusters en broeders. Vandaag heb ik een droom elk dal zal gevuld, en elke heuvel geslecht worden en de glorie van De Heer zal verschijnen eens komt de dag dat al Gods kinderen, zwarten en blanken, Joden en Heidenen, Protestanten en Katolieken elkaar de hand kunnen drukken en de woorden zingen van die oude Negro Spiritual: Free at last! Free at last! Dank God Almachtig, wij zijn eindelijk vrij!
Mijn nichtje had me dit tekeningetje gestuurd, in het jaar 1971, meen ik. Niet alle korrespondentie bewaar ik lang, maar dit meesterwerkje heb ik op de deur van mijn kleerkast geduimspijkerd. Bij elke verhuis verhuisde de foto mee. En ontelbare keren heb ik mijn portret bekeken; maar vooral de "negerkindjes" die mij zo goed aan mijn taak hier "Met de zwartjes zijn!" herinnerde. Ondertussen heb ik het huwelijk van dat nichtje helpen inzegen, heeft zij fantastise huwbare kinderen, en vooral, zij gaat haar nonkel bezoeken in april-mei 2009! Ze schrijft: "Ze hebben me hier thuis allemaal de toestemming gegeven om mijn kinderdroom (die ik had opgeborgen) te laten uitkomen. 't Is ook vooral dankzij moeke dat het mogelijk is.Toen ik van moeke het mailtje kreeg waarin je vertelde dat Erik Meert zei dat er altijd wel wat is om ingeschakeld te worden maakte mijn hart een sprongetje want dat is het dus waarvoor ik naar Congo wou komen nl. er werkelijk 'in' zijn en aan de lijve ondervinden wat 'don bosco' is. Weten wat jij voor de mensen daar betekent en wat jouw levenswerk werkelijk inhoud. Ik heb al wat opzoekwerk verricht over 'enfants de la rue' en het lijkt me echt boeiend. Ik zal wel eens mailen met Erik Meert en dan zal ik wel nog meer te weten komen. Ik kijk er echt naar uit en kan soms nog niet geloven dat het werkelijkheid is!..." Beste nichtje, ook mijn hart maak vele sprongetjes Je nonkel Johan
Paul heeft voor de Korintiërs het hooglied van de liefde gedicht.
Jij zingt dit lied, je straalt het uit in alle regenboogkleuren.
Zo warm dat elk die het kan beleven zich weet in het licht van duizend zonnen,
in het volle daglicht, op het gloeiend middaguur. Alle nachtmerries zijn vergeten.
Wij ontwaken: je milde blik over ons.
Jij hebt alles en nog veel meer aan anderen gegeven. Dit alles krijg je nu terug.
Een hulde werd jou aangeboden; een hulde waar de hele wereld bij was;
een hulde die jij met hemelse glimlach aanvaardde. Ik was bij dat gezellig samenzijn daar in Notre Dame van Parijs,
met Sarkozy en alle groten van de wereld..
Een magnificat uit één mond die onze tranen in jubelen verandert,
En die jou glimlach op ons wezen legt.
Dank, o wonderbare vrouw !
EN IK MURMEL JOU GEBED/ "Heer... help mij om vooral de zonnige kan te zien van hen met wie ik leef. Ik wil mij verheugen in alles wat in hen goed is. Help me om jou gelaat te zien in alle gebeurtenissen Dank voor het sprankeltje licht in iedere mens help mij om ieder ogenblik van de dag een blij gezicht, een glimlach te schenken aan ieder mens, jou kind, jou zus en broer... "
%%%FOTO1%%% Picture of Jurgitha Dronina by Richard Finkelstein with kind permission Ik dans voor het water ik dans voor de dansende vlammen ik dans rond de bomen ik dans in de straat ik dans voor je huis ik dans voor jou mijn geliefde ik dans op de bergen ik dans in de golven ik dans op het onmetelijk strand ik dans in de wolken ik dans op de planeten ik dans rond de zon ik dans van liefde voor jou ik danste in de lente ik danste in de zomer nu is het hoog herfst ik dans op haar bladeren gouden tapijt ik weet dat je daar bent en glimlacht jij weet dat ik dans alleen nog voor jou ik weet dat ik dans en warm ben van minne ik weet dat ik bemin omdat ik dans ik zal morgen dansen en de komende eeuwen omdat winterkoude niet bestaat en geen vriezen geen winter in mijn hart geen koude in dat andere land geen vrezen dat jij niet meer zoud zijn want jij en onze dans zijn eeuwig.
laatste foto van Yogananda, genomen één uur voor zijn bewute overgang in 1952 Nu moet ik inpakken; ook de Labtop gaat voor een paar dagen de valies in... tot maandag 15 september. Als afscheid aan mijn verlof vertaal ik nog een mooie lofzang (van Guru Nanak), een van de vele indise "cosmic chants" die een westerse vertaling en notitie kregen van Paramahansa Yogananda. Het is een hoogstaand lied, zoals vele grote poesie ontnuchterend eenvoudig. Te zingen bij zonsopgang. Op 18 april 1926, ter gelegendheid van een 'public lecture' door Yogananda, weergalmde dit lied een uur lang uit drie duizend kelen. De plaats: Carnegie Hall in New York. Ze zongen met liefde gods gezegende naam. (autobiography of a Yogi, p. 461) o goddelijke schoonheid ! o heerlijke god ! in de wouden ben je groen op de bergen ben je hoog in de storm ben je rusteloos in de oceaan ben je diep voor de dienaar ben je dienst voor de minnaar ben je minne voor de bedroefde ben je medeleven voor de yogi ben je onmeetbaar geluk o goddelijke schoonheid ! o heerlijke god ! voor jou voeten, o ! buig ik neer
En al wat je voor me deed, een heilig ritueel voor de tweede foto
Guru Dev en Maharishi zelf hebben ons vervoegd
we waren als op TABOR, one in het licht van de eeuwige
we hebben er drie tenten opgezet
waarbinnen duizend zonnen branden
in de tenten zijn we, bloemenkransen om de hals, één met de kosmos
van daaruit reizen we naar wereldsteden en gehuchten
En tonen aan kleinen en groten
dat ze kinderen zijn van het eeuwige licht,
die duisternis hebben afgegooid
en zinderend van diepe ontroering,
met hun wil voldoende energie opwekken
om met het licht en de gloed der drie tenten
te rijden op de banen waar god zijn zonnen werpt
waar hij zijn Jezus stuurt, zijn Krishna, zijn Mahatma
Ik zal nooit dat wondere nummer 888 vergeten,
waar nu nog nacht en dag de 1000 lichtjes branden
en waar wierookstokjes walmen
en blijvend geuren naar de groene weiden
van het Beloofde Land
antwoord:
Zojuist uw blog gelezen, wat kan je dit toch mooi zeggen, je geeft prachtig weer wat ook ik voel en het doet mij zo warm aan het hart dit te lezen, tranen vloeien terwijl ik dit schrijf, ik wens je het allerbeste op je verdere spirituele ontwikkeling.