Oproep tot een dag van vasten en
tot een gebedswake
vóór de stemming over euthanasie
Wij, uw aartsbisschop en uw drie
hulpbisschoppen, lanceren een oproep aan alle dekenaten, evenals aan alle
basilieken en heiligdommen in het aartsbisdom, om van donderdag 6 februari een
dag van vasten te maken, en s avonds een gebedswake te houden. Dit om het
geweten van de mensen wakker te maken en een ultiem maatschappelijk debat uit
te lokken op het moment dat in ons land een wetgeving dreigt tot stand te komen
die de mogelijkheid van euthanasie uitbreidt naar minderjarigen. Als de
voorgestelde datum u niet schikt, heeft u uiteraard alle vrijheid om het
dubbele evenement te organiseren op een ander moment, maar dan wel snel, want het
is dringend.
Het zou ons uiteraard verheugen als ook
andere christenen, gelovigen van andere religies, net als agnosten of
atheïsten, ons volgens de modaliteiten aangepast aan hun overtuigingen zich
bij deze actie, die in de eerste plaats filosofisch van aard is, zouden
aansluiten.
We
nodigen onze medeburgers uit om over de volgende punten na te denken:
1.
Veel mensen die professioneel
werken met minderjarigen bevestigen dat die laatsten slechts heel zelden om
euthanasie vragen. Dat is in elk geval wat men vaststelt in Nederland dat al
beschikt over een wet die dergelijke uitbreiding van euthanasie voorziet. De
voorgestelde uitbreiding is verwonderlijk als men weet dat op veel andere
domeinen, die veel minder ingrijpend zijn dan de beslissing zich te laten
euthanaseren, minderjarigen onbekwaam worden geacht belangrijke beslissingen te
nemen voor hun economisch of affectief leven. Bovendien is het risico groot dat
in België, waar de aanvragen voor euthanasie van volwassenen gevaarlijk in
aantal toenemen, het wetsvoorstel de vraag zal aanwakkeren, als het aanbod
wordt uitgebreid naar minderjarigen. En dat terwijl we beschikken over
uitstekende palliatieve zorgen en over aangepaste en progressieve pijnstillers
in het geval van hardnekkig lijden, om zoals het hoort de immense fysieke
en psychische nood te lenigen van mensen die lijden en de dood in de ogen zien;
zelfs als deze palliatieve middelen tot gevolg hebben dat ze het leven wat
verkorten - wat moraal aanvaardbaar is. Maar een zachte, vredige en waardige
dood is geen synoniem van euthanasie, die rechtstreeks, binnen enkele minuten
en opzettelijk de dood doet intreden. Er is een wereld van verschil tussen de
twee, zowel in de intentie als in de gebruikte procedure.
2.
De ervaring leert ons dat eens
men het fundamentele verbod van elk menselijk samenleven, namelijk het verbod
om een onschuldig menselijk wezen te doden, overtreedt, het onmogelijk is de
deur te sluiten die men geopend heeft. Integendeel, de deur heeft de neiging
zich steeds meer te openen. De euthanasiewet die nu reeds van kracht is, sloot
minderjarigen uit. Het huidige wetsvoorstel neemt hen op. Er is een beweging op
gang gebracht die dreigt nooit meer te stoppen. Het zal ermee eindigen dat men
in bepaalde gevallen een instemming zal veronderstellen die niet gegeven is of
niet gegeven kon zijn. We weigeren daarentegen zoals sommigen durven te doen
de hypothese te formuleren dat misschien ooit de dag zal komen dat men de
instemming zal veronderstellen bij minderjarigen die mentaal gehandicapt zijn,
aangezien zij per definitie onbekwaam zijn tot een weloverwogen oordeel. We
zijn er sterk van overtuigd dat ons land nooit dergelijke uitwassen zal
accepteren. Aan de andere kant bestaat op kortere termijn het risico dat men
zich op een dag zal afvragen of een nieuwe wet of een jurisprudentie die het
non-discriminatiebeginsel inroept, geen einde zou moeten maken aan een
discriminatie, namelijk dat het criterium van psychisch lijden niet meetelt
voor minderjarigen.
3.
Er liggen al andere
wetsvoorstellen klaar om aan het andere uiteinde van het menselijk leven
euthanasie mogelijk te maken voor demente personen die geen helder bewustzijn
van hun persoonlijke identiteit meer hebben, mits ze daarvoor een voorafgaande
schriftelijke aanvraag hebben gedaan. Dat is een vreselijk perspectief, dat een
subtiele druk zal uitoefenen op oudere mensen die vrezen dat ze later hun
omgeving tot last zullen zijn! Veel ouderen zullen zichzelf ervan overtuigen
dat ze erg egoïstisch zouden zijn als ze die voorafgaande vraag niet indienen
Zo verbrokkelt geleidelijk de bewonderenswaardige solidariteit die demente
personen verbindt met hun families en met de hele medische en paramedische
wereld die deze mensen met veel
menselijkheid, competentie en tederheid verzorgen. Als oplossing voor de
onvermijdelijke broosheid van het menselijk bestaan, zeker wanneer het einde
nadert, rest demente personen dan niets anders dan de eenzame beslissing om op
tijd hun uitstap uit deze wereld te voorzien, wanneer anderen zullen vinden dat
daarvoor de tijd is gekomen. Het valt te verwachten dat een volgende
wetsuitbreiding zal toelaten de instemming van de demente redelijkerwijze te
veronderstellen, vermits enkel nog een kleine handtekening ontbreekt onderaan
een document
Bovendien en dat is nu al het geval zullen veel mensen die
ouder zijn en potentieel dement, geneigd zijn euthanasie te vragen om hun
omgeving niet tot last te zijn, ja zelfs
wegens ouderdom en omdat ze de smaak in het leven verloren hebben. Dan
zal dus het om een ander soort euthanasie gaan, namelijk die van de
solidariteit zelf die de sterken moet verbinden met de zwakken. Tot slot is het
niet uitgesloten dat op een dag economische overwegingen (de solvabiliteit van
de openbare financiën of van zorginstellingen) zullen meespelen om
onrechtstreeks euthanasie aan te bevelen.
4.
Als laatste hoort men vaak
zeggen dat de beslissing om zich te laten euthanaseren eenvoudig een kwestie is
van persoonlijke vrijheid, van vrije zelfbeschikking, en dat de wet niemand
verplicht er gebruik van te maken. Daarbij vergeet men dat deze zogenaamd puur
individuele beslissing, zeker wanneer ze steeds vaker voorkomt, een te duchten
druk uitoefent op de vrijheid van alle zorgverstrekkers, net als op die van de
zorginstellingen die gekant zijn tegen euthanasie en finaal op de meest
kwetsbare personen in onze samenleving.
Met inzet van heel onze
persoon durven we dus tegen onze medeburgers zeggen: Het is niet te laat, maar
het is hoog tijd! Laten we ons eigen geweten wakker schudden, en ook met
respect dat van onze broeders en zusters. In de geschiedenis doet zich nooit
hetzelfde geval voor in dezelfde omstandigheden. Het is dus vandaag dat we
moeten handelen. Wij rekenen op u.
Heel concreet willen we,
naast een oproep tot vasten, een gebedswake organiseren in enkele symbolische
en geografisch centrale plaatsen in het aartsbisdom (de Nationale Basiliek van
Koekelberg in Brussel, de Sint-Pieterskerk in Leuven en de Basiliek van
Basse-Wavre). Tegelijkertijd vragen we met aandrang aan de dekens en aan de
rectoren van minder centrale heiligdommen dat ook zij, volgens hun
mogelijkheden, een gebedswake zouden houden in hun dekenaat of in hun
heiligdom. In Brussel en Leuven zal de gebedswake plaatshebben op 6 februari om
20 uur; in Brussel wordt ze voorgegaan door de aartsbisschop, in Leuven door
hulpbisschop Kockerols (mgr. Lemmens is op dat moment in Rome). In Basse-Wavre
wordt de gebedswake verschoven naar zaterdag 8 februari om 20 uur en wordt ze
voorgegaan door hulpbisschop Hudsyn.
Om uw werk te vergemakkelijken, voegen we bij deze oproep een schema voor
het praktisch verloop van de gebedswake.
Op dit uiterst
belangrijke moment waarop we ons resoluut moeten engageren in het maatschappelijke
debat, durven we uitdrukkelijk te hopen op uw medewerking. We danken u voor uw
kostbare tijd en inzet.
België is niet vaak het
centrum van wereldwijde media-aandacht. Maar in dit geval houden talloze media
uit meerdere continenten opvallend de ogen gericht op ons kleine land. Daarbij
vragen ze zich af hoe ver de laksheid van onze wetgeving zal gaan in een
materie die zo bepalend is voor de opvatting die een samenleving op lange
termijn dreigt te hebben over het leven, over de dood en over de menselijke
vrijheid.
+ André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
+ Jean-Luc Hudsyn, hulpbisschop voor Waals-Brabant
+ Jean Kockerols, hulpbisschop voor Brussel
+ Leon Lemmens, hulpbisschop voor Vlaams-Brabant en Mechelen
Opmerking:
In bijlage vindt u een schema dat u kan helpen om de gebedswake te
organiseren.
Schema voor een gebedswake n.a.v. de
uitbreiding van de euthanasiewet
N.B.: Vooral voor de tweetalige
wakes in Brussel en in de faciliteitengemeenten stellen we voor om liederen te
kiezen waarvan het refrein meerdere keren herhaald wordt (vooral die van Taizé,
in het Latijn, Nederlands, Frans of Engels). Gelet op de korte voorbereidingstijd laat dat toe dat alle
aanwezigen meezingen, zelfs zonder koor en zonder repetitie, en zonder dat men
blaadjes met de teksten moet drukken of kopiëren. Ook in de ééntalige wakes kunnen
die refreinen de muzikale begeleiding van het gebed vergemakkelijken.
Men dient ervoor te zorgen dat bij het begin van de wake de argumentatie
wordt uitgedeeld waarmee wordt opgeroepen tot deze gebedswake. Op die manier
hoeven de details van de problematiek niet tijdens de wake te worden behandeld.
Als de betrokken kerken niet de
druk- of kopieerkosten kunnen dragen van deze argumentatie of de kost van de
kaarsjes waarvan hieronder sprake, kan men op het einde van de wake een
kleine bijdrage in de kosten vragen.
Tot slot mag het duidelijk zijn dat
op elke plaats waar de gebedswake wordt gehouden, het voorgestelde schema kan
gewijzigd worden volgens de gebruiken van de betreffende plaats, op voorwaarde
dat de centrale boodschap ervan bewaard blijft.
Openingslied dat spreekt van vertrouwen in de Heer en de hoop die bij
Hem wordt geput
Woord van verwelkoming door de voorganger of andere personen (lectoren,
enz.)
Als
burgers en als christenen respecteren we volledig de formele procedures van de
parlementaire democratie. Toch menen we dat het niet volstaat dat een wet
democratisch is gestemd opdat die op sociaal of ethisch vlak automatisch gerechtvaardigd
is. De geschiedenis ook die van ons eigen land leert dat men op democratische
manier wetten kan stemmen die moreel of sociaal betwistbaar zijn, ja zelfs
laakbaar, en die nadien soms, dankzij een nieuwe wetgeving, gecorrigeerd
worden. Daarom kan het legitiem zijn met rationele argumenten een wet te
bekritiseren die nog moet gestemd worden of die al gestemd is. Dat is wat we
vanavond willen doen door gewetensaandacht te vragen voor de ernstige gevaren
die verbonden zijn met het wetsvoorstel dat, onder bepaalde voorwaarden, de
mogelijkheid van de depenalisering van euthanasie wil uitbreiden naar
minderjarigen.
Eerste lezing: Psalm 34 (33): De Heer zal ik prijzen iedere dag (met
weglating van vers 22) of Psalm 84 (83):
Hoe lief is mij uw woning, Heer
Aangepast lied of refrein
Gebed
God
onze Vader, het is met groot vertrouwen dat we ons tot U richten op het moment
dat ons land een wetgeving dreigt aan te nemen die de mogelijkheid van
euthanasie onder bepaalde voorwaarden wil uitbreiden naar minderjarigen.
Geconfronteerd met de ernstige bijkomende afwijkingen die dergelijke wet in
haar kielzog kan meeslepen, vragen we U ons geweten te verlichten, en dat van
al onze medeburgers en dat van onze politieke verantwoordelijken. We bidden u
heel gewoon, maar met gans ons hart op voorspraak van de Maagd Maria, Moeder
van uw Zoon en onze moeder. We vragen het U door Jezus Christus, uw Zoon, onze
Heer
Gevolgd door een of meerdere tientjes van de Vreugdevolle Mysteries van
de rozenkrans, eventueel ingeleid door een kort commentaar.
Tweede lezing: Psalm 121 (120): Omhoog naar de bergen richt ik mijn
ogen of Psalm 145 (144): U wil ik loven, mijn God en Koning (met weglating
van vers 20)
Aangepast lied of refrein
Gebed
God
onze Vader, we gaan ons nu richten tot uw altaar in deze kerk (basiliek) (of naar een andere gepaste plaats, beeld
van Maria, enz.). We gaan er een klein lichtje plaatsen, teken van ons
vurig verlangen dat U onze gewetens en onze harten zou verlichten, opdat wij,
met alle mogelijke vreedzame middelen, rondom ons zouden getuigen van het licht
dat U verspreidt door Uw Woord, maar ook door de stem van ons geweten, zoals
die weerklinkt in het hart van iedere mens. We vragen het U door Jezus
Christus, uw Zoon, onze Heer
Gevolgd door een langzame processie,
begeleid door zang, refreinen, muziek van orgel of andere instrumenten.
Derde lezing: Lucas 11, 9-13 of Mattheus 7, 7-11
Aangepast lied of refrein
Gebed
Heer
Jezus, we geloven in uw woord over de doeltreffendheid van het gebed dat met
volharding in het geloof tot U gericht wordt. We geloven dat U, zoals U gezegd
heeft (Mt 28, 18), alle macht gegeven is in de hemel en op de aarde, sinds uw
glorierijke opstanding uit de doden. En we geloven dat U onder ons persoonlijk
en reëel aanwezig bent in de Heilige Eucharistie. We smeken U: omring met uw bijzondere tederheid die tederheid
die u zo vaak getoond heeft in het evangelie ja, omring met uw grote
barmhartigheid al diegenen die aan hun pijn en lijden wensen te ontsnappen door
rechtstreekse euthanasie; laat bij hen mannen en vrouwen opstaan die hen met
zachtheid en respect doeltreffend zullen helpen dankzij de beste zorgen en die
hen met verbeelding en liefdesbekwaamheid zullen bijstaan, opdat zij, zonder
hun toevlucht te nemen tot euthanasie, een zachte en vredige dood mogen
beleven. Ontferm u over hen, zoals u dat gedurende uw aardse leven gedaan heeft
met alle zieken die aan uw voeten werden gelegd. Wees, zoals toen, al weldoende
bij hen aanwezig, wees bij ons aanwezig. Zegen hen en zegen ons, we bidden U,
Gij die leeft en heerst met de Vader en de Heilige Geest in de eeuwen der
eeuwen. Amen.
Uitstalling van het Heilig Sacrament en stille aanbidding
Deze tijd van stille aanbidding
(minimum een kwartier) kan bij het begin of op het einde begeleid worden door
het refrein : O o o, adoramus te Domine, drie keer hernomen.
Zegening met het Heilig Sacrament
Dit gebeurt bij voorkeur al
wandelend met de monstrans doorheen de hele kerk, begeleid door hetzelfde of
een ander gepast refrein. Het eindigt met de plechtige zegening aan het altaar.
Na het terugplaatsen van de hostie
in het tabernakel kan men eindigen met het Onze Vader en een passend slotlied.
Bijzondere
voorbede voor de missen van 1 en 2 februari 2014
God
onze Vader, het is met groot vertrouwen dat we ons tot U richten op het moment
dat ons land een wetgeving dreigt aan te nemen die de mogelijkheid van
euthanasie onder bepaalde voorwaarden wil uitbreiden naar minderjarigen.
Geconfronteerd met de ernstige bijkomende afwijkingen die een dergelijke wet in
haar kielzog kan meeslepen, vragen we U ons geweten te verlichten, en dat van
al onze medeburgers en dat van onze politieke verantwoordelijken. Sta niet toe dat, door een nieuwe overtreding van het
verbod om een onschuldig mens te doden, een deur zich zo ver opent dat niemand
die nog kan sluiten. We bidden U Heer, versterk in ons en in onze medeburgers
die liefde, vol verbeelding en tederheid, die andere oplossingen vindt om het
hardnekkig lijden en de diepe nood van onze broeders en zusters die lijden, te
verhelpen.
Standpunt van de bisschoppen Voorstelling door mgr. André-Joseph Léonard
Er is dus sprake van om, onder bepaalde voorwaarden, de depenalisering van euthanasie uit te breiden naar minderjarigen en dementerenden. Dat vooruitzicht baart ons zorgen. Als ik ons zeg, dan gaat het om de bisschoppen van België. Het is dus als voorzitter van de Belgische Bisschoppenconferentie dat ik me hier uitspreek. Maar eigenlijk spreek ik in de eerste plaats als burger. In onze deelname aan het publieke debat zullen we niet argumenteren op basis van wat het christelijk geloof hierover te zeggen heeft, naar enkel vanuit filosofisch oogpunt.
Reeds in 2002 hebben we onze sterkste reserves uitgesproken aangaande de depenalisering van euthanasie, door de patiënt vrij gevraagd om zo een lijden dat hij of zij ondraaglijk acht niet te moeten doorstaan. Eerst en vooral omdat we vandaag over uitstekende palliatieve zorgen beschikken, en omdat we in het geval van intens en hardnekkig lijden, als laatste redmiddel, nog een beroep kunnen doen op sedatie, voor zover dat strikt noodzakelijk is.
Vervolgens en vooral, omdat het belangrijkste argument om die depenalisering aanvaardbaar te maken de vrijheid van het individu was om over zichzelf te beschikken. Men legde er de nadruk op: niemand is verplicht om euthanasie te vragen; waarom dus het weigeren aan diegene die het vrij vraagt voor zichzelf en voor zichzelf alleen? Maar is dat argument niet ambigu? Want de depenalisering van euthanasie oefent ondanks alles druk uit op de medische en paramedische sector. Natuurlijk, elke arts kan bij een verzoek van een patiënt het gewetensbezwaar inroepen. Paramedici kunnen dat in principe ook, zij het met minder garanties voor hun werkzekerheid. Maar globaal gezien is het toch het hele beroep dat gedeeltelijk van betekenis verandert: het gaat niet enkel meer om de kunst van het verzorgen en, dikwijls, van het genezen, maar het verandert ook in de kunst van het laten sterven. Mijn vrije keuze heeft dus grote gevolgen voor het hele medische beroep.
Bovendien verandert de invoering van euthanasie, waarvan de effecten zich dus niet beperken tot het individu dat het vraagt, in de gehele samenleving de fundamentele verhouding tot het leven en de dood en ze ondergraaft de levensbelangrijke solidariteit van alle burgers met lijdende mensen. Ik verklaar me nader en bekijk daarvoor de uitbreiding naar minderjarigen en dementerenden die momenteel gevraagd wordt.
Ook nu weer beroept men zich voor die uitbreiding op de vrijheid van het individu. Maar is dat, in het geval van minderjarigen, geen overduidelijk misbruik, zelfs al roept men hun eventueel onderscheidingsvermogen in? Het is een vreemde argumentatie als men weet dat minderjarigen in belangrijke domeinen wettelijk gezien onbekwaam zijn om bepaalde daden te stellen, zoals bijvoorbeeld kopen en verkopen, trouwen, enz. En hier zouden ze in de ogen van de wet plots voldoende rijp zijn om zich te laten sterven toch de meest zwaarwichtige beslissing die ze aangaande zichzelf kunnen nemen!
Evenzo is het riskant om, via een levenstestament op lange termijn, aan anderen de mogelijkheid te delegeren om in mijn plaats te beslissen als ik dement zal zijn en, bij volmacht, tot mijn euthanasie over te gaan. Is die vrije beslissing (maar met vertraging) om een ander de taak toe te vertrouwen mij te laten sterven werkelijk te verenigen met een rechtsstaat?
Ook hier dreigt de zogenaamd puur individuele beslissing die ik neem, zwaar te wegen op iemand anders. Paradoxaal genoeg gaat de zogenaamd strikt persoonlijke keuze die ik maak snel sterk andermans vrijheid bepalen. Inderdaad, als deze praktijk zich verspreidt en als het, om deze te legitimeren, volstaat dat ik er anticiperend mee instem, zal het snel resulteren in de insinuatie, des te subtieler naarmate ze onbewust is: Zou je niet hetzelfde doen? Dat zal uiteindelijk iedereen goed uitkomen. In plaats van nutteloos te wegen op anderen en op de samenleving, volstaat het op voorhand je toestemming te geven. Het is zo gemakkelijk
Deze overwaardering van de persoonlijke instemming zal het individualisme en het isolement versterken die de solidariteit ondergraven van eenieder met allen en van allen met eenieder. Of men het nu leuk vindt of niet, onze persoonlijke vrijheid bestaat bij gratie van diverse relaties: met de natuur, met ons lichaam, met de vrijheid van de ander en, finaal, met elke man en elke vrouw, onze gelijke. Men stelt ons voor de kwestie van de goede dood op te lossen door ieder, voor eigen rekening, door tussenkomst van enkele personen, zijn exit te laten organiseren. Is het niet veel humaner om allen solidair te zijn met iemands beproeving, door naar hem of haar te kijken met een blik die mensen bevestigt in hun waardigheid en door er actief naar te streven het lijden waaronder ze gebukt gaan, te verlichten? Dat is wat de overgrote meerderheid van het medische en paramedische corps doet, met een toewijding die bewondering afdwingt.
Ten slotte: er was elf jaar nodig om een euthanasie-uitbreiding te overwegen die oorspronkelijk niet voorzien, ja zelfs afgewezen was. Hoeveel tijd zal er verstrijken alvorens andere uitbreidingen worden overwogen? Want als het volstaat om zijn toestemming te geven, als die handeling zich verspreidt en gewoon wordt, zullen er ongetwijfeld ruimdenkende geesten opstaan die, binnen enkele jaren, zullen menen dat men in veel gevallen die instemming legitiem kan aannemen bij de minderjarige die die zou gegeven hebben, als zijn onderscheidingsvermogen een beetje rijper zou zijn geweest, of bij de demente die het schriftelijk zou bevestigd hebben als men het hem op het juiste moment zou hebben voorgesteld.
Door dit standpunt in te nemen, maken wij, bisschoppen van België, niet de keuze van het lijden dat, als zodanig, destructief is. De katholieke Kerk ligt trouwens aan de basis van de meeste zorginstellingen in ons land. We ontkennen ook niet het bestaan van individuele vrijheid. Maar we kiezen positief voor steeds performantere palliatieve zorg, ver van elke therapeutische hardnekkigheid. En we plaatsen even positief de solidaire vrijheid boven de vrijheid die zogenaamd solitair is, maar uiteindelijk zo dwingend voor een ander.
Mgr A.-J LÉONARD, aartsbisschop van Mechelen-Brussel Brussel, 06.03.2013
|