Uit recente afvalcijfers blijkt dat de bouw jaarlijks 24 miljoen ton bouw- en sloopafval produceert, ongeveer 40% van de totale afvalproductie. De kosten van afvoer en verwerking worden op 2,5 miljard per jaar geschat. Veel bedrijven onderkennen nog niet de besparingen die kunnen worden bereikt met een gestructureerde aanpak. Een pilot onder 140 bouwplaatsen heeft uitgewezen dat een gemiddeld bedrijf jaarlijks 4.200 kan besparen. Die besparing zal jaarlijks verder oplopen, doordat de integratie van milieuzorg in bouwbedrijven enige tijd kan vergen. Die besparing kan vooral worden bereikt door een betere scheiding van afval, waardoor afval tegen lagere tarieven kan worden afgevoerd en verwerkt.
Tevens zal er duidelijke afspraken dienen gemaakt te worden met de aannemers die werken uitvoeren wat er met de afval of verpakkingsmaterialen moet gebeuren. Op een welbepaalde te storten of mee af te voeren naar een erkend afval verwerkingsbedrijf.
Een douche verbruikt minder water dan een bad en neemt ook veel minder plaats in beslag, wat het uiterst geschikt maakt voor zelfs de kleinste badkamer. Bovendien is een douche een zeer interessante oplossing voor als je weinig tijd hebt, want douchen gaat uiteraard sneller dan een bad nemen. Ook hier zijn de keuzes zeer uitgebreid, niet alleen qua vormgeving maar ook qua budget. Tegenwoordig bestaan douches ook in luxemodellen en hebben ze vaak extra opties.
De mogelijke soorten
De douchebak
De douchebak is de meest gekende douche. Deze douche kan in het bad ingewerkt worden, wat enorm plaatsbesparend is, maar ze kan ook gewoon tegen de muur geplaatst worden, al dan niet in een hoek of nis. Ook kan je kiezen voor een gemetste douche, waarbij reeds bij de ruwbouw een muurtje voorzien. Deze douche kan afgesloten worden met een gordijn of een douchedeur.
De douchecabine
Deze douchebak wordt gedeeltelijk of volledig afgeschermd door wanden. Vaak worden deze douches in een hoek geplaatst zodat de muren ook dienst doen als afscherming, maar dan moet er voldoende aandacht besteed worden aan waterdicht voegsel. Eventueel zijn deze douches verkrijgbaar in kant en klare vorm, waarbij het kraanwerk reeds in de douche ingebouwd zit. Deze douches zijn zeer gemakkelijk te instaleren want hierbij hoeft enkel het kraanwerk aan de bestaande leidingen in de woning aangesloten te worden.
De materiaal en vormkeuze gebeurt meestal vanuit een esthetisch standpunt. Al naargelang de inrichting van de volledige badkamer kies je voor een ronde, vierkante, ovale,... douche.
De douchekop & sproeiers
De hedendaagse douches vertegenwoordigen comfort en luxe. Buiten de al dan niet regelbare douchekop, kan de douche uitgerust worden met regelbare zijsproeiers die een masserende werking hebben of je kiest voor een regendouche die een tropische regenbui nabootst door een combinatie van lucht en waterstromen.
Ook bij een douche dient de nodige aandacht besteed te worden aan waterbesparing. Dit kan door het installeren van waterbesparende kranen die het debiet regelen (spaardouchekop) en/of thermostaatkranen waarbij de temperatuur van tevoren ingesteld kan worden. Hierdoor hoef je niet nog eerst te zoeken naar de geschikte watertemperatuur. Bovendien zijn thermostaatkranen uitgerust met een kinderslot, wat ze ook nog eens extra veilig maakt.
Extra opties
Buiten de douches met masserende zijsproeiers, zijn er nog tal van extra opties voorhanden. Zo zijn er douches met zitjes, tweepersoonsdouches, douches met een stoomgenerator of zelfs met kleurentherapie, enz
Uitvullen van betonvloeren, nivelleren, niet slijtvast!
1VOLUMEDEEL CEMENT CEM II /B-M 32.5 (PPZ30)
3 tot 4 tot 5VOLUMEDELEN RIJNZAND 0/3 of 0/5
BETON
RIJKE BETON:Voor balken, pilaren, zelfdragende vloeren, overspanning en dragende constructies
1VOLUMEDEEL CEMENT
2VOLUMEDELEN RIJNZAND 0/2
3VOLUMEDELEN GRINT 5/30 of PARELGRINT 5/15 of KIFT 3/8 alsgranulaat
Het soort granulaat wordt gekozen in functie van de dikte van de betonplaat.
b.v. met kift kan men een plaat gieten die in principe niet dunner is dan 5 x de grootste maat, dus 5 x 8mm = 40mm (vuistregel)
MAGER BETON:
Voor vloeren, uitvullingen, niet zelfdragend
1VOLUMEDEEL CEMENT
2VOLUMEDELEN RIJNZAND 0/2
4VOLUMEDELEN GRINT 5/30 of PARELGRINT 5/15
METSMORTEL
Verschillende mogelijkheden:
A.1 VOLUMEDEEL CEMENT CEM II /B-M 32.5 of 40
5VOLUMEDELEN RIJNZAND 0/2
Mortelvet MICROPOL verbetert de verwerking; maakt de mortel plasticer, smeueriger.
In vochtige omgeving liefst met P40 cement
Toepassing: waterdichtingswerken, zeer stevig metselwerk
Harde voeg, star metselwerk!
B.
1VOLUMEDEEL CEMENT CEM II /B-M 32.5 of 40
2VOLUMEDELEN ZAVEL
1VOLUMEDEEL RIJNZAND 0/2
In principe een mortelvet "MICROPOL" nodig! Toch verbetert dit de verwerking.
Toepassing: gewoon metselwerk, zonder speciale eisen!
Deze combinatie is de zelfde als met METSZAND wat in de Kempen veel gebruikt wordt:
m.a.w. 3 deel metszand = 1 deel zavel + 2 delen rijnzand
C.
1 VOLUMEDEEL CEMENT CEM II /B-M 32.5 of 40
2VOLUMEDELEN ZAVEL
Een vettige mortel voor plaatsen van muur en vloertegel
Mortelvet "MICROPOL" naar believen toevoegen.
Deze mortel wordt zeer weinig gebruikt en is vervangen door tegellijmen.
Opmerkingen
1. een deel = een volumedeel
2. mengen in de juiste volgorde!
-eerst water, niet teveel, dit beïnvloed nadelig de sterkte.
-Indien nodig chemische toeslagstoffen toevoegen in water
-Goed mengen
-Toevoegen van cement, alles!
-Geleidelijk toevoegen van zand, zavel en grint
3. In beton niet teveel water gebruiken dit beinvloed de sterkte en kan ontmenging veroorzaken. (W/C - factor !)
4. Aan mortel die reeds opstijft geen water toevoegen, maar nieuwe mortel aanmaken.
KALKMORTEL
Mortel van waterkalk neemt men gewoonlijk niet vetter dan in 1 m³ kalk op 2½ m³ zand.Wil men een dichtere mortel dan kan men wat cement en wat meer zand toevoegen, bijvoorbeeld: 1 deel kalk, ¼ deel cement en 3 delen zand.Kalkmortel heeft een geringe druk- en treksterkte en laat derhalve vrij grote vervorming van het pleisterwerk toe.
MORTEL VOOR METSELWERK
Mortel is een mengsel van zand en een bindmiddel waaraan een zekere hoeveelheid water is toegevoegd.Dit laatste is het noodzakelijke kwaad, wat wil zeggen dat men nooit meer water mag toevoegen dan noodzakelijk voor een innige menging van de vaste bestanddelen.Een overvloed aan water heeft steeds een nefaste invloed op de kwaliteit (druksterkte) van de mortel. In de praktijk maakt men onderscheid tussen twee soorten mortels; enerzijds de mortels bereid met toevoeging van één soort bindmiddel, ofwel de bastaardmortel, d.i. een mortel bestaande uit meer dan één soort bindmiddel.
Voor lichte bouwstenen is het gewenst geen zuivere cementmortel te gebruiken omdat deze een grotere treksterkte bezit dan deze van de metselblokken van licht beton.
Bastaardmortel is (behoudens voor lichte metselblokken) meestal niet toegelaten voor buitenmuren.
Mortelsamenstellingen voor metselwerk worden beschreven in de norm NBN578 die evenwel thans in herziening is.Daarom kan men zich voorlopig baseren op norm NBN B24-401: uitvoering van metselwerk.Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aanbevolen samenstelling van mortel voor metselwerk.
Soort metselwerkMortelsamenstelling (*)Verhouding in maatdelen
CGCGZ
-Metselwerk van400 (M1)-1-3
breuksteen
-Volle of geperfo-300(M²)1-4
reerde baksteen
-zware en half-25050(M³)2.25111
zware betonblokken200100(M³)116
-Metselwerk van bak-25050(M³)2.25111
stenen met lichte scherf200100(M4)116
-Lichte betonblokken150150(M5)128
-Metselwerk van holle200100(M4)116
bakstenen
-Metselwerk in contact400(M1)-1-3
met water
(*) uitgedrukt in kg bindmiddel per m³ droog zand
C = cementG = vette kalk-200 kg cement
Voorbeeld: De mortel C200G 100 bestaat uit-100 kg kalk
-1 m³ zand
De reden waarom voor sommige toepassingen verschillende samenstellingen toegelaten zijn, ligt hem in het feit dat de norm NBN B24-301 : ontwerp en berekening van metselwerk een indeling van de mortels in categorieën (M1 tot M5) voorziet in functie van hun gemiddelde druksterkte na 28 dagen.In de tabel der mortelsamenstelling vindt u de aanduiding van deze mortelcategorie tussen haakjes achter de mortelsamenstelling.
De gemiddelde druksterkte van de verschillende mortelcategorieën is als volgt:
M120N/mm²M38N/mm²M52.5N/mm²
M212N/mm²M45N/mm²
Het is evenwel zo dat de mortelsamenstelling per categorie niet verplicht is en indien de aannemer of ontwerper kan aantonen dat met een andere samenstelling ook de minimale druksterkte wordt bereikt, dan mag deze ook aangewend worden.
Sinds 1977 bestaat de zogenaamde gestabiliseerde mortel die alle eigenschappen bezit van een goede werfmortel doch in een centrale gefabriceerd wordt en met mixerwagens geleverd wordt en gestort in bakken met een vaste gekende maat.Deze cementmortel is min of meer 36 uur verwerkbaar en begint zijn verhardingsproces zodra hij in contact komt met de steen.Zijn kwaliteit, zowel in verse als in verharde toestand, ligt omwille van de gebruikte samenstelling en mengtechnieken aanzienlijk boven deze van de doorsnee werfmortel.
MORTEL VOOR TEGELWERK
Voor het zetten van wandtegels kan men een mortel gebruiken van 1 deel cement op 5 delen zand.Voor plavuizen en vloertegels 1 deel cement op 2½ delen scherp zand.Tegenwoordig worden voor het plaatsen van tegels echter meer en meer kant-en-klaar-lijmen gebruikt die vooral in de praktijk voor wat tijdwinst zorgen.
MORTEL VOOR HET PLEISTEREN VAN MUREN
Voor sterk pleisterwerk kan men een cementmortel gebruiken van 1 deel cement en 3 delen zand.Wanneer hierop betonemail moet aangebracht worden kan men aan genoemde specie een dichtingsmiddel toevoegen.
De hoeveelheid water mag niet groter zijn dan nodig is voor een smeuïge specie te krijgen.Te veel water is slecht voor de vastheid van de mortel.De verhouding water/cement noemt men de water-cementfactor.De watercementfactor wordt nadelig beïnvloed door een te groot gehalte aan uiterst fijne korrels in het mengsel die voor hun bevochtiging meer water vereisen dan nodig voor de hydratatie van het cement.Een minimum aan uiterst fijne bestanddelen is evenwel onmisbaar voor de smeuïgheid van de specie.
Het is verkeerd cement en zand lang van tevoren te mengen: zand bevat altijd water (tot 10%), wat een geleidelijke binding van het cement veroorzaakt.Er bestaan toevoeg- en plastificerende producten producten die in de mortel kunnen gebruikt worden om een uitstekende bestandheid te krijgen tegen oliën, vetten, organische zuren (in melk en bier bv.)
Binnenmuren worden doorgaans in twee lagen afgewerkt.
Er wordt veel gebruik gemaakt van vooraf gemaakt droge speciemengsels waaraan op het werk water toegevoegd wordt.Ook speciale species op basis van perliet, vermiculiet e.d. worden gebruikt voor thermisch en akoestisch isolerende wanden.
Op dit ogenblik is er tevens een norm en voorbereiding in de schoot van het B.I.N. teneinde zowel de traditionele als de niet traditionele pleistermortels (geprefabriceerde) te normaliseren.
VUURVASTE MORTEL
Voor metselwerk met vuurvaste steen kan men mortel gebruiken, die bestaat uit vuurvaste klei, gemengd met chamottemeel.Chamottemeel wordt gemalen uitgaand van gebrande vuurvaste klei.Vuurvaste mortel is droog in de handel verkrijgbaar en moet enkel nog met water aangemaakt worden.
ZUURVASTE MORTEL
Mortel met cement of kalk als bindmiddel is niet bestand tegen zuren.Daarom moeten vloeren van zuivelfabrieken, brouwerijen, e.d. gemaakt worden van zuurvaste tegels gelegd met zuurvaste specie.
Binnenkort schilderwerken ? Een aantal tips Moet u binnenkort uw woning schilderen ? Er zijn een aantal praktische tips vooraleer U aan uw verfavontuur begint.
Koop alle verfbenodigdheden die nodig zijn om een kamer voor te bereiden, te verven en af te werken. Zorg ervoor dat je zeker en vast de goede verfkeuze maakt voor de te verven ondergrond. Ook reinigingsmiddelen, tape, ladder, beschermfolie,... niet vergeten.
Werk eerst alle oneffenheden weg uit de muren en plafond. Haal alle nagels, spijkers, loszittend papier weg van de muren. Zorg ervoor dat alle openingen in de muren uitgeborsteld zijn zodat er geen loszittende bestanddelen zitten in de openingen.
Dicht alle openingen met speciale kant-en-klare voegpleisters en laat deze drogen. Indien grote oppervlakken te worden gedicht, maak je best zelf een voegpleister aan om de kosten te drukken. bv overschilderbare siliconen bv elastofil of een ander merk
Tape alle vlakken af die niet mogen meegeverfd worden. Er zijn veel soorten tape's kleur van de tape maakt duidelijk voor wat men het kan gebruiken wit,blauw en beige tape.Zorg er wel voor dat de tape geschikt is om over te verven en dat de tape gemakkelijk weer te verwijderen is na het verven. Tape alle stopcontacten af, raamprofielen, plinten,... Er bestaan diktes in tape. U kunt ook stopcontacten afdekken met huishoudfolie. Zorg ervoor dat er genoeg licht in de kamer is om het tapen zo nauwkeurig mogelijk te doen.
Op een kamer te verven heb je meestal verf, een verfrol(len), verfbakje en verfkwast(en) nodig. In het verfbakje kun je het best eerst huishoudfolie of wegwerpzakje's plaatsen. Hierdoor moet je het bakje niet reinigen en is het snel herbruikbaar. Zorg er ook voor dat het verfbakje breed genoeg is zodat de verfrol erin past.
Verf steeds op kamertemperatuur en overdag als er genoeg licht is. Verf niet als het te koud en te veel tocht is of als de verf te koud is. De verf wordt dan te dik en u heeft eerder kans op klodders. Als u de verf eerst enige tijd laat wennen aan de temperatuur in de ruimte, verft u er gemakkelijker mee.
Verf met een verfborstel eerst alle randen en hoeken van de kamer. Ga zorgvuldig langs het plafond en via de hoeken van de kamer over naar de plinten. Op deze manier kunt u snel met een verfrol de muur afwerken. kleef een tape langs de te schilderen randen (keuze welke tape?) bepaart veel werk en gaat vlotter tijdens het schilderen
Kit voor men start met het schilderen langs de deuromlijstingen en eventueel raamomlijstingen de gepaste tape, en spuit daarna de mogelijke kieren dicht met een overschilderbarae siliconen zo voorkomt men dat er na het schilderewerk openstaande kieren zichtbaar zijn
Verf steeds in horizontale en vertikale richting met de verfrol. In de vorm van een M en W. Neem niet te veel verf op. Het is beter de muren twee maal te verven dan in een keer. Probeer altijd in het nat te schilderen. Maak lange gelijkmatige streken van boven naar beneden. Rol steeds van onder naar boven op de muur.Tussen beide schilder beurten kan men nog altijd beschadigingen in het pleisterwerk bijwerken (daarna het bijgewerkte vlak terug overschilderen zovoorkomt kleur verschil)
Wanneer u de kwast of roller de volgende dag weer wilt gebruiken voor dezelfde verf, kunt u ze zo luchtdicht mogelijk wikkelen in plastic of aluminiumfolie,of wegwerpzakje. Leg ze vervolgens in de koelkast of de diepvries en de volgende dag schildert u gewoon verder.
Nog een tip voor het verven: Als u aan het verven bent met een roller en u wilt deze de volgende dag weer gebruiken doe deze dan met een zak er omheen in de vriezer.
Verwijder alleen de tape als de verf volledig is opgedroogd. Spoel na het verven goed de verfrol en de kwasten uit. Zo kunt u ze zonder probleem hergebruiken. Sluit goed de verfpotten af. Nog een laatste tip voor het verven: Als u uw verf de volgende dag weer wil gebruiken, doe er dan een laagje water over (enkel op verven op basis van solventen). Deze kunt u er de volgende dag zo afgieten en zo weer verder verven.
Veel bouwheren twijfelen of ze al dan niet een kelder laten bouwen onder hun huis. Een kelder is in de eerste plaats interessant als bergruimte of als ondergrondse garage. Tegenwoordig wordt de kelder echter meer en meer als bijkomende leefruimte beschouwd. De stookruimte, de wasplaats, een hobbyruimte, een pingpong- of biljartzaal, een sauna, enz., ze kunnen allemaal ondergebracht worden in een kelder. Hou er rekening mee dat je aan bepaalde van deze vertrekken op dit moment niet meteen een behoefte hebt, maar dat dit later wel tot uiting kan komen, zeker wanneer de kinderen opgroeien.
Deze ruimtes kan je natuurlijk ook op het gelijkvloers onderbrengen. Dat heeft het voordeel dat je hier meer daglicht hebt, dat je geen trappen op en af moet en dat je nooit moet vrezen voor water in je kelder. Anderzijds moet je dan wel een stuk van je tuin afstaan en als je rekening houdt met de grondprijzen van tegenwoordig is dit ook een dure oplossing. Veel hangt natuurlijk af van de grootte van je stuk. Als je een heel ruime bouwgrond hebt, stelt het minder problemen om een bijkomend gedeelte van je tuin af te staan.
Een bijkomend argument voor het bouwen van een kelder is dat de waarde van je woning bij een eventuele latere verkoop aanzienlijk verhoogd wordt.
De basiskostprijs van een kelder wordt soms overschat. Men vergeet dat een kruipkelder vaak al de helft van een echte kelder kost. Nochtans is en blijft het een verloren kruipruimte zodat je voor een relatief kleine meerprijs een aantal extra volwaardige ruimtes kunt gebruiken. Deze kelderruimtes moeten trouwens niet onmiddellijk perfect afgewerkt worden.
1. Kelders opgebouwd uit metselwerk van kalkzandsteen of holle betonblokken
Deze techniek is moeilijk toepasbaar bij hoge grondwaterstand. Voor een goede waterdichting wordt het best een cementering én een speciale behandeling aangebracht aan de buitenziijde van het metselwerk.
Een drainage langs de buitenzijde is ook aan te bevelen. Waterdichtingen langs de binnenzijde van de kelder zijn af te raden daar de muur al verzadigd is van water; ook dienen dergelijke uitvoeringen het best door een gespecialiseerd bedrijf te gebeuren. Koolteren aan de buitenzijde is steeds nodig.
Voordelen: metselwerk en cementering zijn goedkoop en kunnen zelf worden uitgevoerd.
Nadelen: waterdichtheid is een probleem; speciale dichtingstechnieken zijn duur.
2. Kelders met metselwerk in volle stenen
Deze uitvoering is goed, ook voor de waterdichtheid indien er een speciale waterdichte cementering aan de buitenzijde wordt aangebracht. Koolteren aan de buitenzijde is steeds nodig.
Voordelen: bij vakkundige uitvoering door een aannemer kan de waterdichtheid worden verzekerd.
Nadelen: zware blokken, lastig in verwerking, niet goedkoop, speciale waterdichte cementering is noodzakelijk.
3. Kelders in gewapend beton
Goede oplossing op terreinen met minder goede ondergrond en bij aanwezigheid van grondwater. Op basis van speciale bekistingssystemen worden de kelders uitgevoerd met ter plaatse gestort gewapend beton .
Dergelijke kelders vereisen een flinke dosis vakmanschap. Doe dus een beroep op een gerenommeerd bedrijf dat de nodige referenties en kwaliteitsgaranties kan voorleggen.
Kelders in gewapend beton hoeven niet gekoolteerd te worden. Voor dergelijke kelders kan van twee verschillende types van gewapend beton gebruik gemaakt worden: traditioneel gewapend beton (wet wapeningsijzers) of staalvezelbeton (op basis van staalvezels die aan beton worden toegevoegd. Grosso modo kan je stellen dat ze kwalitatief en qua prijs elkaar waard zijn. Staalvezel is duurder in aankoop, maar die meerprijs wordt terugverdiend door de vermindering van het aantal arbeidsuren. Staalvezelwapening zou volgens de voorstanders van dit systeem ook bijkomende voordelen bieden op het vlak van krimp, capillariteit en waterdichtheid.
Voordelen: bij goede uitvoering: waterdichte én gladde wanden snel, duurzaam en sterk
Nadelen: is niet mogelijk om zelf uit te voeren, niet goedkoop voor kleine kelders; hoe groter de kelder, hoe gunstiger de prijs per vierkante meter
4. Prefab betonkelders
Goede oplossing voor kleine kelders. Deze kelders worden geprefabriceerd in de fabriek en worden kant-en-klaar geleverd met behulp van een kraan. Vraag het best een garantieattest van de waterdichtheid op.
Nadelen: beperkt in afmetingen, kan niet als fundering gebruikt worden.
Waterdichtingsmethodes
Prijs is sterk afhankelijk van het grondwaterpeil Hoe hoger de grondwaterstand hoe moeilijker en duurder het is om de kelder waterdicht te maken.
Laag grondwaterpeil (waterspiegel lager dan vloerplaat)
Als de hoogste grondwaterspiegel lager ligt dan de vloerplaat van de kelder, heb je geluk. Dan kan je in principe geen problemen hebben met opstijgend water dat via de keldervloer naar binnen dringt. Je moet wel de keldermuren beschermen tegen sijpelwater, dat vooral na een regenbui in grote hoeveelheden kan optreden. Daarvoor wordt het metselwerk eerst gecementeerd met metselmortel.
Als er een risico op tijdelijk stuwend water of op zettingsscheuren bestaat, is een plastisch bitumenderivaat of een zelfklevend dichtingsmembraan te verkiezen boven vloeibare producten. Het spreekt voor zich dat je bij deze behandeling zeer nauwgezet tewerk moet gaan. En, zoals eerder al vermeld (zie Drainage), is een combinatie van enerzijds een afdichting en anderzijds een goede drainage op het diepste punt van de bouwput de doeltreffendste oplossing.
Een doeltreffende oplossing tegen sijpelwater bieden ook noppenmatten uit polyethyleen. Matten met dubbele noppen en met verticale drainagesleuven genieten de voorkeur omdat alleen deze ook aan de overlappingen een echte waterdichting tegen doorsijpelend water bieden. Matten met gewone noppen zijn daarentegen enkel te beschouwen als bescherming bij het aanaarden.
Als de noppenmat aan de aardzijde voorzien is van een filtervlies, speelt ze de rol van een verticale drainage over de hele oppervlakte van de keldermuur. In combinatie met een ringdrainagesysteem wordt plaatselijk geaccumuleerd drukwater onmiddellijk omgevormd tot onschadelijk zakwater.
Hoog grondwaterpeil (waterspiegel hoger dan vloerplaat)
Als de grondwaterstand wel hoger ligt dan de vloer van je kelder zijn er verschillende methoden om je kelder toch waterdicht te maken. De wanden moeten zo hoog behandeld worden als het hoogste te verwachten grondwaterniveau met daarboven nog een veiligheidsmarge van 20 centimeter. Daarboven volstaat het om de muur af te cementeren en in te smeren met een bitumenderivaat zoals hierboven al omschreven staat.
De producten die voor de waterdichting gebruikt worden, zijn niet zo goedkoop en moeten met de grootste omzichtigheid aangebracht worden. Volg daarom nauwgezet de raadgevingen van de handelaar of de fabrikant als je de waterdichting zelf wil uitvoeren. Een kleine onnauwkeurigheid kan je later veel narigheid bezorgen.
Het voorbereidende werk - zowel bij nieuwbouw als bij oude kelders - is van groot belang voor de werking van deze producten. Alle verfresten, bekistingsoliën, mortelresten en ander vuil moet je zeer grondig verwijderen. Hierbij wordt het afgeraden chemische reinigingsmethoden te gebruiken. De behandeling vereist "gezonde voegen". Als dat niet zo is, zul je de voegen moeten uitkappen en heropvoegen.
Behandeling aan de binnenzijde
De behandeling aan de binnenzijde wordt meer toegepast dan een waterdichting aan de buitenzijde. Het grote voordeel van de behandeling aan de binnenzijde is dat je de waterdichting achteraf kan uitvoeren. Bovendien is het bij deze methode mogelijk om later de muren wat bij te lappen als er toch ergens water naar binnen dringt.
Een nadeel van een behandeling aan de binnenkant is dat je de kelder er nog niet 100 % mee waterdicht krijgt. Er blijft altijd wat porositeit over. Daarom is het van belang dat je voor een goede ventilatie van je kelder zorgt.
Hou er ook rekening mee dat je geen meubels vlak tegen de muur mag zetten, dat je niet zomaar mag schroeven of boren in de muur, en dat deze producten niet met eender welke verfsoort mogen overschilderd worden.
Bij de waterdichting aan de binnenzijde moet vooral veel aandacht besteed worden aan de kimnaad, de aansluiting van de vloer en de wand. Deze voeg wordt het best opengekapt (ongeveer 2 centimeter), gereinigd en opgevuld met een daarvoor bestemd product.
Gepolijste keldervloer
Voor wie veel belang hecht aan het uitzicht van zijn kelder, is een gepolierde of gepolijste vloer het vermelden waard. Deze vloer tref je vooral aan in industriële gebouwen, maar ook bij particuliere huizen wordt deze techniek soms toegepast.
Het gaat hierbij om een procédé waarbij de bovenste paplaag wordt weggewreven als het beton nog niet helemaal uitgehard is. Daar wordt dan een mengsel van cement en kwarts opgestrooid zodat je een bikkelharde, blinkende toplaag krijgt die je bovendien alle kleuren van de regenboog kan meegeven.
De vragen die jebeslist moet stellen hebben we hier opgesomd. Een grondig antwoord op al deze vragen geeft al een duidelijker beeld van welke richting je uit wilt met je domotica-installatie.
Bovendien kan de installateur je zo veel concreter een aanbod doen. Hij vertelt je welke voorzorgen je nu al kan nemen, om later zonder veel extra kosten en kap- en breekwerk het domotica-systeem te integreren of uit te breiden.
Verlichting
Hoeveel lichtkringen wens je te dimmen? Een lichtkring is een verzameling van lichtpunten die gezamenlijk moeten bediend worden.
Hoeveel lichtkringen wens je aan en uit te schakelen?
Wil ik alle lichten bij het verlaten van de woning kunnen uitschakelen?
Veiligheid
Wil je detectoren integreren zoals rookmelders, gasmelders, bewegingsmelders? Of raam- en deurcontacten?
Wil je in functie van het weer je huis bepaalde automatisaties laten uitvoeren? Bijvoorbeeld de rolluiken neerlaten of de zonwering ophalen?
Zou je graag beschikken over een aanwezigheidssimulatie?
Wil je beschikken over een paniektoets? Alle lichten worden bijvoorbeeld ingeschakeld en de rolluiken opgehaald.
Wil je een alarminstallatie integreren in het systeem?
Wens je parlofonie en videofonie te integreren in de woning, eventueel met cameracontrole?
Communicatie
Wil je jouw huis van op afstand kunnen controleren?
Welke bediening heeft jouw voorkeur? Drukknoppen/schakelaars of liever een lcd-scherm?
Of bedien je alles liever vanuit jouw luie zetel via een afstandsbediening?
Beheer van het domoticasysteem: software op de PC of via een centraal aanraakscherm?
Comfort
Hoeveel elektrische toestellen moeten aan/uit geschakeld worden? Maak een lijstje van de verschillende toestellen (fornuis, pomp, ...)
Wil ik de huishoudtoestellen zoals een wasmachine of waterverwarmer pas in werking laten treden als het elektriciteitstarief het gunstigst is?
Ga na hoeveel stopcontacten je in en uit wil schakelen?
Welke dingen wil je allemaal automatiseren? Rolluiken, zonwering, gordijnen, garagepoort,
Wens je de verwarming ook via het domoticasysteem te beheren? En in hoeveel ruimtes?
Wil je een audioverdeelsysteem mee opnemen? In welke kamers wil je zoal muziek horen en/of kunnen regelen?
Welk type luidsprekers ga je daarvoor kiezen? (inbouw, in plafond...)
Wens ik een multimedianetwerk aan te leggen zodat ik in verschillende kamers kan surfen op het net?
Wens je een elektrische ventilator die de badkamer automatisch ventileert na het nemen van een bad of douche?
Voor sommige zaken zoals het (ver)bouwen of afbreken van een woning of constructie is het algemeen bekend dat een stedenbouwkundige vergunning vereist is. Toch zijn er vaak ook uitzonderingen op de regel.
Zo zijn er plaatsen waar andere regels toegepast worden zoals bijvoorbeeld in kwetsbare gebieden of beschermde landschappen, maar ook je verkavelingsvergunning kan je bepaalde regels opleggen.
Wil je toch absolute zekerheid, vraag dan raad aan de stedenbouwkundige dienst van je gemeente.
Vergunning noodzakelijk
Verandas
Carports
Ontbossingen
Tuinafsluitingen in beton of hout
Vervangen van dragende balken van het dakgebinte
Gevelpleister aanbrengen op een niet bepleisterde gevel
Vellen van hoogstammige bomen
Reliëfwijzigingen
Het afbreken, bouwen of verbouwen van vaste inrichtingen
Vervangen of renoveren van de gevels
Niet vergunningsplichtig
1 houten tuinhuis/dierenhok/duiventil/serre/volière van maximum 10m² op minimum 1m van de perceelgrenzen. Het moet zich in de achtertuin op minimum 30m² van de woning bevinden. Maximum kroonlijsthoogte: 2,5m, maximum nokhoogte: 3m.
Een terras in de achtertuin op minimum 1 m van de perceelgrenzen en maximum 50m² groot. Het moet zich binnen 30m van de woning bevinden en er mogen geen reliëfwijzigingen gebeuren. Als er op de perceelgrens een duurzame, ondoorzichtige afsluiting staat, mag het terras tot tegen deze grens aangelegd worden.
Een zwembad of jacuzzi in de achtertuin met een maximum oppervlakte van 30m² en niet hoger dan 1,5m, binnen 30m van de woning
Een vijver van maximum 30m² groot, binnen 30m van de woning.
Tuinafsluitingen uit betonnen of metalen palen met draad maximum 2m hoog
Natuurlijke tuinafsluitingen
Houten panelen met een hoogte van 2m binnen 30m van de woning, met een maximum lengte van 10m per zijdelingse en achterste perceelgrens, niet ter hoogte van de voortuin
Gemetste muurtjes in de voortuin van maximum 50 cm hoog
Smeedijzeren poorten tussen 2 gemetste kolommen van maximum 2,5m hoogte
Brievenbussen
Barbecues
Speeltoestellen ¨
Pergolas
Rotstuinen
Tuinmuren die niet dienen als tuinafsluiting van maximum 1,2m hoogte
Septische put
Hemelwaterput
Bezinkput
Ondergrondse waterzuiveringsinstallatie
Ondergrondse brandstoftank voor huishoudelijk gebruik
Dakvensters
Fotovoltaïsche zonnepanelen of een zonneboiler op voorwaarde dat ze maximum 20% van het dakvlak gebruiken
Binnenverbouwingen op voorwaarde dat het aantal kamers niet gewijzigd wordt en dat de draagconstructie niet in gevaar komt en dat het gebruik van het gebouw niet wijzigt.
Het plaatsen van sanitaire, elektrische, verwarmings-, verluchtings- en isoleringsinstallaties in een woning.
Vervangen van ramen door identieke ramen
Vervangen van pleisterwerk
Vervangen van leien, pannen, kepers of panlatten
.
Voor meer informatie: http://www.ruimtelijkeordening.be