Wil u fronten in hout, kunststof, laminaten, gelakt, afgewerkt met een kunststoffolie? Hoeveel kastruimte hebt u nodig? Hoe lang en diep wordt het werkblad en met welk materiaal wordt het bekleed? Hoe is de keuken afgewerkt en welk openingsysteem hebben de kasten? Goed zijn volledig metalen scharnieren die gemakkelijk regelbaar zijn. Hoeveel en welke toestellen hebt u nodig? Komen er muurtegels tussen de keukenkasten?
Welke inbouwtoestellen ga je plaatsen,is er een degelijk technisch plan waar alle leidingen maatjuist zijn op aangeduid
Wanneer zal de opmeting gebeuren en wat is de leveringstijd en wie gaat ze plaatsen eigen personeel of onderaannemer (wie heeft wat gedaan indien er problemen zijn?)
Sleutelsystemen of sluitsystemen worden meestal toegepast in kantoorgebouwen e.d., maar ook in een woning kan een serie gelijksluitende profielcilinders erg handig zijn. Elke deur in uw woning kan dan met dezelfde sleutel geopend worden. Als u overweegt om uw woning te voorzien van goedgekeurd hang - & sluitwerk moet u zeker deze optie in overweging nemen. Hoewel er geen voorschriften zijn van het Politie Keurmerk Veilig Wonen betreffende profielcilinders is het zeker de moeite waard om voor het gebruiksgemak te kiezen.
Omschrijving:
Het cilinderslot is het meest voorkomende sluitsysteem. Het bedieningsmechanisme is geplaatst in een afzonderlijke cilinder die in het slot wordt vastgeschroefd. De slotcilinder bestaat uit een buitencilinder waarin een binnencilinder kan draaien. Zowel de binnen- als de buitencilinder zijn voorzien van een aantal sluitstiften van verschilende lengte die onder veerdruk staan. Naast de eenvoudige cilindersloten zijn er ook veiligheidscilinders op de markt.
met een bijkomende bescherming in de vorm van stalen kogeltjes of stiften, geharde plaatjes e.a.. Bij dit type slot bestaat de baard van de sleutel meestal uit "puntjes". De sleutel kan alleen maar bijgemaakt worden met het overeenkomstig veiligheidscertificaat dat bij iedere veiligheidscilinder geleverd wordt. Typerend voor een cilinderslot is dat het o.a. quasi onmogelijk is het slot te openen met een valse sleutel. Er zijn immers van dit type miljoenen sleutels op de markt. Wanneer de juiste sleutel in de binnencilinder gestoken wordt, ontstaat er een rechte breuklijn en kan de binnencilinder draaien. De meeneempal bedient dan het slotmechanisme en de schoot kan horizontaal verplaatst worden. Het voordeel van dit sluitsysteem is dat er oneindig veel sleutelvariaties bestaan. Aan ongeveer elke wens kan worden voldaan: ° het is mogelijk om met één sleutel alle deuren te openen. ° voor appartementen kan men gebruik maken van hoofdsleutels, verdeeld per verdieping en/of per deur. ° aan de binnenzijde kunnen de sloten ook bediend worden met een profielkruk i.p.v. met een sleutel. Dit is zeer gebruiksvriendelijk voor bejaarden of fysich gehandicapten.
De gewone cilindersloten zijn niet echt veilig. Ze zijn niet resistent tegen uitboren. De veiligheidscilinder daarentegen is beter bestand tegen uitboren. Deze veiligheidscilinder bied bescherming tegen de kurken- trekkermethode, door een beveiliging van de kern d.m.v. hardmetalen plaatjes en bescherming tegen openboren d.m.v. hardmetalen stiften in het huis. We bevelen het cilinderslot ook sterk aan omwille van het gebruiksgemak en de keuze mogelijkheden dat het systeem te bieden heeft.
Veiligheidscilinders kunnen geleverd worden met een sleutelcertificaat wat er voor zorgt dat sleutels alleen bijbesteld kunnen worden na overlegging van het certificaat.
Materiaal
De standaardlengte is 61 mm. De cilinderlengte is aan te passen aan de deurdikte, inclusief de beslagdikte. De cilinders moeten daarom verlengbaar zijn per 5 mm per zijde.
De cilindermantel en kernen zijn uit massief messing, mat vernikkeld/ mat verchroomd/ glansverchroomd/ mat geborsteld/ gepolierd/ gebruind/ gezwart/ bronskleurig/ verkoperd.
Gewelfde centrale kop met trechtervormige sleutelontvangst en kerngroef.
Eén van de stiften is uit gehard staal, chemisch vernikkeld als inboorbeveiliging
De cilindermantel en -kern zijn elk langs beide zijden voorzien van 1 vaste, geharde stalen stift als inboorbeveiliging
Het gebruik van het picking-pistool, of andere aftastwerktuigen zoals slagsleutel wordt verhinderd door twee speciale anti-slagstiften per cilinderzijde.
Het cilinderhuis bestaat uit 2 halve profielcilinders en golvend verbindingselement uit edelstaal. Hierdoor bezit de cilinder een 2,2 ton grote weerstand tegen het uittrekken
Wacht niet te lang met bestelling van de trap: contacteer tijdig een trappenmaker of schrijnwerker zodat je door ruwbouwconstructie geen beperkingen krijgt opgelegd.
Eigenlijke opmeten: als stukadoors en (eventueel) tegelaars hun werk gedaan hebben; andere bevloeringen kunnen gelegd worden na opmeten van de trap
Procédé bij de plaatsing
Treden worden in zijkanten (wangen) gestoken
Stootbord wordt tegen treden bevestigd
Andere wand wordt tegen treden geplaatst
Alles wordt stevig vastgemaakt, met nagels of liever nog met schroeven
Trap wordt in het gat neergelaten
Trap wordt verankerd in muur met speciale schroeven; opening van 1 cm vrijlaten om werken van het hout op te vangen; wordt bedekt met afwerkingslatje.
plaats een beschermlaag (karton of folie) over de treden om beschadiging te vermijden tijdens het betreden van de houten treden
let op met onbehandeld hout vlekken (water, bepleistering enz)
Afwerkingslaag
Boenen: mooi, maar glad en vergt veel onderhoud; als je een geboende trap wil vernissen moet je boenlaag eerst volledig verwijderen met speciale producten
Vernissen:
Minder arbeidsintensief dan boenen
Gebruik 2-componentenparket of 2-componenten-PU-vernis
Voor het vernissen kan je de trap eerst beitsen om er eerste kleur aan te geven
Zet er minstens drie lagen op; eerste laag dwars over houtrichting, tweede laag met houtrichting mee
Met kleurenvernis minder kans op kleurverschillen dan met kleurloze vernis
Vernis zeer goed uitsmeren, let op droogt enorm snel
Ingangen,stoepen en terrassen Houd toegangswegen, stoepen en terrassen steeds goed beloopbaar en veilig. Dit betekent dat je gevaarlijke takken en wortels verwijdert, in de winter sneeuw en ijs ruimt (wettelijk verplicht) en de algemene gezondheidstoestand van de toegangen rondom je huis in de gaten houdt. Controleer jaarlijks de zich om je huis bevindende muren op loszittende voegen en/of muurafdekkingen en de diverse buitenleidingen. LPG-tanks en -leidingen moeten na iedere herstelling en om de 5 jaar gecontroleerd worden door een erkend organisme.
Buitenverlichting, buitentoestellen en -meubilair Geef alles jaarlijks een schoonmaakbeurt en controleer de dichtheid van lichtarmaturen. Kijk ook jaarlijks de bevestigingen en isolatie van buitenleidingen na.
Het Dak
Dakafdichting Verwijder jaarlijks na de winter alle dode bladeren, slib en ander afval dat zich zou kunnen ophopen. Verwijder eveneens alle voorwerpen, afval, mos en plantengroei die de waterdichte bedekking zouden kunnen beschadigen, de belasting erop verhogen en de waterafvoeropeningen verstoppen. Bij meerlaagse bedekkingen moet om de 5 jaar de laatste afdichtingslaag herdaan worden. Dit is vooral van belang indien de waterdichte bedekking op een thermisch isolatiemateriaal is aangebracht.
Dakkolken De goede werking van de afvoerleidingen voor het regenwater moet eigenlijk constant in de gaten worden gehouden en de waterdichtheid van de dakkolken controleer je best 2 keer per jaar.
Verluchtingspijpen, dakrandprofielen, slabben en loketten Nazicht, eventuele reiniging of herstel van verluchtingspijpen, dakrandprofielen, slabben en loketten gebeuren best jaarlijks.
Dakballast en lichte beschermingen De toestand van het dakballast en lichte beschermingslagen als weerkaatsende verven en leislagbeschermingen dient continu in orde te zijn opdat de gehele dakbedekking niet aan doeltreffendheid zou inboeten.
Deze onderhoudsrichtlijnen voor asfaltbedekkingen gelden ook voor niet-traditionele membranen. Raadpleeg voor alle zekerheid de richtlijnen van de fabrikant of vraag advies aan je aannemer
Glasramen, lichtkoepels, klapramen, hellende vensters Eventuele automatische openingssystemen moeten continu in orde zijn met het oog op de brandveiligheid. Voegen kijk je 2 maal per jaar na en jaarlijks doe je een volledige check-up: reinigen van de ruiten en het buitengeraamte, herstelling of vervanging van gescheurde elementen, nazicht van de bevestigingen en smeren van het beslag en/of de beweegbare delen. Bijwerken of vernieuwen van schilderwerk doe je om de 2 jaar. Kijk ook jaarlijks eventuele uitrustingen als brandtrappen en speciale daktoegangen na.
Houten kapconstructies Kijk jaarlijks de staat van het hout na, evenals de kopeinden van de balken, het metselwerk in de inklemmingszone, de verbindingen en de goede staat van het geheel. Volg, afhankelijk van de gebruikte materialen, het onderhoudsschema met schimmelwerende of brandwerende produkten. Om de 2 jaar moet de korrossiewerende bescherming van verbindingselementen, verankeringen, enz... nagekeken en bijgewerkt worden.
Metalen kapconstructies Jaarlijks moeten beweegbare steunelementen gesmeerd worden en bevestigingen, verankeringen en verbindingen nagekeken worden. De korrosiewerende bescherming van de volledige constructie moet om de 2 jaar nagekeken worden en eventueel heruitgevoerd.
Dakterrassen De waterdichting en de goede werking van regenwaterafvoerleidingen moeten altijd in orde zijn. De terrasbekleding moet 2 maal per jaar gereinigd worden en losgekomen delen moeten hersteld of vervangen worden. Kijk jaarlijks de staat van randprofielen en slabben, de afdichting, muurafdekkingen en borstweringen na en herstel waar nodig.
Schoorstenen en andere kanalen Controleer en herstel eventueel jaarlijks de buitenbepleisteringen en bekledingen. Kijk ook de slabben en hun voegen na, evenals de bevestigingen en de staat van schoorsteenkappen en -dekplaten en de korrosiewerende bescherming van metalen verankeringen en bevestigingen. Laat je schoorsteen, afhankelijk van de gebruikte brandstof, om het jaar of om de 3 jaar vegen.
Antennes en collectoren Spankabels en verankeringspunten moeten altijd in goede staat zijn en minstens 1 maal per jaar en zeker na ieder storm gecontroleerd worden.
Bliksemafleiders De doeltreffendheid van de opvangers en van de aarding moet altijd in orde zijn en minstens om de 5 jaar en zeker na iedere ontlading nagezien worden. Aanluitingen, steunen, bevestigingen en geleiders moeten jaarlijks gecontroleerd
De Gevel
Gevelbekledingen:beton, natuur- en kunststeen, gevelbakstenen, keramiekbekledingen en pleisterwerk. Herstel beschadigde zones, herbevestig losgekomen stenen of tegels en/of herstel beschadigde voegen en uitzetvoegen. Voorzie om de 5 jaar een vochtwerende behandeling, aangepast aan het type gevelafwerking. Dit vertraagt de vervuiling en gaat mosvorming tegen. Een grondige reiniging laat je het best uitvoeren door specialisten.
Schilderwerk Een geschilderde gevel voorzie je best om de 2 jaar van een nieuwe deklaag.
Lichte gevels en bebordingen De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de gebruikte materialen en de blootstelling. Kijk wel jaarlijks bevestigingen en/of eventuele voegen na.
Deuren, vensters, luiken, blinden
Hout Kijk gebeitst (niet-filmvormende afwerking) schrijnwerk jaarlijks na om eventuele plaatselijke schade te herstellen en voorzie een herbehandeling van het geheel ongeveer om de 3 jaar. Een semi-filmvormende of filmvormende afwerking zoals schilderwerk is sterker, waardoor een nazicht en plaatselijk herstel om de 2 jaar voldoende is. Een herbehandeling van het geheel dringt zich ook op ongeveer om de 3 jaar. De verbindingen van het schrijnwerk zoals waterlijsten, dorpels, glaslatten en klein hout vergen bijzondere zorgen.
Geschilderd staal Ook geschilderd staal vergt naast de gewone regelmatige reinigingsbeurten een herbehandeling om de 3 jaar.
Ander metalen schrijnwerk, kunststof en geplastificeerd staal. Hier volstaan gewone regelmatige reinigingsbeurten. Als je eventueel twijfelt over de reinigingsprodukten die je mag gebruiken, raadpleeg dan de documentatie van de fabrikant.
Beglazing Let tijdens of na de werken op sporen van vervuiling op de ruiten. Sommige cementsoorten of andere produkten kunnen het glas aantasten en afzettingen veroorzaken. Ze dienen dan ook zo snel mogelijk van het glas verwijderd te worden.
Beslag Jaarlijks moeten alle beweegbare delen gesmeerd worden, de korrosiewerende beschermingslaag nagekeken en eventueel de sleuven voor het sluitwerk verstevigd worden.
Gevels: algemeen Onderwerp ook volgende gevelelementen tijdig en liefst jaarlijks aan een controle; reinigen en herstellen is de boodschap:
dichtingsstrips tussen vaste raamkaders en vleugels
beglazingsvoegen
aansluitingsvoegen
gootjes en afvoeropeningen van het kondensatie- of infiltratiewater
mechanische luiken en hekwerken
verluchtingsroosters of -ramen
afvoerleidingen en regenafvoerleidingen
buitenverlichting
noodtrappen- en ladders
uithangborden, diverse bevestigingen, kabels, vlaggestoelen, bloembakhouders.
Riolering
Buizen, hydraulische toestellen, diverse leidingen Controleer jaarlijks de diverse bevestigingen en de staat van de grond rond de riolering, dit om eventuele verzakkingen op te sporen. Afzettingen van dode bladeren, slijk, enz. moeten 2 maal per jaar met de hand, de waterstraal of mechanisch verwijderd worden. Automatische oppomptoestellen moeten natuurlijk constant goed functioneren maar vragen een grondige controle om de 5 jaar.
Kolken Kolken, terugslagkleppen, duikers,toezicht en sifonputtenenz. moeten eveneens permanent in de gaten worden gehouden en zeker jaarlijks geruimd.
Behandelingstoestellen van afvalwaters Bij vetafscheiders en slijkvangers moeten de korven permanent onderhouden worden en jaarlijks moet een volledige controle en eventuele reiniging gebeuren.
Bezinkputten dienen regelmatig gecontroleerd en indien nodig geruimd worden.
Ook een septische put vergt voor een optimale werking permanent onderhoud: de bovenste sliblaag moet regelmatig verwijderd worden, de verbindingsspleet tussen het bovenste en onderste kompartiment gereinigd, het behandeld water en de bakteriënfilter gecontroleerd, waarbij het filtreermateriaal gereinigd wordt en de verluchting nagezien. Opm: Het door een bakteriënfilter behandeld water mag geen stoffen in suspensie meevoeren en wanneer het degelijk gezuiverd is, zal het meestal helder of weinig ondoorschijnend, kleurloos of tabakkleurig zijn. Er moet echter een onderscheid gemaakt worden tussen een aërobe en anaërobe bakteriënfilter. 2 maal per jaar moet een septische put geledigd worden, waarbij ongeveer 1/5 van het slib in het verteringsvak van de put wordt gelaten en jaarlijks dienen de verluchtingspijpen nagezien en eventueel vrijgemaakt worden. Controleer om de 2 jaar de dichtheid van de put.
Opm: Sommige deskundigen zijn van oordeel dat septische putten gedurende meerdere jaren zonder ledigen kunnen werken, op voorwaarde dat ze goed gebouwd zijn, korrekt worden gebruikt en zorgvuldig onderhouden. De controleverrichtingen die jaarlijks in het voorjaar moeten worden uitgevoerd zijn de volgende: - vrijmaken van de vernauwde doorgangspunten (gaten en spleten in de wanden die de compartimenten scheiden, toe- en afvoerbuizen) - controle van de dikte van de bovendrijvende korst die niet groter mag zijn dan 10 tot 15 cm. Na het ledigen van de put of na een werking in ongunstige omstandigheden, kan het nuttig zijn een herinzaaiing uit te voeren met in de handel verkrijgbare samenstellingen.
Zinkputten ondergrondse bevloeiing De correcte werking en het toegelaten afvalwater moet permanent gecontroleerd worden. Opm: De aarde van een ondergronds bevloeiingsnet moet jaarlijks omgezet worden ten einde zetting te vermijden en de verdamping te vergemakkelijken. In vorstperiodes moet het met een laag stro of bladeren bedekt worden.
Inspectieramen en -kamers Houd het afvalwater permanent in de gaten en controleer 2 maal per jaar de korrosie en dichtheid van de deksels. Om de 2 jaar moeten de deksels gesmeerd en gereinigd worden.
Draineerbuizen Een controle van de werking en een eventuele ruiming om de 5 jaar volstaat.
Beveiligingssystemen
Diefstalbeveiligingssystemen De werking van de installatie moet eigenlijk regelmatig nagekeken worden door de detektie en het alarm te testen. De batterijen moeten tijdig vervangen worden en de automatisch herlaadbare batterijen moeten om de 3 jaar vervangen worden. Opm: Het gebeurt vaak dat de verzekeringsmaatschappijen verplichten een onderhoudscontract, waarbij 4 controlebezoeken per jaar voorzien zijn, af te sluiten bij een gespecialiseerd organisme.
Branddetektie Een jaarlijkse controle wordt gedaan door de Nationale Vereniging voor Beveiliging tegen Brand (NVBB). Hierbij wordt minstens één detektor per kring ingeschakeld en wordt de volledige installatie gecontroleerd. Er wordt nagegaan of eventuele wijzigingen in de uitgeoefende aktiviteiten een wijziging van de installatie noodzakelijk maken en of deze eventuele wijziging een nieuwe keuring vergt. Ook wordt de uitvoering van onderhouds- en herstellingswerken aan de installatie gecontroleerd.
Diverse toegangen Het spreekt vanzelf dat afsluitingen en luiken, beglazingen, muren en muurbekledingen en allerhande vloerbedekkingen een normaal onderhoud vragen. Voor de veiligheid moet de normale en de noodverlichting altijd goed werken en dienen gloei- en fluorescentielampen tijdig vervangen te worden. Opm: Om de kwaliteit van de verlichting te behouden, moeten de lampen worden vervangen voor het verstrijken van hun nuttige levensduur (1000 uur of 4 tot 5 maand voor gloeilampen, 6000 uur of 2 tot 3 jaar voor fluorescentielampen). Parlofoon (en videofoon) onderwerp je jaarlijks aan een kleine controle. De werking van kolken die zich in de toegangszones bevinden hou je constant in de gaten en onderwerp je jaarlijks aan een ruimbeurt.
Trappehuizen, overlopen, gangen Ook hier vergen muren, vloeren en hun diverse bekldingen een normaal onderhoud zowel vanuit hygiënisch-esthetisch als veiligheidsoogpunt. Losliggende of eventueel vastgemaakte tapijten verdienen extra aandacht, zoals ook liftbeschermingen, trapleuningen en hun bevestigingen. Ook hier dienen de normale en noodverlichting, branddetektiesystemen en vloerkolken normaal onderhouden en tijdig nagekeken worden.
Personen- en goederenliften Personen- en goederenliften zijn aan strenge normen onderworpen en moeten jaarlijks door een erkend organisme nagekeken worden. Daarnaast moeten driemaandelijks alle onderdelen, die van belang zijn voor de veiligheid onderzocht worden en moet continu in de gaten worden gehouden of het geraamte, de elektrische, hydraulische, pneumatische en/of mechanische installaties en alle veiligheidsinrichtingen correct werken.
Diverse Leidingen
Technische kokers en leidingen Controleer jaarlijks toegangen, ventilatieroosters en brandkleppen en geef ze een eventuele onderhoudsbeurt.
Toevoerleidingen Onderwerp alle leidingen jaarlijks aan een controle.
Koud en warm water Controleer de staat, de waterdichtheid en de bevestigingen van de leidingen. Controleer eveneens de goede werking van afsluitkranen, kleppen, regelorganen, aflaatkranen en waterslagdempers. Maak de filterringen van de kranen schoon en kijk de pakkingen na. Check voor de winter de isolatie en de beschermingsvoorzieningen van aan vorst blootgestelde leidingen.
Gasleidingen Controleer de staat, de dichtheid en de bevestigingen van de leidingen. Controleer ook hier de goede werking van afsluitkranen, kleppen, regelorganen, ontluchtingskranen, enz.
Verwarming Controleer de staat, de dichtheid en de bevestigingen van de leidingen en ook de goede werking van afsluitkranen, kleppen, regelorganen en spuikranen. Kijk ook naar de pakkingen, de isolatie en de eventuele vorstbescherming.
Elektriciteit Controleer de staat en de bevestigingen van de leidingen en van de hoog- en laagspanningsverdeeldozen.
Signalisatie van de verschillende leidingen Controleer de staat en de kleur van de signalisatieplaatjes die de aard van de verdeelde
vloeistof vermelden.
Afvoerleidingen
Hemelwater Check de leidingen 2 maal per jaar op dode bladeren, afval enz. om verstopping te vermijden. Controleer jaarlijks de staat, de dichtheid en de bevestigingspunten van de leidingen en kolken. Kijk ook de werking van eventuele voorzieningen ter voorkoming van ijsstoppen na.
Afvalwater (huishoudelijk: keukens, badkamers en fecaliën) Controleer jaarlijks de staat, de dichtheid en de bevestigingspunten van de leidingen en kolken. Houd de goede doorstroming van de leidingen in de gaten en ruim eventueel. Zie ook : riolering.
Afvoerkanalen van de verbrandingsprodukten en andere schoorstenen Controleer de dichtheid van de afvoerkanalen en laat je schoorsteen, afhankelijk van de gebruikte brandstof jaarlijks of om de 3 jaar vegen.
Nutsvoorzieningen
Ventilatiekokers Natuurlijke ventilatiekokers moeten regelmatig gereinigd en ontsmet worden en jaarlijks aan een grondig nazicht onderworpen worden (de goede werking, de bevestigingen en de vastzetting van de kokers). Bij gecontroleerde mechanische verluchting moet daarenboven de dichtheid van de voegen gecontroleerd worden. Stuwmonden moeten regelmatig schoongemaakt, ontstoft, ontsmet en jaarlijks geschilderd worden. Een grondiger controle en regeling dringt zich op om de 5 jaar. Filters moeten regelmatig gereinigd en vervangen worden. Bij dampkappen zonder afvoer naar buiten moet de filter om de 3 maand vervangen worden.
Water en waterbehandeling Kijk de installatie regelmatig na op lekken en check jaarlijks de werking van de watermeters. Het nazicht via systematische waterontledingen, onderhoud en eventuele regeling van speciale waterbehandelingstoestellen moet jaarlijks gedaan worden door een erkend organisme. Het nazicht van de werking van eventuele pompen en de eventuele regeling van drukregelaars, ontspanners, tanks en hydrofoorgroepen moet jaarlijks gebeuren. Eventuele kuipen moeten om de 2 jaar ontkalkt en ontsmet worden. De goede werking van terugstroombeveiligingstoestellen moet regelmatig nagegaan worden. Filters moeten op tijd gereinigd en doorspoeld worden en het filtreerelement tijdig vervangen . Jaarlijks moet de isolatie en de beschermingsvoorzieningen voor aan vorst blootgestelde leidingen nagekeken worden. Van boilers moeten ook jaarlijks alle onderdelen nagekeken worden: de hulpstukken, de regeling, de eventuele korrosiebescherming, de brander en de circulatiepompen. Ontkalking moet om de 2 jaar gebeuren.
Stookinstallaties Ketels moeten jaarlijks gecontroleerd worden: de verbrandingskringen moeten schoongemaakt worden en nagekeken op hun dichtheid. Branders moeten jaarlijks schoongemaakt en afgesteld worden. Gecontroleerde mechanische ventilatie en klimaatregelingsinstallaties moeten ook jaarlijks aan een controle onderworpen worden. Ventilatorschoepen moeten worden schoongemaakt en drijfriemen vervangen. De werkingskarakteristieken en de werking van detektie- en alarmsystemen dienen nagezien te worden. Om de 5 jaar moet het geheel gecontroleerd en geregeld worden. Cirkulatie- en warmtepompen vergen een jaarlijkse onderhoudsbeurt en eventuele afstelling. Reservoirs voor vloeibare brandstoffen moeten om de 5 jaar nagezien worden: de dichtheid en de veiligheidstoestellen moeten worden gecontroleerd en ze moeten worden schoongemaakt en geruimd. Om de 10 jaar moeten de veiligheidskleppen afgenomen en bijgeregeld worden. Van verwarmingslichamen zoals radiatoren, konvektoren, verwarmingsplinten, enz. moeten jaarlijks de goede werking en de bevestigingspunten nagekeken worden, evenals de dichtheid, de spuien en de warmtemeters. De werking van de thermostaat heb je natuurlijk permanent in de gaten en het schilderwerk en de eventuele korrosiewerende bescherming vergt een 2-jaarlijkse onderhoudsbeurt.
Sanitaire installatie Controleer jaarlijks de werking en de pakkingen van de kranen en reinig de filters. Controleer eveneens de dichtingen, de diverse bevestigingen, de dichtheid van stankafsluiters en ruim de bezinksels. Van toiletten en toiletten met speciale verbrijzelaar hou je permanent de dichtheid van het spoelreservoir, de staat van de pakkingen en de goede werking van de eventuele verbrijzelaar in de gaten. Check jaarlijks de bevestigingen van de pot en het spoelreservoir.
Elektriciteit Controleer jaarlijks de staat van de installatie en de beveiligingstoestellen. Regelmatig moeten de controle- en bedieningstoestellen van de installatie nagekeken en afgesteld worden. Om de 5 jaar moeten de aansluitingen gecontroleerd worden en de aardingsweerstand gemeten. Huishoudelijke installaties moeten om de 25 jaar (de andere om de 5 jaar) aan een controle door een erkend organisme onderworpen worden. Hierbij wordt de doeltreffendheid van de beschermingen tegen rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking, het isolatieniveau en de bescherming tegen overstroom nagegaan.
Zwarte voegen in badkamers
In badkamers wil het wel eens gebeuren dat afdichtingsvoegen gaan zwartkleuren na verloop van tijd. Dit is een gevolg van zeepresten die zich vastzetten op deze voegen. Deze zeepresten tasten de voegen aan en na een bepaalde periode gaan zich schimmels ontwikkelen, waardoor de zwarte kleur bekomen wordt. Een mooi uitzicht is dat natuurlijk niet. Zoals het spreekwoord zegt: Voorkomen is beter dan genezen, dus een regelmatig onderhoud kan er voor zorgen dat zwarte voegen voorkomen worden. Door simpelweg de voegen in de douche of boven het bad af te spoelen worden zeepresten tijdig verwijderd. Een bijkomend regelmatig onderhoud met bleekwater of een milieuvriendelijker alternatief doet ook wonderen. Voor zeer vuile voegen is er ook nog een speciale siliconenreiniger verkrijgbaar, maar voor extreem vuile of beschadigde voegen zal dit product helaas niet baten. Bij zulke voegen kan je al beter de voegen vervangen door een schimmelwerende voeg.
Goedkope deuren, meestal afgewerkt met een verflaag
Twee types:
Hardboarddeuren (honingraatdeuren): karton aan weerszijden bekleed met soort vezelplaat
Tubespaandeuren (kanaalplaatdeuren): idem, maar van binnen zit spaanderplaat met luchtkanalen; zijn daardoor steviger; niet zo veel duurder dan een hardboarddeur
b) Stijldeuren
Deur waarop ter versiering stijlen zijn aangebracht
Vooral gebruikt in rustieke woningen
Kan massief, fineer of semi-massief zijn
Massief niet per se beter dan fineer
c) Fineerdeuren
Tubespaandeuren (meestal) waarop dunne fineerlaag gekleefd werd
Vlakke fineerdeuren of stijlfineerdeuren
Hoeven niet meer geverfd te worden zoals de verfdeuren
d) Designdeuren
Basis: hardboard of tubespaandeur, maar meestal MDF of HDF, zeker wanneer ze gelakt zijn
Worden vaak figuren in gefreesd (daarom ook linedeuren genoemd)
Soms ook bekleed met kunststofpaneel
e) Glazen deuren
Groot voordeel: laten meer licht naar binnen
Zandstralen:
geheel of gedeeltelijk
voor privacy of voor esthetische meerwaarde
gebeurt met computergestuurde machines; groot aanbod motieven, maar ook eigen motieven zijn nodig
f) Metalen binnendeuren
Vervaardigd uit verzinkt staal, dus geen roestvorming mogelijk
Ook geschikt voor vochtige ruimtes
Scoren goed op vlak van maatvastheid, krimpvrijheid en schokbestendigheid
Vergen weinig onderhoud
Kunnen eventueel overschilderd worden
Prijs: vanaf 200 euro (excl. Plaatsing en BTW)
g) Stomp of opdekdeur
Stomp: recht deurpaneel in recht kozijn, blijft spleet tussen deur en kozijn; meest gebruikt systeem bij ons
Opdekdeur: opening tussen het kozijn en eigenlijke deur wordt afgedicht (cfr. buitendeuren), houdt tocht beter buiten
h) Schuifdeuren
Elegant en ruimtebesparend (je moet geen rekening houden met ruimteverlies door opendraaiende deur)
Moet bij ruwbouw ingecalculeerd worden: deur moet in open ruimte kunnen schuiven, muur moet dus wat dikker zijn dan bij gewone deur
Alternatief: verzinkt kader dat plaats van muur inneemt waarin schuifdeur kan verdwijnen, zodat je dus geen dikkere muur nodig hebt.
In dit hoofdstuk worden alle bekabelingen besproken die in een woning kunnen voorkomen. Naast het electriciteitsnet behelst dit ook het TV- distributienet, de telefoonleidingen, de anti-inbraakinstallatie en de voorzieningen voor domotica. Gezien de snelle ontwikkelingen op deze domeinen, zowel wat de bekabeling als de toepassingsmogelijkheden betreft, zullen sommige punten slechts kort aangehaald worden. Het is verstandig om even langs te gaan bij het energiebedrijf en het communicatiebedrijf waaronder je woning ressorteert (www.vreg.be, www.belgacom.be, www.telenet.be). Zij kunnen je vertellen welke voorzieningen er voor jouw perceel voorhanden zijn, en op basis daarvan kan je leidingennet gepland worden.
Electriciteit, telefoon, radio en TV, communicatie Om je electriciteitsnet te kunnen uitwerken moet je al een vrij duidelijk beeld hebben van hoe je je woning gaat gebruiken. De ontwikkeling van afstandsbedieningssystemen maakt veel zaken een stuk gemakkelijker maar zenders en ontvangers moeten wel een plaats krijgen. Je architect zal je meestal een voorstel doen, wat je een basis geeft om eventueel zelf op verder te werken. Controleer eerst of de vaste lichtpunten op de gewenste plaats zitten en kijk daarna of de bediening ervan op een logische manier gebeurt. Controleer eveneens de plaats en het aantal van de stopcontacten (sfeerverlichting, muziekinstallatie, computer, fax, wekkerradio, waterbed, enz.). Hetzelfde doe je voor de telefoon (met draadloze toestellen heb je natuurlijk niet overal een contactpunt nodig), computers (ook hier kan je eventueel denken aan een draadloos netwerk), eventuele fax, TV's en radio's, eventuele parlofoon, enz. Met de ontwikkeling van de superkabel (bi-directionele teledistributiekabel) die zowel telefoon, datacommunicatie en TV-distributie stuurt, kan het leidingennet eventueel vereenvoudigd worden, maar controleer eerst of het kabelnetwerk in jouw buurt al aangepast is voor telefonie en internet (www.telenet.be/aansluitbaar). Vermijd het aanbrengen van wijzigingen in het leidingenplan tijdens de uitvoering om misverstanden te vermijden. Verzamel eveneens alle gegevens van de andere aannemers die moeten aansluiten op het bekabelingsnetwerk, zoals je keukenleverancier en de leveranciers van je garagepoort, de verwarmingsinstallatie, de eventuele beveiligingsinstallatie, de airconditioning en domoticasystemen, en speel deze door aan je aannemer electriciteit. Tenslotte moet je ook rekening houden met de toekomst. Kleine kinderen worden groot en groeien op in een tijd waarin communicatie een steeds grotere rol speelt. Knuffelbeertjes maken plaats voor computers; denk hieraan bij het uitwerken van je bekabelingsnetwerk. Het is niet mogelijk alles te voorzien maar een goed doordacht kabelnetwerk kan je vrijwaren van een hele hoop losse snoeren en verlengkabels.
Domotica Hoewel domotica tot niet zo lang geleden eerder een luxebegrip was, wint het stilaan veld bij de doorsnee bouwer. We stellen immers steeds hogere eisen aan onze woning op het gebied van comfort, meegroeimogelijkheden, ontspanningsmogelijkheden, veiligheid, binnenklimaat en energieverbruik. Simpel gezegd is domotica de computergestuurde bediening van je woning die de verschillende technische uitrustingen in 1 systeem integreert. Het spreekt vanzelf dat hieraan een niet bepaald bescheiden prijskaartje hangt, een woning wordt immers een complex computersysteem. Ben je gewonnen voor het idee, neem dan een gespecialiseerde firma onder de arm, en let erop dat in geval van systeempanne toch de mogelijkheid bestaat om op een manuele bediening over te schakelen. Wil je domotica toegepast zien, breng dan eens een bezoekje aan het "huis van de toekomst" te Vilvoorde, waar je een idee krijgt van de mogelijkheden en de allernieuwste snufjes op dat gebied.
Beveiliging De groeiende onveiligheid doet veel mensen besluiten over te gaan tot extra beveiligingsmaatregelen voor hun woning. Een eerste stap blijft echter de "passieve beveiliging" van je huis, zoals het voorzien van degelijke sloten aan ramen en deuren, een goede buitenverlichting die eventueel geactiveerd wordt door bewegingsmelders, het geven van een bewoonde indruk als je op reis bent, enz. Wens je toch verder te gaan, en eventuele indringers meer actief te lijf gaan, dan kan je opteren voor een alarminstallatie!
Een goede vloerbedekking kiezen is makkelijker gezegd dan gedaan. Vooraleer u tot de aankoop overgaat, moet u duidelijk bepalen wat de kwaliteiten van de vloer moeten zijn en waar hij zal worden gebruikt. De mogelijkheden zijn echter zo uitgebreid dat een goede keuze niet zo evident is.In deze rubriek geven we u een duidelijk overzicht van de verschillende materialen waarmee u uw vloer kunt afwerken. Alle voor - en nadelen van ieder materiaal worden in de verf gezet en u krijgt enkele handige tips zodat u optimaal van uw vloerbedekking kunt genieten. Een kat in een zak kopen behoort dus definitief tot het verleden ...
Elementen waarmee u zeker rekening moet houden bij de keuze van de vloeren
Hou bij de keuze van uw vloeren in ieder geval rekening met:
de ruimte waarin de vloer komt te liggen
de gebruiksintensiteit van de vloer
de esthetische kwaliteiten
het onderhoudscomfort
eventueel het verwarmingssysteem (vloerverwarming)
de aanwezigheid van allergische bewoners.
Materialen
Terracotta tegels hebben een hoge porositeit waardoor ze moeilijker te onderhouden en minder slijtvast zijn. Door ze af te werken met boenwas of een ander aangepast product, worden ze waterdicht. Tegels van gebakken aarde kunnen ook tijdens de productie worden afgewerkt met een glazuurlaag, die meestal tijdens de tweede bakbeurt wordt aangebracht. De weerstand is dan afhankelijk van de hoeveelheid en van de kwaliteit van de gebruikte emailsoorten. Geglazuurde keramische tegels legt u het best niet in druk belopen kamers en in ruimten die in verbinding staan met de buitenomgeving. Zandkorrels die naar binnen worden meegebracht doen de glazuurlaag immers makkelijk wegslijten.
Cementtegels zijn niet zuurbestendig, vrij delicaat en daarom niet aangewezen voor keuken en badkamer. Ook de plaatsing moet heel vakkundig gebeuren om te voorkomen dat er haarscherpe scheurtjes opduiken in de oppervlaktelaag.
Getrokken grestegels beschikken over zeer goede mechanische eigenschappen en worden daarom veel toegepast in industriële ruimten. Ze lenen zich uitstekend tot polijsten. Omdat daarbij de harde slijtlaag gedeeltelijk verdwijnt, gaat een stuk van de kwaliteit verloren. De porositeit verhoogt en de tegel wordt kwetsbaarder voor krassen. Daardoor zijn gepolijste tegels minder aangewezen voor druk belopen ruimten.
Faience is vrij poreus en minder geschikt als vloerbedekking, maar het is wel interessant voor de afwerking van wanden. Glasmozaïek is gekleurd glas met een natuurlijk reliëf. Het is verkrijgbaar in ontelbare kleuren, afmetingen en motieven en het is zowel geschikt voor vloeren als voor wanden.
Marmeragglomeraat of granitotegels hebben een basislaag uit cement en een slijtlaag die bestaat uit een mengeling van marmerkorrels en cement. Ze kunnen zorgvuldig worden verlijmd met een aangepaste lijm om te voorkomen dat ze van de dekvloer loskomen. In dezelfde categorie zitten marmerharstegels.
Kwartsharstegels zijn sterker en slijtvaster dan graniet, marmer of marmermozaïek en ze lenen zich uitstekend voor toepassing in druk belopen ruimten. Ze zijn tevens minder duur dan zuivere natuursteen en beter bestand tegen vlekken. De tegels kunnen op twee wijzen worden geplaatst: in lijmmortel of in een zandcementbed met cementspecie.
De belangrijkste soorten natuursteen zijn graniet, blauwe hardsteen, witsteen, marmer, zandsteen en leisteen. Elke natuursteen bezit specifieke eigenschappen die hem beter of minder geschikt maken voor bepaalde toepassingen.
Enkele specifieke gevallen
De meeste leisteentegels zijn niet zuurbestendig waardoor ze minder geschikt zijn voor de keuken. Bij witsteen kan de kwaliteit nogal verschillen, wat de kwetsbaarheid van de steen beïnvloedt.
Als u marmer kiest, moet u niet alleen rekening houden met het uitzicht, maar ook met de poreusheid, de druksterkte, de oppervlaktehardheid en de verzadigingscoëfficiënt. Marmer is een stuk zachter dan graniet en daarom minder geschikt voor toepassing in de keuken en in heel druk belopen ruimten. Marmer kan een aantal oppervlakbehandelingen ondergaan zoals schuren, verzoeten of polijsten. Verzoet marmer heeft meestal een zacht maar relatief mat oppervlak dat gemakkelijk te onderhouden is.
Omdat het zo hard is, kan graniet niet zo gemakkelijk worden verzaagd, geslepen en gepolijst. Dat heeft een invloed op het prijskaartje. Een voordeel is dat u de natuursteen, die goed bestand is tegen krassen, ook in de keuken mag leggen en hem zelfs kunt gebruiken als werkblad. Graniet mag dan al duur uitvallen, het is de hardste en dus de duurzaamste natuursteensoort die op de markt verkrijgbaar is.
Travertijn is een stuk zachter dan graniet en heeft als herkenningspunt de holten die in de loop der eeuwen gevormd zijn door planten, stengels en andere elementen die pas na de vorming van het gesteente zijn vergaan. De karakteristieken kunnen worden verbeterd door de holten op te vullen. Travertijn legt u het best in ruimten die niet te druk worden belopen.
De afwerking van blauwe hardsteen bepaalt sterk de toepassing en het onderhoudscomfort. Gezoete blauwe hardsteen is uitermate geschikt voor binnen - en buitentoepassingen. Als u blauwe hardsteen buiten toepast, moet hij minimum 3 cm dik zijn. Donker verzoete of mat gepolijste blauwe hardsteen leent zich dan weer perfect voor de afwerking van badkamers en minder druk belopen lokalen. Gepolijste blauwe hardsteen mag als wandbekleding en eventueel als vloerbedekking in weinig belopen kamers worden gebruikt. Bikken, vlammen, ijsbloemen en oude frijnslag maken de steen antislip en zorgen meteen voor een mooie decoratie.
Witsteen is een natuursteen die bestaat uit verharde kalk. Deze steensoort is zacht van karakter en tamelijk poreus. Daarom is witsteen niet geschikt voor buitentoepassingen en gebruikt u het beter niet op plaatsen die veel worden belopen.
Natuursteen onderhoudt u het best met speciale producten die verkrijgbaar zijn in gespecialiseerde tegelzaken of natuursteenhandels.
Vloeren van gepolierd beton zijn aantrekkelijk omwille van de prijs, het onderhoudscomfort, de slijtweerstand, de keuze aan kleuren en de snelle plaatsing. Bij toepassingen boven vloerverwarming kunnen er soms scheurtjes in de vloer opduiken. Bij het aanbrengen van gepolierd beton moet u zeker aandacht besteden aan de uitzettingsvoegen. Als onderhoud volstaat stofzuigen of reinigen met zeep.
Steentapijt is een aanrader voor allergische personen. Het uitzicht wordt sterk beïnvloed door de korreldikte en de mengeling van kleuren. Als er kleine kinderen in huis zijn, kiest u het best een afgeronde korrel. Die voelt namelijk minder scherp aan als ze erop lopen. Steentapijt kunt u stofzuigen en af en toe reinigen met een vochtige dweil.
Kurk is gemakkelijk te onderhouden, slijtvast, warmteisolerend en antiallergisch. Andere kwaliteiten zijn de lichtheid, de soepelheid, het rijk aanbod aan kleuren en motieven en de akoestisch isolerende eigenschappen. Als u een beetje handig bent, kunt u kurk bovendien zelf plaatsen.
Linoleum en tapijt
Linoleum is elastisch, sterk, onderhoudsvriendelijk en goed bestand tegen schoonmaakproducten. Linoleum hoeft niet te worden geboend, stofzuigen volstaat. Om het zich vastgezette vuil te verwijderen volstaat een schoonmaakbeurt met een zacht reinigingsmiddel.
Bij de keuze van vinyl moet u een onderscheid maken tussen de goedkope soorten met een beperkte levensduur en de duurdere varianten die vrij sterk zijn. Elastische vinylsoorten, samengesteld uit een schuimlaag en een met een stabilisator verstevigde doorzichtige beschermlaag, zijn stevig, hygiënisch en makkelijk te onderhouden. Vinyl is een stuk goedkoper dan linoleum maar het is minder duurzaam.
Bij kunststofvloeren is er keuze tussen gegoten vloeren en vloeren die op banen of in tegels kunnen worden gelegd. De vloer is bestand tegen chemicaliën, direct beloopbaar na plaatsing, volledig recycleerbaar, onderhoudsvriendelijk en hij kan op praktisch elke vlakke ondergrond worden gelegd. Al deze eigenschappen maken de vloer bijzonder interessant voor toepassing in industriële gebouwen en kantoren.
Met vloertegels in gelaagd, gezandstraald of gewapend glas kunt u vloeren in een ander materiaal onderbreken, bepaalde loopzones accentueren, meer transparantie scheppen of zorgen voor een visueel contact tussen de verschillende verdiepingen. De dikte van het glas is afhankelijk van de oppervlakte en van de verhouding lengte/breedte.
Kamerbreed tapijt wordt vervaardigd uit natuurlijke en/of synthetische materialen. Tot de natuurlijke materialen van plantaardige oorsprong behoren katoen, jute, vlas, sisal en kokos. Een voorbeeld van een veel gebruikt natuurlijk materiaal is wol. Frequent gebruikte synthetische materialen zijn bijvoorbeeld polyamide, polyacryl en polypropyleen.
Tips
Plantaardige vezels zijn goed bestand tegen droog vuil en ze bestaan in verschillende kleuren en motieven. Wol zorgt voor een uitstekende thermische en akoestische isolatie, het is weinig ontvlambaar en gemakkelijk te onderhouden. Katoen is minder veerkrachtig en elastisch dan wol, maar wel goed bestand tegen uitrekking. Bovendien slorpt het gemakkelijk vocht op. Geregeld worden wol en synthetische materialen gemengd om bepaalde eigenschappen te versterken.
Vasttapijt van kokos wordt vervaardigd uit de kokosnoot. Sisaltapijt sluit qua uiterlijk aan bij kokos maar het is iets fijner en egaler. Kokos en sisal zijn pure natuurvezels en daardoor meer onderhevig aan krimpen en uitzetten. Als vasttapijt kunt u ze dan ook het best helemaal verlijmen.
In slaapkamers en kinderkamers kiest u een kwaliteit van vasttapijt die het geluid goed dempt en heel warm aanvoelt. Vasttapijt voor de badkamer moet zowel bovenaan als onderaan goed bestand zijn tegen vocht en vlekken.
In een leefruimte waar de vloer druk wordt belopen, neemt u best een vloerbedekking die niet gemakkelijk slijt. Staat de living in verbinding met de tuin of zijn er kleine kinderen, dan geniet een donkere kleur de voorkeur omdat u daar minder snel vlekken op ziet.
Een donkere kamer met kleine ramen oogt groter met een lichtgekleurde vloerbedekking. Grote motieven domineren en verkleinen een ruimte, kleinere motieven laten zich gemakkelijker combineren met meubels en gordijnen.
Vasttapijt is gemakkelijk te onderhouden: wekelijks stofzuigen volstaat. Kies een stofzuiger die voldoende krachtig is en voorzien van een borstelmondstuk dat tegelijkertijd zuigt en borstelt. De stofzuiger moet ook zijn uitgerust met een microfilter zodat er geen stofdeeltjes opnieuw worden uitgeblazen.
Garages zijn in heel wat vormen en maten beschikbaar. Een garage is echter niet meer de enige oplossing wanneer u uw voertuigen tegen weer en wind wilt beschermen. Tegenwoordig wordt er in dat opzicht steeds vaker voor een carport gekozen. Beide constructies hebben elk hun voor - en nadelen en ze kunnen in heel wat verschillende materialen worden uitgevoerd.We laten u ook nu niet in de kou staan. Deze rubriek brengt u op de hoogte van de mogelijkheden die de markt u biedt zodat u uw voertuigen met kennis van zaken een onderdak kunt bezorgen.
Voor - en nadelen van een garage
Het grootste nadeel van een garage is de kostprijs die heel wat hoger ligt dan de prijs van een carport. Dit terwijl een carport uw voertuigen even goed tegen gure weersomstandigheden beschut. Beide constructies mogen dan hetzelfde doel nastreven, hun structuur en hun ontwerp zorgt voor een zee van verschil. Het is net die structuur die een garage zo duur maakt. De stenen, de bevloering, de isolatie, de dakbedekking, ... het zijn stuk voor stuk elementen die bij een carport veel goedkoper worden uitgevoerd of zelfs achterwege worden gelaten.
Op het vlak van veiligheid scoort een garage natuurlijk stukken beter dan een carport. Dankzij de gesloten constructie die meestal uit bakstenen bestaat en de aanwezigheid van een poort krijgen eventuele dieven het meteen een stuk moeilijker.
Wanneer uw garage niet al te breed is, wordt het moeilijk om naast uw auto een stel fietsen te plaatsen. U moet zich dan meestal tussen de muur en de auto wringen om uw fietsen te bereiken en u loopt bovendien het risico dat uw fietsen tijdens het verplaatsen aan uw auto blijven haperen.
Uw garage kan probleemloos fungeren als een bijkomende bergplaats. U kunt er opbergrekken installeren waarop u allerlei spullen kwijt kunt. Een degelijke garage biedt voldoende bescherming tegen diefstal. Bovendien wordt eventuele rommel discreet aan het oog van de omgeving onttrokken.
Voor - en nadelen van een carport
Het grootste voordeel van een carport is het lage prijskaartje. Een carport zit dan ook stukken eenvoudiger in elkaar dan een garage. Het is deze eenvoud die meteen de kloof slaat tussen garages en carports. Funderingen, isolatie, vloeren, ... kunnen heel wat eenvoudiger worden uitgevoerd of ze kunnen zelfs in de meeste gevallen worden weggelaten. Vandaar dat een carport geen aanslag op uw budget betekent en dat kan van een degelijke garage niet worden gezegd.
Op het vlak van veiligheid hoeft u van een carport niet veel te verwachten. Een carport is er ten slotte enkel en alleen om uw wagen tegen al te gure weersomstandigheden te beschermen. De afwezigheid van muren en deuren maakt dat natuurlijk meteen duidelijk. Wanneer u problemen wilt vermijden, moet u dus vooral geen waardevolle voorwerpen in uw carport laten slingeren en zet u uw tweewielers best op slot. Een gewaarschuwd man is er twee waard ...
Een carport zonder wanden geeft u alle ruimte zodat u zonder problemen de portieren van uw auto volledig kunt openen. In een carport kunt u ook zonder moeite fietsen naast uw auto plaatsen, zonder dat u zich tussen de auto en de muur moet wringen.
Uw carport is geen gesloten constructie. Daarom bewaart u er beter geen waardevolle spullen. Bovendien laat u best niet al te veel rommel in uw carport slingeren omdat uw buren zonder problemen getuige kunnen zijn van uw slordigheid.
Een carport biedt evenveel bescherming tegen gure weersomstandigheden als een garage. Omdat een carport steeds meer wind doorlaat dan een garage, is er zelfs een betere ventilatie.
Materialen voor uw garage
Garagepoorten zijn meestal vervaardigd uit PVC, hout of staal. Houten garagepoorten stralen een zekere charme uit en ze bieden het voordeel dat u ze altijd in dezelfde kleur als het schrijnwerk van uw woning kunt verven. Het hout vergt echter een regelmatig onderhoud en dat valt niet in ieders smaak. Als een regelmatige onderhoudsbeurt niet meteen aan u is besteed, kiest u beter voor een garagepoort in PVC, in staal of in aluminium. De goedkoopste van de drie is ongetwijfeld de stalen poort met verticaal profiel. Ook wat de andere materialen betreft is een dergelijk profiel de goedkoopste oplossing. Als u een poort wilt met een ander motief, dan betaalt u een ietwat hogere prijs. Dit verandert echter niets aan de kwaliteit van uw poort.
Afhankelijk van hun opbouw en hun openingsmechanisme kunnen garagepoorten worden opgedeeld in kantelpoorten en sectionale poorten.
De kantelpoort wordt in haar geheel naar boven gekanteld en schuift horizontaal langs het plafond naar binnen. De poort wordt van een weerstand voorzien in de vorm van spiraalveren, die ervoor zorgen dat het geheel niet in één ruk dicht kan vallen. Een kantelpoort heeft een erg eenvoudige opbouw en is daarom goedkoper dan een sectionale poort. Het grote nadeel van de kantelpoort is dat u ze voldoende ruimte moet laten bij het openen en sluiten. Als u uw auto te dicht tegen de poort plaatst, loopt u het risico dat de poort tijdens het openen of sluiten aan uw auto blijft haperen met alle gevolgen vandien. Tegenwoordig komen de meeste kantelpoorten niet meer voorbij de gevel wanneer u ze opent of sluit. Daardoor kunt u uw auto tot vlak voor de poort parkeren. Wanneer uw auto in de garage staat, moet u echter ook bij een dergelijk systeem nog steeds voldoende ruimte overlaten voor de kantelbeweging van de poort.
Bij de sectionale poort bestaat het deurvlak uit verscheidene horizontale segmenten, die afzonderlijk meeplooien als u de poort opent of sluit. Door deze opbouw blijft de deur tijdens het openen en het sluiten altijd binnen het poortvlak en neemt ze heel wat minder plaats in dan een kantelpoort. U kunt dus uw wagen tot vlak voor de poort plaatsen zonder dat u het risico loopt dat de poort aan uw auto zal blijven haperen. Ook binnen in de garage beschrijft de poort geen kantelbeweging zodat u ook dan uw auto tot tegen uw garagepoort kunt plaatsen. De poortpanelen zijn samengesteld uit geïsoleerde sandwichplaten die langs beide zijden zijn afgewerkt. Een goede poort laat geen tocht door zodat warmteverlies zoveel mogelijk wordt beperkt. Afdichtingsstrippen in kunststof of rubber aan de zijkant en de onderkant van de poort zijn dan ook een must. Op die manier sluit de poort goed aan tegen de vloer en de zijkanten van de garage.
Een automatische garagepoort is uitermate comfortabel. Dankzij een dergelijk systeem hoeft u ons Belgische klimaat niet meer te trotseren om uw poort te openen en er schijnt meteen licht in de duisternis dankzij de automatische verlichting waarmee de meeste poorten zijn uitgerust. Heel wat mensen vinden bovendien dat een automatische garagepoort een gevoel van veiligheid met zich meebrengt omdat u uw auto niet meer hoeft te verlaten om de poort te openen. De motor van het systeem fungeert op de koop toe meteen als slot. Wanneer de elektriciteit uitvalt, bent u echter niet opgesloten want de meeste poorten kunnen altijd manueel van binnenuit worden geopend. De poort is het best wel voorzien van een beveiligingssysteem dat het dichtgaan of het openen stopt wanneer de poort wordt gehinderd door een of ander obstakel.
Materialen voor uw carport
Kies voor uw carport een stevig skelet in hout of staal en dakbedekkingsmaterialen die eventueel aansluiten bij deze van uw woning. Het dak van uw carport kan worden bedekt met pannen of leien. Andere mogelijkheden zijn golfplaten, metalen dakpannen, polycarbonaat,...
U kunt uw carport eventueel uitrusten met wanden in hout, glas, staal, ... Op die manier wordt uw auto extra beschermd tegen barre weersomstandigheden.
Een stalen skelet kan worden verzinkt en in verschillende
kleuren worden gelakt zodat uw carport roestvrij wordt en perfect aansluit bij het schrijnwerk van uw woning.
U kunt uw carport door een architect laten ontwerpen of u kunt kiezen voor een geprefabriceerde constructie die natuurlijk een stuk voordeliger zal uitvallen. Er bestaan zelfs degelijke bouwpakketten waarmee u mits enige handigheid zelf uw carport kunt opbouwen.
Tips
Zorg ervoor dat uw garage voldoende ruim is zodat u comfortabel in en uit uw auto kunt stappen en eventuele bagage makkelijk kunt uitladen. Bovendien biedt een voldoende ruime garage u de mogelijkheid om uw fietsen, uw grasmachine en andere spullen op te bergen. De aanwezigheid van één of meerdere ramen is ten zeerste aan te raden omdat u dan niet altijd het licht hoeft aan te steken.
Zorg ervoor dat de garagepoort in geval van een elektriciteitspanne of een defect nog handmatig kan worden geopend.
Wanneer uw garagepoort voorzien is van veren, dan moet u er op letten dat de veren niet openrekken wanneer ze onder spanning staan. Op die manier voorkomt u dat uw kinderen hun vingers kwetsen wanneer ze de veren vastnemen. Bovendien zijn dergelijke veren steviger en geluidsarmer dan de spiraalveren waarvan de windingen kunnen uitrekken.
Een zijdeur in de garage is ten zeerste aan te raden. Op die manier hoeft u niet altijd de zware poort te openen wanneer u vlug iets uit de garage wilt halen.
Wanneer uw garage met uw woning is verbonden, dan moet u ervoor zorgen dat u makkelijk vanuit uw garage naar uw keuken of uw berging kunt. Op die manier kunt u vlot uw boodschappen vanuit de garage op hun plaats zetten.
Hou bij de aankoop van een garagepoort rekening met de isolatie, de beveiliging, het sluitingsmechanisme en de veiligheid die de poort u biedt. Kies een garagepoort die wat kleur en vormgeving betreft, aansluit bij de stijl van uw woning of bij de kleuren van het buitentimmerwerk. Als er in de garage geen daglicht binnenvalt, kunt u glasstroken in het poortvlak verwerken. Voor dubbele garages zijn er dubbele poorten, die uit één vlak bestaan.
Let er op dat uw automatische poort is uitgerust met een beveiligingssysteem dat de poort meteen doet stoppen wanneer ze wordt gehinderd door een of ander obstakel.
Wanneer u de beveiligingsmogelijkheden van uw garage optimaal wilt benutten, dan voorziet u best uw poort van een betrouwbaar slot. Een garagepoort die manueel moet worden bediend, voorziet u naast het ingebouwde slot best nog van een bijkomend veiligheidsslot. Op die manier krijgen eventuele dieven het al heel wat moeilijker om uw garagepoort te forceren en binnen te breken. Een automatische garagepoort heeft naast het ingebouwde slot meteen een bijkomende beveiliging in de vorm van de elektrische motor. Deze blokkeert bij stilstand de poort zodat het voor dieven praktisch onmogelijk wordt om er met uw auto vandoor te gaan. Een veiligheidsslot is daarom bij een dergelijk systeem overbodig.
Houd bij de bouw van uw garage steeds rekening met de stedenbouwkundige voorschriften. Om problemen te vermijden, vraagt u best advies in uw stads - of gemeentehuis.
De uitvoering van het loopmechanisme beïnvloedt sterk het geluid dat de poort produceert bij het openen en het sluiten. Bij kunststoflooprollen werkt de deur relatief geruisloos.
Zorg ervoor dat u bij het ontwerp van uw garage rekening houdt met de standaardmaten van de beschikbare garagepoorten. Zoniet zult u een beroep moeten doen op een vakman om een garagepoort op maat te maken en dat kan u al gauw een aardige duit kosten.
Daar ik toch over verschillende jaren ervaring beschik tijdens het bouw proces van woningen en appartementen ben ik zo vrij mijn kennis ten dienste te stellen van mensen die eventueel vragen zouden hebben omtrent het verwezenlijken van hun project .
mijn kennis gaat meer naar het gebruik van de verschillende materialen en technieken die gebruikt worden bij het tot stand brengen van de woning.
Ruwbouw
Traditionele ruwbouw ,op volle grond met of zonder kruipruimte ter plaatse gestorte betonplaat ,welfsel , predallen enz
type snelbouwsteen ,gevelsteen spouw met of zonder isolatie
Dakafwerking
Hellend dak met pannen , leien en welke manier van timmeren spanten of gebinten met gordingen
Arduin (raamdorpels)
Breedte afhankelijk van welk type ramen er zullen op geplaatst worden
Ramen
type Pvc , Hout, Alu, ijzer
Glas
enkele ? , dubbele beglazing, super isolerende beglazing
Garagepoort
Kantelpoort,sectionalepoort, enz...
Rolluiken
Manueel of elektrische de keuze van bepaalde rolluiken dient te gebeuren voor de ruwbouw
welk type van trap uitsparing betonplaat spil,kwart draai, steek trap enz...
Voegwerken
Afwerking
Technieken
Elektriciteit
laagspanning, domotica, alarm installatie
Centraleverwarming
met radiatoren , vloerverwarming,convectoren,electr verwarming
Verluchting
Type C of D
Sanitair Bad en of douche enz..
welk type van leidingen toevoer en afvoer
Bepleisteringwerken
een laag of 2 lagen , platen of stucanet,gevelbepleistering
De meest populaire manier om uw muren een kleurtje te geven is het aanbrengen van behangselpapier. Vroeger was er uitsluitend houthoudend papier verkrijgbaar maar tegenwoordig kunt u ook kiezen voor behangselpapier dat geen hout bevat. Het voordeel van de laatstgenoemde soort is dat het beter bestand is tegen zonlicht zodat de kleur langer blijft behouden. Naast het vlakke papier met bedrukking kunt u ook kiezen voor het zogenaamde velourspapier of voor een papier dat voorzien is van een profiel. Het voordeel van deze soorten is dat u er oneffenheden in het muuroppervlak mee kunt verdoezelen. Laat u bij de keuze van uw behangselpapier vooral niet leiden door het uiterlijk van het papier alleen. Vooraleer u overgaat tot de aankoop van een behangselpapier, neemt u best ook de kwaliteiten van de verschillende papiersoorten onder de loep. Sommige soorten zijn namelijk afwasbaar, andere laten zich makkelijker verwijderen dan een normaal papier, ... U vergelijkt best alle soorten grondig met elkaar zodat u die papiersoort vindt die het best aan uw verwachtingen beantwoordt.
Glasvezelbehang
Als u geen zin heeft om regelmatig uw behangselpapier te vervangen, dan kunt u eventueel kiezen voor glasvezelpapier. Deze papiersoort wordt eenmalig op uw muren aangebracht en vormt een geprofileerde basislaag voor schilderwerken. Als u vindt dat uw papier een frisser kleurtje kan gebruiken, dan hoeft u in de toekomst enkel de verfrol boven te halen en het glasvezelpapier een nieuw likje verf te geven. Het nadeel van deze papiersoort is dat ze erg moeilijk te verwijderen is. De hechting tussen het papier en de bepleistering is zo groot dat het papier steevast stukken pleister met zich meetrekt.
Verven, beitsen, vernissen
Verven worden ingedeeld in twee grote groepen naargelang de gebruikte oplos - en bindmiddelen: verven op solventbasis en waterhoudende verven.
Bij verven op basis van solvent wordt het bindmiddel verdund met white spirit, terpentine of een ander mengsel van koolwaterstoffen
solventgedragen verven:
hebben een goede mechanische weerstand
kunnen vlot worden verwerkt
hebben een mooie vloeiing
mogen zeker niet te rijkelijk worden aangebracht om lopers te voorkomen
kunnen meestal pas na 24 uur worden overschilderd
het verfmateriaal moet achteraf worden schoongemaakt met een solvent (white spirit, thinner).
Bij verven op basis van water (acrylaat-, vinyl en latexverven) bestaat het vluchtige deel uit water.
Verven op waterbasis:
zijn reukloos
vergelen niet
drogen snel (na 6 tot 8 uur zijn ze overschilderbaar)
zijn gemakkelijk aan te brengen maar worden snel te dun uitgestreken, wat de vloeiing bemoeilijkt. Ze moeten rijkelijk worden aangebracht, ze moeten kort worden opengestreken en ze moeten licht worden nagestreken. Gebruik bij voorkeur een langharige borstel.
het verfmateriaal kan achteraf met gewoon water worden gereinigd.
Naast deze twee soorten zijn er ook de "natuurverven", die als bindmiddel plantaardige oliën hebben.
Vooral voor speciale verftechnieken wordt nog gebruik gemaakt van producten op oliebasis, die langzamer drogen zodat het oppervlak gemakkelijker kan worden behandeld en zodat fouten kunnen worden gecorrigeerd. Bepaalde technieken zoals sjabloneren vereisen trouwens een speciale verf.
Een verfsysteem is opgebouwd uit een aantal verfsoorten, die bedoeld zijn voor een bepaalde ondergrond, die bij elkaar aansluiten en dus het best in combinatie met elkaar worden gebruikt. In het algemeen zijn er drie soorten:
de grondlaag (primer)
de tussenlaag (voorlak)
de eindlaag.
Met een verfsysteem beperkt u het aantal schilderbeurten tot een strikt minimum. Voor sommige toepassingen is het verfsysteem samengebracht in één product ('éénpotsysteem').
Enkele weetjes
Verf met hoogglans is beter bestand tegen vuil en water. Bovendien is een dergelijke verf makkelijker afwasbaar. Een nadeel is wel dat ze oneffenheden meer in de schijnwerpers zet, zodat de ondergrond heel minutieus moet worden voorbereid.
Matte verf, die minder bestand is tegen weer en wind, is in het algemeen niet geschikt voor gebruik buitenshuis.
Belangrijk om te weten: verf voor buitentoepassingen mag normaal gezien ook binnen worden gebruikt, wat omgekeerd niét het geval is.
Ademende verf laat een beperkt transport van waterdamp doorheen de verffilm toe. Dit kan nodig zijn om condensatieproblemen te voorkomen, bijvoorbeeld bij houtwerk waarin zich waterinfiltraties kunnen voordoen. Dakgoten zijn hiervan een goed voorbeeld.
Een gesloten verfsysteem geeft precies het tegenovergestelde effect. Een dergelijk systeem is bijvoorbeeld een absolute must als u ferrometalen buitenshuis moet verven.
Kijk altijd naar het rendement van een verf, dat wil zeggen het uitstrijkvermogen. Dit wordt uitgedrukt in m² per liter. Hoe meer m², hoe minder verf u nodig zult hebben.
Vernissen zijn hoofdzakelijk bestemd voor de verfraaiing en bescherming van houten ondergronden binnenshuis, waarvan de eigen kleur en de structuur zichtbaar moeten blijven.
Er bestaan verschillende soorten:
waterverdunbare polyurethaan en acrylvernissen
alkydharsvernissen
zuurhardende vernissen
nitrocellulosevernissen.
Beitsen beschermen hout tegen de weersinvloeden, geven het eventueel een kleur en laten toch de houtstructuur zichtbaar. Beits is eenvoudiger aan te brengen dan verf, maar vooral transparante beitsen voor buitenshuis houden minder goed.
Enkele tips:
Gebruik liever geen buitenbeits binnen, want die kan gevaarlijke stoffen bevatten.
Vervang het gevaarlijke carbolineum door een watergedragen tuinbeits.
Buitenschilderwerken
Bereid een te verven oppervlak altijd op de juiste manier voor en pas de juiste producten toe. Elke fabrikant heeft zijn eigen verfsystemen, zodat de toepassingsdetails soms verschillen.
Hout
De voorbehandeling kan, afhankelijk van de staat van het hout, heel uitgebreid zijn:
aangetast hout vervangen
ruwe plekken fijn schuren
ontstoffen
ontvetten
kale delen bijwerken met een grondlaag.
Hout kan dekkend worden behandeld met een acrylaatlaksysteem, of transparant met vernis of met een beitssysteem.
Gebruik voor beitsen altijd gepigmenteerde lagen of een dito éénpotsysteem.
Voor hout van mindere kwaliteit verdienen verven de voorkeur.
Op eik zet u het best geen acrylaatlaksysteem.
Vochtig hout (vochtgehalte: 15 tot 20 %) overschildert u best met een ademend systeem.
Erg vochtig hout (vochtgehalte > 20 %) moet eerst worden behandeld met een product dat geen film vormt.
Ferrometalen
Bij ferrometalen (staal, gietijzer, ) moet u het oppervlak eerst grondig reinigen en het geheel ontroesten met een stalen borstel, een stuk schuurpapier of een slijpschijf. Indien nodig moet u zoutaanslag wegwerken. Ontvet ferrometalen NOOIT met ammoniakwater. Ferrometalen vragen om een diep indringende roestwerende primer - twee als ze zich in een agressief milieu bevinden - plus een aantal afsluitende lagen als afwerking en tegen vochtindringing. U kunt ze verven met solventverven, acrylaatverven of een verfsysteem met twee componenten.
Nonferrometalen
Aluminium, koper en zink moet u goed reinigen en ontvetten met ammoniakwater (thinner voor aluminium). Daarna moet u het geheel opschuren en eventueel ontdoen van zoutuitslag. Geoxideerde oppervlakken maakt u schoon met een metalen borstel. Als de zinklaag van gegalvaniseerd staal grotendeels is verweerd, kunt u het oppervlak behandelen als een ferrometaal. Nonferrometalen kunt u behandelen met solventverven of acrylaatverven. Ook een verfsysteem met twee componenten is uitermate geschikt. Zink en gegalvaniseerd staal moeten minstens één jaar aan de weersomstandigheden worden blootgesteld vooraleer u er een verflaag op kunt zetten. Gebruik nooit acrylaatverven op mechanische rolluiken.
Voor beton, cement, cellenbeton en metselwerk kunnen waterverdunbare en synthetische verven (voor een sterk vervuilde omgeving) worden gebruikt.
Beton
Beton kan pas worden geschilderd wanneer al het niet chemisch gebonden water is verdampt.
Bij beschadigd of verroest gewapend beton moet eerst alle broos beton worden weggehaald.
Ijzer dat te dicht bij de oppervlakte ligt, moet worden weggehakt met een beitel. Ontroest met een stalen borstel, breng twee lagen antiroestmiddel aan en vul het geheel op.
In scheuren, holtes en afbrokkelende hoeken verwijdert u alle niet hechtende delen met een beitel en een stalen borstel en vult u de gaten op met cement of een speciaal product.
Cement
Een loskomende cementbepleistering moet worden verwijderd en opnieuw gecementeerd. Barsten en scheuren moeten worden overbrugd met een elastische gevelbekleding. Ook hier moet niet chemisch gebonden water eerst verdampen, zodat het alkalische karakter van het materiaal vermindert.
Cellenbeton
Cellenbeton is erg poreus van aard. Daarom is een aangepast impregnatiemiddel noodzakelijk. Borstel het oppervlak vooraf met een harde borstel. U kunt cellenbeton dan afwerken met 3 lagen speciale acrylaatverf voor gevels. Als er veel onregelmatigheden in het cellenbeton zitten, dringt een structuurproduct zich op. Dat wordt achteraf eventueel bedekt met een laag satijnglanzende acrylaatverf die tegen vuilafzetting beschermt.
Baksteen
Baksteenmetselwerk moet voldoende droog zijn voor u het kunt schilderen. Verweerde baksteenvoegen moet u verwijderen en vervangen. Mossen, algen en schimmels wijken voor bleekwater. Op baksteen wordt meestal satijnglanzende acrylaatverf aangebracht. Een gebrekkige hechting kunt u verhelpen door eerst een speciale hechtingslaag aan te brengen. Bij een twijfelachtige of een poederende ondergrond brengt u eerst een speciaal fixeermiddel aan, waarna u het oppervlak kunt afwerken met een waterverdunbare verf.
PVC
Dakgoten en afvoerpijpen in PVC kunnen, nadat ze zijn ontvet, met waterverdunbare en synthetische verven worden behandeld. Doe altijd eerst een hechtingstest, zeker wanneer u acrylaatsystemen gebruikt.
Vochtige ondergrond
Op doorlopend vochtige ondergronden zoals een tuinmuur, de onderkant van balkonterrassen of vrijstaande muren hoort een ademend verfsysteem.
Decoratieve interieurtechnieken
Decoratieve technieken nodigen u uit om met kleuren en nuances te spelen. Sommige technieken kunt u, mits een beetje handigheid, zelf toepassen. Andere methoden worden het best aan gespecialiseerde vaklui overgelaten.
De meest frequent gebruikte technieken zijn:
stucco Veneziano
spatelato de luce
sponzen
tamponneren
marmeren
deppen
spatten.
Materiaal
kasten worden het meest gebruikt.
Gewone kwasten (ca. 10 cm breed) worden gebruikt
om glaceer - en zijdeglansverf aan te brengen en voor het aflakken en vernissen.
Kleinere kwasten (2 cm breed) zijn handig voor de behandeling van kleine vlakken.
Ronde of ovale kwasten zijn geschikt voor sponningen, kozijnen, plinten en deuren.
Met radiatorkwasten bereikt u probleemloos moeilijk bereikbare hoekjes achter buizen en radiatoren.
Verfrollers vergemakkelijken het schilderen van grote oppervlakken. Een verfbak en een rooster zijn nodig om de verf op te vangen.
Een verfrol uit wol absorbeert meer verf dan een synthetisch exemplaar.
Een verfroller met korte haren tot 10 mm zorgt voor een fijner en gladder resultaat dan een verfroller met langere haren.
Fijne en smalle verfrollers, waaronder de radiatorroller, worden gebruikt voor het verven van moeilijk bereikbare plaatsen.
Aan de slag
Zet eerst bloembakken en andere mogelijke struikelblokken uit de weg als u buiten aan de slag gaat.
Scherm woningelementen die niet worden geschilderd (bijvoorbeeld blauwe hardsteen) af. Eventueel kan een kleurloos, waterafstotend product de sierstenen in de gevel extra beschermen. Mors met dit product nooit op andere verven.
Doe eerst alle voorbereidingswerken. Zo vermijdt u dat natte verf vol stof komt te zitten.
Nieuwe constructies moeten minstens 6 maanden uitdrogen. Neem bij vochtinfiltraties eerst de oorzaak weg.
Het te verven oppervlak moet proper, vorstbestendig en vrij van zoutuitbloeiingen zijn. Werk voegen indien nodig bij met een voegmiddel dat ook geschikt is voor de behandeling van barsten.
Was ontkistingsolie op beton af met een speciaal product. Spoel daarna alles af met veel water en laat het geheel voldoende drogen.
Verwijder slecht hechtende oude verflagen en herstel losgekomen cementbezetting of pleisterwerk.
U kunt glanzende verf mat schuren met waterproof schuurpapier.
Vul aansluitingen met houtwerk en niet waterdichte voegen op met een blijvend elastische, overschilderbare kit. Gebruik hiervoor een polyurethaankit, geen siliconenkit want die laatste kan niet worden overschilderd.
Roer verfproducten altijd goed om. Verdun ze alleen indien de gebruiksvoorschriften dat vereisen, en gebruik in dat geval uitsluitend de aanbevolen verdunner.
Met de rol: neem telkens een kleine hoeveelheid verf die u op de rol verdeelt met behulp van het speciale rooster. Breng de verf eerst in verticale banen aan en druk daarbij zeker niet te hard. De volgende laag kunt u horizontaal aanbrengen. Eindig altijd verticaal.
Met de borstel strijkt u om te beginnen de verf uit over de hele breedte van de bovenste strook. Verdeel daarna de verf in kleine verticale banen en ga er nog eens horizontaal over. Effen tenslotte de verf van onder naar boven zonder te hard te drukken. Werk een oppervlak altijd in één keer af, anders krijgt u onvermijdelijk kleurverschillen.
Buiten respecteert u het best een bepaalde volgorde. In grote trekken: begin met de dakgoot, pak daarna de gevel aan en neem tenslotte het houtwerk onder handen. Eenzelfde volgorde is aan te raden op kleinere schaal, bijvoorbeeld voor een raam.
Verf eerst de centrale vensterroeden. Doe dat van boven naar onder en achtereenvolgens verticaal en horizontaal. Daarna komt het omringend kaderwerk aan de beurt. Werk altijd in éénzelfde richting. Begin linksonder de raamlijst en verf naar boven. Doe dan het horizontale stuk. Werk van rechtsboven naar onder en eindig met de waterlijst. Laat geen verfdruppels achter op de onderkant van het raam, want hierdoor zal het achteraf slecht sluiten. Zet de ramen wijd open als u het kozijn schildert en laat ze daarna op een kier staan tot de verf volledig droog is. Omwille van de droogtijd kunt u beter 's ochtends vroeg beginnen, zodat de ramen 's avonds droog zijn. Dan kunt u ze 's avonds probleemloos sluiten. Controleer na het verven altijd de onderste regel aan het kozijn. Die heeft vaak aan de onderzijde een groef die verhindert dat de regen over de muur naar beneden loopt. Verwijder de verf die eventueel in die groef is terechtgekomen.
Bij deuren met een paneelindeling schildert u eerst de panelen van links naar rechts en van boven naar beneden. Daarna volgen de middenstijlen en de dwarsregels, telkens van boven naar beneden. Vervolgens is het de beurt aan de buitenstijlen, eerst langs de scharnierzijde en vervolgens langs de slotkant. Dan volgen de deurdorpel, de buitenstijl aan de scharnierkant en het kozijn. Een vlakke deur verdeelt u in gedachten in acht stukken. Verf eerst het stuk linksboven, daarna het stuk rechtsboven en werk zo naar beneden toe. Eindig met het kozijn en de randen van de deur.
Verwijder tijdens het werk alle vlekken en spatten meteen met water of solvent. Spatten op vensterruiten laat u het best opdrogen. Daarna kunt u ze probleemloos afkrabben. Verwijder stofdeeltjes met een licht bevochtigde doek vóór u de laatste laag aanbrengt. Staak de werkzaamheden als er te veel wind staat. Stop ook als het te fris of te vochtig is, want in dergelijke omstandigheden droogt de verf niet en verliest de lak zijn glans. Gebruik nooit watergedragen acrylaten als de temperatuur onder 8° C zakt.
Breng beits altijd in de nerfrichting aan. Werk met kleine hoeveelheden om vlekken te vermijden. Als u beits overlappend aanbrengt, kunnen er kleurverschillen ontstaan. Schuur na het aanbrengen van de eerste laag beits het geheel lichtjes op met fijn schuurpapier. Verwijder stof met een doek met terpentine en smeer de volgende lagen uit. Vergeet de onderkant van de deur niet, anders kan daar vocht binnendringen.
Reinig borstels en rollen meteen met water, met een solvent of met een speciaal product. Laat ze drogen en pak ze in aluminium of plasticfolie in. Dat laatste voorkomt ook uitdrogen als u meerdere dagen na elkaar moet werken. Verwijder de verf in de rand van de pot, doe het deksel goed dicht en houd de pot even ondersteboven. Bewaar de pot daarna rechtopstaand op een koele, droge en vorstvrije plek. Restjes verf die u niet wilt bewaren, horen op het containerpark thuis.
Wanneer u werkt met oplosmiddelhoudende verven binnen een gesloten ruimte, is een goede ventilatie van essentieel belang. U moet vooral voorzichtig omspringen met schimmelwerende verven en met houtbeschermingsmiddelen met biocide eigenschappen. Het giftige lood wordt nog steeds gebruikt in roestwerende verven voor buitenshuis.
Lijmen is een proces met als doel om twee of meer materialen te verbinden.
Lijmen is, zoals lassen en solderen, een verbindingstechniek welke bijna alle materialen met elkaar verbinden kan. Het voordeel van lijmen is dat de te verbindende materialen, in tegenstelling tot het lassen of het solderen, niet verwarmd dienen te worden. Ook wordt de kracht gelijkmatig van het ene materiaal naar het andere materiaal overgebracht. Voor een goede lijmverbinding is een juiste lijmkeuze en een beheerst lijmproces belangrijk.
Lijmreacties
De lijmreacties zijn onder te verdelen in;
Fysisch
Bij dit type lijmen vindt er geen chemische reactie plaats.
De fysiche reacties zijn weer onder te verdelen in;
Verlies van oplosmiddel. Men laat gedurende een bepaalde tijd het oplosmiddel verdampen en vervolgens worden de oppervlakken pas tegen elkaar gedrukt. Voorbeelden van deze lijmsoorten zijn; bandenplaklijm, houtlijm en papierlijm.
Uitharding door afkoelen. Bij dit type lijmen wordt de lijmmassa als een hete vloeistof aan op het te lijmen oppervlak aangebracht. Door afkoeling ontstaat er een hechting. Voorbeelden van deze lijmsoorten zijn; thermoplasten zoals EVA, PA en Polyerester.
Kleeflijmen. Bij dit type lijmen is de lijmmassa rubberachtig en is de kleefkracht blijvend.
Smeltlijmen. Bij dit type lijmen smelten de componenten samen.
Siliconenlijmis een lijm gemaakt van silicium en zuurstof (silicone). De lijmverbinding komt tot stand door water (vocht in de lucht) wat reageert (polymeriseren) met de silicone.
Wordt het lijmvlak van de lucht afgesloten bijvoorbeeld door te dikke lijm of geen luchtdoorlatende materialen, dan hardt de lijm niet uit. Het water (vocht in de lucht) kan dan niet meer bij de lijm komen. Om dit probleem op te lossen wordt soms een tweecomponenten siliconenlijm toegepast.
Silicone is een polymeer waarin atomen van silicium en zuurstof elkaar beurtelings afwisselen. Siliconen worden gekenmerkt door de ongebruikelijke stabiliteit bij extreme temperaturen (zowel hoog als laag), en kunnen als vloeistoffen, rubbers, harsen of vetten voorkomen. Siliconen zijn zeer glad, waterafstotend, fysiologisch traag, kleurloos en geurloos.
SMP-lijm (Silyl Modified Polymers, ook wel MS-Polymeerlijm (Modified Silane Polyether) genoemd) is een lijm van gemodificeerde silaan (SiH4) moleculen.
De lijmverbinding komt tot stand door water (vocht in de lucht) wat reageert (polymeriseren) met de silaan verbindingen. Voor een snellere uitharding van de lijm wordt gebruik gemaakt van een 2K (twee componenten) SMP-lijm.
Toepassingsgebieden zijn :
constructielijmen (in een vochtige omgeving)
(glas)primer
tandheelkunde
(afdicht)kit
PVAC-lijm
PVAC-lijm (polyvinylacetaat) ook wel (witte)houtlijm, is een thermoplastische lijm.
De bekende witte houtlijm is een dispersie van polyvinylacetaat in water. De lijm wordt na verwarming zacht.
De lijmverbinding komt tot stand door verdamping ( of absorptie) van het oplosmiddelOver het algemeen komt de verlijming tot stand door het uitoefenen van een hoge druk op de te lijmen delen. PVAC-lijm kan ook geperst worden met een warme strijkbout.
Toepassingsgebieden zijn:
Constructielijm ( bouw)
Textiellijm
Fineer
Epoxy of polyepoxide is een chemische verbinding.
Het is een epoxide-polymeer opgebouwd uit 2 koolstofatomen (C) en 1 zuurstofatoom (O) in een ringvormige structuur.
Epoxylijm is een tweecomponentenlijmen wordt voor vele toepassingen zowel industrieel, huishoudelijk als in de vliegtuigmodelbouw gebruikt. Het kan aangebracht worden als afdeklaag (coating), maar ook in combinatie met glasvezels
Aan de epoxywordt een harder toegevoegd, waardoor er een sterke lijmverbinding ontstaat. Door de verbinding voorzichtig en niet te veel te verhitten met bijvoorbeeld een verfbranderkan de lijm weer makkelijk verwijderd worden.
In 1939 is de lijm ontwikkeld door I.G. Farben in Duitsland. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
voorbeeld van een lijm
TEC 7
alles in één: vervangt montagelijm, houtlijm, P.U.-lijm, siliconenkit, sanitairkit, acrylaatkit en buthyleenkit
alles verlijmen, monteren en afdichten
unieke hechting op bijna alle materialen, zelfs op vochtige ondergrond
overal inzetbaar: binnen en buiten, sanitair of keuken...
supersterk, blijvend elastisch en direct overschilderbaar
De keuze tussen de verschillende eigenschappen van isolerende beglazingenwerd steeds herleid tot een compromis tussen isolatiewaarde, lichttransmissie, stralingstransmissie van zonnewarmte, UV-transmissie en geluidsisolatie.De multifunctionele beglazingen HEAT MIRROR bieden voor deze vijf aspecten dé optimale combinatiemogelijkheden ongeacht de vorm, de kleur of de glasdikte.Het hele jaar door bereikt u een komfort waarvan tot nu toe enkel kon gedroomd worden. Architectonische ontwerpen die met mono-funktionele beglazing, moeilijk te ontwerpen waren, kunnen nu dankzij HEAT MIRRORuitgewerkt worden.
0,5 % UV van het zonnespectrum
62 %ZONLICHTTRANSMISSIE
06 % IR van het zonnespectrum
96 %reflectie energiestralingen vande verwarming
Zonnetoetreding (SF)30%
De speciale coating, dat door de andere producenten op één van de glasplaten wordt aangebracht, is bij HEAT MIRROR op een flinterdunne film (7 micron m) aangebracht. Deze film is gespannen tussen twee kaders, tussen de twee glasplaten, en vormt zodoende een driedubbele beglazing, maar zonder de bijkomende dikte, noch het gewicht van een derde glasplaat. De vrijheid van keuze van glasdikte blijft behouden, zowel als de vorm, de hogere isolatiewaarde en de andere zonnewerende eigenschappen van
HEAT MIRROR .
De coating is niet langer een conglomeraat van verschillende metalen. Bij HEAT MIRROR bestaatde coating uitlagen van telkens een ander edel of half-edel metaal. Dankzij dit procédé kan de werking van de coating geoptimaliseerd worden op al de deelfunkties van stralingen.
Afhankelijk van de eisen van de klant kan de beglazing uitgerust worden met één of met twee filmen.In dit laatste geval spreken we van SUPERGLASS®.
Lichttransmissie en Warmtereflectie
De unieke samengestelde coating zorgt voor een selectieve reflectie van de golven binnen het zonnespectrum. In plaats van licht en warmte in gelijke mate te reflecteren, gaat de HEAT MIRROR-film het licht in grote mate doorlaten, maar de infraroodstraling reflecteren. De HEAT MIRROR-NEUTRAL 62/06 heeft een lichttransmissie van 62% gecombineerd met een infraroodreflectie van 94%. Dankzij deze uitermate lage infraroodtransmissie van 6% en een SF van 30 is de aankoop van zonnewerende schermen niet meer nodig en kan het airconditioning systeem tot een uiterst minimum beperkt worden, en in het Belgische klimaat dikwijls geschrapt worden. Ventilatie blijft steeds een noodzaak.
UV-filtering
Eén van de grote problemen bij het gebruik van glas, vooral bij grote ramen, is de verkleuring van de blootgestelde goederen, meubels, tapijten en gordijnen aan de invloed van de UV-straling. HEAT
MIRROR zal deze schadelijke UV-straling voor 99.5% tegenhouden. De verkleuring van textielen, leder
en andere stoffen wordt vijf keren vertraagd zodat dezelfde verkleuring pas zal ontstaan na een periode
dat vijf keer langer is voor dezelfde belichtingsomstandigheden.
EUROTHERM - VAN GEYSTELEN NV, te Beveren, is de exclusieve producent en licentiehouder van HAET MIRROR en SUPERGLASS® voor België en Luxemburg.
Bij alles wat u in uw leven doet, heeft u steeds een stevige basis nodig waarop uw acties gefundeerd zijn. Bij de plaatsing van een goede vloerbedekking is dat niet anders. Zonder een goede ondervloer zou de vloer van uw woning verzakken met alle gevolgen van dien.
Vooraleer u kunt overgaan tot het plaatsen van de vloerbedekking, moet u een stevige ondervloer (in de volksmond beter gekend onder de naam 'chape') voorzien. De ondervloer is eigenlijk een dikke laag cement die ervoor moet zorgen dat er een stevige basis ontstaat voor de latere vloerbedekking. Een goede ondervloer is volledig waterpas, hij is waterdicht en hij zorgt voor een goede thermische en akoestische isolatie. Omwille van het belang van een goede ondervloer laat u de plaatsing beter over aan gespecialiseerde vaklui. Zelfs als u wel over de nodige kennis van zaken beschikt, doet u beter een beroep op een vakman. Dankzij een aantal aangepaste toestellen zal hij het werk altijd sneller en nauwkeuriger kunnen uitvoeren.
Als u wilt dat er vloerisolatie wordt geplaatst, dan moet u eerst nog een uitvullingslaag boven de druklaag voorzien. Eventuele sanitaire leidingen en elektriciteitskabels komen dan boven of onder de isolatielaag te liggen. Wanneer de leidingen zich onder de isolatielaag bevinden, moet de uitvullingslaag boven de leidingen worden geplaatst. Pas dan kan de ondervloer worden geplaatst. Wanneer u de leidingen en de kabels boven de isolatie plaatst, heeft u het voordeel dat deze beter tegen de vrieskou worden beschut.
Na het plaatsen van de ondervloer legt men meestal loopplanken over het vochtige cement zodat de druk wordt verdeeld als u toch over de vloer moet lopen. Op die manier wordt zoveel mogelijk schade vermeden aan de nog kwetsbare constructie. Loopt de ondervloer toch nog een of andere beschadiging op? Mits enige handigheid kunt u zelf een dunne egalisatielaag aanbrengen die alle beschadigingen makkelijk wegwerkt. Na 21 dagen is de chape klaar om bevloerd te worden. Als u het droogproces wilt versnellen, kunt u altijd gebruik maken van een zogenaamde bouwdroger. Als u zeker van uw stuk wilt zijn en als u liever niet het risico loopt dat uw vloerbedekking verzakt, dan neemt u de aanbevolen droogperiode beter in acht. Geduld is nu eenmaal een mooie deugd ...
Het wooncomfort die uw woning u biedt, wordt sterk beïnvloedt door de isolatie en de ventilatie die voorhanden is. Zonder een goede isolatie zou uw energierekening tijdens de wintermaanden de pan uit swingen terwijl u toch nog zou rillen van de kou. In de zomer zou de hitte u dan weer ettelijke slapeloze nachten bezorgen. Ook een goede ventilatie is nodig om vocht en schimmel te vermijden. Aan de hand van deze rubriek tonen we u alvast hoe u uw woning het best isoleert en ventileert zodat uw thuis u een optimale beschutting biedt tegen de wisselende weersomstandigheden die zo eigen zijn aan ons kleine land.
Isolatie
Door uw woning thermisch te isoleren, kunt u de warmteverliezen aanzienlijk beperken en het energieverbruik verlagen. In het Vlaamse en het Waalse Gewest zijn voor nieuwbouwprojecten en doorgedreven renovaties met een bouwvergunning isolatienormen (K 55) vastgelegd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eenzelfde norm in voorbereiding.
Thermisch isoleren kan met behulp van ingrepen zoals isolerende beglazing, voorzetramen, luiken, tochtstrips. Meestal zal u echter bijkomende speciale isolatiematerialen en - technieken nodig hebben om een goed resultaat te bekomen.
Bij de keuze van het isolatiemateriaal moet u letten op eigenschappen zoals de thermische geleiding, de akoestische kwaliteit, de capillariteit, de brandbaarheid, de waterdampbestendigheid alsook de bestendigheid tegen verrotting, schimmels en insecten. Een mogelijke gids voor isolatiematerialen is de technische goedkeuring BUtgb (Belgische Unie ter goedkeuring in de bouw).
Isolatiemateriaal moet niet alleen van een afdoende kwaliteit zijn, het moet ook vakkundig en nauwkeurig worden geplaatst:
Een isolatielaag moet één geheel vormen dat nergens wordt doorbroken.
Aan de binnenzijde moet isolatie voorzien zijn van een (veelal dampdicht) luchtscherm. Aan de koude zijde moet de isolatie voorzien zijn van een windscherm.
Koudebruggen, die ontstaan door een onderbreking in de thermische isolatie waarlangs warmte van binnen naar buiten ontsnapt, moeten worden vermeden. Ze veroorzaken niet alleen een relatief groot warmteverlies, ze geven ook aanleiding tot condensatie en schimmelvorming. De kans op koudebruggen is vooral groot:
aan raamlateien die de binnenkant rechtstreeks met de buitenkant verbinden
aan spouwmuren die verbonden zijn met het metselwerk
aan de aansluiting van een binnenmuur met een buitenmuur
aan een betonkolom in de spouwmuur
aan de verbinding van een vloer en een buitenmuur boven een kelder of een geventileerde ruimte.
Wanneer u de isolatie zelf aanbrengt, bent u beter af met een materiaal dat gemakkelijk te hanteren is en dat u zonder moeilijkheden kunt versnijden, aanbrengen en verankeren.
Isolatiematerialen: belangrijke begrippen
De warmtetransmissiecoëfficiënt (k): Hoe lager de k - waarde van het element, hoe groter het isolerend vermogen. Of nog: hoe kleiner de k - waarde, hoe kleiner het warmteverlies.
De warmtegeleidingscoëfficiënt (l): De warmtegeleidingscoëfficiënt geeft aan in welke mate een bepaald materiaal de warmte geleidt. Hoe gemakkelijker de geleiding van de warmte, hoe hoger de coëfficiënt. Met andere woorden: hoe lager de waarde van de coëfficiënt, hoe beter het materiaal isoleert.
De warmteweerstandscoëfficiënt (R): De warmteweerstandscoëfficiënt wordt verkregen door de dikte van een materiaal te delen door de warmtegeleidingscoëfficiënt. Hoe hoger de R - waarde van een stof, hoe minder warmteverlies. Of nog: hoe groter de weerstandscoëfficiënt, hoe beter het materiaal weerstaat aan de warmtedoorgang.
Isolatiematerialen: indeling
Op basis van hun structuur worden isolatiematerialen ingedeeld in vier belangrijke families. Zo zij er materialen met:
een korrelvormige structuur
een vezelstructuur
een cellenstructuur
een gemengde structuur.
De meest voorkomende isolatiematerialen Glas en rotswol: hebben een warmtegeleidingscoëfficiënt tussen 0,032 en 0,040. Matten en flensdekens vormen een gemakkelijke en doeltreffende isolatie voor zoldervloeren en hellende daken. Minerale vlokken worden onder meer toegepast voor de isolatie van spouwmuren. Stijve platen zijn geschikt voor onder andere spouwmuren met een gedeeltelijke spouwvulling, warmteisolatie van vloeren en muren aan de buitenzijde.
Cellenglas of schuimglas: heeft een l - waarde van circa 0,042 tot 0,070. Schuimglasplaten zijn geschikt voor de isolatie van volle buitenmuren, spouwmuren met gedeeltelijke vulling, platte en hellende daken, de buitenzijde van funderingsmuren en vloeren. Schuimglaskorrels kunt u aanwenden voor de warmteisolatie van vloeren, isolatie van dakgebinten, ...
Kurk: de warmtegeleidingscoëfficiënt situeert zich tussen 0,040 en 0,045. De dikte van het isolatiemateriaal varieert van 4 tot 10 cm naargelang de toepassing: de isolatie van vloeren, platte daken, spouwmuren met gedeeltelijke spouwvulling, ...
Perliet: is beschikbaar in de vorm van platen en korrels. Zuiver geëxpandeerd perliet wordt ook benut voor de isolatie van zoldervloeren. Harde platen zijn bedoeld voor de isolatie van het platte warme dak, perlietkorrels voor spouwmuren met volledige spouwvulling. Perlietbeton levert goede resultaten bij platte daken en koepels. De warmtegeleidingscoëfficiënt bevindt zich tussen 0,040 en 0,060.
Vermiculiet: zuiver geëxpandeerd vermiculiet komt in aanmerking voor de isolatie van zoldervloeren, platen voor de warmteisolatie van platte warme daken. Andere toepassingen zijn de isolatie van spouwmuren, schoorstenen en de fabricatie van isolerend beton. De l - waarde bedraagt 0,058.
Geëxpandeerd polystyreen (EPS): ook piepschuim genoemd, heeft een l - waarde van 0,034 tot 0,040. Het materiaal is bruikbaar voor de isolatie van volle buitenmuren, spouwmuren met een gedeeltelijke vulling, daken en vloeren.
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS): kent ongeveer dezelfde toepassingen als de geëxpandeerde versie. De warmtegeleidingscoëfficiënt bedraagt 0,028 tot 0,036, zodat de platen minder dik moeten zijn dan bij geëxpandeerd polystyreen.
Polyurethaan (PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR): hebben een warmtegeleidingscoëfficiënt die varieert van 0,023 tot 0,028. Beide materialen worden aangewend voor de isolatie van volle buitenmuren, spouwmuren met gedeeltelijke spouwvulling, daken en vloeren. Polyurethaan kan ook worden gespoten of verwerkt als isolatiemortel (voor vloerisolatie, uitvullaag van platte daken en isolatie voor zoldervloeren).
Ureumformaldehydeschuim (UF): heeft een l - waarde van 0,035 tot 0,040. Het materiaal doet vooral dienst voor de isolatie van spouwmuren met een volledige spouwvulling. Het mag alleen worden gebruikt wanneer er GEEN contact is tussen de spouw en de leefruimte.
Andere: tot de biologische isolatiematerialen behoren schelpen en vlasdekens. Verder zijn er o.a. isolerende sandwichpanelen en platen van met cement gebonden PS - korrels.
Akoestische Isolatie
Laat uw architect ook voldoende aandacht besteden aan de geluidsisolatie:
Geluidsoverdracht door vloeren kunt u voorkomen door te
werken met zwevende vloeren.
Een andere mogelijkheid is dat u speciale isolatie aanbrengt onder de dekvloer van de verdiepingen.
Kunststofbuizen beperken leidinggeluiden.
Door verzonken leidingen te omhullen met een geluiddempende tape of door elastische steunblokjes te gebruiken, kunt u storende geluiden dempen.
In een drukke omgeving kunnen akoestische beglazing en vaste ramen een rem op lawaaioverlast zetten.
Isoleer de buizen van sanitaire leidingen en van de centrale verwarming. Daarmee kunt u een opmerkelijke hoeveelheid energie besparen. U kunt leidingen isoleren om de warmteverliezen te beperken, om ze te beschermen tegen elke vorm van corrosie, of om het geluid, dat wordt veroorzaakt door stromend water, in te dijken.
Ventilatie
Enkele jaren geleden stapelden klachten zich op over vocht, overmatige condensatie en schimmelvorming in woningen. Meestal deden de problemen zich voor in nieuwe, goed geïsoleerde woningen. Oorzaken: slechte isolatietechnieken en een onvoldoende ventilatie.
Ventileren is niet hetzelfde als luchten. Dat laatste houdt in dat u gedurende 15 tot 30 minuten de ramen of deuren opent om verse lucht binnen te laten. Ventileren doen we voor ons eigen welzijn (ademhalingsproblemen, allergieën, koolmonoxidevergiftiging) en voor het onderhoud van onze woning (afvoer huishoudelijk vocht dat zich anders in de woning vastzet). Ventilatie zorgt voor de afvoer van geuren, waterdamp, koolzuurgas, stofdeeltjes, tabaksrook en schadelijke stoffen zoals koolmonoxide en stikstofoxiden. Bovendien voorziet een goede ventilatie de verwarmingstoestellen van zuurstof.
Ventilatie kan zowel mechanisch als natuurlijk gebeuren. Het basisprincipe is dat verse lucht wordt toegevoerd in de droge ruimten (slaapkamer, leefruimte, thuiskantoor, ...) en dat de verontreinigde lucht wordt afgevoerd uit de natte ruimten (badkamer, keuken, ...). Openingen tussen beide soorten ruimten moeten een luchtdoorstroming mogelijk maken.
Ongecontroleerde en gecontroleerde ventilatie
Bij ongecontroleerde ventilatie treedt warmteverlies op via kieren en spleten, ongebruikte rook en afvoerkanalen, hiaten tussen kozijn en raam, de klep van de open haard, deuren tussen verwarmde en niet verwarmde lokalen, ...
Gecontroleerd ventileren kan via verluchtingssystemen die in tal van uitvoeringen verkrijgbaar zijn:
regelbare luchttoevoerroosters
verluchtingsroosters
valramen
ventilatieschuiven
regelbare ventilatieopeningen in de gevel
ventilatiestrips in de raamprofielen
luchtafvoerkokers
mechanische verluchtingsapparaten.
Bijkomende ventilatie
In de constructie zelf zijn al een aantal ingrepen mogelijk. Spouwmuren kunt u bijvoorbeeld ventileren door stootvoegen open te maken en door stootvoegventilatieroosters of verluchtingselementen te plaatsen. Voor kruipruimten en kelders zijn er eveneens allerlei hulpstukken, zoals bijvoorbeeld vloerventilatiekokers.
De verschillende ruimten in de woning kunt u verluchten met behulp van roosters. Verluchtingsroosters en - strips bestaan in talrijke varianten. Ze worden vervaardigd van PVC of aluminium en ze zorgen meestal voor een regelbare ventilatie. Ze kunnen worden geïntegreerd in ramen of deuren, ze zijn inbraakveilig en het ingebouwde gaas houdt muggen en andere insecten buiten. Roosters met een thermische onderbreking beperken het energieverlies. Als u belang hecht aan het weren van geluiden, kunt u kiezen voor exemplaren die akoestisch geïsoleerd zijn. Handig zijn regelbare ventilatieroosters in de profielen van de ramen. Belangrijk is dat de roosters goed zijn geïnstalleerd en op de juiste manier worden gebruikt.
U kunt de ruimten ook verluchten met behulp van een mechanische installatie waarmee u de hoeveelheid toegevoerde en/of afgezogen lucht helemaal zelf in de hand hebt. De combinatiemogelijkheden zijn legio:
mechanische aan - en natuurlijke afvoer (minder gebruikelijk in de woningbouw)
natuurlijke aan - en mechanische afvoer (het meest gebruikelijke in de woningbouw)
mechanische aan - en afvoer (de duurste oplossing).
Een gecontroleerde mechanische ventilatie kan eventueel zelfs warmte uit de afgevoerde lucht recupereren door middel van een warmtewisselaar. Daardoor wordt de verse lucht eerst opgewarmd met de warmte van de afgevoerde lucht vooraleer hij in het lokaal belandt. Andere systemen bieden het voordeel dat hun werking wordt aangepast aan de behoeften van elk lokaal afzonderlijk en dat ze klokvast te programmeren zijn.
De ventilatienorm (geen wettelijke norm, maar een voorschrift voor een goede uitvoering) schrijft een voldoende luchttoevoer en afvoer in normale omstandigheden voor. Die aan - en afvoer mag zowel natuurlijk, mechanisch als met een combinatie van die twee gebeuren. Per uur en per vierkante meter vloeroppervlak moet 3,6 kubieke meter verse lucht worden aangevoerd, met minima voor specifieke ruimtes en voor het debiet van doorstroomopeningen. De norm voorziet ook de verplichting van een intensieve ventilatie in bepaalde ruimtes zoals bijvoorbeeld keukens zonder een buitenvenster of een buitendeur.
De meest gebruikte houtsoort voor buiten- en binnenschrijnwerk, van dak tot meubels.
Gewone spar of witte spar van het noorden
Duurzame en lichte variëteit, aanbevolen voor binnen want moeilijker te behandelen.
Douglas den, roestbruin
Ideaal voor deuren en raamwerk voor vensters en daken. Zeer geliefd voor zijn omvangrijke projecten want de planken zijn soms zeer groot.
Rode ceder
Zeer vormvaste soort zelfs als ze blootgesteld wordt aan grote temperatuurwisselingen. Wordt vooral buiten gebruikt.
Eik of andere loofbomen
Verdraagt grotere lasten dan naaldhout en is beter bestand tegen schadelijke invloeden (schimmels, insecten ), ook de levensduur is langer. Wordt vooral gebruikt voor parket, trappen en meubels.
Triplex en Multiplex
Zijn dunne bladen hout die op elkaar gelijmd worden. De panelen zijn gewoonlijk samengesteld uit een onpaar aantal dunne houtlagen deze worden zo gelijmd dat de vezels een rechte hoek vormen met de vezels van de volgende laag, door deze gekruiste werkwijze 3,5,7 of 9 lagen krijgt de plaat een hoge weerstand en een opmerkelijke stijfheid.
De zijden worden bedekt met een laag houtfineer bv. beuk, eik, mahonie, merantie
Er bestaan 3 soorten,
Multiplex MR: voor gebruik binnen
Multiplex WBP : vochtbestendig gelijmd
Betonplex:multiplex met een speciale beschermlaag om de buitenste houtlagen
tegen weerinvloeden te beschermen.(Bruynzeel)
panelen uit latten of lamellen
Vandaag de dag zijn ze zo goed als onvindbaar geworden in de handel. Ze bestaan langs de binnenkant uit naast elkaar geplaatste houten latten. langs beide zijden worden houten bladen geplaatst
MDF of Medium Density Fiberboard
MDF is een plaat die wordt bekomen door het warmpersen van verlijmde houtvezels. De fijne houtpartikels geven het een homogene textuur waardoor het gemakkelijk in de massa verwerkt kan worden. Het is glad, heeft een bijna natuurlijke houtkleur en is gemakkelijk te bewerken.
er bestaan 3 soorten,
LDF: lage persing
MDF: medium persing
HDF: hydrofuge of vochtbestendig
Enkel de HDF plaat kan in vochtige ruimtes gebruikt worden zoals kelders het is niet de bedoeling dat de platen rechtstreeksin contact komen met de vloeistof.
osb- platen
De platen bestaan uit verschillende lagen houtstroken die met lijm worden samengeperst.
De stroken van de buitenlagen worden parallel naast elkaar geschikt de binnenlagen worden willekeurig geplaatst
er bestaan 4 soorten,
OSB 1: voor interieurtoepassing in een droge omgeving
osb 2: bouwplaat dragend in een droge omgeving
osb 3: bouwplaat dragend in een vochtige omgeving
osb 4: bouwplaat bestand tegen zware lasten in een occasioneel vochtige omgeving
Hardboard
Is samengesteld uit schaafsel, houtrestjes en stro en dergelijke. Deze deeltjes worden samengeperst en onder hoge temperatuur in een viltlaag gedrukt. Naar gelang de persing heeftmen harde of half harde panelen (van het genre Unalit)
Hardboard wordt veel toegepast voor meubelen rugzijde van kasten en deuren
goed om weten
enkele paneelbekledingen
De bekleding van de diverse soorten houtplaten dient enerzijds om het uitzicht ervan positief te beïnvloeden maar anderzijds ook om de oppervlakteweerstand te verbeteren. Deze bekledingen zijn in volle evolutie.
De gestratifeerde plaat
Volgens de nor EN438 zijn deze over het algemeen bestand tegen sleet, krassen tegen bepaalde zuren en diverse scheikundige producten. We komen ze dan ook vooral tegen als keuken- of venstertablet of bij fabricatie van deuren.
Deze panelen worden ook wel gelamineerd genoemd (HPLhigh pressure laminates). Zij hebben een dikte van 0.5 tot 2.5 mm en bestaan uit meerdere onder hoge druk samengeperste lagen. Het gaat hier in feite om verschillende lagen kraftpapier, die warmgeperst zijn en doordrenkt met hars. De laatste laag krijgt soms een decor en een melaminehars.
De melamineplaat
Dit paneel heeft een zeer fijne bekleding en is dan ook fragieler. het wordt gebruikt voor onderdelen van meubelen die weinig risico op beschadiging lopen. De bekleding bestaat hier slechts uit een enkele laag kraftpapier, warmgeperst en doordrenkt met hars. De vloeibare hars dient tevens als lijm en verzekert de kwaliteit van het oppervlak. De verzaging van deze panelen is delicaat en er is een aangepaste uitrusting nodig om te voorkomen dat de bedekking afschilfert en beschadigd wordt
Het fineer
De buitenzijde van het paneel is een houtlaag waarvan de soort gekozen wordt in functie van zijn weerstandseigenschappen, zijn kleur en de textuur van zijn vezels. De edele fineersoorten ( zoals eik, mahonie, beuk .) moeten zichtbaar blijven voor decoratief gebruik.
Blauwsteen in een verzoete afwerking is de ideale keuze voor een lange termijn resultaat, waar nooit meer naar moet gekeken worden. In tegendeel, de vloeroppervlaktes worden elk jaar mooier. Het blijft een vaste waarde, die een tijdloze klasse geeft aan een gebouw. Hoogglans op blauwsteen is wat onhandig, omdat alle blauwstenen op looppaden stabiliseren op een uniforme donkerblauwe kleur, die afwijkt van het donker zwarte. Ideaal is dus te kiezen voor die afwerking die de steen toch op termijn gaat krijgen. Verzoet (licht of donker).
Maar na plaatsing, en eerste onderhoudsmaanden, krijgt men soms brede zones die donkerder en bleker zijn. Dit gebeurt bij het trage stabiliseren en patineren van de vloer met onderhoudsproduct en doorgang. Het algemeen aspect kan wat ongelukkig overkomen.
Oplossingen:
a. Wachten: na een paar jaar komt de vloer sowieso op een uniform aspect. Blijven onderhouden met natuurzeep.
b. Armolie: met schuurborstel en ontvettingsreiniger (niet zuur !!!) opgelost in warm water, de vloer opschuren en residu wegtrekken.
c. Laten patineren: vloer laten reinigen en nat patineren door een specialist. Deze techniek simuleert jaren en jaren doorgang. Ze gebeurt met zuiver water, en is perfect natuurlijk. Het uitzicht wordt een uniforme fijne natuurlijke zijdeglans.
Vlekken in poreuze natuurstenen
Natuurstenen die een hoge porositeit of capillariteit hebben, zoals bijvoorbeeld beige kalkstenen type franse steen of Portugese witstenen, bleke granieten of geflammeerde granieten, zuigen vlekken op basis van water of op basis van oliën op. Zelfs na oppervlakkige reiniging blijven ze in de natuursteen. Dit gebeurt als de oppervlaktes nog niet verzadigd zijn met een onderhoudsproduct.
Oplossingen:
a.Proberen te ontvlekken met ontvetters en oplosmiddelen zoals ammoniak, aceton of thinner. Andere vlekken kunnen met bleekwater verminderd worden. Test zelf.
b.Wachten: op termijn verdwijnen de vlekken.
c.Preventief werken: de kwetsbare oppervlaktes behandelen met een beschermingsproduct, zelf of door een specialist.
Kalkafzetting op douchewanden
Als je gebruik maakt van kalksteen (marmer, travertin, witstenen, blauwsteen, enz.) voor douchewanden, en het water kalkhoudend is, dan krijg je gegarandeerd op termijn problemen van kalkafzetting. De druppeltjes water drogen na het douchen op de wanden, en het kalk in die druppels zet zich sterk vast op de kalksteen.
Oplossingen:
a.Met fijne staalwol, met draaiende bewegingen, elke 2 à 3 maand, de vastgezette kalkdruppels verwijderen. Indien de korst de dik is, gaat dit systeem niet. Ga over naar bv.
b.Een specialist vragen om de wanden de slijpen tot een fijn verzoete afwerking.
Werfkrasjes voor de oplevering
Na het plaatsen van natuursteen in een bouw, gaan de werken verder. Indien er geen efficiënte bescherming geplaatst wordt, die ook dampdoorlatend is, kan het gebeuren dat er fijne krasjes gemaakt worden door vuil en zand die binnen gelopen wordt. Er kunnen ook zware beschadigingen gemaakt worden door sleuren met kisten, ladders, machines, enz. En dit voor de oplevering. Het is vervelend als de vloeren door die redenen niet geaccepteerd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de aannemers op werf om preventieve voorzorgen te nemen. De architect moet eveneens instructies geven in die zin.
Oplossingen:
a.Zo laten: fijne krasjes kunnen geaccepteerd worden indien de vloer toch na gebruik uniform gaat patineren en slijten.
b.Indien beschadigingen te zwaar zijn om te accepteren: lokaal indien mogelijk, of volledig herslijpen met machine (specialist).
Hoogteverschillen tussen tegels onderling
Bij sommige plaatsingstechnieken zoals het lijmen is het moeilijk om een perfecte pas te verkrijgen. Ondanks de moeilijkheidsgraad, moeten ze gelegd worden binnen de tolerantiegrens aanvaard door het WTCB. Deze wordt als volgt omschreven: bij het plaatsen van een rechte lat van 2 m, mogen er géén afwijkingen zijn van méér dan 2 mm, convex of concaaf, en dus automatisch géén verschillen van méér dan 2 mm tussen tegels onderling voorkomen. Maar vaak is de werf zodanig gevorderd dat het uitbreken en herbeginnen bijzonder moeilijk is.
Oplossingen:
a.Uitbreken en herbeginnen, desnoods in zones.
b.Volledig herslijpen en verzoeten, eventueel met achteraf kristalliseren om een hoogglans te bereiken (specialist).
Cementresten of vlekken van cementsluierverwijderaar
Na het opvoegen is het zéér moeilijk om cement- en mortelresten te verwijderen teneinde een proper en aanvaardbaar resultaat te bereiken.
Oplossingen:
a.Met een nieuw snijmesje en drager de cementzones zuiveren met de hand.
b.Pogen met een éénborstelmachine en schijf de resten weg te reinigen
c.Indien dit niet werkt, moet het geheel geslepen worden (specialist).
Uitkankeren van natuursteen vloer
Ervaring bewijst dat het uitkankeren bij bepaalde kalksteen en marmers een verkeerde plaatsing als oorzaak hebben. Dit gebeurt echter nog zelden. Wanneer geen witte cement en witte zand gebruikt worden, verhoogt het risico van uitkankeren. Overmatig gebruik van water is eveneens een boosdoener. Indien er gelijmd wordt op chape, moet deze eerst 28 dagen drogen omdat deze grijze cement bevat.
Oplossing:
a.Uitbreken en herbeginnen.
b.Zo laten: in bepaalde gevallen kan dit een mooi rustiek effect geven.
c.Herslijpen en opkitten met kleuren reparatiekit. Kan enkel wanneer er maar een klein risico is dat de reactie terug optreedt.
Blauwsteen die buiten ligt veroudert
Blauwsteen wordt heel veel gebruikt in toepassingen voor buiten: dorpels, vensterbanken, terrassen, facadesteen, facadeplinten, trottoirs, enz.
Het klimaat, de zuurtegraad van de regen, en de UV-straling veranderen de steenkleur. De lichtblauwe tint evolueert tot lichtgrijs. De kwaliteit van de steen vermindert wel niet, maar het oppervlakkig uitzicht wel.
Oplossing:
a.Zo laten: in het algemeen kan men moeilijk anders dan de natuur zijn gang te laten gaan.
b.Grondige reiniging: schuren met ontvetter met bleekwater.
c.Patineren: vloer laten reinigen en nat patineren door een specialist. Deze techniek simuleert jaren en jaren doorgang. Ze gebeurt met zuiver water, en is perfect natuurlijk. Het uitzicht wordt een uniforme fijne natuurlijke zijdeglans
d.Herslijpen
Ondanks de ervaring en het professionalisme van de specialisten die met en op natuursteen werken, zijn bepaalde situaties technisch en menselijk te moeilijk om volledig op te lossen. Elke bouw is anders, elke steen is anders, elke bouwheer is anders, en de resultaatvereiste is moeilijk te normaliseren. Men moet nooit vergeten dat natuursteen per definitie een natuurlijk product is. De uitstraling is uiteraard véél mooier, maar een natuurlijk product kan men niet forceren. Het is moeilijk om natuursteen te doen liegen.
De natuur moet soms haar gang gaan. In landen die sinds mensenheugenis met marmer werken begrijpt men dat. Wat is er mooier als de dorpspleinen met oude verweerde marmeren blokken, paleizen en kerken met 500 jaren oude vloeren?