Meer woningisolatie en -ventilatie worden alsmaar belangrijkere wapens in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Ze zijn echter niet altijd bevorderlijk voor de gezondheid van de bewoners. Duizenden Nederlanders kampen daardoor met gezondheidsklachten, en Vlaanderen mag zich aan iets gelijkaardig verwachten, zeggen experts in het weekblad Knack.
Tegen 2020 moeten we van Europa met z'n allen - bijna - energieneutraal bouwen. Dat betekent dat onze huizen beter geïsoleerd moeten worden, zodat ze zo weinig mogelijk CO2 uitstoten en energie verspillen.
Zorgen Ook in Vlaanderen worden de normen binnenkort strenger, maar er zijn goede redenen om je daar zorgen over te maken, schrijft Knack. Het tijdschrift verwijst naar de situatie bij onze noorderburen, waar de normen in 2000 al werden verstrengd.
Hele wijken kregen er sindsdien een zuinig ventilatiesysteem en warmtepompen. Die blijken echter slecht te werken, en de bewoners klagen er onder meer over ontstoken ogen, keelontstekingen, longontstekingen, vermoeidheid, evenwichtsstoornissen, een droge huid en vlekjes op de huid. De Nederlandse staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Joop Atsma (CDA), bevestigde eerder al dat er problemen zijn in meer dan een miljoen woningen en dat er duizenden zieke bewoners zijn.
Uitdaging Niettegenstaande de serieuze problemen bij onze noorderburen, ziet het ernaar uit dat een nieuwe Vlaamse decreetwijziging, die er na het zomerreces moet komen, louter op leefmilieu en energiezuinigheid zal focussen en niet op de gezondheid van de bewoners, aldus Knack.
"De uitdaging zal inderdaad zijn: hoe goed isoleren in evenwicht brengen met goed ventileren", zegt Jan Schaerlaekens, adviseur bij Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche (sp.a). (belga/sam)
Ga grondig na waar u energiebesparingen kunt doen. Grondig: dat betekent bijvoorbeeld ook dat u bekijkt welke vensters open moeten kunnen en welke niet.
Geloof niet zomaar architecten of bouwondernemingen die beweren dat een passiefgebouw te duur is.
Kijk ook naar de voordelen inzake imago, milieu, klimaat en werkomgeving.
Volg de ontwikkelingen in de bouwmaterialen op de voet. Er zijn bijna maandelijks nieuwigheden.
Ruil een luxeaspect in voor meer duurzaamheid.
Zorg ervoor dat iemand in eigen huis de bouwwerken van nabij opvolgt. Probeer dat als bedrijfsleider zelf niet erbij te nemen.
Denk goed na hoe u het gebouw zo polyvalent mogelijk kunt opvatten. U weet niet waarvoor u het over vijf, tien of twintig jaar nodig hebt.
Bouw niet te klein. Dat is goed voor uw imago en u kunt een deel verhuren.
De thermografische kaart is een gezamenlijk project van 21 steden en gemeenten in de Antwerpse regio, met steun van de Vlaamse Gemeenschap. Deze kaart geeft een indicatie van het warmteverlies van de daken op het ogenblik dat de opnames gebeurden. (vier koude nachten, begin maart 2009) en is geen absoluut wetenschappelijk instrument.
Energieprestatiecertificaat verplicht bij verkoop of verhuur woning
Het afleveren van een energieprestatiecertificaat (EPC) wordt vanaf 1 november 2008 verplicht bij de verkoop van een bestaande woning en vanaf 1 januari 2009 bij de verhuur van een pand. Dat heeft Hilde Crevits, minister van Energie en Leefmilieu beslist. De kostprijs van het certificaat zal tussen de 200 en de 250 euro bedragen en blijft tien jaar geldig. Het certificaat is nu al verplicht bij nieuwbouw.
Dankzij het energieprestatiecertificaat weten kandidaat-kopersof -huurders meteen hoe energiezuinig een pand is. Een goede energieprestatie leidt tot een laag energieverbruik en dus ook tot een lagere energiefactuur. Daarnaast informeert het EPC over energiebesparende investeringen waarvan gezinnen de kosten binnen een korte periode kunnen recupereren. Tenslotte kunnen geïnteresseerden potentiële woningen gemakkelijker met elkaar vergelijken en kunnen ze vlugger de te verwachte energiekosten berekenen.
Energieprestatiecertificaat informeert
Het energieprestatiecertificaat legt geen eisen op, maar informeert geïnteresseerde kopers of huurder over de energetische kwaliteit van het gebouw door aan het pand een score toe te kennen. Een deskundige die erkend is door het Vlaams Energieagentschap analyseert de gebruikte materialen, de isolatiewaarde van ramen, deuren, muren en dak en de installatie voor de verwarming en warm water. Bij de berekening wordt er geen rekening gehouden met het verbruikersgedrag.
Energieprestatiecertificaat is tien jaar geldig
Het energieprestatiecertificaat blijft 10 jaar geldig. Wanneer de wooneenheid opnieuw verkocht of verhuurd wordt binnen die termijn, dan moet er geen nieuwe EPC worden opgesteld. Uiteraard moet er wel steeds een kopie worden gegeven aan de nieuwe bewoners.
Als er ondertussen in de woning aanpassingswerken zijn gebeurd, waardoor het gebouw energiezuiniger is geworden, dan kan het voor de eigenaar een goed idee zijn om een nieuw certificaat te laten opmaken.
Als een eigenaar nu een woning verhuurt en het huurcontract wordt niet vernieuwd na 1 januari 2009 en de huurder blijft dezelfde, dan moet hij geen EPC laten opmaken. Dat moet wel als hij na 1 januari 2009 een nieuwe huurder krijgt.
Welke gebouwen moeten een EPC hebben?
Alle woningen die te koop of te huur staan en die naast een leefruimte ook een eigen toilet, douche of bad en een keuken of kichenette hebben, moeten binnenkort een ECP laten opmaken. Dat geldt ook voor vakantiehuizen, aangezien de verplichting van toepassing is op alle types van verhuurcontracten ongeacht de looptijd van het contract.
Voor studentenhomes die bestaan uit studentenkamers zonder badkamer en keuken, moet er een energieprestatiecertificaat opgemaakt worden voor het pand in zijn geheel, omdat een studentenkamer zonder badkamer en keuken niet gezien wordt als een aparte wooneenheid.
Ook bepaalde publieke gebouwen groter dan 1000 m², zullen in de loop van 2009 over een energieprestatiecertificaat moeten beschikken en dat uithangen op een voor het publiek zichtbare plaats. En de wetgeving omtrent energieprestatiecertificaten bij verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen is in voorbereiding.
Energieprestatieregelgeving: voor energiezuinige, gezonde gebouwen met meer comfort
De eisen op het vlak van energieprestatie en binnenklimaat
Vanaf 1 januari 2006 wordt het bouwen en verbouwen in Vlaanderen ook gestuurd door de energieprestatieregelgeving. Deze regelgeving over de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen omvat het Energieprestatiedecreet en voorlopig één ontwerp van uitvoeringsbesluit. Aanvullende uitvoeringsbesluiten zullen nog worden opgemaakt om verdere specifieke bepalingen vast te leggen.
Het Energieprestatiedecreet werd op 7 mei 2004 bekrachtigd door de Vlaamse Regering en werd op 30 juli 2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Het besluit werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 11 maart 2005.
De energieprestatieregelgeving vervangt vanaf 1 januari 2006 de bestaande isolatieregelgeving. Ten opzichte van de huidige regelgeving is zowel het toepassingsgebied als het gestelde eisenpakket uitgebreider. Daarnaast worden ook de bestaande thermische isolatie-eisen strenger.
De EPB-eisen
Het Energieprestatiebesluit voert EPB-eisen (eisen op het vlak van EnergiePrestatie en Binnenklimaat) in voor alle nieuwe gebouwen en voor alle bestaande gebouwen die verbouwd of uitgebreid worden. De eisen zijn pas van toepassing als het gebouw verwarmd of gekoeld wordt voor mensen die er wonen, werken, winkelen, sporten en als er na 1 januari 2006 een stedenbouwkundige vergunning voor de uitvoering van de werkzaamheden aangevraagd wordt.
Er zijn drie soorten EPB-eisen te onderscheiden:
·thermische isolatie-eisen;
·energieprestatie-eisen;
·binnenklimaateisen.
De thermische isolatie- en energieprestatie-eisen beperken het energieverbruik van gebouwen en hun vaste installaties. De binnenklimaateisen waarborgen een goede binnenluchtkwaliteit. Het voldoen aan deze verschillende eisen bevordert het algemene comfort van de gebouwen.
Thermische isolatie-eisen
Net zoals in de huidige isolatieregelgeving zijn hierin twee eisen vervat: het peil van de globale warmte-isolatie (K) van het gebouw en de warmtedoorgangscoëfficiënten of de U-waarden van de constructiedelen. Beide mogen bepaalde maxima niet overschrijden.
Een opsomming van deze maximale U-waarden voor de verschillende constructiedelen is terug te vinden in de bijgevoegde tabel. Ten opzichte van de huidige isolatieregelgeving worden vooral aan de vensters strengere eisen opgelegd. De maximale U-waarde voor het venster in zijn totaliteit combinatie van glas, raamprofiel en afstandshouder wordt 2,5 W/m²K. Bovendien wordt het gebruik van verbeterde isolerende beglazing verplicht. De centrale U-waarde van de beglazing moet lager zijn dan 1,6 W/m²K.
Het K-peil wordt berekend voor het volledige gebouw en niet per eenheid. Bij een uitbreiding van een bestaand gebouw of bij herbouw van een deel van een bestaand gebouw wordt het K-peil enkel voor de uitbreiding of het herbouwde deel becijferd. Het volume van het bestaande deel van het gebouw wordt dus buiten beschouwing gelaten.
Energieprestatie-eisen
De belangrijkste nieuwe eis in de energieprestatieregelgeving is het voldoen aan een maximaal toelaatbaar E-peil. Het E-peil is het peil van primair energieverbruik. Door het E-peil te beperken, worden het gebouw en de vaste installaties energie-efficiënter.
Voor de berekening van het E-peil zijn er twee berekeningsmethodes ontwikkeld: de EPW- en de EPU-methode. Met de EPW-methode (energieprestatie voor woongebouwen) berekent men voor elke wooneenheid (woning, appartement ) afzonderlijk het E-peil. Voor kantoor- en schoolgebouwen berekent men het E-peil per bestemming volgens de EPU-methode. Bij kantoren en scholen wordt het energieverbruik van airconditioning en verlichting uitdrukkelijk ingerekend. Dat is het grote verschil met de methode voor woongebouwen.
Omdat heel wat factoren een rol spelen in de bepaling van een E-peil van een gebouw, zijn de rekenmethodes vrij complex. Daarom laat de Vlaamse overheid momenteel een softwarepakket ontwikkelen dat deze complexe berekeningen volledig zal uitvoeren en de EPB-aangifte zal genereren. Zo wordt een doorrekening van een gebouw en het bepalen van een E-peil en een K-peil herleid tot een eenvoudige invoer van gegevens over de effectieve uitvoering van het project. Het softwarepakket zal in het najaar van 2005 gratis verspreid worden bij architecten en ingenieurs. Het programma zal niet alleen de volledige berekening uitvoeren, maar ook telkens de resultaten weergeven en nagaan of al dan niet aan de opgelegde eisen is voldaan.
In de ontwerpfase kan het softwarepakket gebruikt worden als ontwerpinstrument om te beslissen met welke maatregelen men aan de opgelegde eisen kan voldoen. Tijdens de uitvoeringsfase kan de impact van eventuele wijzigingen op de resultaten duidelijk ingeschat worden.
Binnenklimaateisen
De regelgeving verplicht het voorzien in minimale ventilatie. Daarnaast zal bij woongebouwen het risico op oververhitting in de zomerperiode beperkt moeten worden.
De ventilatievoorzieningen voor woongebouwen moeten voldoen aan de Belgische norm NBN D50-001 van 1991 (Ventilatievoorzieningen in woongebouwen).
Voor de ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen moet de Europese normering gevolgd worden.
Aan welke EPB-eisen moet een bouwproject voldoen?
De EPB-eisen die van toepassing zijn voor een bepaald bouwproject zijn afhankelijk van de aard van de werkzaamheden (nieuwbouw, verbouwing, functiewijziging ) en van de bestemming van het gebouw (woning, kantoorruimte, sportcomplex, industrie ...).
Voor nieuwbouw of werkzaamheden die gelijkwaardig zijn aan nieuwbouw zijn meer en strengere eisen van toepassing dan voor bestaande gebouwen waaraan kleinere werkzaamheden worden uitgevoerd.
De volgende tabellen geven een overzicht van de eisen per aard van de werkzaamheden en voor de diverse bestemmingen. Onder gebouwen met andere specifieke bestemmingen worden onder andere handelszaken, horeca, ziekenhuizen, sportfaciliteiten en musea verstaan.
Eisen voor nieuwe gebouwen en gelijkwaardige werkzaamheden aan bestaande gebouwen
Woongebouwen
Kantoren en scholen
Andere specifieke bestemmingen
Industriële gebouwen
Thermische isolatie
max. K45 en Umax
max. K45 en Umax
max. K45 en Umax
max. K55 of Umax
Energieprestatie
max. E100
(per eenheid)
max. E100
/
/
Binnenklimaat
Minimale ventilatievoorzieningen + beperken risico op oververhitting
Minimale ventilatievoorzieningen
Minimale ventilatievoorzieningen
Minimale ventilatievoorzieningen
De volgende werkzaamheden zijn gelijkwaardig aan nieuwbouw:
-de herbouw van een gebouw na volledige afbraak;
-een renovatie van een gebouw, met een beschermd volume dat groter is dan 3000 m³, waarbij de dragende structuur van het gebouw behouden blijft, maar de installaties voor het creëren van een specifiek binnenklimaat en minstens 75% van de gevels worden vervangen;
-een uitbreiding van een gebouw of een herbouw van een deel van een gebouw na afbraak, waarbij hetbeschermd volume van de uitbreiding of de herbouw groter is dan 800 m3 of waarin minstens één wooneenheid voorkomt. Hierbij zijn de eisen enkel geldig op het uitgebreide of het herbouwde deel.
Eisen voor kleinere werkzaamheden aan bestaande gebouwen
-Uitbreiding van een gebouw of een herbouw van een deel van een gebouw na afbraak, waarbij het beschermd volume van de uitbreiding of de herbouw kleiner is dan of gelijk is aan 800 m3, en dat geen wooneenheden bevat (eisen enkel geldig op het uitgebreide of herbouwde deel)
Woongebouwen
Kantoren en scholen
Andere specifieke bestemmingen
Industriële gebouwen
Thermische isolatie
Umax voor nieuwe delen
Umax voor nieuwe delen
Umax voor nieuwe delen
Umax voor nieuwe delen
Energieprestatie
/
/
/
/
Binnenklimaat
Minimale ventilatievoorzieningen
Minimale ventilatievoorzieningen
Minimale ventilatievoorzieningen
Minimale ventilatievoorzieningen
-Verbouwing van een bestaand gebouw
Woongebouwen
Kantoren en scholen
Andere specifieke bestemmingen
Industriële gebouwen
Thermische isolatie
Umax voor verbouwde en nieuwe delen
Umax voor verbouwde en nieuwe delen
Umax voor verbouwde en nieuwe delen
Umax voor verbouwde en nieuwe delen
Energieprestatie
/
/
/
/
Binnenklimaat
Minimale toevoeropeningen bij vervanging ramen
Minimale toevoeropeningen bij vervanging ramen
Minimale toevoeropeningen bij vervanging ramen
Minimale toevoeropeningen bij vervanging ramen
-Functiewijziging van onverwarmd gebruik naar verwarmd gebruik voor mensen of functiewijziging van industrie naar wonen, kantoren of scholen (eisen enkel geldig als het beschermd volume van de functiewijziging groter is dan 800 m³)
Van onverwarmd gebruik naar verwarmd gebruik voor mensen
§Voor welke werven moet er een VC worden aangesteld?
§Wie stelt de VC aan?
§Wie betaalt de VC?
§Wie controleert de VC?
§Welke documenten dienen er te worden opgemaakt?
§Wat indien er geen VC wordt aangesteld?
§Wat is veiligheidscoördinatie niet?
Wat is de rol van de veiligheidscoördinator? Veiligheidscoördinatoren hebben als taak advies te geven in verband met de te nemen preventiemaatregelen bij de bouw van een nieuwe woning of bij het onderhoud of de herstelling van een bestaande woning. Op die manier kunnen de werken op een veilige en gezonde manier worden uitgevoerd. De coördinator-ontwerp komt zoals de naam zegt tussen tijdens de ontwerpfase. De coördinator-verwezenlijking komttussen bij de uitvoering van de werken.
Voor welke werven moet er een VC worden aanqesteld? Wanneer minstens twee aannemers de werken uitvoeren, ongeacht het feit dat ze gelijktijdig op de werf werkzaamheden uitvoeren. Die aannemers kunnen zowel aannemers zijn die werknemers tewerkstellen als zelfstandigen. Indien het geheel van de werken door één en dezelfde aannemer wordt uitgevoerd, dus zonder onderaannemers, is er geen verplichting om een coördinator aan te stellen. LET OP:
§Nutsbedrijven (water- of elektriciteitsmaatschappijen, kabeldistributiebedrijven, telefoonmaatschappijen,...) worden als aannemer beschouwd.
§Particuliere zelfbouwers worden niet als aannemer beschouwd, maar de familie die een handje komt toesteken, wordt wel als aannemer beschouwd.
§Indien de werken door één aannemer worden uitgevoerd, dan zijn de opdrachtgever en de ontwerper nog verplicht de algemene preventieprincipes toe te passen.
Indien het gebouw voor persoonlijk gebruik en als woonst is bedoeld voor een privépersoon, is het de bouwdirectie (meestal de architect) die de coördinatoren aanstelt. Indien het gaat om gebouwen voor professioneel of commercieel gebruik, al dan niet gecombineerd met woonfuncties, dan stelt de opdrachtgever (lees bouwheer) de coördinatoren aan.
De opdrachtgever (lees bouwheer) dient steeds de coördinatoren te betalen. Dat wordt opgenomen als clausule in de overeenkomst die met de coördinatoren wordt afgesloten en door alle partijen dient te worden ondertekend.
Wie controleert de VC? De persoon die de coördinatoren aanstelt, moet erop toezien dat de coördinatoren:
§voldoen aan de eisen om het beroep te mogen uitoefenen.
§hun opdrachten naar behoren vervullen.
§de volledige medewerking krijgen om hun opdracht naar behoren te kunnen vervullen.
§Het veiligheids- en gezondheidsplan: dat is een document dat de risico-analyse en de vast te stellen preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico's waaraan de werknemers kunnen worden blootgesteld. Het document dient met de offerteaanvraag aan de aannemer te worden meegestuurd.
§Het coördinatiedagboek: dat is het document dat door de coördinator wordt bijgehouden en dat de gegevens en aantekeningen vermeldt betreffende de coördinatie en gebeurtenissen op de bouwplaats zowel in de ontwerpfase als bij de verwezenlijking. Het bevat tevens de namen van de tussenkomende partijen, de gemaakte opmerkingen en de gevolgen die eraan worden gegeven of nog de tekortkomingen en de getroffen maatregelen.
§Het postinterventiedossier: dossier dat voor de veiligheid en de gezondheid nuttige elementen bevat waarmee bij latere werkzaamheden moet worden rekening gehouden en dat is aangepast aan de kenmerken van het bouwwerk.
§Het dossier dient bij elke notariële akte te worden bijgevoegd.
Indien er geen coördinatoren werden aangesteld, dient de eerste aannemer die op de werf komt een coördinator aan te stellen. Indien er helemaal geen coördinator wordt aangesteld en dat wordt vastgesteld door de controleurs van de technische en medische inspectie van de administraties van arbeidsveiligheid, arbeidshygiëne en arbeidsgeneeskunde kunnen er volgende sancties volgen:
§Een gevangenisstraf van 8 dagen tot drie maanden en/of een geldboete van 250 tot 5000 kan worden opgelegd aan diegene die het toezicht verhindert.
§Een gevangenisstraf van 8 dagen tot één jaar en/of een geldboete van 250 tot 5000 kan worden opgelegd aan de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met het ontwerp, de aangestelde als ze hun verplichtingen niet hebben nageleefd of als ze onvoldoende toezicht hebben gehouden op de door de coördinator opgelegde na te leven verplichtingen.
§Indien de bepaling tijdens de verwezenlijking wordt overtreden, kan de geldboete oplopen tot maximaal 10000.
§Zelfstandigen die hun verplichtingen niet nakomen kunnen worden gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot één jaar en/of een geldboete van 130 tot 2500
§ln geval van herhaling binnen de drie jaar wordt de straf verdubbeld.
Uit recente afvalcijfers blijkt dat de bouw jaarlijks 24 miljoen ton bouw- en sloopafval produceert, ongeveer 40% van de totale afvalproductie. De kosten van afvoer en verwerking worden op 2,5 miljard per jaar geschat. Veel bedrijven onderkennen nog niet de besparingen die kunnen worden bereikt met een gestructureerde aanpak. Een pilot onder 140 bouwplaatsen heeft uitgewezen dat een gemiddeld bedrijf jaarlijks 4.200 kan besparen. Die besparing zal jaarlijks verder oplopen, doordat de integratie van milieuzorg in bouwbedrijven enige tijd kan vergen. Die besparing kan vooral worden bereikt door een betere scheiding van afval, waardoor afval tegen lagere tarieven kan worden afgevoerd en verwerkt.
Tevens zal er duidelijke afspraken dienen gemaakt te worden met de aannemers die werken uitvoeren wat er met de afval of verpakkingsmaterialen moet gebeuren. Op een welbepaalde te storten of mee af te voeren naar een erkend afval verwerkingsbedrijf.