Boodschap van 2 mei 1980
De Vader spreekt:
De Vader tot Marguerite
Indien Maria neen had gezegd, zou mijn Liefdeplan voor de mensen mislukt zijn; want Ik had aan de mensen geen andere schatten om aan te bieden dan mijn Zoon en Degene die Ik gekozen had om Hem ter wereld te brengen. Zijzelf werd de Moeder van de mensen, de Vrouw die op ideale wijze van alle genaden vervuld werd.
Onuitsprekelijke Schoonheid! Waardig schrijn van mijn gaven! Wonder der Wonderen, zo was de kleine Maria!
In haar schoot, heb Ik met liefde neergelegd wat Mij het liefste was: Mijn Zoon, ontvangen van de Heilige geest, gevoed door dit Maagdelijk Vlees. En, in mijn ogen, waren Beiden slechts één!
Maria, Wieg van de Liefde!
De Liefde ontlook in dit kleine menselijk schepsel, getooid met hemelse deugden en het Hart van de Liefde antwoordde aan de Hartkloppingen van zijn Moeder; de mooiste harmonie van alle tijden waar Ik in vervoering naar luisterde
.
Dit was een hemels blauw, vóór het opkomen van donkere toekomstwolken voor het Kleine Wezen dat in de Maagdelijke Schoot was verscholen.
Ah, mijn kind, geloof vast in de macht van haar voorspraak bij Mij
. ten bate van zondaars.
Moeder van God, Moeder van de Mensen!
Geloof in Haar. Geloof in mijn Liefde!
Wees trouw: offer uw lijden op, mijn kindje!
In pijn baart gij uw kind voor de tweede keer. Een wenende Moeder ontroert Mij, want ik herinner Mij Marias tranen, en mijn Hart opent zich met Barmhartigheid om te vergeven en met open armen het lijden te verwelkomen en het met mijn Liefde te verplegen.
|