|
Van een ter hand gestelde copie, hierna het Sermoen ter gelegenheid van de feestdag van H Theresia jl op 1 oktober vanuit de Kerkkapel van de Karmelitessen te Antwerpen.
Theresia van Lisieux: Een «kleine» Theresia! Akkoord. Maar is de kleine weg werkelijk een kleine weg? Dat is mijn vraag. Wat bedoelt men hier met klein? Klein als gemakkelijk en voor ieder direct begaanbaar? Of klein als moeilijk in kleine hoeveelheid, als eng , smal,als een klein vertrek ( gelijk le cahot waar Bernadette in woonde met haar ouders)? Volgens mij is klein hier, een moeilijke weg, waarvan Jezus zegt dat er maar weinigen zijn die hem bewandelen. Of klein als het oog van de naald waar een olifant doormoet. Wie kan dat? Gelijk we gehoord hebben in het Evangelie het is een weg die verborgen is voor wijzen, verstandigen en groten van deze wereld en het zijn slecht de kleinen aan wie de die weg geopenbaard wordt. Die weg leidt direct in het mysterie van de Drievuldigheid, in de liefdesverhouding van de Vader tegenover de Zoon en van de Zoon tegenover de Vader, van iedere aan wie de Zoon het wil openbaren. En waar het dan te moeilijk wordt in het dagdagelijkse leven,daar zegt Jezus dat Hij zelf zachtmoedig en nederig van hart is en dat Hij het juk zacht zal maken en draagbaar voor die Hem volgen.
Wat het Evangelie zo uitdrukt is rechtstreeks toepasselijk op het leven en de heiligheid van de kleine Theresia. Als kind droomde ze er van rechtstreeks naar God te gaan, - gedragen in de armen van haar moeder. Maar in 1877 stierf moeder van borstkanker. Treesje was toen juist vier jaar: het werden harde dagen en jaren vooral als haar oudste zus, Pauline na moeders dood , haar petite mamam in 1882 vertrok naar de Karmel. Ook bij haar kon ze toen niet meer aanleunen. Ze werd er gewoon ziek van. Ze had nood aan iemand waarop ze kon vertrouwen. Daarop kreeg Theresia een eerste keer in 1883 een duidelijk teken van de hemel: Zij zag het beeld van O.L.Vrouw in haar kamer naar haar glimlachen. Ze had dus een moeder in de hemel. Maar ze moest nog groeien. Met scrupules over haar handelen ging ze nu naar haar tweede zus, Maria. Maar ook Maria vertrok in 1886 naar de Karmel. Voor Theresia was het de catastrofe: ze krijgt een vreemde psychologische ziekte. Waar kan ze nu heen? God grijpt zelf in: Kerstmis 86 begrijpt ze , dat ze met zon God in de kribbe geen recht heeft om nog triestig te zijn: het is een definitieve bekering. Definitief? Een bekering tot wat? En volgens welke weg? Dat zijn nu mijn vragen.
1° Tot wat? Het is eerst en vooral een bekering tot liefde, zoals Jezus.
Ze begint te bidden voor Pranzini, een ter dood veroordeelde moordenaar. En het lukt. Van dan af wil zij zich inzetten voor de bekering van de zondaars. De anderen en vooral tot DE Andere zijn nu belangrijk. Ze was toen 14 jaar.
2° Welke weg zal ze volgen? Op haar 15de jaar krijgt ze toelating binnen te treden in de Karmel waar zij de naam neemt Theresia van het Kind Jezus en van het heilig Aanschijn. Men zou kunnen denken dat voortaan alles rustig en vredevol moet verlopen: zij bekommert zich niet meer over zichzelf, zij zet zich in om lief te hebben en gedragen te worden door de liefde. Zij is beschermd door het leven in de Karmel. Wat wil men nog meer. Maar God blijft vragende partij. Om te beginnen dementeert haar vader. Voor haar en haar zussen een echt kruis. Dan zijn er de kleine speldenprikken van enkele zusters, jaloers om dat Theresia zo opgewekt en spontaan gegeven kon zijn en omdat ze als jonge zuster ze is amper 20 jaar- reeds instaat voor de novicen. Op een zeker ogenblik voegt zich fysisch lijden bij de psychologische spanning. Ze krijgt aanvallen van longtuberculose en spuwt bloed. Tegen het einde van haar leven (op 24 jaar) valt de duisternis in haar hart, een vreselijk donkere geloofsnacht: zij ziet niets meer zitten en God zwijgt- of misschien schreeuwt Hij in haar alleen maar Eli, eli lamasabactini of klaagt Hij dat Hij dorst heeft. Theresia mediteert in Jesaja het lied van de lijdende dienaar. Moet men God nog geloven als men staat voor de zwarte put van de dood? Dan verwoordt Theresia concreet wat ze beleeft en wat haar sterkt. Zij kan liefde geven en ten toon spreiden, tot het einde toe, niet omwille van mensen die haar helpen, niet dank zij de Karmel, maar omdat zij de kleine weg bewandelt: zoals ik zei is het een enge weg. Het is de weg van een radicaal vertrouwen in liefdevolle overgave aan de Heer. Dikwijls herhaal ik dat aan mensen die mij raad vragen. Maar mensen willen zekerheid en veiligheid in zich zelf en in hun concrete omgeving. Ze willen gedragen worden door de armen van hun moeder, van zus Pauline of van hun succes. Maar God wil dat we op Hem vertrouwen. Radicaal vertrouwen in God! Wie kan dat aan? Wie kan zich vergenoegen met de armen van God dia als een lift zullen werken om ons omhoog te heffen. En nochtans ik zeg u: probeer het en ge zult zien dat ook gij u zult bekeren tot de vreugde.
Bron: De Eerwaarde Priester die de dagelijkse H Mis voorgaat.
Even terug naar voren gehaald van okt 2008
|