Inhoud blog
  • Frank Baert over Piet THomas
  • Rainer Maria Rilke Gedichten Bloemlezing en vertaling door Piet Thomas
  • Rainer Maria Rilke Gedichten Bloemlezing en vertaling door Piet Thomas
  • ‘De pelgrimstocht’ van Angelus Silesius
  • Kerknet: 27.05.2020. Piet Thomas Pinkstervuur
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Licht op leven en werk van Piet Thomas
    Een overzicht van reflecties, interviews, recensies en tentoonstellingen
    25-03-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy Spillebeen over Piet Thomas. Nieuwpoort april 2004

    EEN LEVEN IN DIENST VAN HET WOORD

    HOMMAGE AAN PIET THOMAS (Nieuwpoort)

     

                                                                                       door Willy Spillebeen

    Beste Piet,

    Een ‘retrospectieve’ voor en over iemand als jij die al zoveel jaar leeft in dienst van het woord (het woord met kleine én het Woord met hoofdletter),  ik zou zeggen: ‘vere dignum et justum est, aequum et salutare’! Wat niet betekent dat hier meteen  ‘Sanctus’ op dient te volgen!

    Dames en heren,

              Vanavond zijn er, zoals u al wel weet, maar liefst drie evenementen: een tentoonstelling en twee boekpresentaties – en ze hebben alle drie als blikvanger Piet Thomas.

    Allereerst de tentoonstelling: ‘Een leven in dienst van het woord’. Ze is verleden jaar door een ploeg van de Kortrijkse bibliotheek onder de leiding van de dichter Christiaan Germonpré deskundig en overzichtelijk opgevat en uitgewerkt. Met een tijdsbalk die het leven en het werk van de feesteling bestrijkt. Met kijkkasten waarin de klemtoon ligt op het werk van Piet Thomas o.a. over Kortrijk en over Stijn Streuvels. Ook zijn eigen poëzie, zijn kritisch werk, zijn vertalingen, zijn religieuze gebruikslyriek, zijn bloemlezingen, zijn bekroningen en de beschouwingen over zijn werk zijn toen in het licht gesteld. Die tentoonstelling, naar aanleiding van de 75ste verjaardag van Piet Thomas opgebouwd, is uitgebreider en enigszins anders ook in Aalst te zien is geweest. En hier in Nieuwpoort heeft ze alweer een nieuwe facelift gekregen. Ze is andermaal anders en nog ruimer opgevat. Met . nog meer foto’s en nog meer excerpten.

    Piet Thomas heeft namelijk drie thuishavens: Aalst, Kortrijk als Nieuwpoort. (’t Is een arme muis die maar één hol heeft, zegt het spreekwoord.) Hij is in Aalst geboren. Foto’s van zijn ouders en familie, van o.a. zijn geboortehuis in de ‘vergeten straat’ de Lange Zoutstraat, van de Sint-Martinuskerk waar hij tot priester is gewijd, ook herinneringen aan de jaren bij het Aalsterse tijdschrift ‘Nieuwe Stemmen’, foto’s met Bernard Kemp in Zonnegem, met Louis Paul Boon die hij goed heeft gekend, over wie hij vaak heeft geschreven en die hij destijds de Staatsprijs heeft helpen geven, accentueren wat Aalst voor hem betekent. Naderhand is hij leraar geweest in Eeklo waar hij collega was van o.a. Wilfried Martens. Tenslotte is hij tot zijn emeritaat vele jaren professor Nederlandse en Europese letterkunde geweest aan de KULAK in Kortrijk en de K.U.L. in Leuven. Nu woont en werkt hij afwisselend in Bellegem bij Kortrijk én in Nieuwpoort-Bad. Hier in Nieuwpoort heeft hij acht jaar lang het literaire jaar geopend en samengewerkt met de betreurde mevrouw Marie-José Moortgat. Ook hier heeft hij veel bindingen en vrienden.

    De feitelijke gegevens voor dit huldewoord heb ik, met de toestemming van de auteur, de hier in Nieuwpoort eveneens bekende Jooris Van Hulle, geplukt uit zijn essay: ‘Wie niet weg is, is gezien Piet Thomas 75’ dat als tweede evenement op het programma staat. Uiteraard staat er in dit boek veel meer en ook vele meer substantieels voor wie Piet Thomas beter wil leren kennen. Een aanrader dus!

    De collega’s, assistenten en studenten van prof. Piet Thomas aan de KULAK en KUL, zijn vele vrienden en, niet te vergeten: zijn  ‘pleegmoeders’ uit het Kortrijkse – of die er ook in  Nieuwpoort zijn weet ik niet - zouden ongetwijfeld meer over hem kunnen berichten dan ik. Zij zouden bijv., in intieme kring uiteraard, een culinair boekje kunnen opendoen en hun echtgenoten tevens een oenologisch boekje. Olfactorisch en gustatief is er niets mis is met Piet Thomas. Op andere vlakken trouwens evenmin. Al kan ik over hem niet zoveel vertellen, toch zou ik graag, bij wijze van inleiding op een inleiding, iets vertellen over mijn eigen contacten met Piet Thomas. 

     Als jong dichter heb ik de jonge eerwaarde ontmoet, ik meen op de poëziedagen van Landegem in 1960. Hij werd toen door de dichters met heel veel égards benaderd: hij was sinds kort de gevreesde poëziecriticus van ‘Dietsche Warande en Belfort’ geworden en hij was ‘een ongenadig scherprechter’ (ik verschuil me voor deze formulering achter Jooris Van Hulle). Zelfs zei hij in een interview, ongetwijfeld terecht, dat hij het deed uit ‘zelfverdediging’ en uit ergernis om de ‘graad van smakeloosheid’ van de toenmalige poëzie. De scherprechter had mij als debutant weliswaar in leven gelaten, maar hij kon toch elk ogenblik toeslaan, ik vertrouwde hem dus niet. Het enige literaire tijdschrift dat ik in die tijd kende en las was ‘Nieuwe Stemmen’. Dit tijdschrift, in de jaren ’50 toonaangevend naast ‘Dietsche Warande en Belfort’, is in Aalst ontstaan onder het impuls van Firmin van der Poorten. Piet Thomas is er tot 1959 redacteur van geweest. In ‘Nieuwe Stemmen’ stonden regelmatig gedichten van een Johan Ruysdael. Die was, net als de columnisten Godfried Camphorst en Diogenes (in de Gazet van Aalst) niemand anders zijn dan Piet Thomas. Als latere kenner van de psychoanalyse heeft hij wellicht een wetenschappelijke verklaring voor die afsplitsingen, al zal er ook wel een voor de hand liggende zijn. Het traditionele tijdschrift ‘Nieuwe Stemmen’ nam experimentele dichters als Hugo Claus en Paul Snoek niet  zo erg au sérieux; de criticus Thomas in ‘Dietsche Warande en Belfort’ deed dat wel. Maar tegelijk respecteerde hij de traditie. Ik las in die tijd ook het weekblad ‘De Linie’. Bij Jooris Van Hulle heb ik gelezen, wat ik tot dan toe niet wist, dat Piet Thomas in ‘De Linie’ verantwoordelijk was voor de rubriek ‘Achter het woord’. Die rubriek was destijds altijd het eerste en vaak het enige dat ik in ‘De Linie’ las. Later kocht en las ik uiteraard ook zijn verzenbundels ‘Xerion’ en ‘Microcosmos’ – we zijn trouwens in hetzelfde jaar, 1959, bij dezelfde uitgever ‘De bladen voor de poëzie’ gedebuteerd. Vooral het dubbelnummer van ‘Dietsche Warande en Belfort’: ‘Nederlandse poëzie nu’ uit 1963 was voor mij een echte revelatie. Piet Thomas heeft van toen af mijn groot respect!

    Nog later, toen hij professor aan de KULAK was en in Bellegem bij Kortrijk woonde, hebben we elkaar vaak ontmoet. De dichter Martinus Nijhoff over wie hij doceerde en die ik toen bestudeerde was in veel gevallen ‘de brug’. Niet in de zin (om Nijhoff te citeren) dat ‘Twee overzijden/ die elkaar vroeger schenen te vermijden’ nu ‘buren’ werden. We waren toen al verre vrienden en ontmoetten elkaar af en toe op literaire bijeenkomsten en thuis.

    Van 1979 tot 1984 kwam professor Thomas bij ons niet meer over de vloer. Twee van onze kinderen volgden met een jaar tussentijd  kandidaturen germanistiek in de KULAK! En de professor had principes. Die vijf jaar echter was hij tijdens de weekends veel meer dan vroeger aanwezig! Ze zegden dat hij ‘hun beste en op een na strengste prof ‘ was; nu noemen ze hem zelfs  ‘de beste prof die ze gehad hebben’: een veeleisend maar enthousiasmerend lesgever die bovendien ook de gave van de zelfironie had en bij wie en van wie ze enorm veel hebben geleerd. Ik herinner me nog uit hun verhalen hoe graag hij de dingen beklemtoonde: hij sprak over  de ‘dierlijke animaliteit’ of de ‘verzachtende mitigatie’. En in de late middag toen de vermoeidheid toesloeg had de Oost-Vlaming het ineens over een ‘eilige hengel’. Over de West-Vlaamse ‘gulp des Heren’ kon hij zich vrolijk maken. Zijn allergie voor het West-Vlaamse dialect aan de KULAK was groot maar bleef redelijk.

    Door het boek ‘Dubbelspoor’ uit 1984, ingeleid door Piet Thomas, met 50 tekeningen van André Deroo en 50 gedichten van mezelf, werden onze contacten alweer intenser – ondertussen waren onze kinderen trouwens ook de KULAK uit.

             De vele activiteiten van Piet Thomas op tal van terreinen heb ik sindsdien vrij intens gevolgd.

             Vooral zijn indrukwekkende creatieve vertaalwerk, waarover straks meer.

             In mindere mate zijn verhandelingen, handboeken en bloemlezingen die interne uitgaven van K.U. Leuven en KULAK zijn, al heb ik sommige langs onze kinderen om gezien en gelezen. 

    Eveneens in mindere mate zijn latere religieuze gebruikslyriek die heel belangrijk is maar een beetje buiten mijn wereld ligt. 

    Meer evenwel zijn polemieken gericht tegen Benno Barnard die in het Gezellejaar 1999 in ‘Knack’ ontluisterend over Guido Gezelle had geschreven. Piet Thomas tilde daar toen zwaar aan, ook bij onze ontmoetingen, ik vond hem toen nogal ‘een zeurpiet’. Maar ‘de liegende Hollander’ Benno Barnard heeft hij toen toch maar flink ‘lik op stuk’ gegeven.

    Voor wie het niet doorhad, ik maak hier een allusie op ‘Lik op stuk. Nieuw Nederlands Woordenboek van Agressief Taalgebruik’, dat Piet Thomas samenstelde met Dries De Bleeker en Jozef van Haver. Een vrij uniek en stimulerend woordenboek! Zijn belangstelling voor het ‘schimpen’ heeft hij, naar eigen zeggen, opgedaan in de textielwinkel van zijn ouders in Aalst. Als jongetje lag hij vaak onder de toonbank te slapen, zeg maar te luistervinken naar de Aalsterse carnavalsklanten. En hij kent er wat van! Ik herinner me nevelig zo’n verbale oorlogsvoering afgewisseld met scheldkanonnades tussen Piet Thomas en Albert Westerlinck op een weekend van Dietsche Warande en Belfort, ik meen: over de bibliotheek van Pieter Geert Buckinx. Volgens Piet Thomas moest die naar Kortrijk en volgens Westerlinck naar Leuven. Buckinx zat erbij en rookte genoeglijk monkelend zijn pijp. Overigens heeft Piet Thomas ook een bloemlezing gemaakt uit het scheldproza in de moderne Nederlandse letterkunde: ‘De huid vol’, heet die.

    Piet Thomas heeft ook altijd al een grote belangstelling getoond voor moderne kunst. De tentoonstelling in de KULAK én het boek ‘Woord en Beeld Drie strekkingen in de Nederlandse poëzie en de schilderkunst na 1945’ uit 1980, waarin 17 essays staan over het samengaan van woord en beeld, zijn belangrijk gebleven. Ik heb me toen een eerste keer door hem voor een bijdrage laten strikken. Over de hectische voorbereidingen van ‘Woord en Beeld’ circuleren nogal wat hilarische verhalen. Ik herinner me, alweer door de verhalen van onze kinderen, dat de studenten toen, met een allusie op ‘Chiens perdus sans collier’ de roman van Gilbert Cesbron, spraken over ‘Piet perdu sans Coulier’. Piet Thomas stormde in die tijd door de KULAK, ongetwijfeld met zijn bekende lachsalvo’s als vlaggen achter hem aan, terwijl zijn assistent Edwin Coulier als een schoothondje dat hij bijtijds opdrachten gaf achter hem aan trippelde.

    Ook van de latere tentoonstellingen in de KULAK rond Stijn Streuvels, A.G. Christiaens, G. Helderenberg, André Demedts en ‘Streuvels als fotograaf’ is Piet Thomas de stuwende kracht geweest.

     

    Piet Thomas was tevens de medestichter van het Streuvelsgenootschap en verantwoordelijk voor de thematische jaarboeken over Stijn Streuvels. Het verwondert me nog steeds dat ik, die nooit over proza heb willen schrijven en dus ook nooit over Streuvels heb geschreven, me een paar keer zo vlotjes door hem voor een bijdrage heb laten inpakken. Zo heb ik tijdens een zomervacantie in mijn smoorhete schrijfkamer vele uren zitten zwoegen terwijl ik anders in een luw windje op mijn terras een boek had kunnen lezen. Ik had in zijn ‘Lik op stuk’ nogal wat typeringen van mezelf kunnen opzoeken: ezelskop, oliebol, sufkees, waterhoofd enz. enz. Maar… ik beklaag het me niet, integendeel: ik heb het genie van Streuvels na ruim vijftig jaar opnieuw herkend en meer dan destijds erkend. Vooral dan in zijn vroege verhalen en ook via de biografie van André Demedts over Streuvels want daar handelden mijn bijdragen over.

    Specifiek voor Kortrijk heeft Piet Thomas in 1988 een ander belangrijk boek samengesteld: ‘Kortrijk en de moderne Nederlandse letterkunde’. Een titel waar Kortrijk ongetwijfeld mee was opgezet: zo’n vijftig medewerkers hebben in dat boek ‘een netwerk van verbindingen (van Kortrijk) met de literatuur’ blootgelegd: Conscience, Gezelle, Demedts, Claus maar ook Cracco, Masure, Putman, ook de volks- en de jeugdliteratuur en de verspreidingswegen van de literatuur te Kortrijk. Weinig provinciesteden zijn ooit met een dergelijk boek geëerd! Toch doet Thomas hier niet echt aan overschatting van de regionale literatuurgeschiedenis van een ‘kort rijk’. Het boek is ruimer dan zijn titel suggereert. Het is ongetwijfeld ook zijn persoonlijke hulde aan de stad waar hij een groot deel van zijn leven heeft gewoond en gewerkt.

    Voor ik wat dieper inga op de het derde evenement van vanavond, de verzamelbundel van zijn poëzie ‘Woorddienst’,  graag eerst iets over de creatieve vertaler van poëzie, én de vertaler-en-verzamelaar, zeg maar de hertaler van religieuze gebruikslyriek

    Vanaf 1980 ontpopte Piet Thomas zich, vrij plotseling, als vertaler. Vooral van Duitstalige poëzie met een absolute voorkeur voor Rainer Maria Rilke. Hij stelde vijf bundeltjes vertalingen van Rainer Maria Rilke samen, koos en vertaalde ‘De mooiste gedichten van Rainer Maria Rilke’ en in 2004 vijftig gedichten uit ‘Das Stundenbuch’ van Rilke onder de titel ‘Het getijdenboek’. Hij vertaalde ook bijzonder knap de liefdessonnetten van Louise Labé en een selectie uit de poëzie van Heinz Kahlau. Samen met Edmond Ottevaere vertaalde hij een ruime keuze prachtige gedichten van de grote Oost-Duitse dichters Johannes Bobrowski en Peter Huchel, ook van de Duitstalige joodse Rose Ausländer en van de Oostenrijkers Ilse Aichinger en Theodor Kramer. Naar aanleiding van Europalia Oostenrijk en ook later vertaalde hij samen met Edmond Ottevaere drie boeken Oostenrijkse lyriek. Samen met Ludo Verbeek vertaalde hij twee keer een keuze uit het werk van Friedrich Hölderlin en samen met Christian de Paepe ‘De mooiste gedichten van Federico Garcia Lorca’.

    Een indrukwekkend aantal indrukwekkende gedichten!. Zijn opzet is: ‘alleen teksten kiezen waarin hij zelf gelooft’. Vertalen wordt dan ‘méér dan een louter mechanisch proces of een ambachtelijke bezigheid van omzetting van brontaal naar doeltaal’. ‘Een literair-creatieve vertaling appeleert, even nadrukkelijk misschien als de brontekst, aan het esthetische gevoel van de lezer.’ De vertaler bouwt, ‘vanuit zijn eigen creatieve impulsen, een talig werk op dat een eigen plaats inneemt naast de brontekst.’ Het zou wel boeiend zijn te achterhalen hoe de samenwerking Thomas-Ottevaere, Thomas-Verbeek en Thomas-de Paepe in zijn werk is gegaan.

    Een ander soort vertalingen, overigens een heel belangrijk deel van zijn bibliografie, bestaat uit wat hij zelf noemt religieuze gebruikslyriek: psalmen, gebeden en kerkliederen. Reeds als seminarist heeft hij gemerkt, schrijft hij, dat sommige gebedsteksten en liederen ‘eerder ironie en lachlust opwekten dan vroomheid’. Misschien dacht hij daarbij o.a. ook aan een Sint-Jozeflied dat ik me herinner uit mijn collegetijd. Ik citeer uit het geheugen en wellicht niet vlekkeloos, enkele verzen uit ‘Needrig-stille timmerman, zo klein in ’s werelds ogen’:

    Als gij liefdedronken,

    In hoogste vreugd verzonken,

    Dan de zoete Maagd,

    Dan weer ’t Kind bezaagt’.

    Eenmaal timerman, altijd timmerman!

    Piet Thomas schrijft in zijn inleiding bij  ‘De Gouden ark’ uit 1996, een boek over religie en cultuur dat sterk op het onderwijs is gericht: ‘Wil bidden meer zijn dan gebeden lezen, dan dient elke tijd nieuwe woorden te vinden waarmee men over en tot God kan spreken, of de teksten uit een rijke traditie in eigentijdse taal te herschrijven. Hoe moeilijk dit soort creativiteit is, het kan niet gemist worden.’  Teksten uit een rijke traditie modern herdichten, daarnaar richt hij sinds een aantal jaren al zijn creativiteit. Hij schrijft ook over tekst en muziek en beantwoordde de vraag: ‘Wanneer vinden tekst en muziek elkaar?’ Hij kent ook ‘een taalopvoedende taak’ toe aan de liturgie. Hij schrijft: ‘Het kerklied is gelegenheidspoëzie en gebruikspoëzie en kan niet ontsnappen aan de eisen die de algemene poëtica stelt.’ Zijn ‘Groot gebedenboek’ is een prachtige bloemlezing van ruim 250 gebeden van ruim 120 auteurs. Een strenge selectie én toch een brede en verrassende keuze van goed geschreven, sterk vertaalde, direct aansprekende gedichten van Bernardus van Clairvaux en Augustinus tot Dag Hammarskjöld en Etty Hillesum. Ook de psalmen en liederen in ‘Klein Getijdenboek’ (1997) en ‘Nu en altijd. Klein getijdenboek II’ (1999) sluiten hierbij aan: ‘religieuze ervaring, wil ze levendig blijven, (moet) steeds weer met eigentijdse taal gevoed worden.’ Ik citeer Jooris Van Hulle: ‘Nu eens gaat het om echte psalmberijmingen, dan weer om vrij ritmische vertalingen die samenvatten en verdichten, of om vertalingen die de oorspronkelijke tekst van zeer nabij volgen.’  Zijn recentste werk is dan ‘De Psalmen’ uit 2004: een luister- en leesboek waarin hij Westerse poëticale technieken in de vertalingen betrekt. Ook in deze psalmen, gebeden en liederen, Dames en Heren, is Piet Thomas een indrukwekkend vertaler en hertaler, zeg maar een bevlogen dichter!

    Indirect sluiten daarbij ook drie bloemlezingen aan. Allereerst ‘Bidden met Guido Gezelle’ ( verschenen in 1999, het Gezellejaar – niet verwonderlijk dat hij, die Gezelle toen grondig heeft herlezen, ‘de liegende Hollander’ Benno Barnard, ‘de volle mep’ moest betalen.) Voorts is er ‘Reizend naar het licht’, de mooiste religieuze gedichten van Anton van Wilderode. En tenslotte ‘Versmaat en vergezicht’ de mooiste religieuze poëzie van Gery Helderenberg, een dichter met wie Thomas erg vertrouwd is en wiens werk hij vaak heeft becommentarieerd en gebloemleesd.

    Dames en Heren, ik hoop u ervan te hebben overtuigd – wat u ongetwijfeld al lang wist -  dat Piet Thomas een veelkantig en erg verscheiden oeuvre heeft opgebouwd. Er staat nog wel een en ander op stapel: vertalingen en geestelijke poëzie.Bovendien heb tot nu toe nog niets gezegd over zijn pasverschenen verzamelbundel ‘Woorddienst’ die zijn eigen poëzie  omvat. Voor deze uitgave heeft de dichter zijn poëzie kritisch herlezen, er een aantal wijzigingen in aangebracht en de structuur van de bundels soms wat veranderd. ‘Woorddienst’ omvat vier delen: de gepubliceerde bundels ‘Xerion’ en ‘Microcosmos’, de hier voor het eerst gebundelde ‘Verspreide gedichten’  én de eigen religieuze gebruiksgedichten ‘Woorddienst’.

    De titels van Piet Thomas’ verzenbundels geven zijn visie op de poëzie weer. Aanvankelijk in ‘Xerion’ zag hij poëzie als een soort alchemie; later met ‘Microcosmos’ benadrukte hij dat de mens en ook de dichter zijn ik diende weg te cijferen, geen belijdenis- en geen ik-lyriek dus. Nu, met de titel van zijn verzamelbundel ‘Woorddienst' suggereert hij dat hij het woord dienstbaar wil maken voor de ‘woorddienst’, voor de kerkelijke liturgie. Piet Thomas is inderdaad geëvolueerd van persoonlijke lyriek (die vaak al religieus getint was) naar gebruikslyriek waarin het onderwerp zelf meestal religieus is geworden.

    Toen ik destijds de poëziebundel ‘Xerion’ las, verwonderde het me niet echt dat de strenge criticus als dichter klassiek georiënteerd was, dat hij een strakke vorm hanteerde, zelfs niet dat hij soms wat gezocht en maniëristisch aandeed. Dit laatste had met de strak beheerste vorm en met het rijm te maken. Hoe zou de ‘scherprechter’ Thomas deze dichter hebben aangepakt? Een vraag aposteriori uiteraard. Ik geloof dat hij er waarderende woorden voor zou hebben gehad. Niet omdat hij een gezond groot ego heeft. Maar gewoon omdat ‘Xerion’ poëzie is van een getalenteerd dichter, poëzie die na bijna halve eeuw standhoudt. Daarom ongetwijfeld durft de kritisch ingestelde poëziekenner vandaag zijn eigen poëzie na al die jaren opnieuw onder de aandacht te brengen.

    Zijn debuutbundel ‘Xerion’ uit 1959 bestaat in hoofdzaak uit rijmende kwatrijnen waarin de dichter momentopnamen transponeert naar een niveau van geestelijke ervaring. Met de titel bedoelt hij dat de dichter a.h.w. het xerionpoeder van de Grieken over zijn woorden uitstrooit waardoor hun onedel ‘metaal’ omgevormd wordt tot goud of zilver. Wat een prachtig beeld eigenlijk! Poëzie schrijven is alchemie bedrijven.

     Het valt  ook op dat de dichter al vanaf zijn allereerste gebundelde gedicht een religieus dichter blijkt te zijn: ‘de hemel toegewijd’ en ‘onrustig in gebeden’. Een tendens die zich doorzet: ‘Vereenzaamd, overweldigd,/gelouted en bestendigd/ aanvaard ik uw beleid.’  Ik zou  de citaten kunnen opstapelen… Piet Thomas is een beeldend dichter, een etser ook, scherp, helder. Vrij minimalistisch. Ieder woord moet dragen. Een enkel voorbeeld. Gekozen omdat het enigszins toepasselijk kan zijn op Nieuwpoort:

    Opnamen

     

    3

     

    Giftige nevels om de huizen,

    plots heller waar een scheepslamp brandt,

    en het genadeloze suizen

    van havenwinden in het want.

     

    Een olievat is leeggelopen.

    Nog even ligt het meertouw stil.

    Een stoomfluit stoot het duister open.

    Het uur van afvaart is op til.

     

    ‘Opnamen’ heet de eerste reeks bestaande uit telkens twee kwatrijnen.. Impressies of zo men wil foto’s. Van een avond, van de natuur, van vergankelijkheid, vaak met allusies op de poëzie zelf. Altijd zijn ze helder en licht, een lichtheid die niets met oppervlakkigheid te maken heeft. En geen ondraaglijke lichtheid! De tweede reeks gedichten telkens bestaande uit drie kwatrijnen heet ‘Hints’. Het zijn voorschriften tot een levenshoudng van verdraagzaamheid. Vandaar de imperatief: ‘Keer tot de stilte in’, ‘Hou van het broze in je leven’, ‘Wees niet bevreesd’ enz. Ook hier is de poëtologische dichter aan het woord die het gedicht als ‘klein heelal’ nastreeft en die beseft: ‘Nog is je taal niet het geslepen wapen/dat loutert, kwetst of schitterend gebiedt.’ Naast twee gedichten ‘Gethsemane’: het vroeger passieverhaal en het hedendaagse in Londen waar de dichter ‘het smartelijke pijngelaat/ van Jezus hevig bloedede aan het kruis’ herkent in toevallige enkelingen, omvat deze reeks ook twee mooie, weemoedige gedichten over de droomstad Aalst en de kindertijd. De derde reeks ‘Xerion’ tenslotte doet wat surrealistisch aan. De gedichten zijn meer verdroomd, meer experimenteel en ook meer alchemistisch.

    De tweede bundel ‘Microcosmos’ van vier jaar later is directer, minder klassiek, speelser vaak en met meer gedurfde soms experimentele beelden opgebouwd. De versvormen wisselen elkaar af, het rijm blijft af en toe volledig achterwege en er spreekt een intens verlangen naar geluk en geborgenheid uit. De titel suggereert, ik citeer Jooris Van Hulle: ‘kijken en heel klein worden, zichzelf als het ware vergeten en wegcijferen () in de aandacht voor het grotere, het onvatbare.’

    Graag ook hieruit een voorbeeld waarin elk vers lang doet nadenken:

     

    7 manieren van zwijgen

     

    Zeven manieren van zwijgen

    zocht ik in woorden te vangen.

     

    De eerste heette pijn

    en had mooie, vloeibare ogen.

     

    De tweede heette arglist

    en plooide haar lippen gevaarlijk.

     

    De derde heette aandacht

    en woonde aan gevouwen handen.

     

    De vierde pleegde verraad.

    Ze liet al haar vrienden in de steek.

     

    De vijfde naaide geheimen dicht.

    Ze bewaarde haar geld in ene kous.

     

    De zesde vond de woede uit.

    Ze wou geen vinger verleggen.

     

    De zevende zocht een plaats bij het raam.

    Zij was de mooiste.

     

    (Tussen twee haakjes: Piet Thomas heeft slechts twee bundels persoonlijke lyriek gepubliceerd: ‘Xerion’ in 1959, ‘Microcosmos’ in 1963. Later evenwel heeft de poëzie zich aan hem opgedrongen in de vorm van vertalingen en van eigen en vooral vertaalde religieuze gebruikslyriek. Waarom heeft de getalenteerd dichter die hij was, vanaf 1963 gezwegen? Ik vermoed: omdat hij zo intens met zijn vele cursussen aan de KULAK en de KUL bezig is geweest: ‘Geschiedenis van de moderne Letterkunde’, ‘Verklarende lectuur van moderne Nederlandse teksten’, ‘Inleiding tot de wereldletterkunde’, ‘Literaire analyse en kritiek’, ‘Inleiding tot de Freudiaanse literatuurpsychologie’. Uit eigen ervaring weet ik bijv. dat zijn kennis en inzichten omtrent o.a. Martinus Nijhoff buitengewoon waren! Ik heb daar trouwens in de zeventiger jaren, toen Martinus Nijhoff met o.a. zijn ‘Awater’ en zijn ‘Het uur U’, een ‘reisgenoot’ was, duchtig van geprofiteerd!)

    Terug naar de verzamelbundel. De derde reeks ‘Verspreide gedichten’ omvat, naast een mooie cyclus gedichten bij beelden van Herman van Nazareth met de gereproduceerde beelden eronder, een aantal ‘Light Verses’.

    In ‘Woorddienst’, het vierde deel tenslotte, neemt Piet Thomas de eigen gedichten op die ook al in de bundels psalmen en vertaalde hymnen ‘Nu en altijd’ en ‘Klein getijdenboek’ staan. Deze religieuze gedichten, vaak verhalend, altijd rijmend, ritmisch, helder en gevat verwoord, heeft hij bestemd om gebruikt te worden bij liturgische plechtigheden. Ook hiervan graag een voorbeeld:

     

    Wat niet overgaat

     

    Bij hen die nooit meer sterven, horen:

    het is een oude mensendroom,

    een Eden dat ons blijft bekoren,

    de niet te slopen levensboom.

     

    Ooit eens de eeuwigheid ervaren

    en opgaan in je heerlijkheid.

    het nieuwe leven te ontwaren,

    ’t geluk dat jij ons hebt bereid.

     

    Een nieuwe hemel, nieuwe aarde,

    dat is wat jij ons hebt beloofd.

    Geef ons de droom die wij bewaarden,

    Ons ’t leven dat de dood nooit dooft.

     

    Straks zwijg ik, D. en H., maar toch graag nog dit. Als jurylid van een poëziewedstrijd las ik een tijdje geleden een vrij behoorlijk gedicht getiteld ‘Bibliotheek (bij Piet Thomas)’. Ik suggereer u nu niet meteen om de Bellegemse naar buiten toe bescheiden boekenburcht van Piet Thomas te gaan bestormen. Maar als u er ooit in kunt binnendringen, beste boekenliefhebber, het is een belevenis! Zijn poëziemolen was tien jaar geleden al een unicum. Ik vermoed dat hij daarin zowat alle Nederlandstalige poëzie bij elkaar heeft. Zijn bureau heeft hij letterlijk ommuurd met keurig opgestapelde boeken, muren boeken van ruim een meter hoog. En… wandelend al titels en auteursnamen lezend langs alle wanden van zijn hele huis, de slaapkamer wellicht niet incluis, stel je vast dat daar ook alle romans in het Nederlands, maar ook in andere talen, alle (in elk geval zeer veel) boeken over de vakgebieden waarin hij gedoceerd heeft, vooral ook over de psychoanalyse, bij elkaar staan. Toen hij met een van zijn religieuze bloemlezingen doende was, toonde hij mij, nadat ik naar adem happend langs zijn boekenkasten was geschuifeld, ook even zijn slaapkamer. Daar lagen naast zijn bed stapels boeken, alle met religieuze teksten en in de meest diverse talen. Ik weet niet of hij weinig slaapt, ik wet wel dat hij heel vroeg opstaat.

    Dames en Heren, ik hoop dat deze tentoonstelling recht zal doen aan Piet Thomas én dat u ook poëtisch en intellectueel plezier zult beleven aan ‘Wie niet weg is, is gezien’ en aan ‘Woorddienst’ . En als u nog even geduld hebt, dan zult u zijn aanstekelijke lach - niet meteen de lach van een ‘erica hysterica’ (cfr. ‘Lik op stuk’) - in deze ruimte van wand tot wand horen schallen en echoën.

    Proficiat, Piet, met je waardevolle werk waarvoor wij je danken! We hopen dat je daar nog vele jaren mee mag doorgaan!

    En ook u, dames en heren, dank ik voor uw aandacht.




    Archief per week
  • 14/10-20/10 2024
  • 05/09-11/09 2022
  • 25/10-31/10 2021
  • 25/05-31/05 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 04/11-10/11 2019
  • 17/09-23/09 2018
  • 21/09-27/09 2009
  • 31/03-06/04 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 22/03-28/03 2004
  • 31/12-06/01 2002
  • 15/02-21/02 1999
  • 24/02-02/03 1997
  • 13/01-19/01 1997
  • 12/09-18/09 1994
  • 18/04-24/04 1994

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs