Aangeboden bij de krant 'Het Laatste Nieuws' in 2016.
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Paul Geerts.
Als Wiske op weg naar huis is, ziet ze hoe een oude man van zijn ladder wordt gereden. Ze brengt de man naar zijn huis in een oude vervallen molen buiten de stad. De man vertelt dat hij Gabriël heet en gepensioneerd is. Hij was een werknemer van monumentenzorg en poetst s nachts nog steeds beelden. Wiske gelooft hem niet als hij vertelt dat hij een steentje van fee Fantasia heeft gekregen en daarmee de denkgolven van standbeelden kan opvangen, maar ze laat hem toch het steentje in Schanulleke naaien. Gabriël vertelt dat hij alleen thuis is als er drie sterren boven de molen staan.
In het park loopt Wiske langs een bronzen beeld en ze ontdekt dat ze inderdaad kan praten met het beeld. Het beeld vertelt dat het heeft horen praten over de oprichting van een vakbond van inbrekers: Het Zwarte Masker. Wiske vertelt het verhaal taan een agent, maar deze gelooft haar niet en stuurt haar naar huis. Haar vrienden geloven het verhaal ook niet. Als Jerom en Lambik bij de molen komen, zijn de deuren onder spinrag verborgen. In een café worden ze lastiggevallen en nu weten ze dat Wiske gelijk had over de vakbond voor inbrekers. Suske en Wiske voorkomen dankzij de beelden een overval op de Kre en Dietbank en besluiten Jerom en Lambik om hulp te vragen. Suske heeft zelf beelden horen spreken en gelooft Wiske nu. De inbrekers bereiden een overval op de juwelier van het Plantsoenplein en Suske en Wiske horen dit van generaal Kopaf. De dichter heeft het herderinnetje een naam gegeven, Mira.
|