Aangeboden bij de krant 'Het Laatste Nieuws' in 2015.
Tekst: Paul Geerts --- Tekeningen: Marc Verhaegen.
Suske en Wiske vervelen zich en tante Sidonia raadt hun aan om de trein te pakken en te gaan kamperen. Suske en Wiske reizen naar het land van Peel en Maas, in het heuvelland van Zuid-Limburg. Ze stappen uit en willen nog brood kopen, maar de winkelier weigert om de vreemde reden dat het al donker wordt. Het hele dorp timmert inmiddels de ramen dicht. Suske en Wiske lopen verder en merken op dat iedereen in het dorp wel ergens bang voor lijkt.
Suske en Wiske lopen naar een hofstede en vragen om onderdak, maar de boer stuurt hen ook weg. Wiske wil niet buiten slapen en zoekt met Suske verder. Dan komen ze bij de kleine boerderij van Anjo en haar dochtertje Marieke. Ze mogen hier eten en overnachten. Anjo vertelt dat iedereen bang is voor onweer en ze worden erg vroeg naar boven gestuurd. Als Wiske 's nachts een geluid hoort, wil ze op onderzoek, maar Anjo zegt dat het verboden is om s nachts een deur te openen. De volgende dag praten de kinderen over het geluid, maar Anjo zegt dat het de wind wel zal zijn geweest. Marieke gaat met Suske en Wiske schapen hoeden en vertelt dat haar moeder de wol verkoopt, het is de enige bron van inkomsten. De laatste tijd verdwijnen er echter steeds meer schapen op onverklaarbare wijze. Marieke vertelt ook dat zij het huisje huren van de herenboer Teun Brom. Hij woont op de hofstede waar Suske en Wiske de vorige avond zijn weggestuurd. Voor Suske en Wiske is duidelijk dat het geen aardige man is.
|