Tekst: Paul Geerts --- Tekeningen: Paul Geerts, Marc Verhaegen.
Suske, Wiske, Lambik en tante Sidonia huren een vakantiehuisje op de Veluwe, bij Ede. Tijdens een wandeling ontdekt Wiske samen met Schanulleke een zwevende zwerfsteen en een oude man in versleten kleren die achter de steen aan gaat. Niemand wil Wiske geloven. Als ook bij het vakantiehuisje een geheimzinnig figuur opduikt gaat Lambik erop af, maar het blijkt Jerom te zijn. Suske ziet de geheimzinnige man s nachts buiten en waarschuwt de anderen. Jerom grijpt de man.
De oude Man heet Zander zonder Zolen en zijn romp bestaat uit een grote zandloper. Hij vertelt dat hij het Witte Wief met haar geliefde moet herenigen, anders zal de aarde met een andere planeet in botsing komt. Mensen die het Witte Wief willen helpen zijn in stenen veranderd, nu 9 in totaal. Zander vertelt ook over de ommegangen rond de zonnetempel, op de plek waar nu huize Kernhem staat, en de energie van een ondergrondse krachtstroom in de Zuid-Veluwezoom.
Bij huize Kernhem vinden Suske, Wiske en Lambik een bloedsteen. Piet Pel, de man van wie tante Sidonia het vakantiehuisje huurt, praat over zijn onderzoek naar de geschiedenis van Ede.
Wiske wil het Witte Wief helpen, maar ze mag 's nachts het bos niet in. Maar ze laat zich hierdoor niet tegenhouden en gaat toch op pad. Ze vindt het Witte Wief, een spookverschijning van een mooie blonde vrouw met bloemen in haar haar en in een wit gewaad. Het witte wief vertelt dat ze vroeger, in het jaar 1500 voor Christus, een priesteres was van de zonnetempel en verliefd was op de Hogepriester. Ze is nog steeds op zoek naar haar geliefde, maar wordt gedwarsboomd door Udo den Boze, de afstammeling van Wodan, god van de oorlog.
Suske vindt de twee als ze worden aangevallen door Udo den Boze. Het Witte Wief gooit de twee kinderen in de Viskom (een modderpoel) om ze uit de handen van Udo den Boze te houden. Alleen Schanulleke blijft boven. De volgende morgen ontdekken de volwassenen dat de kinderen verdwenen zijn en gaan naar hen op zoek.
Lambik vindt konijnen die met Schanulleke spelen. Om ze te verjagen springt hij tussen hen in, maar daardoor komt hij ook in de modderpoel terecht en zakt weg. Hij schreeuwt om hulp. Jerom en tante Sidonia komen erop af, maar ze zijn te laat; Lambik is verdwenen. Sidonia is ontzettend verdrietig. Jerom gaat 's nachts met het Witte Wief praten. Weer komt Udo op de proppen en valt aan. Voor Jerom zit er niets anders op dan ook in de modderpoel te springen.
|