Tekst: Patrice Pellerin --- Tekeningen: Jean-Charles Kraehn.
1. De Nacht van de Troubadours: De recente benoeming van Alfons, de broer van koning Lodewijk IX, als hoofd van de graafschappen Poitou en Auvergne, maakte Graaf van La Marche, Lusignan, razend. Hij voelde zich bedreigd in zijn machtspositie. Onder druk van zijn vrouw Isabel zet hij de heren van Poitou op in opstand te komen tegen de nieuwe graaf. Alfons maakt zich zorgen. Hij stuurt zijn trouwe baron Bertrand van Noyon, naar zijn provinciën om zich van de trouw van zijn vazallen te verzekeren... Maar hij merkt dat Crozenc, het kasteel van Burggraaf Enguerran, het centrum van de opstand is.
2. De Erfgenaam Zonder Naam: November 1241, in de vallei van de Creuse. Eindelijk is het opgehouden met sneeuwen bij de machtige torens van de burcht van Crozenc. Hier, achter deze enorme muren, schuilt burggraaf Enguerran met zijn garnizoen in dienst van zijn leenheer, de machtige Hugo van Lusignan, één van de meest oproerige baronnen van koning Lodewijk de IXde. De inspecterende baron, Bertrand van Noyon, verneemt van Garin, één van de samenzweerders, dat Enguerran goud en wapens levert aan Lusignan. Maar tijdens een ruzie steekt Garin hem neer en beschuldigt Hugo en Sigwald, twee rondreizende jongleurs, van de moord. De twee mannen werden reeds eerder die dag opgesloten voor stroperij en waren net ontsnapt om in de bibliothek een geheimzinnig voorwerp te gaan zoeken. Nagezeten en beschuldigd van de moord op de baljuw moesten ze zich verdedigen. Hugo wordt tijdens dit gevecht gevangen genomen en in de gekkenput gegooid...
|