
Tekst: René Goscinny --- Tekeningen: Albert Uderzo.
7. De kampioen: Dat wat het Gallische dorp sterk maakt, is ook het zwakke punt: de toverdrank, oftewel de maker ervan Panoramix. Deze is het mikpunt van de Romeinen en wordt buiten werking gezet - ook al gaat dat anders dan ze zelf bedoeld hadden.
8. Asterix en de Britten: Julius Caesar wil nu ook Britannia onder de voet lopen. En dat lukt hem aardig. Totdat iemand de hulp van zijn neef in Gallië gaat inroepen. De versterking die Panoramix voorziet, is meer dan welkom. Asterix en Obelix hebben namelijk een hele ton toverdrank meegenomen. Een uitstekende manier om kennis te maken met Britse gewoontes: theetijd, Rugby, etc...
9. Asterix en de Noormannen: Hippix, het neefje van Abraracourcix, komt uit de grote stad Lutetia. Zijn vader Oceanonix, een broer van de grote baas Abraracourcix, vindt dat hij te week en te verwijfd wordt in de grote stad en wil dat ze in het dorp een vent van 'm maken. Tegelijkertijd gaan een stel woeste Noormannen op pad om er achter te komen wat angst is, want: "Het schijnt dat angst vleugels geeft, bij Odin! Wij zouden kunnen vliegen ... net als vogels!". Zij belanden aan de kust bij het dorp van Asterix en de confrontatie die daarop volgt, zorgt ervoor dat zij uiteindelijk dankzij onze bard leren wat angst is. En Hippix leert juist zijn angst te overwinnen. Voor het eerst mag Assurancetourix aan het eind meedoen aan het banket, terwijl Hoefnix, de smid, dit keer vastgebonden aan de boom hangt.
10. Asterix en het 1ste Legioen: Obelix is verliefd (net als later Idefix en - op het eind - Asterix zelf). Veel grappen draaien om de verlegenheid van deze oerkracht, die Romeinen in mekaar slaat, maar tegenover HAAR zo verlegen is, dat hij geen woord meer over zijn lippen kan krijgen. Wanneer zijn wereld instort (ze hééft al een vriendje!) huilt Obelix. Vanaf dat moment komt bij elke huilende persoon stereotiep de reactie "is hij verliefd?". Andere sterke punten vormen de vele nationaliteiten in het "vreemdelingenlegioen", waarbij de Egyptenaar de kroon spant.
11. Asterix en het ijzeren schild: Bij Caesar (De Bello Gallico VII, cap.89) staat te lezen hoe zijn grote Gallische tegenstander Vercingetorix definitief verslagen wordt bij een veldslag in Alesia en hem daarna de wapens aan de voeten legde. De speurtocht naar het schild waarop het Gallische stamhoofd zich had laten verplaatsen vormt een rode draad in deze strip - en de uitkomst is verrassend en niet vooraf te raden voor wie dit verhaal voor het eerst leest. Een tweede rode draad vormt de leverkwaal van Abraracourcix, diens kuur en genezing.
12. Asterix en de Olympische Spelen: "Om de vier jaar organiseren de Hellenen in Griekenland internationale sportwedstrijden ter ere van Zeus in t grote stadion van Olympia. De spelen verstevigen de onderlinge band tussen de Griekse stammen. Ze duren vijf dagen en de winnaar en zijn stam verwerven onmetelijke roem." Wat als Asterix en Obelix nu eens meededen aan die befaamde Spelen?
|