
Tekst: René Goscinny --- Tekeningen: Albert Uderzo.
19. Asterix en de ziener: Qua opbouw van het verhaal valt op, dat de ziener in het eerste deel tegenover de Galliërs doet alsof hij in de toekomst kan kijken en in het tweede deel tegenover de Romeinen juist steeds probeert om als oplichter ontmaskerd te worden; dit laatste omdat Caesar heeft bevolen om echte Gallische zieners gevangen te nemen.
20. Asterix op Corsica: Om de verjaardag van de slag bij Gergovia te vieren, vallen de dorpsbewoners, samen met een aantal vrienden die Asterix en Obelix op hun reizen hebben gemaakt, het Romeinse kamp Babaorum aan. In het kamp ontdekken ze dat de Romeinen iemand gevangen houden: een Corsicaanse banneling, genaamd Ozewiezewozewiezewallakristallix. Asterix en Obelix vergezellen hem naar zijn dorp op Corsica, en helpen de Corsicanen om de door de Romeinse praetor geplunderde goederen terug te halen. Dat gaat gemakkelijk genoeg, maar Asterix slaagt ook nog in het onmogelijke: het verzoenen van twee Corsicaanse stammen.
22. De grote oversteek: Nadat de striphelden in Hispania, Helvetia, Egypte, Britannia, Graecia, Corsica en Germania waren geweest is het ditmaal wel erg ver weg: ze ontdekken per ongeluk Amerika! Toevallig lopen ze ook nog Deense Vikingen tegen het lijf, die ook al Amerika aan het ontdekken zijn; toevallig heet één van deze Vikingen Christøffelsen, zodat Columbus er ook een beetje bij betrokken is. Heel die ontdekking wordt veroorzaakt omdat er geen verse vis meer te krijgen is in het dorp (alsof dat niet altijd het geval zou zijn...) en omdat Obelix het commando "gooi het net uit!" wel erg letterlijk uitvoert.
23. Obelix & co.: Het verhaal begint - in tegenstelling tot de meeste verhalen - in het romeinse kamp Babaorum. Waar het een drukte van jewelste is, omdat de langverwachte aflossing eindelijk arriveert, onder leiding van centurion Absolutus. Na deze plechtige gebeurtenis verlaten wij het romeinse kamp, en gaan naar de wat vertrouwdere omgeving "Het Gallische Dorp". In het dorp heerst een bepaalde opgewondenheid, Obelix is namelijk jarig en krijgt een legioen "verse" romeinen als cadeau. Met dit cadeau halen de Galliërs zich meer op de hals dan ze zich ook maar ooit konden voorstellen. Na deze overweldigende nederlaag is Caesar woedend en roep de senaat bijeen. Dan komt de jonge fanatieke econoom Caius Adolescentus met een wel heel opzienbarend voorstel. "We moeten zorgen dat de Galliërs zich met iets anders gaan bezig houden dan met vechten, bijvoorbeeld Menhirs maken". Vol goede moed reist Adolescentus naar Gallia. Daar aangekomen gaat hij opzoek naar de tot dan toe enige Menhir producent Obelix. Adolescentus overreed hem om z'n menhir te verkopen voor 200 honderd sestertiën. Hij zegt er nog bij dat hij alle menhirs die Obelix kan maken wil kopen, en dat de prijzen blijven stijgen. Obelix die het nu te druk heeft om zelf op everzwijnen te jagen koopt een everzwijn van Hendrix, en vraagt of deze voor hem everzwijnen wil vangen. De volgende dag heeft Obelix weer een menhir gemaakt voor Adolescentus en krijgt er nu 400 sestertiën voor, de prijzen blijven stijgen, maar Obelix is alleen niet meer in staat om aan de vraag naar menhirs te voldoen. Hij vraagt Hendrix om hem te helpen menhirs te maken. Maar Obelix blijkt nog steeds niet in staat om voldoende menhirs te maken, dus vraagt hij nog 4 dorpsgenoten om hem te helpen. Voor het vervoer van de menhirs koopt hij de wagen van Vorunprix de reizende koopman. Tevens neemt hij Vorunprix in dienst als menner voor de kar. Door deze uitbreiding ontstaat er een soort onderneming genaamd Obelix & Co. Binnen de kortste keren zwemt Obelix in de sestertiën. Dit tot groot ongenoegen van zijn dorpsgenoten.
21. Asterix en het geschenk van Caesar: Caesar schenkt afzwaaiende soldaten een lapje grond en een notoire zuipschuit krijgt als geschenk het Gallische dorpje. Hij verkwanselt het echter aan een Gallische kroegbaas voor een fles wijn. Deze trekt met vrouw en dochter naar het dorp. Eerst wordt hij uitgelachen maar later krijgt hij een hut om zich als herbergier te vestigen. Opgestookt door hun echtgenotes komt het tot verkiezingscampagnes. Zoals zo vaak in de wereldgeschiedenis leidt een externe vijand (de Romeinen) tot grote verbroedering.
24. Asterix en de Belgen: De redetwistende stamhoofden geraken het er niet over eens: zijn de Belgen of de Galliërs het dapperst? "Dat ge de dappersten zijt, zult ge moeten bewijzen." Wat is de oplossing? Een wedstrijd houden. En Julius Caesar moet maar arbiter zijn!
|