Tekst: René Goscinny --- Tekeningen: Albert Uderzo.

25. De broedertwist: Het verhaal draait om een Gallisch dorp dat door een kloof in twee helften is gesplitst. Elke helft heeft zijn eigen stamhoofd (Cleverdix en Majestix), en de inwoners van de twee helften kunnen totaal niet met elkaar overweg. Histrionix, de zoon van Cleverdix, en Melodrama, de dochter van Majestix, hebben in het geheim een oogje op elkaar. Ze roepen de hulp van Asterix en co. in om de broedertwist in hun dorp te verhelpen. Majestix wordt echter tegen Cleverdix en Asterix opgezet door zijn slechte raadgever, Codfix. Hij belooft in ruil voor Majestix hand Majestix tot stamhoofd van beide helften te maken.

26. De Odyssee van Asterix: Als de Phoenicische koopman Epidemaïs vergeten heeft aardolie mee te nemen voor Panoramix is het hek van de dam. Panoramix heeft dit ingrediënt absoluut nodig voor het maken van de toverdrank...
Caesar zoek nog steeds een manier om het dorp toe te kunnen voegen aan zijn immense rijk, maar hoe? Zijn chef geheime dienst denkt de oplossing te weten door een van zijn agenten Nulnulnix, tevens druïde, richting het dorp te sturen. Panoramix, een inzinking nabij, stemt toe dat Nulnulnix Asterix en Obelix vergezelt richting het midden oosten op zoek naar aardolie...

27. De zoon van Asterix: Asterix en Obelix krijgen de verrassing van hun leven wanneer ze ’s ochtends een baby voor de deur van Asterix vinden. Niemand weet van wie de baby is, en tot ze de afkomst van het kind ontdekken moeten Asterix en Obelix voor hem zorgen. Daar de deken waar de baby onder lag duidelijk door Romeinen is gemaakt, gaan Asterix en Obelix alle Romeinse kampen rondom het dorp bij langs. Ze ontdekken dat enkele Romeinen bijzonder geïnteresseerd zijn in het kind; met name Caesar’s zoon Marcus Junius Brutus. Wanneer Brutus hoort dat het kind wat hij zoekt zich in het Gallische dorp bevind, komt hij met zijn eigen leger naar Gallië. Hij stuurt tweemaal een spion naar het Gallische dorp om het kind te ontvoeren. Helaas voor de spionnen, en ook voor de Galliërs, krijgt de baby tweemaal een dosis toverdrank binnen (eerst zat er nog een restje toverdrank in een veldvles melk en de tweede keer viel hij, net als Obelix, in de ketel van de druïde) waardoor hij iedereen de baas is.

28. Asterix in Indus-land: De Galliërs vieren een feest ter ere van hun nieuwe dorp (hun vorige was aan het einde van De zoon van Asterix platgebrand). De speech die Heroix wil geven wordt onderbroken door Kakafonix, wiens gezang een regenbui veroorzaakt. Door de regen valt plotseling een vreemde bruine man met een tapijt uit de lucht. De man stelt zich voor als Watziznehm. Hij komt uit een ver land (India) en is naar Gallië gekomen om de zingende regenmaker (Kakafonix) op te halen. In zijn land heeft het al in geen tijden meer geregend en de bevolking is wanhopig. Als het niet binnen 1001 uren gaat regenen, zal prinses Orinjade, dochter van de Rajah, worden gedood als offer aan de weergoden. Dit alles is in feite een kwaadaardig plan van de grootvizier Hoodunnit, die op deze manier de enige erfgenaam van de Rajah uit de weg wil ruimen zodat hij zelf de troon kan overnemen.

Hoe de kleine Obelix in de ketel van de druïde viel: In tegenstelling tot de klein uitgevallen Asterix is Obelix juiste een grote en mollige man (beslist niet dik). Hij heeft oranje haar. Obelix beschikt over bovennatuurlijke kracht doordat hij als kleine jongen is gevallen in de ketel met toverdrank die de Galliërs onoverwinnelijk maakt. Hierbij heeft hij zoveel toverdrank binnen gekregen dat de drank bij hem nooit meer uitgewerkt raakt. Hij wordt daarom altijd overgeslagen wanneer de toverdrank wordt uitgedeeld, zeer tot zijn ongenoegen.

Asterix en de verassing van Caesar (tekenfilm-editie): Het mooie nichtje van het stamhoofd wordt samen met haar verloofde ontvoerd door de Romeinen en naar het vreemdelingenlegioen gestuurd, waar ze als slaven naar Rome gaan als cadeau voor Caesar uit de provincie Amorica.