Tekst: Martin Lodewijk --- Tekeningen: Claus Scholz.
Een eenzame ruiter uit het noorden, een ridder te paard is op weg naar de stad Toledo. Na diverse vragen vindt hij zijn weg en komt hij toe aan een afgelegen woning waar hij ontvangen wordt door een Spaanse schone met azuurblauwe haren, Indigo Magiste. Deze ruiter is natuurlijk niemand anders dan onze held Johan, de rode ridder die nu ook oog in oog komt te staan met Indigos vader Magist Magiste. Deze nodigt zijn gast uit in zijn nederige stulp, die ze nog steeds aan het verbouwen zijn. Even later praten ze gezellig bij aan een gezellig haardvuur. De volgende morgen, terwijl onze held zich aan het verfrissen is verschijnt er een groep soldeniers ten tonele van de Graaf van Lacrar met een bevel van de predikheer van Conde de Lacrar om Indigo mee te nemen naar het kasteel alwaar zij gedwongen in het huwelijk dient te treden met de zoon van de Graaf , Felipe. Wanneer Indigo het gezelschap uitlacht besluit men haar te schaken, iets wat onze held met alle middelen tracht te beletten. Jammer genoeg is de overmacht te groot en wordt hij neergeslagen. Als hij even later terug bijkomt zijn zowel Indigo als haar vader verdwenen en staat de woonst in lichterlaaie. Onze held gaat binnen in de ruïne van de woning en treft er de Grimoire van Merlijn ongeschonden aan. Na een kleine zoektocht vindt hij er ook bruikbare kledij en enkele Indische wapens zoals een khunda en een Katar. Zijn eigen bezittingen zijn immers in de brand gebleven.
|