
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Voor de Noord-Afrikaanse kust, niet te ver van Sicilië stevent een galei op de kustlijn af. Aan boord bevind zich een bende huurlingen die gedreven het ontschepen voorbereid. Vooraleer de galei weer koers zet naar open zee, laat een geheimzinnige man zich eerst nog overboord zakken. Vervolgens zwemt de man in de richting van de kust ... Ondertussen zijn de krijgers veilg en wel aan land gekomen met hun materiaal, onder het wakend oog van hun hoofdman Radjar. Een van de huurlingen vraagt naar Radjar wat het doel van hun reis is, waarop deze hen aanmaant om wat meer geduld te tonen. Alles zal hen duidelijk gemaakt worden wanneer de verkenners terugkomen van hun speurtocht. De patrouille ontdekt echter sporen in het zand van de mysterieuze man en organiseert een zoektocht. Tijdens die zoektocht stuiten ze op de ruines van een stad, de geheimzinnige blijkt ook in die ruines verdwenen te zijn. De 3 verkenners besluiten om hun zoektocht te staken en verslag uit te brengen bij hun hoofdman. Deze maakt zich niet veel zorgen om hun mysterieuze bespieder en legt zijn mannen uit wat ze nu net in deze ruines komen doen:
|