Tekst: Martin Lodewijk --- Tekeningen: Claus Scholz.
Er heerst beroering in de diepe en duistere krochten van de hel. De 6 hellevorsten komen er samen om een nieuw plan te bekokstoven tegen het algoede. Bahaal, de eeuwige vijand van Johan, krijgt van de raad van zes de opdracht om de Judasgraal te vinden, de tegenhanger van de Heilige Graal, die werd vervaardigd uit de schedel van Judas Iscariot, Jezus verrader. De prins der duisternis geeft de opdracht op zijn beurt door aan een van zijn meest geliefde dienaressen: Demoniah, de duivelin. De Rode Ridder is sinds korte tijd vergezeld door twee opmerkelijke reisgezellen: Indigo, de pittige blauwe heks, en haar vader Magiste, een blinde alchemist. Het drietal is op weg naar het Bretoense stadje Saint-Malo, waar Johan een afspraak heeft met Merlijn, de beroemde magiër van het hof van Koning Arthur, en waar hij tevens afscheid zal nemen van Indigo en haar vader, die over zee naar Toledo zullen weerkeren. Maar eens te meer draaien de zaken anders uit...
Dit verhaal is samen met de albums #207 & 208 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.
|