
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan overnacht in een bosrijk gebied. Midden in dit bos staat een reusachtige boom. Hieak, de bultenaar waarschuwt de Rode ridder voor deze reuzenboom. Blijkbaar huist Grapak, de woudgeest, in deze boom. De volgende ochtend ziet de Rode Ridder een man met een bijl de boom aanvallen, maar de boom lijkt zich met zijn takken te verdedigen. Johan komt tussenbeide en redt de man uit zijn akelige situatie. Johan brengt de gewonde man naar het dorp. Zarin, de dorpoudste vertelt de geschiedenis van het woud. Lang geleden maakte Ykai, de struikrover, de streek onveilig. Jarenlang teisterde hij de streek, maar uiteindelijk werd hij gevangen genomen en opgehangen aan de reuzenboom. De volgende dag was het lichaam van Ykai verdwenen. De Rode Ridder en Aleka trekken het bos in om Marlyna, de dochter van de houthakker, te gaan zoeken. Wanneer ze de muts van Marlyna bij de reuzenboom vinden, beginnen ze een onderzoek. De Rode Ridder graaft bij de wortels van de boom en vindt de helm van Ykai. Hieak is gestoord door de bezoekers en valt hen aan. In het gevecht dat ontstaat maakt hij de Rode Ridder blind en kan zo ontsnappen.
|