
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De hel! Bahaal zit er de tuchtraad voor. De beschuldigde is Demoniah. De aanklachten betreffen de opeenvolgende mislukkingen om de Rode ridderr uit te schakelen. Zij faalde tevens Necronomicon te bemachtigen. Kortom, ze moet rekenschap geven voor haar carrière vol mislukkingen. Bahaal is onverbiddelijk, Demoniah wordt verbannen naar de aarde. Twee duivels brengen haar weg. Ze zweert haar vroegere vijanden tot bondgenoten te maken Bahaal dwars te zullen liggen. In het hemelse rijk voelt Galaxa beroering, Johans naam werd in de hel uitgesproken. Ze zet meteen koers naar de aarde, waar Demoniah langzaam bijkomt. Een groep mensen nadert haar, ze krijgt een kistje met wapens aangeboden. Demoniah, de leider van de manschappen, Lod en de manschappen zelf drinken van een serum. Ze verkleden zich als bedelmonniken, die zichzelf kastijden; boetelingen. Aangekomen in het nabije dorp verzamelen de inwoners zich rond de boetelingen. De wierook wordt aangestoken, waarop de dorpsbewoners bewusteloos in elkaar zakken. Dankzij het serum blijven de boetelingen ongedeerd, ze slaan aan het plunderen. De oogst is echter magertjes, waarop Lod vraagt wanneer de volgende slag geslagen wordt. Demoniah wijst naar Kraaiesteyn, een machtige burcht aan de einder. Demoniah ontvouwt haar toekomstplannen, Lod en zijn mannen helpen haar binnen te geraken, Lods bende mag plunderen, terwijl Demoniah op Johan afgaat, die in de burcht verblijft. Op dat ogenblik verraad een jonge knaap die aan de giftige rook ontsnapte zich. Hij vlucht weg, maar wordt door Demoniahs blaaspijp geveld. De boetelingen trekken verder. Galaxa is snel ter plaatse en treft de jongen aan, ze peilt zijn geheugen en beseft meteen hoe de vork aan de steel zit. Galaxa moet Johan waarschuwen!
|