
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Wederom blikt Merlijn terug in zijn kronieken.
Ditmaal begint het verhaal bij twee krijgers die moeizaam door een uitgestrekt moerasgebied trekken. Zij zijn op weg naar hun nieuwe meester die zich schuilhoudt in een goed bewaakt gebied, waar het wemelt van de valstrikken. De twee krijgers bereiken een brug waar ondanks de vele waarschuwingen een van de krijgers zijn geduld niet kan bewaren en zijn dood tegenmoet rijdt.Dan verschijnt de meester die niemand minder dan Heer Kerwyn blijkt te zijn. Samen gaan ze terug naar hun schuilplaats, een vierkante toren middenin een moerasgebied. Aan de overgebleven krijger Chizzo doet hij uitvoerig verslag van zijn plannen. Het blijkt dat Chizzo in de rol van ronselaar al vele krijgers bij Kerwyn heeft gebracht. De geduchte strijdmacht moet de nieuwe Orde van de Nachtridders worden, die als vanouds een hoop ellende moet zaaien in Arthurs koninkrijk. Bovendien ontmoeten we ook oude bekenden Lodogran en Niemand, die als rechterhand van Kerwyn zijn plannen moeten uitvoeren.
|