
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Vlad Drakul zint op wraak, en neemt zijn toevlucht tot Zwarte Kunsten om de ondergang van de Rode Ridder te bewerkstelligen. De Duistere Machten zenden hem daarop de welbekende duivelin "Demoniah". Onderwijl komen Johan en Sunya in een vissersdorp aan, waar ze een schip en een bemanning zoeken om naar andere gebieden te varen. In de plaatselijke herberg bevindt zich de oude wijze tovenaar Merlijn, die Johan opwacht om samen in de Gobiwoestijn in Mongolië de mensheid te redden. Een zandstorm heeft daar onlangs ruïnes van de stad Khara Khota, eens bevolkt door het mystieke volk van Oejgoer blootgelegd. Degene die over de Verborgen Kennis beschikt zal over de wereld heersen. Het is zaak om eerder de Verborgen kennis te ontdekken dan de Duistere Machten. Dankzij de toverkunsten van Merlijn bereiken ze binnen korte tijd een grot waar ze door een elfenvolk worden opgewacht. De elfen zullen Johan, Sunya en Merlijn ondergronds tot aan de stad Khara Khota brengen, beschut tegen elk gevaar. Maar ook Demoniah, Vlad Drakul en inmiddels bij hen aangesloten huurlingen hebben dankzij toverkunsten dezelfde grot weten te bereiken. Het elfenvolk bezorgt onze vrienden een kleine voorsprong, en weldra zien ze de ruïnes. Gelukkig weet Merlijn dat de Verborgen Kennis zich in een kistje in de gouden sarcofaag bevindt. Maar Merlijn heeft het kistje nog niet geopend, of Demoniah en Vlad Drakul verschijnen ten tonele.
|