
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Lente 1291, In de ridderzaal van het kasteel van Horst maakt een zenuwachtige Hugo Pynnock zich klaar voor de aankomst van zijn gaste, Elfriede, barones van Rillaar. Zijn gezellig samenzijn blijkt echter van korte duur wanneer er onverwachts bezoek in de kamer staat. De hertog van Brabant, Jan Primus, die naar Horst is gekomen om beroep te doen op zijn vrienden. Dit omdat de vijanden van Brabant op wraak zinnen na hun verpletterende nederlaag tijdens de slag van Woeringen. Hij vertelt onze vrienden dat hij een plan heeft om uit te vissen wat de vijand in zijn schild voert. Hij stelt voor een toernooi te organiseren in Horst. Terwijl Hugo kapitein Victor de instructies geeft voor de avond, maakt de Hertog hiervan gebruik om de mooie Elfriede mee te nemen op een boottochtje in de kasteelvijver. Tot grote ergernis van Hugo Pynnock. Wanneer er tijdens het avondeten weer naijver is om de gunst van Elfriede te winnen wordt het Brabantse kamp toch verdeeld voor het toernooi.
|