
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Noord-Afrika, een karavaan heeft halt gehouden aan de oase van Berri-Abes. Een roversbende, De woestijnruiters, heeft de oase omsingeld en wacht op zijn leider om aan te vallen. Hamad, een nieuw lid van de bende zal spoedig kennis maken met de leider, de Zwarte schorpioen. Genadeloos doodt de vrouwelijke leider Hamad, die haar beledigde. Even later wordt de aanval op de karavaan ingezet. De rovers krijgen de opdracht iedereen te doden behalve El Houdin. El Houdin is echter niet vindbaar, en in de verte doemt een ruiter op. Meteen blaast de Zwarte schorpioen de aftocht, slechts enkele krijgers blijven achter om de overlevenden af te maken en de ruiter te doden. De ruiter is niemand minder dan Johan. Deze zag het gevaar al van ver en schakelt rover per rover uit. Een laffe aanval in de rug lijkt hem fataal te worden, maar een vastberaden hand duikt op vanonder het zand. El Houdin schakelt de laatste rover uit. El Houdin kent Johans naam en vraagt hem om zijn lijfwacht te worden. Johan aanvaardt het voorstel en samen rijden ze naar Karabuk, waar El Houdin zal optreden voor kalief Sidi mardoek. De Zwarte schorpioen en haar rovers is echter ook aanwezig in Karabuk. Evenals een andere geheimzinnige gestalte, Ed Odod. Deze laatste schakelt enkele rovers uit met een simpele handaanraking. Hij zweert dat de komende ontmoeting met El Houdin de laatste zal zijn.
|