
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Heer Corum is met zijn echtgenote Rosamond, zijn neef Agar en diens verloofde Mechtild, bezig aan een wilde jacht op een witte reebok. Ook Yoros, een beruchte stroper is in de buurt. Wanneer Yoros opgemerkt wordt en tracht te ontsnappen, wordt hij in de schouder getroffen door een speerworp van Agar. Gewond en slechts half bij bewustzijn, tracht hij verder te vluchten. Dan komt Johan op de proppen. Onwetend van Yoros beroep neemt hij de stroper in bescherming. Ondertussen raakt ook Corum gewond bij een val. Johan besluit zijn metgezel onder te brengen in de Rode Herberg aan de rand van het woud. Onmiddellijk valt Yoros panische angst op voor deze plek. Hij is echter te zwak om zich tegen Johans initiatief te gaan verdedigen. Eenmaal aangekomen in de herberg, blijkt dat ook het andere jachtgezelschap een onderkomen gevonden heeft in deze herberg. De beenwonde van Heer Corum is van die aard dat hij niet kan paardrijden. Ze besluiten enkele dagen in de herberg te verblijven. In de herberg maken we tenslotte kennis met Bran, de herbergier. Dit blijkt van in het begin een bijzonder hardleers type te zijn. Ook Agar, die nu pas merkt dat de gewonde medegezel van Johan niemand minder is dan Yoros, is een vechtersbaasje.
|