
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Rode Ridder zwerft door een streek die geteisterd wordt door watersnood. Als hij bij een beekje stopt om zijn watervoorraad aan te vullen voelt Johan dat hij bespiedt wordt en is op zijn hoede. Als hij zijn waterkruik vult wordt hij verrast door de verschijning van een fraaie dame die denkt dat Johan een handlanger is van een zekere graaf Krodax. Kennelijk heeft de vrouw magische krachten want niet alleen bewegen haar haren en kleding terwijl het windstil is, plots verandert het wateroppervlak in een laaiende vuurpoel! Johan stelt zich voor en overtuigt de vrouw dat hij slechts op doorreis is. De vrouw heet Mayola en is als vondeling door de hereboer Gawon opgevoed. De gouwheer van de streek, graaf Krodax, is zijn vijand. Sinds de droogte probeert Krodax Gawon over te halen om zijn waterbron te verkopen. Gawon weigert want Krodax zou het water tegen woekerprijzen verkopen aan de bevolking. Johan voelt het als zijn plicht om Gawon bij te staan en vergezeld Mayola naar Gawons hoeve. Onderweg zien ze dat Gawon wordt aangevallen door 4 aanvallers. Johan kan niet voorkomen dat een van hen Gawon een fatale zwaardstoot toebrengt. Mayola is er van overtuigd dat de vier aanvallers wapenknechten zijn van Graaf Krodax en zweert wraak voor de laffe aanslag. Op zijn sterfbed vraagt Gawon aan Mayola geen bloed te vergieten om zijn dood te wreken
|