
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Dit verhaal begint langs een woeste rotskust waar de Rode Ridder de ruïnes ontdekt van een toren. De daaropvolgende nacht krijgt Johan bezoek van twee vissers. Deze vertellen hem de legende van de toren, waar Noordafrikaanse piraten jaren geleden de vuurtorenwachter vermoordden en zijn dochter Mirjah levend inmetselden, samen met hun roofbuit. Dergelijke piraten kwamen vanaf de Noordafrikaanse kust afgezakt om plundertochten te houden in het binnenland. Een signaalvuur vanuit de toren moest de boeren in het binnenland waarschuwen. De daaropvolgende nacht wordt Johan door een visioen gewekt. Mirjah waarschuwt hem dat opnieuw plunderaars op weg zijn naar de kust. De volgende morgen zakken hordes Moorse plunderaars af naar de toren. Johan besluit een waarschuwingsvuur te ontsteken om de bevolking te waarschuwen. In een poging om de toren te veroveren lijden de Moren zware verliezen. De overmacht is echter te overweldigend. Gelukkig waarschuwt de bevolking landheer Borvic. Deze stuurt een patrouille erop uit.
|