
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Na zijn avontuur in Yarkand reist Johan op het schip van Tesora de vrouwelijke kaper uit "De verrader van Yarkand" langs de Afrikaanse kust naar het westen. Als ze het schiereiland Dferfat passeren gaat Johan van boord. Aangetrokken door de verhalen over Kalief Kahdi-Sha wiens paleis is omringd met een dodelijk labyrint, gaat hij op avontuur. Johan is nog niet ontscheept en hij wordt al aangevallen door Akka-Bha, de bewaker van de oase waar een nomadenstam zijn tentenkamp heeft. Als Johan vraagt of vreemdelingen altijd op deze manier onthaalt worden oppert Akka Bha dat de gastvrijheid van zijn stam juist erg groot is, maar dat hij De Rode Ridder voor een rover hield. En aangezien onze vriend Johan dit uiteraard niet is, wordt hij door Akka Bha naar de oase gebracht. Johan wordt voorgesteld aan Shildar, de hoofdman en hoort dat men de volgende morgen zal vertrekken richting het pales van Pacha Kahdi-Sha. Tijdens het gesprek met Shildar ziet Johan een gesloten huifkar die door wachters bewaakt wordt. Volgens Shildar bevat de kar de watervoorraad van de stam, maar Johan vertrouwt dit niet. Shildar stuurt Akka Bha achter Johan aan om hem in de gaten te houden. Hij vermoedt dat Johan een spion is van een zekere Olaf de kruisvaarder.
|