
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een stil rustig vissersdorpje in het zuiden, daar begint een formidabel avontuur voor twee mannen. De ons welbekende Johan, De Rode Ridder en zijn reusachtige gezel Storkas de barbaar. Johan ontmoette Storkas een tijdje geleden en deze besloot om hem te vergezellen op zijn avonturen. Storkas die de hele dag gelopen heeft besluit een herberg op te zoeken en logies te vinden voor de twee mannen. Johan gaat ondertussen eens een kijkje nemen op de kade waar de provoost, een dienaar van het gerecht en zijn soldeniers duidelijk op iets wachten. Johan wordt eerst nog tegengehouden door een soldenier maar de provoost ziet dat Johan een vreemdeling is en besluit hem uitleg te geven. Johan hoort dat er een schip met galeislaven op komst is. Aan boord bevindt zich een man die de provoost tot drie jaar dwangarbeid had veroordeeld, vandaag wordt hij vrijgelaten. Die man heet Yordin, heeft een houten been en een kraai die hem overal volgt. Op een dag was hij in het vissersdorpje toen Bodwun de koopman zijn waren tentoonstelde. Die dag boden hij en zijn dochter Azurah ook iets speciaals aan, een zonderling perkament waarop de ligging staat van een gezonken karveel, dat een lading zilver bevat! Een plotse windvlaag rukte Bodwun het perkament echter uit handen. Yordin stuurde Kraa, zijn kraai op het perkament af en deze ving het in volle vlucht. De provoost organiseerde een klopjacht op Yordin en kreeg hem uiteindelijk te pakken, maar van de schatkaart was geen spoor meer. Yordin weigerde iedere medewerking en werd veroordeeld.
|