
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Ergens in een bosrijk gebergte van de Balkan... Nog voor de Rode Ridder een dorpje binnenkomt stormen drie ridders hem voorbij en verdwijnen in de verte. Plots omringen dikke nevels de Rode Ridder en vormen monsterachtige spookbeelden. Onverschrokken verdrijft Johan de wazige gedrochten, die weer lijken te verdwijnen. Dit is het werk van Varazdin, de kluizenaar. Volgens Varazdin willen de drie ruiters de Moloch bestrijden, maar hebben geen schijn van kans. De Rode Ridder haast zich naar het dorp, waar de bewoners angstig binnen blijven. Plots ziet de Rode Ridder een wit merkteken op de deur van een woning. Maar voor de Rode Ridder het verder kan onderzoeken, komen de drie ruiters het dorp binnen. Ze hebben gestreden met de Moloch en verloren! De Moloch eist ieder jaar een mensenoffer... het mooiste meisje van het dorp! Dit jaar koos men Ozelia. De drie ruiters waren haar broers die de Moloch probeerden te doden. Tevergeefs! Ozelia is klaar om geofferd te worden, voordat er nog meer doden vallen. Ze wordt geketend en naar de Vervloekte Brug gebracht. Johan verzaakt zijn riddereed niet en wil de Moloch bestrijden. Niemand weet echter hoe de Moloch er uitziet, ieder die hem bestrijdt moet het met de dood bekopen. Ozelia wordt aan een ring op de Vervloekte Brug geketend en wacht haar lot af. De Rode Ridder blijft bij haar om de Moloch op te wachten. Maar het tweetal is blijkbaar niet alleen. Grak, de smid,wil niet dat Ozelia geofferd wordt en biedt zijn hulp aan. Hij bevrijdt Ozelia van haar ketens. In de verte worden bomen en rotsen in een oorverdovend gekraak omvergeworpen. Blijkbaar baant er zich een onzichtbaar wezen zich een baan naar de Vervloekte Brug.
|