
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Wanneer Johan op doortocht gebruik maakt van de gastvrijheid in de burcht Tanelor, ontmoet hij er de bedlegerige burchtheer Albar, die sedert zijn terugkeer van een speurtocht naar het Sprekende Zwaard nog slechts in wartaal spreekt. De aandacht van Johan wordt getrokken wanneer Albar raaskalt dat Bahaal op zoek is naar het Sprekende Zwaard. Kornos, de zoon van Albar, vertelt Johan dat Albar in een oud perkament het bestaan van het Sprekende Zwaard ontdekte; dit zwaard zou zich ergens in een ruïne aan de andere kant van de woestijn bevinden en zowel de wensen van de eigenaar vervullen als de toekomst voorspellen. Tegen de zin van Johan vergezelt Kornos hem op de gevaarlijke zoektocht door de woestijn. Ze overnachten bij Ord,een pottenbakker die hen tevergeefs hun voornemen uit het hoofd tracht te praten. Die nacht laat Ord een giftige woestijnspin los in de kamer van zijn gasten. Johan wordt door een manestraal gewekt en kan op het nippertje de spin vermorzelen, maar voor Kornos komt alle hulp te laat. De vluchtende pottenbakker schreeuwt Johan nog de verwittiging toe om hem niet te volgen, zoniet zal Bahaal met hem afrekenen. Johan begraaft Kornos en volgt het spoor van Ord tot hij Zaroah ontmoet, een vrouw die naar eigen zeggen verdwaalde reizigers een onderdak verschaft.
|