
Tekst & tekeningen: Willy Vandersteen.
#5: Prinses Zagemeel (1949): Vandersteen maakte van dit verhaal een vrije bewerking van de Sprookjes van Duizend-en-één-Nacht, met elementen als Ali Baba en de veertig rovers en de legende van Sheherazade. Het hele verhaal draait rond Wiskes popje Schalulleke, dat opgevuld blijkt met het zaagsel van Shchera-Saga-Mell, een Iraakse prinses die in een boom veranderd is door de boze tovenaar Ali-Ben-Salami. Saga-Mells geliefde, de sympathieke Sidi-Ben-Moka, ontmoet toevallig Lambik, Suske en Wiske. Hij maakt zich meester van Schalulleke. Sidi bindt samen met onze helden de strijd aan met Ali-Ben-Salami, die onder meer de reus Poze-Khes-Oep laat aantreden. Voor de naam van deze laatste heeft Vandersteen zich laten inspireren door Pozekesoep, wat de bijnaam was van een bekend worstelaar die in de jaren veertig zijn kunsten vertoonde op de Antwerpse Vogelenmarkt.
#26: De bokkerijder (1956): Het verhaal bulkt dan ook van beklemmende passages. Bovendien verwerkt hij twee zeer actuele gebeurtenissen uit de jaren na de bevrijding in deze strip: de repressie en de belastingdruk. Het verloop van het verhaal wordt bepaald door het 18de-eeuwse dagboek van Johan Mattheus Lambik, die bij de bokkerijdersbende heeft behoord. In deze aantekeningen uit Johan Mattheus zijn berouw en wil hij zijn misdaden goedmaken door de kerken van Limburg hun zilverschat terug te geven. Dit zilver werd samengesmolten in een grote zilveren bok. Lambik wil aan de geschreven wens van zijn voorvader voldoen en onze vrienden gaan als mijnwerkers op zoek naar de Zilveren Bok. Ze komen al snel terecht in de bende van de bokkerijders, die onder leiding staat van de zilveren bok Isidoor en zijn baasje Thijs. De verbeten strijd tussen de bokkerijders en onze helden wordt mee beslecht dankzij een toevallig voorbijtrekkende scoutspatrouille.
#7: De witte uil (1950): Met De witte uil situeert Willy Vandersteen voor het eerst een verhaal in China. In 1948 was China hett strijdtoneel van een burgeroorlog tussen de communisten en de nationalisten onder leiding van Tjiang-Kai-sjek. Vandersteen verwerkt op geen enkele manier dit gegeven in De witte uil, maar verwijst toch met een knipoogje naar de toenmalige actualiteit door de leider van de Chinese opiumbandieten Sjam-Foe-Tsjek te noemen. Deze bende voert een terreurbewind en onderdrukt zo het volk van de Kortstaarten. Hoewel de actie draait rond de strijd van onze helden tegen deze bende, bouwt de tekenaar een aantal verwijzingen in naar toenmalige gebeurtenissen in de Vlaamse politiek. Een van zijn stokpaardjes was de aanslag van 1946 op het monument van de IJzertoren.
De gekalibreerde kwibus (1979): In de Vlaamse parochiebladen verschenen tussen oktober 1948 en oktober 1950 De avonturen van Lambik, zonder bijkomende titel. Willy Vandersteen tekende elke week twee stroken van dit onsamenhangende verhaal, dat in feite drie scenario's aan elkaar rijgt. In het eerste stuk zien we een zenuwachtige Lambik, die een winnend biljet van de loterij in zijn bolhoed bewaart. Niet voor lang natuurlijk, want de verstrooide Lambik verliest het om de haverklap. Het tweede deel drijft onze vrienden in de klauwen van een valsmuntersbende, die door een meesterlijke Lambik ontmaskerd wordt. Het derde bedrijf brengt de helden naar de Noordpool, waar zij het aan de stok krijgen met een bende die uranium tracht te bemachtigen voor de aanmaak van oorlogstuig. Na de afloop in 1950 verdwenen de verhaaltjes voor tientallen jaren in de anonimiteit. In 1979 werden ze herontdekt en door lieflhebbers in een album op de markt gebracht onder de titel De gekalibreerde kwibus. Deze titel verwijst naar een citaat uit het album. Standaard Uitgeverij bracht in 1981 het album in de reeks Strip Klassiek op de markt.
|