
Tekst & tekeningen: Willy Vandersteen.
#15: Het bevroren vuur (1952): Onze vrienden belanden in het ijskasteel Frigoria, waar ze koning Hermelijn en diens nar Pingwin ontmoeten. De boze viking Frishko houdt echter de koningin gevangen en is vastbesloten koning Hermelijn, diens bondgenoten en zijn vele kinderen definitief uit te schakelen. Dat lukt echter niet en de moeder van Frishko, de Sneeuwvrouw, weet de boze viking tot betere gedachten te brengen. Frishko weet echter niet dat de Sneeuwvrouw zijn moeder is. Verder beschrijft Vandersteen het wel en wee van kleuters. Vandersteen was hiervoor uitstekend geplaatst, want toen hij het verhaal tekende had hij zelf een tweejarige dochter, Christiane. Tenslotte verwijst de auteur ook naar een nieuwsfeit dat in die tijd volop in de belangstelling stond: het officieel bezoek dat een dubbelganger van koning Boudewijn aan een school in Heverlee (bij Leuven) bracht. Uiteindelijk bleek het een grap van Leuvense studenten te zijn.
#16: De sterrenplukkers (1952): In De Sterrenplukkers haalt Vandersteen fel uit naar de egoïstische samenleving. Hij wil de lezer een levensles meegeven: het geluk ligt niet in materiële welstand, vriendschap is belangrijker. Lambik legt in een verkoopzaal toevallig de hand op een stenen engeltje. Hij ontdekt al snel dat het beeldje een geheimzinnige kracht bezit: de wensen van de eigenaar gaan in vervulling. Na een enorme klopjacht door de politie komt Lambik in Parijs terecht. Vandersteen schetst op een prachtige manier de levenswijze van de Parijse clochards, die ondanks hun miserie toch een gelukkig bestaan leiden en hun vrijheid niet willen verliezen. De titel van het verhaal verwijst naar de naam van de kolonie van clochards, die door Lambik gesticht wordt. Lambik kiest deze naam omdat die de clochards herinnert aan de tijd dat ze 's nachts dromend naar de sterren lagen te kijken. Naar het einde van het verhaal komt Vandersteen zelf even tussenbeide. Hij zorgt ervoor dat de wens van tante Sidonia -trouwen met Lambik- niet zal uitkomen. Lambik moet immers nog vele avonturen beleven, waarvoor hij al z'n energie nodig heeft.
#17: De lachende wolf (1953): In dit sfeervolle verhaal is er een belangrijke rol weggelegd voor tante Sidonia. Zij trekt namelijk naar het koude Alaska om er de bonthandel van haar neef John over te nemen.
#18: De dolle musketiers (1953): Onze helden moeten het opnemen tegen de talrijke soldeniers van de hertog Le Handru; ze roepen daarbij steevast de leuze van de musketiers Eén voor allen, allen voor één! Dit verhaal werd vooral bekend omdat een populaire figuur uit de reeks er voor het eerst optreedt: Jerom. Met zijn dubbelgespierde borstkast, steeds gesloten ogen en uitspraken in telegramstijl schrok hij aanvankelijk veel lezers van de krant af. De kranteredactie kreeg vele boze brieven dat zo'n figuur niet door de beugel kon en abonnementen dreigden opgezegd te worden. Toen echter bleek dat Jerom een grote boon had voor Schanulleke en hij het vooral goed deed bij de lezeresjes, evolueerde hij al snel naar de status van hoofdfiguur.
|