 Tekst & tekeningen: Jeanine Rahir.
"Met deze Charta verbind ik mezelf, Walder, Baron von Stein, aan de Teutoonse Orde, en leg ik uw lot in de handen van de Grote Bevelhebber Karl van Bergland. Mijn land, Land van Stein, schenk ik aan de Orde, samen met al de goederen die er zich bevinden." Door zich in te lijven bij de Orde zoekt Walder vergiffenis voor zijn zonden. Hij denkt dat al de tegenslagen die hem benadeelden het gevolg waren van zijn slechte daden. Maar de moeilijkheden beginnen pas. Hij verneemt dat hij de vader is van een kind genaamd Egon, de zoon van Iseline. De jongen wordt opgevoed door de jaloerse Mygale en toevertrouwd aan een roversbende. Walder wil zijn zoon zoeken, maar mag het kasteel niet verlaten tijdens de afwezigheid van de Bevelhebber. Hij vertrekt toch, met Mygale en Iseline. Maar zij worden gevangen genomen en in de boeien geslagen. Voor altijd gemerkt door liefde en haat.
|