 Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Eduard De Rop, Karel Verschuere.
Geboeid door de wonderbaarlijke verhalen van de Venetiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo, scheept Johan in op een Portugees schip. Na een lange reis raakt het schip ter hoogte van Korea uit koers en stevent af op het land van de Rijzende Zon, Japan. Op een eiland niet ver van de Japanse kust worden zij door een daimyo, een nobele, begroet. Ze worden gasvrij behandeld, maar het wordt hun verboden om het vasteland te betreden. Tijdens het avondmaal wordt er door sluipmoordenaars een aanslag op de daimyo gepleegd. Johan weet dit te verijdelen, en redt zijn leven. Als dank krijgt hij toestemming het vasteland te betreden, en met een vrijgeleide vrij over de wegen te reizen.. Enkele dagen reist Johan door het land, en bij een dorp wacht hem een verassing: Er zijn rovers op komst, en de bevolking vlucht weg. Johan positioneert zich op een brug, en wacht de aanval der rovers af. Johan houdt stand, maar als zijn tegenstand lijkt te breken, snelt een ruiter hem te hulp, en de rovers worden verdreven. De redder is Sempei, een schildknaap die op weg is naar het graf van zijn overleden meester in de plaats Edo. Johan biedt zijn hulp aan, en samen reizen zij verder. Maar Sempei kan de ware toedracht van zijn reis niet bekend maken. Hij vertelt dat zijn vijanden talrijk zijn, en dat het belangrijk is dat hij in Edo aankomt. Een samoerai pleegt onderweg een tweetal aanslagen, maar ze ontsnappen en weten met behulp van een list de sluipmoordenaar gevangen te nemen. Deze weigert iedere vraag te beantwoorden. Sempei laat hem vrij, en geeft hem zelfs zijn zwaard terug. De smaad van zijn falen kan hij alleen uitwissen door zichzelf het leven te benemen...
|