|
Alweer meer dan een week geleden sinds de laatste update, maar betaalbaar en snel internet is in Australië bijna even moeilijk te vinden als een kangoeroe in België
Maandag weer onderweg van Eden naar Wilson Promontory National Park. Hier zouden kangoeroes, emoes, koalas en wombats zitten. We waren benieuwd. En ja hoor, zo gauw we het park binnen reden spotten we onze eerste kangoeroe van de dag. Geweldig gewoon hoe die zich voortbewegen. Die kunnen dus niet gewoon wandelen, die moeten altijd springen, zo grappig. Een aantal emoes en wombats waren ook van de partij. Een koala hadden we spijtig genoeg nog niet gezien. We moesten overnachten in Tidal River. Dit was de enige kampplaats in heel het park maar dat was natuurlijk geen minpunt.
Dinsdag heerlijk wakker worden met de zon op ons busje, pffft wat was het wel al warm. Ideaal dan ook om Norman Beach eens te verkennen. Wat ze daarvan schrijven is allemaal niet overdreven. Dit is het mooiste strand wat we ooit gezien hebben. Zo proper zand, zo helder water met allemaal baaitjes zodat je gewoon door het water kon waden naar de overkant om daar tussen de rotsen een schaduwplekje te bemachtigen. Heerlijk!! Maar voor ons was het alweer tijd om door te rijden. We wilden in Phillip Island geraken om daar deze s avonds de Pinguin parade bij te wonen. Uiteindelijk bleek er op dat eiland nog wel meer te zien. Zoals the Nobbies, rotsen waar zeeleeuwen wonen, mooie stranden, leuke dorpjes, enfin, we kregen onze avond goed vol. Om 20u was het dan afwachten tot de pinguins uit het water zouden komen om op land hun jongen eten te geven. Om 21u kwam de eerste uit het water gewaggeld. Wat een gek zicht en zo snel dat die zijn. Toen het bijna 22 uur was, hadden we de meeste toch wel gehad (een kleine 500) en gingen we wat meer op land kijken hoe ze nu echt tot aan hun jongen geraken. En geloof het of niet, je kan daar gewoon langs de pinguins wandelen. Overal langs de weg zijn kleine grotjes waar de babytjes inzitten. De ouders waggelen tot wel anderhalve kilometer landinwaarts om hun jongen te zoeken. Geweldig gewoon. Spijtig genoeg (maar misschien ook gelukkig) is het bezoek hieraan streng gereglementeerd en mag je dus ook absoluut geen fotos nemen. Pech voor jullie, maar wij hebben het toch maar gezien. Zeer voldaan vielen we dan ook in slaap.
Woensdag morgen was Anne helemaal in haar nopjes want vandaag gingen we naar het Koala Conservation Centre. Joepieeeeeee!!! Het is niet zo dat dit gevangen koalas zijn. Dit is gewoon een observatie centrum waar ze koalas (jawel) observeren . Het is ferm zoeken voor je zon schattig beestje in de boom ziet hangen, maar eens als je ze ziet, is het fantastisch. Zo pluizig en schattig. Het zijn eigenlijk dikke, kleine luizakjes. Die slapen 20 tot 23 uur per dag! Wat een leven! Na toch alweer een aantal honderden fotos was het tijd voor onze volgende stop, Churchill Island. Een klein schiereilandje met een plaatselijke boerderij waar ze het leven van honderd jaar geleden nog in leven houden. Mooi met al die beestjes maar lang zijn we niet blijven hangen. We wilden nog in de buurt van Melbourne geraken. St Kilda was de geplande stopplaats maar door het niet vinden van een camping moesten we wel doorrijden. Dan maar naar Williamstown.
Van hieruit konden we donderdag de trein nemen tot in Melbourne centrum. Ahwel, dit is nu ook eens een aan te raden stad. Misschien dat de Disney-tentoonstelling hier Anne haar visie wat rooskleuriger gemaakt heeft maar desalniettemin heerste er een heel leuke sfeer en waren er mooie gebouwen tussen veel groen en veel water. Heel bekend is Federation Square met zijn futuristische gebouwen, maar wandel je 5 minuten verder dan kom je aan het water waar veel roeiers actief zijn. Iets verder liggen dan weer de grote tennisstadia (waar ons Kim dus gewonnen heeft).
Na lang twijfelen over onze route besloten we de dag erna toch voor de Great Ocean Road te gaan. Dan hadden we tenminste alles in het zuiden gedaan. De Great Ocean Road is niet meer dan dat de naam zegt: een weg (300km), langs de oceaan met dus prachtige uitzichten en mooie stadjes zoals Lorne, Apollo Bay en niet te vergeten Princetown waar prachtige stenen rotsen uit het water lijken te verrijzen. Ze noemen ze niet voor niets de 12 Apostles. Wel opletten als je een foto wil maken, want de golven komen makkelijk (onverwachts) tot aan je navel (hé Stefan?). Op deze weg hebben we zelfs koalas in het wild gespot. In het stadje aan het einde van de Great Ocean Road, Warranbool, hebben wij weer een camping gezocht en ons gauw in ons comfi bedje gelegd.
Zaterdag wilden we in eerste instantie terug naar Melbourne maar door het slechte weer (wegen waren overstroomd en dus ook gesloten in en rond Melbourne) besloten we via Ballarat naar Albury te rijden om daar dan zondag door te rijden naar Canberra. In Albury zijn we niet geraakt door de regen alweer. We zijn dan maar gestopt in Benalla om te overnachten in afwachting van een 2de storm die deze nacht over ons zou waaien.
Zondagmorgen, wakker worden en alles was terug droog, wat een opluchting. Die 2de storm had ons dus niet getroffen. Dan maar gauw proberen door de rijden naar Canberra. Alhoewel we vreesden dat we daar ook vandaag niet aan zouden komen. Deze keer niet door het slechte weer maar door de nationale parken waar we toch wilden proberen door te rijden. Ik zeg wel proberen want wij mogen enkel rijden op verharde wegen en zo gauw je van de Highway afrijdt zijn het veel onverharde wegen. Blijkbaar werd dat niet ons enige oponthoud, ook weer mooie uitzichten van het Australische binnenland en wat beestjes zorgden ervoor dat we zouden overnachten in Cooma, ongeveer 100 km ten zuiden van Canberra.
Maandag morgen was het dus weer vroeg op en in één ruk door naar Canberra deze keer. Deze stad is mooi om door te rijden en een stop te maken aan het Parlement House maar meer dan ook niet. Cafés, restaurants,
dat hebben ze hier niet. Zoals jullie wel weten is deze stad gebouwd naar aanleiding van een ruzie tussen Melbourne en Sydney. Ze konden het maar niet eens worden over wie de hoofdstad van Australië zou worden. Als compromis hebben ze dan een hele nieuwe stad gebouwd. Wat dus ook wel inhoudt dat hier alleen zakenmensen zitten. We konden misschien vandaag dan nog wel in Sydney geraken. Jaja, ondertussen zitten we op een camping ten noorden van Sydney. Morgen allereerst maar eens een goed stadsplan zien te bemachtigen en dan dringend onze visa voor Indië in orde gaan maken.
07-02-2011 om 12:34
geschreven door Stefan en Anne 
|